Hoofdcategorieėn
Home » Adam Lambert » Trespassing » [8] Interlude
Trespassing
[8] Interlude
“Hebbes,”¯ zei een jongen die op zijn knieën op de bank een boekenkast doorzocht. Het was zaterdagavond en Robbie, tegen wie hij net nog aangelegen had, pakte het boekje dat hem voorgehouden werd aan.
“The Picture of Dorian Gray door Oscar Wilde,”¯ las Robbie.
“Inderdaad. Lees het.”¯
“Waarom? Ik kan die tijd ook besteden met bijvoorbeeld dit.”¯ Ook hij ging op zijn knieën zitten en drukte een kus op de lippen van de jongen voor hem. “Of dit.”¯ En zijn handen gleden omlaag.
“Lees het toch maar,”¯ zei Jean toen de kus verbroken was. “Ik heb een goede reden.”¯
“Vertel.”¯
“Zodra je het gelezen hebt.”¯
“Dat is flauw.”¯
“Anti-cultuurbarbaarnisme dan?”¯
“We kunnen ook een film gaan kijken.”¯
“Waar we vervolgens net zoveel van meekrijgen als van de andere films die we de laatste tijd gezien hebben.”¯
“Precies.”¯
“Oké, jij je zin, ik heb het gelezen,”¯ zei Robbie toen hij die vrijdag daarna binnenkwam.
“En je vond het kennelijk of erg goed of erg slecht, aangezien je er meteen mee in huis valt,”¯ antwoordde Jean vanuit de keuken.
“En de buren denken nu dat we één of ander tweepersoons literatuurclubje zijn.”¯
“Way to go. Maar goed, wat vond je?”¯
“Eerlijk?”¯
“Natuurlijk.”¯
“Het was goed, het was echt goed.”¯
“En?”¯
“Geen idee. Het was een goed boek en ik ben geen literair recensent, dus daarmee uit.”¯
“Dat is het goede antwoord.”¯
“Dus vertel, waarom moest ik het lezen?”¯
“Geduld. Na het eten, oké? En je hebt geluk, want dat is bijna klaar.”¯
Na het eten zaten ze samen op de bank. “Doe je volgende week vrijdag wat?”¯ vroeg Jean.
“Hier zijn, vermoed ik.”¯
“En overdag?”¯
“Opzoek naar werk.”¯
“Zou je dat kunnen overslaan, denk je?”¯
“Dat moet lukken, maar wat heeft dit te maken met het boek?”¯
“Donderdagavond is er een toneelvoorstelling en ik wil graag dat je mee gaat.”¯
“Natuurlijk, graag! Maar wat is er op vrijdag?”¯
“Nou, er is een afterparty en het zou leuk zijn als je ook daar mee naartoe kan.”¯
“Zijn afterparty’s meestal niet voor de mensen die mee hebben geholpen met een productie?”¯
“Inderdaad. We spelen The Importance of Being Earnest.”¯
“Van Oscar Wilde.”¯
“Uiteraard. Heb je ooit eerder Oscar Wilde gelezen?”¯
“Nee.”¯
“Precies! Volgens professor Douglas werden zijn boeken voor de apocalyps heel veel gelezen, maar sindsdien zijn ze amper meer te krijgen. Enig idee waardoor dat komt?”¯
“Wel, jou kennende was hij waarschijnlijk homoseksueel, of niet?”¯
“Bingo. Dus, waarom denk je dat ik je Dorian Gray heb laten lezen?”¯
“De naam van de hoofdpersoon is één letter verwijderd van gay.”¯
“En verder?”¯
Robbie liet zijn hoofd in zijn handen steunen en dacht na. “De schilder en zijn vriend?”¯
“Jij bent veel te slim, het is niet leuk.”¯
“Het was maar een gok. Maar dan nog, de personages van een schrijver zeggen niks over de schrijver zelf.”¯
“Daar dachten ze in Victoriaans Londen anders over, het was één van de bewijsstukken in de rechtszaak tegen hem.”¯
“En dat idee volgen ze dus hier.”¯
“Inderdaad.”¯
“Maar waarom mogen jullie het toneelstuk dan überhaupt opvoeren?”¯
“Oscars werk is niet verboden, het wordt alleen verdoezeld. Vrijheid van woord en zo. The Importance of being Earnest is een perfect maatschappelijk geaccepteerd toneelstuk.”¯
“En waarom moest ik dit weten?”¯
“Eén: omdat achtergrondinformatie leuk is, en twee: omdat ik dan ineens slim lijk.”¯
Robbie liep wat onwennig het theater in. Hij had zijn netste kleren aan, wat neerkwam op een zwarte broek met een donker shirt. Nu stond hij onwennig in de foyer, vooral omringt door dames in avondjurken en mannen in pak. Hij observeerde de mensenmassa om maar wat te doen te hebben voor ze naar binnen mochten en kwam tot de conclusie dat oranje anjers de bloemen van de avond waren, aangezien veel mannen er één door één van hun knoopsgaten hadden gestopt.
Eindelijk ging de zaal open en kon hij een plekje zoeken. Jean had voor hem een plekje op de eerste rij geregeld. Eerst had hij hem afgeslagen - knappe mannelijke acteur die mannelijke vriend het speciale kaartje voor de eerste rij geeft, hij kon de alarmbellen al horen rinkelen - maar Jean had hem ervan overtuigd dat zij lang niet de enigen zouden zijn en dat het dus wel goed zou komen.
De mensen aan weerszijden van hem waren druk in gesprek, maar erg interessant waren de conversaties niet, concludeerde hij al snel.
Gelukkig kwam er al snel een man het podium op gelopen, waarvan Robbie vermoedde dat het professor Douglas was. Hij had keurig gekapt grijs haar en droeg een brilletje met een zwart montuur dat halverwege zijn neus stond. Toen de spot op hem gericht stond schraapte hij zijn keel in de microfoon en begon met zijn toespraak.
“To Robert Baldwin Ross. In appreciation, in affection. Met die woorden droeg Oscar Wilde dit toneelstuk op aan één van zijn beste vrienden: Robbie.
The Importance of being Earnest is een prachting een zeer interessant stuk, van begin tot eind. Maar juist dit, de opdracht, iets waar vaak geen aandacht aan wordt besteed vind ik interessant. Want het toont ons iets wat vreemd en abstract is: de woorden die u kunt lezen, die u vanavond hoort, zijn eeuwen geleden opgetekend door een mens. Een mens met vrienden, met familie.
Wat wij zien zijn slechts de woorden die de tand des tijds hebben doorstaan, woorden opgeschreven door een genie. Maar dat genie was een zoon, een broer, een echtgenoot, een vader, een geliefde, een vriend.
Deze geweldige groep gaat u nu meenemen naar zijn tijd. De tijd van Oscar Wilde: genie en mens!”¯
Het applaus was al lang uitgedoofd, en het publiek bevond zich weer in de voyer, druk napratend. Ongemakkelijk stond Robbie in een hoekje. Jean was nog in geen velden of wegen te bekennen, wat ook best logisch was, aangezien hij zich nog moest omkleden. Hij wilde hem zodra hij binnenkwam het liefst meteen stevig omhelzen en hem vertellen hoe verschrikkelijk trots hij was, maar hij wist dat dat niet kon. Nog niet, in ieder geval.
De acteurs kwamen al snel de voyer in om met het publiek nog wat na te praten en Jean nam Robbie meteen mee naar de bar voor wat drinken. Vervolgens slenterde Robbie achter zijn vriend aan terwijl die met verschillende voor hem onbekende mensen praatte, tot de voyer uiteindelijk leeg was op de acteurs, crew en andere genodigden na.
De groep vertrok naar het huis van professor Douglas, waar de afterparty gegeven werd. Het was een ideale locatie: een groot en statig huis met een speciale feestzaal, dat bovendien redelijk afgeschermd lag (en natuurlijk kon niemand door de dikke gordijnen van de feestzaal heen kijken).
Muziek stond op en de tafels lagen vol met hapjes. Mensen stonden te praatten of dansten en stelletjes waren makkelijk te onderscheiden. Niet alleen mannen met vrouwen, maar ook mannen met mannen en vrouwen met vrouwen. Robbie dacht niet dat hij ooit zoveel stelletjes bij elkaar gezien had, wat waarschijnlijk ook klopte, aangezien er in de club vooral vrijgezelle jongens kwamen.
Zodra ze binnen waren omhelsde Robbie Jean stevig en drukte een kus op diens lippen. “Ik ben zo verschrikkelijk trots op je, weet je? Echt, dat was fantastisch.”¯ En hij bezegelde die woorden met nog een kus.
Robbie had hem aan het blozen gekregen en Jean wist niet goed hoe hij moest reageren en pakte de jongen dus maar steviger vast.
Nadat ze een tijdje samen in een hoekje hadden gestaan nam Jean Robbie mee langs verschillende mensen, vooral medestudenten waar Jean mee bevriend was, maar ook professor Douglas, die goedkeurend naar het stelletje lachte. Ook hij was niet alleen: hij stond hand in hand met een brede man met warrig grijs haar waar nog enkele donkerbruine slierten in hingen.
Die avond voelden ze zich vrij. Vrijer dan in de club, die klein en bedompt was. Hier in deze balzaal hadden ze voor het eerst echt het gevoel dat ze konden vliegen. Dat het niet uitmaakten wie je bent, of op wie je verliefd wordt.
Ze waren vrij. En ze waren gelukkig.
Lees ook Een groene bloem triologie van Floortje Zwigtman,
met Oscar Wilde als personage.
Mwiiiii. ^^
En ja ja ik ha Spiegeljongen heus een keer lezen. No worries.
Ik heb eigenlijk niets op te merken f zo. Alleen mwiiii. Dus. Next? <3