FanFic.nl

Gillend naar huis

De schreeuw van De Leeuw

Op de gang rolde Paul schreeuwend over de vloer, terwijl Zayn probeerde hem in zijn blusdeken te wikkelen. Twee van de meiden die het hotel ingeglipt waren kwamen gillend te hoek om sprinten en begonnen aan Zayns armen te trekken, waarbij hun eigen kleding accidenteel vlam vatte. Hierop begonnen ze hysterisch krijsend rond te rennen. Harry, die op dat moment met Gerard aan kwam rennen, pakte zijn blusdeken en begon op één van de meiden in te slaan.
"Roll over the floor! Quick!" schreeuwde hij, maar het meisje hoorde hem niet door haar eigen gekrijs.

Paul stond op toen de vlammen gedoofd waren, en omdat hij een beschermend pak aan had was hij, buiten de paar brandwonden en zwarte vegen die zijn gezicht bedekten, in orde. Ondertussen kwam Niall de hoek omwandelen met Pauls brandblusser en een bakje nandos.
"Hey! Look! Screaming torches!" riep Niall enthousiast terwijl hij naar de twee gillende fangirls wees. Liam rende naar hem toe en greep de brandblusser uit zijn handen, waardoor Nialls nandos op de grond vielen.
"Hey! Bugger up!" riep Niall zichtbaar aangedaan, "I'll remember this!"

Liam sprintte naar de twee rondrenende fangirls en probeerde de vlammen te doven met de brandblusser. Wat hij uiteraard niet wist, was dat brandblussers averechts werken op mensen. De fangirls stikten van de koolstof, en vielen verkoold op de grond. Niall stond erbij en keek ernaar. Gordon, die zijn brandblusser nog stevig vast had, sloeg zijn hand tegen zijn voorhoofd.
"Niet weer, hè!" ontglipte zijn lippen. Liam keek hem onschuldig lachend aan. Gordon lachte grappend terug: "Waar komt die graflucht vandaan?"
"Ouwe graftak!" brulde Gerard lachend uit. Liam keek ze verward aan: "What did you say?"
"Where this grave air come from?" antwoordde Paul met een schaterlach. Liam en Harry keken de brandweermannen verontwaardigd aan. Niall schoot keihard in de lach: "Bloody grave smell!" Taylor schudde afkeurend haar hoofd. Het gebouw kraakte, en de temperatuur in de gang liep op.

Ondertussen liep Peter, om het hoekje aan het einde van de lange gang, een kamer in. De kamer was leeg, maar hij hoorde gezang uit de badkamer komen. Hij deed de deur van de badkamer langzaam open en trof daar, in het bad, een zingende Louis aan. Louis hield abrupt op met zingen, en greep een handdoek om zijn goddelijke lichaam te bedekken.
"How dare you!" riep Louis flirtend uit.
"Come with me, quicky!" riep Peter ernstig terug. Louis wikkelde zijn handdoek snel om zijn middel, en klom gehoorzaam uit bad om Peter te volgen.

"Waar is Peter?" vroeg Paul. Gerard keek hem verward aan: "Peter?"
"Oh! Peter!" riep hij alsof hij net de loterij gewonnen had. "Volgens mij is hij op zoek naar Louis, je weet wel, die knapperd."
"Louis? Where's Louis?!" riep Taylor paniekerig.
"He's still in his room," vulde Niall droog aan. Meteen daarna rende Taylor weg. Paul volgde haar onmiddelijk en de rest kwam daar achteraan.

Halverwege de gang kwamen ze Peter en Louis tegen. Paul sprong meteen krols op Louis af, en zei met een verwijfd handgebaar: "Oh! Hello there, handsome." Hij dacht er nog aan om de handdoek weg te trekken, maar hij hield zich in. Louis giechelde gevleid. Ondertussen begonnen de vlammen zich sneller te verspreiden door het hotel. Loeiende sirenes waren duidelijk hoorbaar op de achtergrond.
"That would be our colleagues," zei Peter informerend.
"... Thank god," zuchtte Taylor opgelucht uit.

De vlammen sloegen door de muren van de gang en kropen bedreigend, via het behang, richting de groep mensen.
"Ach, schat, kan je niet meer?" vroeg Gordon spottend aan Gerard, die na het zien van de vlam meteen begon te hyperventileren.
"Ik..." kermde Gerard pijnlijk uit. "Ik kan echt niet meer."

Er was een luid gerommel op de bovenliggende verdieping, het plafond kraakte gevaarlijk.
"RUN!" schreeuwde Taylor, die bijna omviel toen ze wegrende richting het einde van de gang. "Get into Louis' room!" Iedereen volgde haar, net voordat het plafond in de gang naar beneden kwam zetten, de kamer in.

Peter bracht de groep attent op de hoogte: "We zitten vast in een brandende bouwval." Louis rende snel naar de badkamer en zette hoopvol alle kranen aan. Paul keek nerveus de kamer rond, alsof hij op zoek was naar iets wat hij al een tijdje kwijt was. De andere drie brandweermannen keken hem vragend aan.
"Carlo is er niet!" schreeuwde Paul jammerend uit.

Reacties: