Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Until Death Do Us Apart » 21: Please, don't break
Until Death Do Us Apart
21: Please, don't break
Ze was nog net zo knap als in mijn herinnering. Slank, grote bruine ogen en een lieve glimlach. Hoeveel had ik al meegemaakt met deze vrouw? Zaken, vele zaken. Moorden, ontvoeringen. En we hadden tot dusver alles op kunnen lossen. Samen. Zij, ik en Mark. Ik kon aan haar blik zien dat ze zich nog schuldig voelde over het feit dat ze mij en Mark niet had kunnen helpen met de in scene gezette ontvoering van Harry. De gedachte aan hem - dat hij veilig was - bezorgde me een warm gevoel. Helaas verdrong het idee aan het dode meisje in de kast dat gevoel gauw.
‘’Wil je wat drinken?’’ Ik liep naar het kleine keukentje en haalde alvast drie glazen uit het aanrechtkastje, in de veronderstelling dat zowel zij als Mark wel wat lusten. Nadat ze Mark op de wang had gekust ter begroeting, knikte ze dankbaar. ‘’Ja, graag.’’ Ik knikte, opende de koelkast en vroeg haar wat ze wilde. Cola, zei ze. Net zoals Mark. Ik pakte de fles, draaide de dop eraf en schonk onze glazen vol, terwijl ik me zat te bedenken hoe ik haar de situatie uit moest gaan leggen. Het meisje, dood. Als waarschuwing. Voor haar dochter. Zo kon het namelijk ook met haar gaan. En met de jongens. Met mijn zoon. Met Harry.
Ik hield de glazen alle drie tegelijk vast en zette ze met een klap op tafel. Glimlachend gaf ik Sarah en Mark hun glas en nam naast hen plaats op de bank. Ik gleed even met mijn blik naar de kleine televisie, waar de hond van Sarah zich genesteld had. Het was een mooi beest, ze had ons al verscheidene keren geholpen met opsporingszaken. Moordwapens, daar was ze pas goed in.
‘’Sarah…’’ begon ik zacht, terwijl ik mijn glas op tafel zette en mezelf naar haar toedraaide. Ze volgde mijn voorbeeld, deed het wel zo dat ze niet met haar rug naar Mark toegedraaid zou zitten. Ik wisselde een blik met hem, hij knikte goedkeurend. ‘’Wat is er, D?’’ vroeg ze.
‘’Er is vandaag iets gebeurd. Iets verschrikkelijks. Het begin van de oorlog.’’ Ik hoorde hoe mijn woorden zich om de eigenlijke gebeurtenis heen draaiden, hoe ze het moment van de waarheid uit wilden stellen. Sarah trok haar wenkbrauw niet-begrijpend naar me op. Hoe kon ze het ook weten?
‘’Wat bedoel je? Is er - toch niet één van de jongens?’’ Snel schudde ik mijn hoofd om haar bezorgde blik te sussen. ‘’Nee, nee. Dat niet. Wellicht kan ik het je beter laten zien.’’ Zuchtend stond ik op, Mark volgde mijn voorbeeld. Sarah keek van mij naar Mark en terug, niet wetend wat ze moest doen. Mark stak zijn hand naar haar uit, als teken dat ze ons moest volgen. Ze pakte deze beet, hij trok haar zonder enige moeite omhoog. Terwijl we richting de hal liepen, concentreerde ik me op het geluid van haar hakken, die genadeloos op het parket klakten. Klak, klak, klak. Als een tijdbom, die over enkele minuten af zou gaan. Ik was bang voor haar reactie, bang dat ze in zou storten. Of door zou draaien. Of helemaal niets zou zeggen, in shock zou raken. Wat moest ik verwachten? Ik had geen idee. Het was weliswaar niet haar dochter, niets kon erop duidden wie het überhaupt was, maar het had er wel degelijk mee te maken. Sarah was slim genoeg om de betekenis hierachter te herkennen zodra ze het meisje zag. Daarom was ik bang. De Panthers wisten waar ze mee bezig waren, waarom ze het deden en hoe. Al veel te lang.
‘’Dit kan misschien… schokkend zijn,’’ fluisterde ik zachtjes, waarna ik de deur van de slaapkamer van de jongens openduwde. De vreselijke geur van eieren en bedorven vlees drong mijn neus binnen zodra ik de kamer instapte. Ik hoorde Mark achter me aankomen, gevolgd door Sarah. Ik deed een stap opzij, hield mijn blik op het meisje gericht en bereidde me voor op wat er komen ging.
‘’Wat is… Jezus Christus,’’ zei Sarah met een gebroken stem. Ik bleef naast de deuropening staan, tegenover Mark, en keek hoe Sarah op het dode meisje afliep. We hadden haar niet verplaatst, niet schoongemaakt, niets. We hadden enkel tijd gehad de kamer op sporen te checken, tevergeefs. Dit waren professionals, zo snel als ze het lijk hier hadden gekregen, waren ze ook weggegaan. Alles uitgewist, niets achtergelaten. Opgegaan in het niets, als rook. Sarah draaide zich om en keek ons vragend aan. ‘’Wie is dit?’’ Haar stem klonk verbazingwekkend stabiel, alsof het haar niets deed. Niet veel, in ieder geval. Ik haalde mijn schouders op en keek naar Mark, die hetzelfde deed.
‘’We weten niets. Ze had niets bij zich. De kamer…’’ Sarah stak haar hand op als teken dat Mark zijn mond moest houden. Hij gehoorzaamde direct, zonder pardon.
‘’Kamer gescand op sporen neem ik aan?’’ Ik knikte, terwijl ik keek hoe Sarah naar het raam liep en door haar hurken ging, de grond daar inspecterend.
‘’Ja. De daders hebben niets achtergelaten. Ze weten waar ze mee bezig zijn.’’ Ik liep naar Sarah toe en ging achter haar staan, terwijl ik in mijn ooghoek zag hoe Mark dichter bij het meisje kwam en haar nog eens goed bekeek. De stank was haast niet te harden hoewel Sarah nergens last van leek te hebben. Die vrouw had stalen zenuwen, dat was iets dat ik al vanaf onze eerste ontmoeting wist. Maar als het om haar dochter ging… Een huivering trok door mijn lichaam terwijl mijn gedachten naar Harry en zijn vrienden schoten en naar het gevaar waar ze in verkeerden. Ik was allang blij dat ze hadden ingestemd me te helpen, al zou ik het mezelf nooit kunnen vergeven. Niet dat ik een andere keuze had gehad, integendeel. De politie inlichten heeft geen zin bij de Panthers. Alsof die niet al jaren naar hen op zoek zijn. Hoe ik het in me hoofd haalde dat wij ze wel aankonden? Simpel. Wij hadden iets wat zij niet hadden, een geheim wapen. Liefde. Liefde voor onze familie, voor elkaar. Mark was als mijn broer, Sarah als mijn zus. Harry was mijn zoon, zijn vrienden waren als neven. En voor hem waren het broers, ze waren allemaal broers. Dat was iets wat ik vanaf het begin al door had. Ze gingen voor elkaar door het vuur, wat er ook zou gebeuren. Net zoals Mark, Sarah en ik. Daarbij kwam het feit dat Sarah er alles aan zou doen haar dochter terug te krijgen. Alles. Waarom ook niet? We konden dit tuig aan, het tuig zonder geweten. Roekeloos, gevaarlijk en bruut. Precies wat hun zwakke plek was.
Brutaliteit. Geen angst. Wat doen wilde beesten als ze bloed ruiken?
Ze gaan erop af.
Reacties:
Ik wil even laten weten dat ik het gelezen heb. Maar ik ben sprakeloos.
Ik heb geen theorie die erop kan volgen. Alles kan nu gebeuren.
Snel verder dan maar, want het is bijna hoofdstuk 23!
Mehh, het enige wat mij een beetje logisch lijkt is dat Kira met zijn death note random mensen dit heeft laten doet en ze daarna zm heeft laten plegen, maar dat kan niet.