Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » whore. » fifteen.
whore.
fifteen.
"Sophie. Je moet je nu ook gaan klaarmaken. Vanavond hebben we een klus, maar morgenavond zijn we vrij." zegt iemand, en ik voel ineens een koude vlaag. Ik doe langzaam mijn ogen open. Ik lig in bed, maar mijn dekens zijn verdwenen. Ik sta op, en zie de dekens aan het einde van het bed liggen. Die heeft Nienke er dus af getrokken. Ik slenter naar de badkamer. Snel douche ik. Met een handdoek om, loop ik de kamer weer in. Nienke kijkt mij vragend aan. "Vergeten spullen te pakken." zeg ik snel. Ik doe mijn blauwe bikini met groene touwtjes aan. Ik pak een kort zwart rokje, wat eigenlijk een zomerrokje is en doe het ook aan. Daarna pak ik een vest, en loop weer naar de badkamer. "Hoe lang hebben we nog?" roep ik naar Nienke. "Op zijn minst een half uur." zegt ze. Ik pak de krultang en begin mijn haar te krullen. Ik weet niet waarom ik het doe, maar het begint er best leuk uit te zien. Ik kan er achter alleen niet zo goed bij. "Nienke.." roep ik vragend. "Wat?" roept ze terug. "Ben je bezig?" vraag ik. Het blijft een tijdje stil. "Nee, hoezo?" roept ze uiteindelijk terug. "Kun je even komen helpen dan?" vraag ik op mijn liefst. "Natuurlijk." zegt ze, en ik hoor haar opstaan. In de deuropening blijft ze stil staan. "Staat je leuk." zegt ze, en neemt de krultang over. "Ik neem aan dat ik er achter wat krullen in moet zetten?" zegt ze, terwijl ze mij aankijkt via de spiegel. Ik knik ja. Ze begint mijn haren te krullen. "Hoeveel mannen zijn het vanavond?" vraag ik opeens. "Één." antwoordt ze, en gaat geconcentreerd door met krullen. "Één?" roep ik hard. "Ja, één." herhaalt ze rustig het antwoord. "En daar moeten we met z'n tweeën naar toe?" vraag ik ongelovig. "Ja." zegt ze, terwijl ze de stekker van de krultang uit het stopcontact haalt. "Kun je het nu weer alleen?" vraagt ze lachend. "Ja hoor. Dankjewel." zeg ik, terwijl ik haar omhels. "Graag gedaan, schiet je trouwens wel een beetje op?" vraagt ze, en loopt de kamer weer uit. Snel doe ik een dun lijntje oogpotlood onder en boven mijn ogen. En een laagje mascara. "Ik ben klaar." zeg ik, en loop de kamer in. "Oké, dan gaan we." zegt Nienke, en pakt haar vest. "De chauffeur staat al buiten." vervolgt ze, en ze begint te lopen. Zwijgend loop ik achter haar aan. Ik stap in de auto, en trek de deur met een harde klap dicht. "Die heeft er ook zin in." zegt Nienke lachend. Ik kijk haar glimlachend aan. We beginnen te rijden. "Zullen we morgen dan naar de stad gaan?" vraagt Nienke. Ik knik een keer, en kijk haar aan. "Ja is goed." zeg ik dan. "Maar wel eerst uitslapen." zeg ik, en grijns. "Ja, natuurlijk." zegt ze, en kijkt uit het raam. Ik besluit het ook maar te doen. Allerlei huizen zie ik voorbij razen. Af en toe haalt een auto ons in, maar verder is het rustig op de weg. Na nog een paar minuten rijden zijn we er, want de auto stopt. "Daar tegenover is het." zegt hij, en wijst een huis aan. "Oké, dank je wel." zeg ik en stap uit. Ik wacht even tot Nienke naast mij staat, en dan steken we de straat over. "Here we go again." zegt Nienke, en ik bel aan. Er doet niemand open. Ik druk nog een keer op de bel, dit keer iets langer. "Hopelijk is er niemand thuis." zeg ik, en glimlach. "I hope so." zegt Nienke, en glimlacht ook. Na een paar seconde wordt de deur toch open gedaan. "Kom erin." zegt een man, en grijnst breed. Een dikke alcohol en rooklucht komt in mijn gezicht. Gadverdamme. Ik zie Nienke ook een vies gezicht trekken. Ik loop achter de man aan, wel op een afstandje want hij stinkt verschrikkelijk. Ik hoor Nienke achter mij aanlopen. De man stopt voor een deur. Ik stop ook automatisch. Niet te dicht bij hem komen. denk ik in mezelf. Nienke botst tegen mij op. "Sorry." mompelt ze, en gaat snel naast mij staan. "Kom wat dichter bij staan dames." zegt hij, en grijnst weer. Voorzichtig zet ik een klein stapje naar voren. Hij gebaart met zijn hand dat ik nog wel dichterbij kan komen staan. Maar dat doe ik liever niet. Ik ruik nu de alcohol weer, en ik sta zeker drie meter van hem af. Gadverdamme, dit is echt vies. Hij loopt door de deur, en op veilige afstand volg ik hem. We komen in een kamer. Overal staan lege blikjes bier. De bank is versleten en op de grond ligt een matras, zou hij daar op slapen? "Volg mij." zeg hij, en loopt richting de bank. Hij gaat op de bank zitten. Voorzichtig ga ik op het matras zitten. Als ik naast hem op de bank zou moeten zitten zou ik flauw vallen van de stank. Ik glimlach om mijn eigen gedachtes. Volgens mij denkt Nienke ook zoiets, want ze komt naast mij zitten. Ik kijk haar even aan en trek een vies gezicht. Ze glimlacht, en kijkt de man dan aan. Ik kijk hem ook afwachtend aan. Wat wil hij nu gaan doen, ik bedoel; hij is alleen en wij zijn met zijn tweeën. De man staat op, en loopt de kamer uit. Wat gaat hij nou weer doen? Ook al is hij uit de kamer, ik durf niks te zeggen. Ik hoor wat gestommel, iets vallen en dan gevloek. Ik kijk Nienke bang aan. Ze heeft zelf ook een bange blik in haar ogen. Wat gaat die man met ons doen? Hij is nog niet eens helder. Het liefste zou ik opstaan en weglopen. Weglopen, ik bedoel wegrennen. Zo snel mogelijk weg hier. Ik twijfel of ik het Nienke moet vertellen, of ik het haar voor moet stellen om gewoon weg te lopen. Ik doe mijn mond open, maar dan hoor ik weer iets vallen met een harde klap en doe mijn mond weer dicht. Ik kijk Nienke weer bang aan. Hier voel ik me echt niet op mijn gemak. Nog minder dan normaal. De man komt de kamer weer ingelopen. Hij heeft een flesje bier vast, en op zijn hoofd zit een wond. Er zit ook bloed aan zijn hand. Met een vies gezicht kijk ik er naar. "Er is geen bier meer." slist hij met dubbele tong. Hij komt slingerend aangelopen. Ik kijk hem bang aan. Ik weet niks te zeggen, ook Nienke blijft stil zitten. "Dus ik ga even iets halen bij de buurman." zegt hij, en draait zich om. Hij loopt richting de deur, maar botst vol tegen de muur op. "Stom ding, ga weg." zegt hij, en slaat tegen de muur aan. Hij zet een stap opzij, en loopt door de deur. Even later horen we een harde knal, de voordeur valt dicht. "Ik wil hier weg." zeg ik, en kijk Nienke aan. Volgens mij kijk ik nog steeds bang uit mijn ogen. "Dan moeten we nu gaan." zegt ze, en staat op. Ik sta ook snel op, en loop achter Nienke aan. "En wat als hij ons uit de voordeur ziet komen?" vraag ik bang, en sta stil. "Hij kan toch niet goed lopen, dan rennen we wel." zegt ze, en trekt mij mee.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.