Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijden » 1 - Daar, ver weg
Schrijfwedstrijden
1 - Daar, ver weg
Ze zaten in de tuin, samen.
Hoewel de zon al een enkele uren achter de horizon verscholen zat, was het nog steeds drukkend warm in de kleine Amsterdamse achtertuin. Vele gezinnen zochten hun heil in de buitenlucht, omdat het tussen vier muren niet uit te houden was. Volwassenen genoten van een koel wijntje terwijl de kinderen mochten opblijven om in de tuin te spelen. Hun zachte gelach voegde zich ongemerkt bij alle andere geluiden van de bijzondere avond. Zo ook het rustgevende geritsel van de bladeren van de bramenstruik, die een zacht achtergrondgeruis produceerden. Het accentueerde de sfeer van ongeloof. Het kon niet. Het bestond niet.
Het was zo.
Daniëlle zuchtte vrijwel geluidloos en greep naar het pak groene ijsthee dat op de plastic tuintafel stond. In stilte schonk ze haar eigen beker vol, terwijl Nicole dier glas dichterbij schoof. Ook die werd gevuld, voordat het pak frisdrank met een zachte plof weer contact maakte met het tafelblad. Plastic. Aards. Echt.
Daniëlle nam een slok van haar ijsthee en besloot dat deze eigenlijk te zoet was, zoals bijna alle ijsthee. Teleurgesteld zette ze haar beker terug op tafel, terwijl ze zich afvroeg hoe het kon dat zij zich druk maakte over de smaak van haar frisdrank, terwijl er zoveel meer stond te gebeuren. Daar, ver weg. Heel ver weg.
‘Het is zo ver,’ fluisterde Nicole, alsof hardop spreken de magie zou verbreken. Het was zo fragiel, hoe ver weg ook, alsof haar moeder elk moment de tuin binnen kon komen rennen met het nieuws dat ze de radio verkeerd verstaan had. Het was een grap, het was onzin. Zolang de meisjes in de tuin stil bleven, zou Nicoles moeder vergeten dat ze er waren. Dan zou de magie voortbestaan. Daar, ver weg.
Daniëlle pakte haar beker weer op, nam nog een slok en probeerde zichzelf te vertellen dat de ijsthee lekker was. Het werkte niet, het was nog steeds te zoet. Ze zette de beker weer op tafel, luisterde geïntrigeerd naar het geluid dat het produceerde. Op aarde was er geluid. In de ruimte niet. Vacuüm, had ze op school geleerd. In vacuüm kon geluid zich niet voortplanten.
Op aarde wel. De bramenstruik ritselde nog steeds.
‘Is het niet lekker?’ vroeg Nicole.
‘Te zoet,’ deelde Daniëlle mede. Haar vriendin reageerde niet, waardoor er een bedrieglijke stilte ontstond. De kinderen waren alweer naar bed gegaan en het begon enigszins af te koelen, mede omdat er een licht briesje opstak. Daniëlle rilde, Nicole nam een slok van haar ijsthee en besloot dat hij wel degelijk goed smaakte.
De bramenstruik ritselde verder, stilletjes op de achtergrond van de heldere avond. Er hing geen wolkje aan de hemel, waardoor duizenden enthousiast twinkelende sterren zichtbaar waren. Dapperder en feller dan ooit tevoren, omdat ze bang waren in alle commotie vergeten te worden. Ze waren nog veel verder weg. Honderden malen verder weg.
Nicole glimlachte naar ze, lichtte haar hand op en zwaaide voorzichtig naar de eenzame gasreuzen. Ze probeerde sterrenbeelden te ontdekken in de patronen die aan de hemel stonden. Het lukte haar niet, omdat haar aandacht steeds opnieuw werd gevangen door dat ene hemellichaam.
‘Kun jij het je voorstellen?’ fluisterde ze uiteindelijk, haar ogen nog steeds op de satelliet gericht.
Daniëlle schudde haar hoofd. ‘Nee,’ fluisterde ze, terwijl ze haar ogen ook naar boven richtte. Het was zo prachtig, realiseerde ze zich voor de zoveelste keer die avond. Zo adembenemend mooi. En zo onwerkelijk.
De bramenstruik begon luider te ritselen en Daniëlle scheurde haar blik los van de sterrenhemel om te kijken wat er gebeurde. Heel even zag ze niets, toen onderscheidde ze de rode kop van Benny vlak onder de blaadjes. Het ritselen hield op zodra de kat het terras bereikte. Hij verplaatste zijn logge lichaam richting de plastic tuintafel. Tergend langzaam, alsof hij alle tijd van de wereld had. Misschien had hij dat ook wel, want iedereen zat met zijn gedachten honderdduizenden kilometers verderop. Letterlijk.
Het liet Benny onverschillig en hij sprong op het tafelblad, duwde zijn kop tegen de arm die Nicoles hoofd ondersteunde. Het meisje glimlachte en aaide haar huisdier zonder haar blik van de hemel af te wenden. Dan zou de magie verbroken worden. Misschien.
‘Ik wil naar ze zwaaien,’ fluisterde ze. ‘Zullen we naar ze zwaaien, Benny?’
De kat spinde en Nicole nam zijn rechter voorpootje in haar hand. Voorzichtig bewoog ze het van links naar rechts, waardoor er een geïmproviseerde zwaaibeweging ontstond. ‘Dag,’ mompelde ze dromerig. Ze beeldde zich in dat de twee mannen haar hoorden en dat ze terugzwaaiden. ‘Zie je dat?’ fluisterde ze in Benny’s oor. De kat duwde snorrend zijn kop tegen de kin van zijn bazin. ‘Ze zwaaien terug, Benny,’ ging Nicole onverstoord verder. ‘Ze zwaaien.’
Na een poosje liet ze de poot van de kat los. Het beest liep over de tafel naar Daniëlle, die hem stilletjes tussen zijn oren krabde. Hij ging op tafel liggen, gooide daarbij de beker te zoete ijsthee omver. ‘Benny!’ grinnikte Daniëlle, terwijl ze de geleegde beker weer overeind zette. Benny kronkelde enthousiast over tafel, kwam in de ijsthee terecht en sprong beledigd op de grond. Hij liet er geen gras over groeien en verschool zich onmiddellijk onder de bramenstruik. Geritsel, op aarde.
Daniëlle wierp een blik op Nicole, zag dat zij nog steeds naar boven staarde. Zelf richtte haar blik ook weer op het wonderbaarlijke fenomeen in het vacuüm, waar geen geluid was. Onvoorstelbaar. Daar, ver weg. Heel ver weg.
Ze waren op de maan, samen.
Reacties:
o/ Dit verhaal straalt rust uit, maar wekt tegelijkertijd de indruk dat heel veel mensen, die eigenlijk niets noemenswaardigs aan het doen zijn, toch vrij intensief bezig zijn met een grootste gebeurtenis ergens heel ver weg. Het geeft de impact van de maanlanding best wel goed neer. ^^
Oh, en refereer je met de twee mannen die terugzwaaien alleen naar de twee die uitstapten? Want gingen er niet drie mensen naar de maan? Buzz Aldring en Neil Armstrong die stapten uit, maar er bleef nog 'n gast achter in de Appolo. Ik ben z'n naam kwijt. *Raadpleegt Wikipedia* Michael Collins! Maar ik heb geen idee of 'r raampjes in die capsule zaten, zo ja, dan had hij ook terug kunnen zwaaien. ^^ ... Sorry. Koffie is slecht voor me.
Maar je hebt het heel goed geschreven. ^^ En het is nog beter omdat er ijsthee in je verhaal voorkomt. Ijsthee is lekker.
Dit. Dit is zo awesome. En goed.
En de ijsthee. En de kat.
I mean, like.
Na een poosje liet ze de poot van de kat los. Het beest liep over de tafel naar Daniëlle, die hem stilletjes tussen zijn oren krabde. Hij ging op tafel liggen, gooide daarbij de beker te zoete ijsthee omver. ‘Benny!’ grinnikte Daniëlle, terwijl ze de geleegde beker weer overeind zette. Benny kronkelde enthousiast over tafel, kwam in de ijsthee terecht en sprong beledigd op de grond. Hij liet er geen gras over groeien en verschool zich onmiddellijk onder de bramenstruik.
Dat is ook echt awesome. Ja.
En ik vind het ook heel erg leuk hoe je het begint met "Ze zaten in de tuin, samen" en het eindigt met "Ze waren op de maan, samen."
<3
NU HEB IK 'M DOOR.
Okay, sorry. Ik had 'm al eerder gelezen maar toen sliep ik, denk ik, want nu heb ik het door. De maan. Ja.
Dat vind ik leuk, dat je 't niet expliciet zegt en steeds die kleine hints dropt. Móói. <3
Benny! Aww. Dit. Dit is echt een leuk stukje. Heel, eh. Fijn. Gewoon.
Zo van. Whiee. Maar wel een rustige whiee.
Ja. Leuk.
<3