Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Aidan & Dewi the lost future » Hoofdstuk 9

Aidan & Dewi the lost future

4 feb 2013 - 19:12

1651

0

326



Hoofdstuk 9

Van uit Aidan geschreven.

Pas na de film merk ik dat Dewi in slaap is gevallen. Grijnzend kijk ik naar haar, terwijl ze half zittend half liggend op slaapt.
Ik tik op haar schouder, maar ze kreunt alleen maar, en draait zich om, zodat haar arm half over de leuning hangt. Ik grinnik, en besluit haar te laten liggen. Het is een vermoeiende dag geweest.
Ik krabbel snel een briefje voor als Dewi wakker wordt, en die leg ik op de tafel. Ik zet de tv uit en ga snel naar boven, naar mijn kamer.
Ik kleed me om en ik spring in bed.
Als het niet meteen lukt om te gaan slapen moet ik denken aan het bezoek aan de geheime dienst van Londen. Ik vraag me af of ik wel daarvoor zou willen werken, wat zou je dan allemaal moeten doen? Maar aan de andere kant, al die gadgets zijn wel heel handig, en zoals meneer Garrison al zei, we zijn goed, maar beginners, we hebben nog veel te leren.
Ik zucht en draai me om, mijn deken glijd van me af, en meteen krijg ik het koud. Snel trek ik mijn deken over me heen en terwijl ik alles wat we hebben beleefd de laatste dagen nog eens overdenk, val ik al snel in slaap.

‘Goedemorgen’ zegt Dewi als ik naar beneden kom. ‘Goedemorgen!’ zeg ik opgewekt, en Dewi kijkt me grijnzend aan, nog steeds vanaf de bank. Ze heeft haar survival kleding nog steeds aan.
‘Jij bent zo snel in slaap gevallen dat je niet eens je survival kleding hebt uit getrokken!’ zeg ik met een grijns, en Dewi kijkt naar haar kleren. Ze wordt rood, en ik grijns. ‘Geeft niks, heb je al honger?’
Dewi schudt van nee, en ik knik. ‘Oké, we kunnen een spelletje doen’
Al snel zijn we druk aan het monopolyen, al heeft Dewi er zoals gewoonlijk meer geluk in dan ik. Nadat Dewi alle goede straten heeft gekocht en ik zit opgezadeld met een hoop schuld stoppen we en maken we een gebakken eitje.
Als we aan het eten zijn komt mijn vader naar beneden, met een slaperig hoofd en hij mompelt enkel: ‘goedemorgen’ Hij loopt naar de deur, waar de nieuwe krant ligt en hij gaat zonder nog een woord te zeggen in de keuken zitten, en hij slaat de krant open.
Ik kijk Dewi aan en ik rol met mijn ogen, en Dewi glimlacht alleen maar.
‘Zullen we zo naar buiten gaan?’ stel ik voor als ik mijn laatste boterham op heb. ‘Is goed, we kunnen alsnog naar het bos gaan’ zegt Dewi, en ik knik. ‘Goed idee, vandaag is het wel mooi weer!’ Dewi lacht een beetje verdrietig. ‘Toch jammer dat survivellen niet doorging’ zegt ze, en ik knik. ‘Klopt, maar daar gaan we niet te lang bij stil staan, wie er het eerste is!’ zeg ik dan, en ik race naar de voordeur, omdat mijn fiets nog steeds voor staat. ‘Wij zijn even weg!’ roep ik nog naar mijn vader, voordat ik op mijn fiets spring, en al snel volgt een luid vloekende Dewi me.
Als we over het kleine weggetje rijden die naar het bos rijd haalt Dewi me uiteindelijk in. ‘Jij fiets echt veel te snel zo!’ zegt ze en ik lach. ‘Jij te langzaam’ zeg ik en ik steek mijn tong uit.
Dewi kijkt me scherp aan, maar ze zegt niks en richt zich op het landschap. ‘Wat denk jij, moeten we voor die geheime dienst gaan werken?’ zegt Dewi, op het moment dat ik dat denk. ‘Ik weet het niet… Het lijkt me wel heel vet, met al die gadgets en gevechtstraining enzo. Maar waarom willen ze zo graag dat wij voor ze werken? Uitgerekend wij? Zo bijzonder is ons onderzoekje niet, we hebben enkel ingebroken in het kantoor zonder succes en opgeschreven wat we hebben gehoord…’
Dewi knikt, ‘precies, dat dacht ik dus ook… Maar al die gadgets… En die training.. Is het niet wat overdreven? Zo belangrijk is die hele survivelclub toch niet voor ze?’ zegt ze. ‘Daar had ik nog niet eens aan gedacht! Dat is een goede!’ zeg ik enthousiast en in mijn hoofd vul ik aan: ‘dat ga ik ze maar eens vragen volgende keer’ maar ik zeg het niet hardop omdat Dewi het niet opprijs zal stellen…
‘Goed en nu?’ vraagt Dewi als we aankomen bij het survival clubhuis. ‘We kunnen… De coödinaten natrekken!’ zeg ik en Dewi knikt. ‘Is goed, heb je het briefje nog?’ Ik graai wat in mijn jaszak en haal er een nogal verfomfaaid briefje uit.
51° 29' 44" N, 0° 10' 46" W lees ik voor en Dewi zegt: ‘oké, dan nu, waar is dat?’ Ik glimlach, ‘we hebben toch geleerd hoe dat moet?’ En ik haal mijn mobieltje tevoorschijn. Dewi rolt met haar ogen, ‘je bent zeker de andere manier vergeten?’ zegt ze en ik lach. ‘Ach, dit gaat sneller!’ Ik klik op gps en ik toets de coödinaten in.
‘Het is in Londen, dat is mooi dat scheelt een hele hoop gereis!’ zeg ik, ‘volg mij!’ zeg ik dan terwijl ik op mijn fiets spring. Ik kijk nog eenmaal om en ik zeg in gedachten doei tegen het clubhuis, ‘we zullen terug komen’ beloof ik mezelf en ik trap snel terug, richting de drukke stad met Dewi op mijn hielen.
‘Waar gaan we helemaal heen?’ vraagt Dewi als we half Londen door zijn gefiets. ‘Ik heb geen idee, één of ander primitief winkeltje’ antwoord ik en Dewi zucht. ‘Is het nog ver?’ vraagt ze daarna en ik zucht nu ook. ‘Wie weet’ antwoord ik .

Tien minuten later staan we voor een oud winkeltje, met een bordje waarop met sierlijke letters staat geschreven: The old bookstore. ‘Hier is het’ zeg ik en Dewi knikt, dat had ze wel begrepen.
Nieuwsgierig loop ik het oude zaakje binnen. Er rinkelt een bel zodra we binnenkomen.
Het is een stuk warmer dan buiten, waar het bijna vriest. Ik ril even en kijk rond.
Het is een klein winkeltje, wat is vol gestopt met boekenkasten. Je kan net langs de boekenkasten lopen en in de rechterhoek helemaal van achteren staat een klein toonbankje met een ouderwetse kassa erop. Achter de toonbank staat een oude man. Het weinige haar dat hij over heeft is grijs en staat alle kanten op. Hij kijkt ons nieuwsgierig aan van achter een rond brilletje.
‘Goedemiddag jongelui, zijn jullie ergens naar op zoek?’ vraagt de man. ‘Ja, we zijn op zoek naar een boek over…’ Het blijft even stil en ik kijk Dewi aan, we hebben niet eens bedacht waar we eigenlijk naar zoeken.
‘Een boek over survivel clubs’ opperd Dewi en de man kijkt ons nieuwsgierig aan. ‘Over survivel clubs… Zijn jullie benieuwd naar de geschiedenis daarvan?’
‘Eemh ja, voor een geschiedenis werkstuk’ antwoord ik snel, want we weten immers niet wat er precies aan de hand is. ‘Dat is zeker een interessant onderwerp jongenlui’ zegt de man dan en hij komt vanachter zijn toonbank vandaan.
‘Volg mij maar’ zegt hij en hij gebaart ons hem te volgen. We volgen hem langs alle boekenkasten tot we uiteindelijk bij mogelijk het oudste exemplaar aankomen. De vinger van de man glijd over alle boeken en blijft hangen bij een bruinig boek, en hij haalt het boek uit de boekenkast.
‘Dit is denk ik wat jullie zochten’ zegt de man terwijl hij al het stof van het boek blaast. ‘De geschiedenis van het survivelen, met alles erop en eraan’ zegt hij en hij overhandigd mij het boek.
‘Hoeveel wilt u ervoor hebben?’ vraagt Dewi voorzichtig. ‘Voor vijf euro is het boek van jullie, omdat jullie het voor zo’n goed doel willen gebruiken’ zegt de man en hij knipoogt.
‘Goed, dat doen we’ zeg ik en ik geef de man vijf euro uit mijn portemonnee. ‘Dank u wel en nog een fijne dag’ zeg ik, terwijl we haastig het winkeltje verlaten. Achter ons valt de deur dicht terwijl het belletje rinkelt.

Zodra we bij mij thuis komen slaan we het boek open. Ik blader er doorheen terwijl Dewi over mijn schouder meekijkt.
We bladeren langs allemaal hoofdstukken, van de oprichting tot de survivel nu. Maar we vinden niks wat erg interessant lijkt, maar we hebben ook niet het geduld om het allemaal te lezen…
Na een poosje doelloos naar verschillende plaatjes te hebben gekeken sla ik het boek dicht.
‘Het is niet echt een interessant boek…’ zegt Dewi, terwijl ze een gaap onderdrukt. ‘Als we zo doorgaan duurt het nog een jaar voordat we alles hebben gelezen…’ zeg ik en we zuchten.
Op dat moment trilt de telefoon van Dewi, het volgende moment klinkt haar vrolijke ringtoon en neemt Dewi op. ‘Hallo, met Dewi’ zegt ze. Er klinkt wat geruis, maar ik kan niet verstaan wat er verder gezegd wordt. Af en toe antwoord Dewi kort door ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen.
Na een poosje hangt ze op. ‘Ik moet gaan, naar huis’ zegt ze. ‘Oké’ antwoord ik, ‘wie neemt het boek mee?’ vraag ik daarna.
Dewi haalt haar schouders op, ‘ik denk dat ik het Boek eerder uit zal hebben’ zegt ze nonchalant, maar we weten allebei wat ze bedoeld. Met mijn ADHD kan ik me moeilijk concentreren op dingen die ik niet interessant vind, hoe graag ik ook wil weten wat er instaat.
‘Goed, tot morgen dan!’ zeg ik en Dewi knikt. ‘Tot morgen , ik zal zorgen dat ik dan al een deel gelezen heb’ zegt Dewi en ik knik. ‘Doe je best’
Ik loop mee naar de deur en zwaai haar uit. Als Dewi uit het zicht is besef ik dat ik het best koud heb. Ik kijk naar boven, naar de dreigende lucht en ik duik dieper in mijn vest.
Ik ga met opgetrokken knieën op de bank zitten en ik probeer op een rijtje te krijgen wat er in de boek staat. Het wil me niet duidelijk worden waarom het zo belangrijk is…


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.