Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Schaakspel » Kate

Schaakspel

15 feb 2013 - 20:53

2024

11

704



Kate

Zijn gedachten gingen razendsnel. Er konden twee dingen gebeuren, realiseerde hij zich. Of hij zou het schot voelen, of Zayns greep zou verslappen.
Geen van beide gebeurde. In plaats daarvan hoorde hij Zayn ‘shit’ zeggen. Alleen dat. Meer niet. Niet nog meer schoten, geen geschreeuw, geen gemompel en geen neerploffende lichamen. Gewoon alleen ‘shit’ en meer niet. Voorzichtig opende Harry zijn ogen, maar hij zag niets vanwege het tegenlicht. Snel sloot hij zijn ogen weer en de zaklantaarn werd van zijn gezicht afgehaald. Hij begreep de ‘hé’, realiseerde hij zich. Niemand had verwacht een zaklamp in zijn gezicht te krijgen. Wat hij niet begreep, was waarom een volgende schot uitbleef.
Hij wilde het bijna vragen, maar dat was letterlijk vragen om zelfmoord en hij wilde Zayn niet dermate teleurstellen. Niet in hun laatste paar seconden. Tik, tik, tik. Tik. Er gebeurde niets. Helemaal niets. Ze stonden daar, hand in hand, bevroren vanwege het plotselinge licht, verblind vanwege het plotselinge licht, doof vanwege de stilte en bang. Niet eens meer. Hij had zich erbij neergelegd. Het einde was daar en dat was dan maar zo.
Het was niet zo.
‘Komen jullie nog?’ vroeg een mannenstem uiteindelijk. Wat? ‘Wat?’ vroeg Harry. De man grinnikte, Zayn kneep nog harder in Harry’s hand, brak bijna diens vingers maar hij voelde het niet. Ze voelden het geen van beiden. Schiet nou maar, dacht Harry. Dan zijn we hier tenminste vanaf. Ze schoten niet ze schoten niet ze schoten niet. Waarom schoten ze verdomme niet?
Na enkele tellen of minuten of uren, dagen jaren weken - nee dat niet, maar hij wist niet hoelang het was. Het tikte in zijn hoofd, het tikte constant in zijn hoofd en verder was het leeg. Tik, vaarwel tik tik tik. Meer niet. Alleen dat. Tik. Hij voelde de pijn in zijn vingers niet, hij voelde Zayns angst niet meer en zijn eigen niet meer. Kom op, wilde hij zeggen. Vaarwel, tik tik. Schiet op, schiet.
Ze schoten nog steeds niet. In plaats daarvan voerden voetstappen in hun richting. Voetstappen van één persoon en ze werden bij de arm gepakt. Harry sloot zijn ogen weer. Hij voelde het wel maar voelde het niet. Hij wist niet of hij stevig werd vastgepakt of slapjes. Hij wist niet of hij voort werd getrokken of dat hij zelf liep. Hij wist alleen Zayn en Zayns hand en het einde. Schiet op, tik tik. Schiet op. Schiet. Ze schoten maar niet, nog steeds niet en er leek geen eind aan te komen. Hij wist niet waar hij heen werd gevoerd, half struikelend half vallend, toch lopend en voortgetrokken wordend. Hij wist het allemaal niet meer.
‘Open je ogen,’ beval een stem. Harry schudde zijn hoofd. Nee, hij wilde het niet zien. Hij wilde dat het afgelopen was, zomaar, ineens, een schot door zijn achterhoofd en dan was het klaar. Hij hoefde niets te zien. De moordenaar niet en Zayns angstige ogen niet. Helemaal niets, maar de man herhaalde zijn bevel. Harry schudde zijn hoofd en bleef weigeren tot Zayn zijn naam fluisterde. Iets minder agressief schudde hij zijn hoofd.
‘Harry, het is goed.’ Nee, dacht Harry, nee het is niet goed. Voor een seconde geloofde hij dat Zayn Cynthia weer was, dat ze hem probeerde het hiernamaals in te slepen. Samen, leek ze te willen zeggen. Het is goed. Haar hand was het in de zijne en niet die van Zayn. We gaan naar Niall, leek ze te willen zeggen en naar Josh. Het gaat goed met ze, kom nou maar. Harry schudde zijn hoofd, heel even, realiseerde zich toen dat dat eigenlijk was wat hij wilde: een einde, en zijn einde was het enige mogelijke einde, dus knikte hij. ‘Ja,’ fluisterde hij zachtjes en hij kneep nog harder in haar hand, wachtte op de sensatie die hij zou voelen bij de dood maar er gebeurde niets. Helemaal niets. Alleen maar Zayns stem die zijn naam nogmaals fluisterde.
‘Schiet nou, verdomme!’ riep Harry uit, waarop een doodse stilte volgde.
‘Wat?’ vroeg Zayn.
‘Dan zijn we er tenminste vanaf.’
‘Harry, nee, ik schiet niet meer. Ze horen bij ons. We kunnen naar buiten, nu, als jij je ogen opendoet.’ Harry schudde zijn hoofd.
‘Jawel.’ Harry schudde opnieuw. Ik vertrouw je niet, dacht hij. Hij vertrouwde Cynthia niet en ze had hem eerder als Zayn voor de gek gehouden. Deed het er überhaupt toe? Misschien deed het er wel niet toe en hij opende dan toch maar zijn ogen. Zag het schilderij, maar niet op de plaats waar het hoorde te hangen. Waar het gehangen had, was een tunnel zichtbaar. Omhoog. Naar de hemel. Of de hel, waarschijnlijk de hel. Hij keek opzij en zag Zayns bruine ogen in plaats van die van Cynthia en gaf eraan toe, kroop de tunnel in en liet zich omhoog voeren. Op weg naar zijn volgende leven, of zoiets. Zijn hoofd raakte weer leeg. Leger dan het in dagen geweest was, zelfs de klok tikte niet meer. Klimmen, alleen maar klimmen. De laatste paar meters richting de redding. Hij glimlachte, zag het licht al verschijnen. Dus toch licht, dacht hij. Dus toch licht aan het einde van de tunnel. Het verblindde hem, maar dat maakte niet uit want in het hiernamaals had hij geen lichaam meer nodig.
Met dichtgeknepen ogen tegen het felle licht kroop Harry naar buiten, voelde het zachte gras onder zijn handpalmen en liet zich onderuit zakken. Het regende, zachtjes, dat verbaasde hem. Uitgeteld bleef hij liggen, languit op het gras. Het water kroop zijn kleding in, zijn haar in. Het gras kietelde in zijn gezicht maar hij reageerde niet. Hij zou wel zien wat er gebeurde.
Een hand sloot zich om hem bovenarm, probeerde hem overeind te sjorren. Hij wilde niet meegeven eerst, besloot het toen maar wel te doen. Zijn welkomstcomité, dat moest hij toch op zijn minst begroeten. Hij kwam overeind en zag licht, heel veel licht en een persoon, een brede man die hij niet kende. God? Vast niet, hij kon zich niet voorstellen dat hij in de hemel was beland. De duivel.
Harry glimlachte. Zwakjes, met de laatste restjes energie die hij nog overhad. Er werd een deken om zijn schouders geslagen en hij kreeg een kop thee in zijn handen gedrukt. Verwonderd keek hij neer op de kop in zijn handen. Het was warm, zijn handen werden er warm van. Aangenaam warm, niet verband zoals van het vuur. Vanuit zijn ooghoeken zag hij dat Zayn dezelfde behandeling kreeg. Achter hem kon hij bomen onderscheiden. Groen, typische Engelse loofbomen. Een bos, maar dan wel een typisch Engels bos, dus niet te ongeordend.
‘Zayn?’ vroeg Harry verbaasd.
‘We zijn vrij,’ zei de jongen alleen maar, met een gigantische glimlach op zijn gezicht. Harry’s ogen begonnen aan het licht te wennen en hij realiseerde zich hoe slecht Zayn er eigenlijk uitzag. Bleek, wallen onder zijn ogen en overal bloed. Het geweer lag naast hem in het gras. Toen pas snapte Harry het. Het was Zayns schot geweest, niet dat van de mannen. Ze waren vrijgelaten.
Waarom waren ze in hemelsnaam vrijgelaten?
Hij keek nieuwsgierig om zich heen, zag Sharon en Kate zitten, maar verder was er nog niemand van de schaakstukken buiten. Kate schudde haar hoofd toen ze hem zag kijken, Sharon staarde alleen maar naar het gras, zonder iets te zien en zonder iets te zeggen. Bijna kreeg hij medelijden met haar, toen hoorde hij geroep vanuit de tunnel. ‘We hebben haar!’ luidde het en hij vroeg zich af wij ‘haar’ was, kwam er snel genoeg achter. Donker golvend haar dat de tunnel uitkwam als eerste, haar gezicht daarna en ze zag er doodmoe uit, maar ze was het. Eleanor.
‘Heb je Louis gezien?’ vroeg Harry, zodra ze met een deken en een beker thee naast hem kwam zitten.
Ze schudde haar hoofd. ‘Hoezo?’
‘Hij weigerde met ons mee te gaan zonder jou.’
Haar gezicht vertrok. ‘Meen je die?’
‘Ja,’ beaamde Zayn, alsof het meer indruk zou maken als twee mensen hetzelfde zeiden. Eleanor begon aan de deken te plukken, zoals ze ’s morgens aan haar shirt had geplukt. Was ze bang? Bezorgd? Ze zeiden niets. Er klonk geroep vanuit de tunnel en er werd teruggeroepen door de Duivel, maar Harry kon niet verstaan wat er van onder de grond teruggeroepen werd.
‘Hoeveel zijn er nog?’ vroeg de Duivel aan niemand in het bijzonder.
‘Vijf, hooguit,’ antwoordde Eleanor. De man knikte. ‘We gaan ze halen.’ Stilte daarna, op het grasveld. Ze hadden er zolang naartoe gewerkt, maar het was te onwerkelijk. Alsof ze niet echt buiten waren. Alsof ze niet echt leefden. Het bestond niet, ook al was het zo. Harry zuchtte. Louis, spookte er door zijn hoofd. Louis.
Na een minuut of wat klonk er weer gestommel in de tunnel en Jades hoofd kwam naar buiten. Eerst haar blonde haren, toen haar geteisterde gezicht. Haar lichaam. Zodra ze boven was, draaide ze zich om en begon ergens aan te trekken. Aan iemand te trekken, realiseerde Harry zich daarna. Floor. Hij wist niet of hij blij moest zijn of juist niet. Waarschijnlijk leefde ze, anders zouden ze de moeite niet genomen hebben, maar de manier waarop ze omhooggetrokken werd beloofde niet veel goeds.
Zodra ze boven was, werd ze overgenomen door de Duivel, die haar wegvoerde. Naar een mortuarium? Een ambulance?
Hij wist het niet.
Louis.
Niet Louis kwam naar buiten, maar Danielle. Ze kon niet meer staan, zag Harry al snel. Geraakt in haar linkervoet, waardoor ze strompelde, maar ze leek het niet te merken. Ze worstelde en ze schreeuwde en ze huilde. Harry snapte het, begreep het, wist het, maar realiseerde het zich niet. Niet door haar gedrag, niet toen hij het lichaam boven de grond uit getrokken zag worden. Slap. Bebloed. Danielles geschreeuw op de achtergrond en haar gesnik, verder doodse stilte. Iedereen keek ernaar maar niemand zag het. Het kon niet. Het bestond niet.
Toch was het zo.
Harry verdrong het tafereel uit zijn gedachten, focuste zijn oren op de hoop die er nog wel was. Louis. Louis, Louis. Niet Liam. Het maakte hem niet eens uit, op dat moment. Als Louis maar bovenkwam.
Nog meer gestommel onderaan de tunnel en zijn hart maakte een sprongetje. De enige die nog beneden kon zijn was Louis. Louis, Louis. Ja, dacht hij, hoopte hij, maar de moed zonk hem in de schoenen toen hij zag dat het één van de mannen was in plaats van zijn vriend.
‘Louis!’ riep hij, maar de man schudde zijn hoofd. ‘We zijn overal geweest, hebben hem niet gevonden.’
‘Hij was nog beneden.’
‘Alleen nog maar lichamen.’
‘Nee.’
‘Jawel.’
‘Nee!’ schreeuwde Harry. Hij sprong op, morste de thee over zich heen maar voelde het niet. Hij maakte aanstalten de tunnel weer in te duiken, werd tegengehouden door de Duivel, die alweer terug was.
‘Ik ga hem halen!’ schreeuwde Harry. ‘Ik laat hem niet achter!’
De greep versterkte en er was geen ontkomen aan, dat besefte hij zich maar al te goed. Zijn weerstand ebde weg.
‘Alsjeblieft,’ snikte hij. ‘Alsjeblieft,’ en hij voelde zich slap worden en de Duivel liet hem zachtjes op de grond zakken.
‘Nee,’ zei hij kordaat. ‘Jij gaat daar niet meer naar binnen.’
‘Dan doe ik het,’ hoorde Harry Zayn zeggen.
‘Nee,’ weerlegde de man die net boven was gekomen. ‘Jij bent net zo ver weg. Je schoot bijna een kogel door me heen, daarnet.’
‘Ik wist niet -’
‘We doen het niet.’
‘Dan ga ik,’ hoorde Harry Kate zeggen, totaal onverwacht. ‘Ik heb niemand vermoord, de hele tijd niet. Ik kan het wel aan.’
De Duivel keek haar aan, leek de situatie te schatten en gaf toen toe: ‘Oké.’
‘Nee!’ schreeuwde Harry. ‘Nee, niet Kate! Ze maakt hem af.’
‘Zij of niemand,’ dreigde de Duivel. Harry schudde zijn hoofd, probeerde overeind te krabbelen maar had er geen kracht meer voor. Hij voelde tranen achter zijn ogen prikken, naar buiten komen. Over zijn wangen in de deken in het gras, samen met de regen. Nee, nee, nee, maar Kate ging wel naar beneden en het werd doodstil. Alsof iedereen zijn adem inhield in afwachting of ze nog boven zouden komen. Levend. Louis, Kate.
Vooral Louis.
Drup, drup, drup deed de regen. Drup, drup, drup deden Harry’s tranen. Drup, drup, drup. Zwart.

Oops, it's kinda long.


Reacties:

1 2 3

xjeszell
xjeszell zei op 15 feb 2013 - 21:12:
Oh my God, Bodine.
Dit hoofdstuk is het wachten meer dan waard. Je zei laatst dat je eigenlijk best trots was op je Harry chapter, maar hier mag je zeker ook echt trots op zijn.
Zo. Goed. Unbelievable.
Iets zegt me dat Lou niet levend boven komt, maar misschien is dat omdat dat meer naar een happy end neigt en ik zie jou hierbij niet echt een happy end schrijven. Hm. M fogrgnjgnrjgnrkn.