Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Bite me, Edward. » Chapter 16: The past and moving on.
Bite me, Edward.
Chapter 16: The past and moving on.
"Edward, je hoeft me niet te troosten." merk ik bot op. "Ik ben Edward niet lieverd." hoor ik de zoete stem van Rosalie me toefluisteren. "Het is niet voorbestemd he? Ik bedrieg het lot nu." zucht ik pessimistisch. "Voor de realistische wereld, waar een lot bestaat, bestaan wij niet, dus het is eigenlijk niks, je bedriegd je hele leven al mensen." spreekt Rose in. Ik glimlach triest. "Je hebt gelijk." Ze wrijft over mijn schouder. "Ik ga beneden even vrede proberen te brengen." meld ze. Ik knik. Zodra Rose mijn kamer uit is pak ik gelijk mijn schrift en viool. Ik leg mijn schrift met krabbeltjes open. Op dat ene tekstje dat ik schreef toen de Cullens Alaska verlieten. Ik zou eeuwig op Edward wachten. Ik leg de viool in mijn nek en begin met spelen.
"Do you still remember how we used to be,
Feeling together, believe in whatever my love has said to me,
Both of us were dreamers, young love in the sun,
Felt like my saviour, my spirit I gave you, we'd only just begun
Hasta Manana, always be mine.
Viva forever, I'll be waiting,
Everlasting like the sun,
Live forever, for the moment,
Ever searching for the one.
Yes I still remember every whispered word,
The touch of your skin giving life from within
Like a love song that I'd heard
Slipping through our fingers, like the sands of time,
Promises made, every memory saved as reflections in my mind
Hasta Manana, always be mine.
Viva forever, I'll be waiting,
Everlasting like the sun,
Live forever, for the moment,
Ever searching for the one
Back where I belong now, was it just a dream,
Feelings unfold, they will never be sold, and the secret's safe with me
Hasta Manana, always be mine
Viva forever,
I'll be waiting,
Everlasting like the sun,
Live forever, for the moment,
Ever searching for the one,
Viva forever,
I'll be waiting,
Everlasting like the sun,
Live forever, for the moment,
Ever searching for the one,
Viva forever,
I'll be waiting ,
Everlasting like the sun,
Live forever, for the moment,
Ever searching for the one.
Viva forever, I'll be waiting,
Everlasting like the sun,
Live forever, for the moment,
Ever searching for the one."De woorden die ik schreef haalden zoveel herinneringen op, goede maar ook slechte. Het haalde oude littekens open. Het bloeden van mijn ooit geheelde wonden zorgt ervoor dat ik een brok in mijn keel krijg. Ik leg mijn viool op de bank en ga ernaast zitten.
Herinneringen razen door mijn hooft. Is dit wat ik moet afhandelen voordat ik gelukkig kan zijn? Moet ik de pijn van mijn zware verleden in de ogen staren? En dan niet hoeven liegen dat het geen pijn doet? Is dat wat ik moet doen, en daarna geen doel meer voor ogen hebben? Ja, daar ben ik goed voor. Pijn lijden en sterk zijn. Anders breek ik. "Moet ik erover praten?" vraag ik me hard op af. "Je kunt me alles vertellen." hoor ik de fluwelen stem zeggen. Ik kijk verschrikt naar de persoon in de deuropening. "Was de vraag niet voor mij?" vraagt hij. Ik schud langzaam mijn hooft. "Maar blijkbaar moet ik erover praten voordat ik verder kan gaan, gelukkig zijn. Denk ik" en ik slik. De brok in mijn keel is nog niet weg wat ervoor zorgd dat ik een gebroken stem hebt. "Je hoeft het niet te vertellen." steld Edward me gerust. "Ik moet het, van mezelf." mompel ik. Ik wil het niet vertellen. "Ik denk dat ik even ga wandelen." zeg ik en met een gemaakte glimlach loop ik weg. "Om het te verwerken moet ik terug naar de plek waar het begon." spreek ik mezelf in als ik buiten sta met mijn jas en pinpas. Zo snel als ik kan baan ik me een weg door de bossen, op weg naar het vliegveld. Ik kom een halfuur nadat ik vertrok thuis aan. Ik wandel de hal in en loop gelijk naar een informatiedesk. "Is er misschien een mogelijkheid dat ik een last minute vlucht neem naar Alaska?" vraag ik aan de vrouw achter het desk. "Dat zal ik even opzoeken voor je." zegt ze en kijkt me met een vriendelijk gezicht aan. Ik glimlach eens nep, zodat ze in ieder geval ziet dat ik appreciëer dat ze me helpt. "Je kunt gaan, maar het vliegtuig vertrekt over een kwartier. Als je pint check ik je gelijk in." Ik knik snel. "Mag ik dan uw achternaam weten?" vraagt de vrouw. "Hollingsworth, Mary Hollingsworth." zeg ik snel. Ze voert alles in en ik pin. Ze overhandigt me mijn ticket. "Fijne reis Mary." wenst ze me toe. "Dank je, Jady." zeg ik, terwijl ik haar naam van haar bedrijfskaartje aflees. Ze grinnikt. "Hup! Anders mis je je vlucht!" lacht ze. Ik ren al weg en zwaai nog eens. Ik ren de gate in en laat mijn ID-kaart zien. Ze laten me door. De trap rijdt net weg. "Wacht! Ik moet nog in dit vliegtuig!" roep ik hard. Ik show mijn ticket en mag weer door. Als ik het vliegtuig in stap sta ik even uit te hijgen bij de stewardess. "Mary neem ik aan?" vraagt ze. "Hollingsworth ja. Mary Hollingsworth." hijg ik. "Daar is je plaats." zegt ze en wijst een stoel aan. Ik knik en bedank haar vriendelijk. Ik wandel naar mijn stoel en plof erin neer. Ik graai in mijn zakken tijdens de convocatie, in de hoop mijn iPod aan te treffen. En inderdaad neem ik met de toppen van mijn vingers een iPod waar. Ik haal het eruit en zien mijn bordeauxrode iPod nano in mijn handpalm liggen. Ik stop de oortjes in mijn oren en zet hem aan. Het taxiën gaat heel langzaam en het vliegen merk ik amper. Ik ga helemaal op in mijn muziek. Ik merk pas dat ik er bijna ben nu we de turbulentie van het landen hebben. Ik zet mijn iPod uit en stop hem in mijn zak. De wielen raken de grond en rijden nog een stuk door. Na 5 minuten staat het voertuig helemaal stil en kunnen we uitstappen. Iedereen rent zowat zo snel mogelijk het vliegtuig uit. Ik wacht rustig tot het stiller is en wandel dan op mijn gemak het vliegtuig uit. Ik stap de bus in die ons naar het vliegveld brengt. Ik loop meteen het gebouw uit en in het portiek zie ik een taxi baan. De portier opend de deur voor me en ik bedank hem vriendelijk. Ik hou een taxi aan en stap in. "Naar Wedlerosestreet alstublieft." vertel ik, de man knikt en scheurt weg. De reis gaat langzaam voorbij en ik neem elke boom, elke bloem in me op. Het is al bijna donker als ik eindelijk aankom bij mijn oude huis. De meeste mensen zouden twijfelen of ze wel zouden aanbellen aangezien hun vrienden wel eens zouden kunnen slapen. Ik daarintegen, ik twijfel niet. Ik betaal de taxi chauffeur en wens hem een fijn weekend toe. Achter me rijdt de taxi weg. Zelfverzekerd loop ik naar het huis toe en bel aan. De deur gaat open en een kleine brunette kijkt omhoog, mij recht in de ogen. Haar mond valt open en ze springt vreugdevol op en neer. "Marilynn, rustig, zo maak je de hele buurt nog eens wakker." grijns ik droog. Ze trekt me binnen en slaat de deur dicht. De warme kamer wordt vervult met een ijselijk hoge gil. Marilynn trekt me mee naar de livingroom en iedereen vestigt zijn aandacht op mij. "Mary, wat is er?" vraagt Tanya. "Er zijn in Forks dingen gebeurt en ik denk dat ik mijn verleden moet verwerken om verder te kunnen gaan." vertel ik haar. "Wat is er gebeurd dan?" vraagt Stefan aandringend. Marilynn leidt me naar de bank en zet zichzelf neer op de leuning aangezien er geen plaats meer is. "So, I went back to Forks, alles ging best wel oké, Rose kwam erachter dat ik vampier ben. En ik vertel alleen de hoogtepunten van de paar dagen daar. En toen gingen ze met zijn allen jagen, en ik kon niet mee want ik had het nog niet verteld. Dus ik ging achter de piano zitten en speelde maar wat. De emotie werd me iets te veel en barstte in huilen uit. Blijkbaar was Edward niet mee en hij zat opeens naast me en troostte me. Ik kreeg de volgende dag ruzie met hem aangezien in gevochten had met zijn vriendin. Ik weigerde naar huis te gaan en rende naar het bos." begin ik, iedereen kijkt me geïnteresseerd en gespannen aan. Ik glimlach, dit is echt grappig, allemaal zo afwachtend, op wat ik te zeggen heb. "Dus toen ik een mooie plek had gevonden was ik niet de enige, nee Jane, het was niet Edward. Het was Jacob Black, een weerwolf. Dus ik mijn krachten oefenen. Uiteindelijk weer terug naar huis en ik weet niet meer wat ik dacht maar ik hoopte vurig dat Edward voor mij zou voelen als ik voor hem. 'Blijf uit mijn gedachten Mary!' riep hij naar me. Ik ben er dus achter gekomen dat ik niet alleen telekinese maar ook telepathie kan. Het vergt me veel kracht en ben daarna helemaal hulpeloos en slap. Anyway, ik vertelde dat ik vampier ben, wat het hun ook een stuk gemakkelijker maakte. En ik weet ook niet meer precies wat er gebeurde, het was alsof ik in een roes zat, maar ik kreeg dus iets met Edward. Heel mooi allemaal, die dag erna ook, maar vanaf het moment dat we thuiskwamen was alles knudde." vervolg ik. Ze lijken in trans te zijn van mijn verhaal. "Ik besloot Edward te confronteren, als hij niet wilde dat ze het op school wisten, aangezien het een affaire is, en hij niet wilde dat ze het thuis wisten, wanneer zouden we dan bij elkaar zijn. Ik maakte het met pijn in mijn hart uit. De dag erna was ik net een zombie, ik zat geen enkele les waar mogelijk, naast Edward. Die nacht was ik trouwens weg gelopen, naar het bos. Ik kwam Jacob weer tegen, hij vond dat ik bij hem mocht blijven, ookal was ik een vampier. Na enige tegenstribbeling van mij ging ik toch mee. Zijn vader en hij zijn eigenlijk heel aardig en Jake bracht me ook naar school. Dus na school ging ik gewoon naar huis. Edward ging naar het bos en ik ook, wat ik deed weet ik niet meer. Ik ging volgens mij weer mijn krachten oefenen. Maar ik zag dus iemand tegen een boom zitten, iets zingen. Het was Edward! En hij zong míjn liedje! Echt, toen ik het hoorde rende ik op hem af en pakte hem op zijn bek. We praatten het uit en besloten het nogmaals te proberen. Hij zei dat we het thuis bekend zouden maken. Aangezien we gespijbelt hadden omdat ik mijn telepathische krachten geoefent had op Edward, dat hij liever zou doen vandaag, was alleen Esmé thuis. We besloten het haar te vertellen en ze was het er eigenlijk niet mee eens. Dus ik was al op krachten gekomen en verbruikte ze weer, zodat Esmé het goed zou vinden. Toen de rest thuis kwam moesten we het hun nog zeggen. Zo gezegd, zo gedaan, dus wij zo vertellen. Alleen Rose was blij voor ons, omdat Edward, Bella al heeft." de tranen rollen over mijn wangen. "Ik probeerde wéér de gedachten te beïnvloeden, want wat is er mis om op mijn manier duidelijk te maken dat ik en Edward van elkaar houden en dat we gewoon perfect zijn. Maar het lukte niet. En ik kon het allemaal niet meer aan. Dus toen heb ik besloten mijn verleden te moeten verwerken en ben ik hierheen gekomen. Mét de eerste de best last-minute vlucht naar Alaska, ben ik blij dat jullie in het centrum wonen." sluit ik mijn verhaal over Forks af. Danny, die naast me zit, omhelst me aan gezien ik nog steeds huil. Tanya kijkt me peinzend aan. "Ik snap je wel maar, ik snap de Cullens ook. Maar ik zal je altijd steunen, dus ook in dit." haar blik verzacht en een glimlach verschijnt. Ook op mijn gezicht. "We moeten je look veranderen, zodat Edward je niet herkent. We verven je haar en je moet kleurlenzen in." rateld Marilynn. "Wow, wacht! Mijn hí¡í¡r verven? Ben je wel helemaal lekker in je hoofd?" vraag ik, en sla om mijn worden kracht bij te zetten tegen mijn voorhoofd. "Ik heb nog uitspoelbaar spul, van toen ik mijn haar van bruin naar blond had geverfd." legt Marilynn uit. "Oh, dat roze-rode achtige?" vraag ik informerend, Marilynn knikt. "Lynn, ga je gang." grijns ik. Marilynn trekt me mee naar boven, naar haar kamer. "Het is in mijn beautycase!" rateld ze vrolijk. De rest gaat langs me heen. Ik ga op haar bed zitten. Nu pas merk ik hoe erg ik het hier eigenlijk mis. "Kan ik beginnen?" vraagt Lynn. Ik knik en ga op ene stoel middenin de kamer zitten. Ik voel een drab over mijn hoofd lopen en gil. "Dat doe je toch met een kwastje!" roep ik verbaasd. "Nee, met jou haar zijn we over een jaar nog bezig." zegt Lynn tegendraads. Ik murmel een aantal vloeken en voel hoe ze het goedje in mijn haar masseert. Hoe kan ze! Mijn haar! "Heb je ook kleurlenzen?" vraag ik dan maar. "Tuurlijk!" klinkt het opgewekt achter me. "Ga je haar uitspoelen." draagt Lynn me op. Ik loop naar de badkamer die ik eerst met haar deelde. Ik trek mijn shirt uit en ga op mijn knieën voor het bad zitten met de douchekop in mijn handen. Ik stel de juiste warmte in en zet hem aan. Ik buig mijn hoofd voorover en gooi mijn haar in het bad. Ik doe snel nog even de stop erin, zodat mijn haar niet word opgezogen in het putje. Dan spoel ik snel mijn haar uit. Ik sla de kraan dicht en grijp naar een handdoek. "Daar gaat je haar niet inpassen, wacht." en in een fractie van een seconde is ze terug met een grote handdoek. Ik droog mijn haar niet, ik wring alleen het meeste eruit. "Papilotten?" vraagt Lynn als ik haar met puppy oogjes aankijk. Ik knik vrolijk. Ze komt weer snel terug en in een heel snel tempo draait ze de papilotten in, waaraan ik dus wel degelijk merk dat ze het vaker heeft gedaan. Ze föhnt er overheen. "Dan is het sneller droog." zegt ze als ze ziet dat ik het net wil vragen. Ik doe mijn mond weer dicht. Ik loop naar het badkamerkastje en trek hem open. Ik bestudeer het kastje grondig, en zie wat ik nodig heb niet staan. Mijn ogen glijden snel over alle make-up en schoonheidsmiddelen. Ik zie de lenzen achterin staan. Ik haal mijn hooft uit het kastje. Ik beweeg mijn vingers zodat het doosje in mijn handen vliegt. "Leen maar wat kleren van mij." grijnst Jane vanuit het portiek. Ik glimlach dankbaar. "Hoe wil je dat gaan doen?" vraagt Lynn als Jane naar haar kamer is. "Wat doen?" vraag ik. "Over Kyle heen komen, na wat ie heeft gedaan en jullie herinneringen. Want ik weet dat je dat moet verwerken." Helpt Jane me mijn missie herinneren. "Ik ga eerst alle plekjes bezoeken en daar overheen komen, en dan naar daar waar het meeste pijn verschuilt is." mompel ik. "Het hol van de leeuw? Zijn huis? Zou je dat nou wel alleen doen?" vraagt Jane me bezorgd. "Het is iets wat ik alleen moet doen." Of met Edward, maar hem wil ik niet betrekken. Ze knikt dat ze me gelijk geeft, ik zie in haar ogen dat ze het neit met me eens is, maar ze moet wel. "Wanneer ga je beginnen? Morgenmiddag?" vraagt ze uiteindelijk. "Morgenochtend." meld ik kortaf. Ze knikt. "Ik weet dat je niet wilt dat ik het doe, dat het zelfmoord zou zijn, maar ik moet, van mezelf. Pas dan kan ik gelukkig zijn. Ik lieg niet alleen tegen mezelf als ik zeg dat ik gelukkig ben. Ook tegen..-" Ik slik. "-..Edward." maak ik af. Tranen wellen op in niet alleen mijn ogen. Blijkbaar raken mijn woorden Lynn ook. Ik glimlach triest. De tranen rollen over onze wangen. "Nou, huilen we allebei." grinnik ik sarcastisch. Ze knikt met een glimlach. Als automatisch omhelzen we elkaar, een typisch zusjes-iets. "Ik wil ook een vriend." zucht ze dan, waardoor ik in de lach schiet. Ik veeg mijn tranen weg. "Wil je dat? Een mens of een vampier?" vraag ik grijnzend, ik weet dat ze het liefste een mens wil, maar dat ze zichzelf niet kan inhouden. "Dat weet je best." giechelt ze en veegt ook haar tranen weg. "Denk je dat je het kunt? En als je iemand zoals wij zou kiezen, zijn die hier dan, en zo ja, zijn ze vegetarisch?" vraag ik haar. "Een heel vragenvuur. Nee, die zijn hier niet." grinnikt ze en beantwoord met één simpel zinnetje mijn vragen. "Hoe is het om een vriend te hebben? Als mens weet ik het, maar als, zoals wij?" vraagt ze na en korte stilte. De vraag overvalt me. Hoe vind ik het eigenlijk? Leuk of juist niet? Ik denk aan Edward, aan zijn lieve woorden en mooie gezicht. Een warm gevoel overspoelt me. "Het is.. Ik weet het niet. Voor eeuwig heeft een andere betekenis, maar je weet in ieder geval dat je niet hoeft te twijfelen over wederzijdse liefde. In mijn geval dan wel, maar over het algemeen niet." zeg ik en ik voel me nu heel sarcastisch. "Dat vatte ik nog wel, maar ik bedoel, hoe voelt het?" vraagt ze nieuwsgierig. "Het voelt geweldig. Alleen, de liefde die je voelt is zo ontiegelijk groot, dat het haast pijn doet. Maar als je dan met elkaar bent voelt het alsof je het kostbaarste en liefdevolste wat er bestaat in je armen hebt." vertel ik. "Je klinkt erg gelukkig." merkt ze op. "Weet ik. Edward is het mooiste wat me ooit is overkomen, maar daarom juist moet ik Kyle vergeten, en dat niet alleen, ik kan niet gelukkig zijn als ik niet nog één keer met Kyle spreek, vertel wat me dwarszit." zeg ik en fake een glimlach. Ze stemt uiteindelijk in met mijn plan. Ik weet zelf ook wel dat het gevaarlijk is, en waarschijnlijk een zelfmoordpoging. Maar ik moet, ik doe het vor Edward, niet eens voor mezelf. De nacht gaat traag voorbij, Jane en Lynn vertellen me allerlei verhalen over wat er is gebeurd in die drie dagen. Elk woord gaat aan me voorbij. Tanya zit beneden te telefoneren. En ik denk na over hoe ik het zal aanpakken. Eerst alle kleine dingetjes, zodat ik steeds ietsje sterker ben. Een liedje schiet in mijn hooft. De akoestische versie van Cassie, het liedje van Flyleaf, mijn favoriete band. Het verhaal van mijn zusjes gaat nog altijd langs me heen. Ik zing het refrein zachtjes mee, terwijl de muziek achter in mijn hooft speelt. "Luister je überhaupt wel?" vraagt Lynn als ik uitgezongen ben. Ik schrik op. "Niet echt, ik ben nogal zenuwachtig voor morgen, of eigenlijk, vandaag." verontschuldig ik me. Ze knikken. "We snappen het. Maar we proberen je alleen maar af te leiden." pruilt Jane. Daar kan ik dus absoluut niet tegen. Ik sla haar tegen haar wang, zacht natuurlijk. Ze schiet in de lach. Ik zie al lichtjes de zonnestralen door de donkere wolken breken. Vandaag wordt het een bewolkte dag, wat erg goed uitkomt. Ik ga in het venster zitten met opgetrokken knieën, hoewel ik nog niet al te lang vampier ben sprankelt mijn huid wel erg. "Het is 10 uur, we kunnen je klaar gaan maken." fluisterd Jane voorzichtig. Ik richt mijn eindeloos starende ogen op mijn twee zussen en glimlach. Ik spring uit het venster en loop kalm naar ze toe. "Vandaag is de dag dat ik weer vrij ben." prevel ik. "Wachten jullie tot ik omgekleed ben?" vraag ik na een korte stilte. Ze knikken kort en laten me door. Ik pak de kleding die Jane voor me heeft klaargelegd, gisteravond. Ik kleed me om en kijk in de spiegel. Ik heb een soort legging aan die glimt, zo'n soort van latex ding in het zwart, en een lang wit shirt met donkergrijze tekst erop. Ik trek mijn zwart witte pumps eronder aan en loop via de gang naar Jane en Lynn. Ik doe de deur open en Jane duwt me gelijk in een stoel. Ze gaat gelijk aan de slag met mijn make-up en Lynn haalt de papilotten uit mijn haar. Ik laat het allemaal maar over me heen komen en niet gaan klagen, ik moet onherkenbaar zijn. Als ze klaar zijn kijk in de spiegel. Mijn mond zakt een stukje open en bewonderd staar ik naar mijn spiegelbeeld. Het meisje dat terugstaart ken ik niet terug. Ik steek mijn arm uit en raak mijn gezicht aan op de spiegel. Het meisje in de speigel doet hetzelfde, ik ben het. De glanzende rood roze lokken hangen krullend tot over mijn schouders en de chocoladebruine ogen geven een warme indruk. Ik grijns. Een lichte gloss op mijn lippen maakt het plaatje af. "Perfect." Jane en Lynn zuchten opgelucht. "Je bent tevreden merk ik." grijnst Lynn. Ik knik even ter antwoord. Ze leiden me, elk aan een arm naar beneden. Op de gang schenken mijn twee broers, Danny en Stefan me een verbaasde blik. "Mary?" stotterd Danny. "Tot uw dienst." giechel ik. "Stef, je mond staat open." licht ik hem in en vlieg de trap af. "Weet je zeker dat je dit wilt doen?" vraagt Stefan nog een keer. "Ik weet het zeker." zeg ik met een vastberaden knik. "Ik ga even met je mee, ik moet nog iets doen." zegt Tanya en leid me naar haar BMW. "Waar moet ik je afzetten?" vraagt ze als we rijden. "Het speeltuintje is wel goed." zeg ik. Ze knikt en rijdt naar het speeltuintje. De auto stopt en ik stap uit. "Bedankt dat je me wou brengen." glimlach ik, vanaf hier is het alleen ik. Ze glimlacht kort. Ik loop het pleintje op en ik hoor de auto wegrijden. Ik trek mijn zwarte korte jack nog iets verder dicht. Het is niet koud maar ook niet warm. Het wolkenveld word alsmaar dichter en de lucht word grauwer. Het speeltuintje wat ooit zo levendig en kleurrijk was ziet er nu doods en duister uit. Ik wordt teruggezogen naar het verleden. Ik zie en voel hoe Kyle me duwd op de schommel, ik ben nog 15 en happily in love. Dit is aan het begin van de pijnlijke en hechte relatie. De jongen lijkt gelukkig, maar pas nu zie ik de sluwe ogen. Hij was altijd al wat van plan geweest. Mijn telefoon gaat, het trekt me terug naar eht heden en ik gris hem uit mijn jaszak. 'Edward <3' geeft het aan. Ik druk hem weg. "Het spijt me, love. Dit moet níº gebeuren." fluister ik verontschuldigend. Ik loop de steegjes tussen de huizen door. Ik kom aan bij Leakestreet. Ook hiet is een klein speeltuintje, een wipkip en een klimrek fleuren het een beetje op, maar het blijft een treurig aanzicht. Ik ga op het bankje zitten, waar ik ook herinneringen aan had. Ik ga zitten en word weer met mijn ziel erin gesleurt. Dit keer kijk ik neit toe, dit keer ben ik de jongere versie van mezelf. Ik zit bij Kyle op schoot, de zon schijnt en het is allemaal heel vrolijk en kleurig. We kussen. Een kus die ik niet snel vergeten zal. Opeens is het donker en regend het. Ik wordt door Kyle stilgehouden. Zijn hand strak om mijn tengere gezicht. Ik probeer te schreeuwen, om hulp te roepen, maar het lukt niet. Hier ontdekte ik Kyle's ware aard. Wanhopig probeer ik wat te wringen en als ik los genoeg kom bijt ik in zijn hand. Ik schrik weer wakker. "Dit gaat nu al fout." mompel ik en loop heen wat er volgt op wat ik net meemaakte. De boom bij de verlaten bibliotheek. Ik blijf op en afstandje staan. Ik beleef het niet, maar zie wel alles. Ik zie hoe een arm meisje aangerand wordt door haar vriendje. En toch beleef ik het weer zelf. Het is nog steeds aan het regenen. "Je hebt vast wel ergens sigaretten voor Kyle, toch?" vraagt hij dreigent. Ik knik angstig. Ik schud mijn blonde haar uit mijn gezicht. "Mooi zo, dan ga ik je nu belonen." grijnst hij gemeen. Zijn hand streelt over mijn lichaam heen en ik schreeuw om hulp. Dan word ik op de grond geduwd, erg hardhandig. "Lopen slet." sist hij woedend. Ik sta op met een dodende blik op Kyle. "Ik heb je verkeerd ingeschat." werp ik terug. Hij grijnst gemeen. "Dat heb je inderdaad, en ik weet je te vinden als je het ook maar overweegt door te vertellen aan je lieve broers." Tranen rollen over mijn wangen. Hij duwd me vooruit. "Lopen." zegt hij. Ik moet voorop, zodat hij me niet uit het oog verliest. Ik raak wat langzamer naarmate ik vermoeider raak. Ik voel een trap tegen mijn onderrug aan. "Sneller." sist hij. Mijn benen lopen verder. "Hoe heb ik dit kunnen laten gebeuren?" vraag ik emzelf onbegrijpelijk. Kyle haalt me in en grijpt mijn haar vast. Met een pijnlijk gezicht kijk ik hem aan. "Als je ooit van me gehouden hebt stop dan nu." jammer ik. Ik voel een stekende pijn in mijn wang waar het begint te gloeien. Hij heeft me gewoon geslagen. Ik schrik weer op. "Ik was zo naïef." zucht ik. Ik loop weer verder, hoe sneller hoe beter. Tot nu toe snap ik wat ik moest doen. Ik moet onder ogen zien hoe dom ik was en wat zijn bedoelingen waren. Ik weet nog wel dat we na dat akefietje stilzwijgend naast elkaar naar mijn huis liepen. Ik vergaf hem en was nog dommer dan tevoren. Omdat ik zoveel van hem hield deed ik alles om hem bij me te houden, ik gaf mijn maagdelijkheid op. Allemaal voor die klootzak. Nog één plek voordat ik naar mijn eigen persoonlijke hel kan. Ik duw wat bosjes en struikjes aan de kant en kom op het hemelse grasveldje. Betoverend zag het eruit in de schemering. Kyle had speciaal voor mij een romantische avond vrijgemaakt. Ik had besloten hem ook iets te schenken. Iets wat hij graag wilde. Er lag een zacht kleed met kussens en omringt door waxinelichtjes. We voerden elkaar met het lekkers uit de picknickmand. Dit alles maakte me nog zekerder van mijn besluit. "Kyle, ik wil met je naar bed." hoor ik mezelf nog fluisteren. De domste beslissing ooit. Ik loop wat dichter naar het schouwspel toe. Kyle lijkt voor mij gelukkig te lachen, maar nu doorzie ik het. Hij glimlacht gelukkig, maar zijn ogen doen niet mee, zijn ogen stralen duister genot uit. Sluw en gemeen heeft hij me het kostbaarste afgenomen, iets wat helemaal van mij was. Mijn ziel. Ik wil hier weg, maar het mag nog niet. Ik moet toezien hoe ik seks heb met Kyle, hoeveel pijn het me deed, hoe Kyle harteloos verder ging. Telkens harder. Zijn grijns werd breder en zijn ogen genoten van het breekbare meisje onder hem, niet van liefde. Van puur genot, niet van het liefdesspel, maar door het vertrokken gezicht van het meisje. Hoeveel pijn het haar deed, zoveel genoot hij ervan. Niets werd daarna beter. Ik kom weer in het heden. Het schemert helemaal niet en de personen zijn niet echt. Gelukkig. Daarna, na die avond op het veldje werd alles anders. In negatieve zin. Hij sloeg me vaker en harder. Ik voel dat de tranen alweer over mijn wangen lopen. Ik doorzie nu alle smerige trucjes, alle valstrikken waar ik met open ogen ben in gelopen. Ik voel een brok in mijn keel en zak op de grond. Ik huil zachtjes uit. Als ik weer wat bekomen ben pak in mijn mobiele telefoon. Ik kijk naar de tijd. Ik ben al 3 en een half uur bezig om alles te doorzien en te herleven. Lang duurt het niet meer, ik ben snel weer gelukkig, bij degene die mijn leven zin geeft. Ik sta op en veeg alle grassprietjes van mijn shirt af. Ik loop snel het veld af, weer tussen de bosjes door. Ik kom weer op de landweg, dichtbij de randweg. ik versnel mijn pas niet en blijf op het zandpaadje. Af en toe hoor ik een auto langsrijden. Ik kom nu op de stoep. "On my way to the Devil's playground." zeg ik en staar de stad in. Hoge gebouwen torenen boven elkaar en de bomen uit. Zwarte, rode, zilvere en witte auto's rijden langs me. Een normale snelheid voor hun, traag voor mij. Een donkerblauwe auto scheurt langs me, erg snel, alsof ze iets zoeken, of achterna gezeten worden. Ik besteed er verder geen aandacht aan. Uit mijn ooghoeken zie ik dat de auto stopt, plotseling. De deur gaat open en weer dicht. Hij scheurt weer weg. Ik loop snel door. Stel dat iemand me herkent. Een lange gedaante komt achter me steeds dichterbij, dat hoor ik. Als de gedaante naast me loopt past het zich aan op mijn tempo. Ik voel een hand aan mijn arm me tegenhouden verder te lopen. Ik kijk niet en trek me los. Ik weet dat het Kyle is. Maar het moet niet hier. Mijn arm wordt weer vastgegrepen. Gesnik word steeds constanter en luider. Ik schrik en kijk snel naar de persoon. Daar staat hij, met een gebogen hooft. Snikkend, hier, in Alaska. "Je moet het niet doen." snikt hij. Ik ben sprakeloos. "Dat moet ik wel, om verder te kunnen." zeg ik dan zacht. "Je kan het ook gewoon vertellen toch?" vraagt hij. "Nee sorry, dit is iets wat ik moet doen, alleen." verdedig ik me. "Laat me meegaan. Ik wil je niet kwijt Mary." smeekt hij. Ik kan het niet meer aan en loop weg. Ik móét alleen. "Mary! Laat me niet alleen. Ik houd van je!" klinkt het hard door de straten. De echo van zijn stem klinkt nog na. Die laatste vier woorden laten me acuut stilstaan en omdraaien. Ik slik en ren op hem af. Gelijk voel ik twee sterke armen om me heen en verberg ik mijn gezicht in zijn shirt. "Laat me meegaan, of wil je dood?" vraagt hij. Ik schud mijn hooft heftig. "Je bent breekbaar nu, je menselijke zwakte's zijn sterk." zegt hij. Ik kijk hem vragend aan. "Laat mij meegaan, ik blijf buiten de deur wachten als je dat wilt, maar gewoon voor het geval dat." meld hij, alsof mijn stem nog iets uitmaakt. Ik glimlach instemmend. "Ik dacht dat ik je weer kwijt was. Laat me nóóit meer zo schrikken." prevelt hij. Ik schud mijn hooft. "Ik zal niet weer weg gaan, nooit zal ik je nog alleen laten." snik ik. "Zullen we dan maar? Hoe eerder we weer thuis zijn, hoe beter." zegt hij en ik hoor hem glimlachen. Hij pakt mijn hand en wil me mee trekken. Ik hou hem tegen. "Ik houd ook van jou." fluister ik teder. Hij glimlacht en ik loop met hem mee. De weg naar Kyle is nog lang. En onze toekomst is nog langer. Wij zijn eeuwig. Een aangename stilte sorgt ervoor dat mijn angst voor dalijk verdwijnt. Hij zal nooit van mijn zijde wijken. Met mijn gedachten leef ik naar de dag van morgen, iets waar ik altijd angst voor had, wat ik momenteel niet liever doe. Naïef hoef ik niet te zijn, maar voorzichtig ook niet. Ik moet mezelf zijn. Al weet hij niet wat me is aangedaan, hij weet wel hoe veel pijn het me deed. We steken over en staan nu in de straat waar we moeten zijn. Ik kijk tegen het grote gebouw aan. Ik knijp in zijn hand en wend me tot hem. "Jy wacht buiten, je merkt het wel als ik je nodig heb." spreek ik hem in, hij knikt verdoofd. "Take care Mary." zegt hij nog. Ik loop door zonder reactie te laten blijken. Ik hoor een zucht. Dan draai ik me weer om en ren weer op hem af. Ik spring in zijn armen en druk mijn lippen op de zijne. "Edward, als er iets met me gebeurd, geef jezelf niet de schuld, dit is iets wat ik wil, wat ik alleen wil doen. Jy hebt hiet niks mee te maken." zeg ik. Hij schud zijn hooft. Ik zucht en loop weg. 'Er zal niks met me gebeuren love. Don't forget, I'm Mary, and i love you with all my heart.' prent ik in zijn gedachten. "Mary," begint hij nog. Ik draai mijn hooft nog voor de laatste keer om. "Dank je." glimlacht hij. Ik schenk hem een geruststellende blik en loop verder. Ik voel een windvlaag, wat voor mij betekend dat Edward zich heeft verschuilt. Ik sta voor de deur en twijfel weer. Dan druk ik op de bel. Terug kan ik nu niet meer. Kyle's moeder doet open. "Kan ik je helpen?" vraagt ze als ze me ziet. "Ja, Claire, wil je alsjeblieft Kyle voor me halen, zeg maar dat Mary met hem wil praten." glimlach ik. Haar ogen worden groot en ze omhelst me. "Mary! Kindje, wat heb ik je lang niet gezien!" zegt ze. "Kyle! Bezoek!" roept ze als we binnen zijn. "Stuur maar naar boven." horen we gedempt. "Je weet nog wel waar zijn kamer is neem ik aan?" vraagt Claire, ik knik. Ik zucht en loop vastberaden de trap op. Ik kom Kyle's kamer binnen. "Wie ben jy?" vraagt hij meteen met een smeulende blik. Ik grijns scheef. "Ik kom wat afhandelen. Ik ben je ergste nachtmerrie, maar noem jy me maar gewoon Mary." Zijn ogen worden zo groot als schoteltjes. Hij slikt. "Heb je het moeilijk?" vraag ik verbaasd. Kyle knikt. "Ik ben hier om over jou heen te komen, over alles wat je me hebt aangedaan. Ik ben al een heel eind, maar om het helemaal te verwerken moet ik je gezien hebben. Ik heb al in gezien hoe naïef ik was, ik heb gezien hoe doorschijnend jy was. Maar nu moet ik nog zien hoeveel ik je lief was en jou laten zien dat je heel wat verloren bent toen je vreemdging en mij brak door het uit te maken." grijns ik gemeen. Hij grijnst. "Toen ik het uitmaakte hé, ik heb me nog nooit zo gelukkig gevoelt." grijnst hij gemeen. Ik verbaas me om zijn eeuwige zekerheid. "Je moet je schamen om wat je mij hebt aangedaan." breng ik tegen hem in. "Dus je komt terug, mét lef, dat is heel wat Mary." antwoord hij rustig. Ik grom. "Je bent een vuile mishandelende seksverslaafde klootzak." sis ik kwaad. Hij grijpt mijn haar en trekt mijn hooft dichter naar het zijne. "Luister nu maar eens goed Mary, dat ben ik inderdaad, en het gezicht van jouw persoonlijke nachtmerrie zal het laatste zijn wat je ooit zal zien." sist hij dreigend. Ik kijk hem verschrikt aan, ik ben menselijk verzwakt. "Maak kennis met mijn prachtige lemmet." grijnst hij en pakt van zijn bureau een zilveren mes. Ik krijs heel hard, een teken voor Edward om te komen. "Ontmoet mijn nieuwe vriend." grijns ik en Edward slaat Kyle's raam in. Hij klimt naar binnen. "Cullen? Je was toch verhuist?" grijnst Kyle nog altijd. "Hij is hier, speciaal omdat ik over je heen wou komen." sis ik. Kyle draait me om en zet zijn mes tegen mijn keel omdat Edward een stap in Kyle's richting zet. "Nee Cullen, ik weet hoeveel ze voor je betekend, nog één stap en ze gaat eraan." zegt hij met een sinistere klank. "Ik draai je nek om vuile verkrachter." sis ik ziedend, Edward nog een stapje in de richting van een aanval zetten. "Je hebt wí¡t gedaan met Mary?" vraagt hij ziedend aan Kyle. "Ik heb haar gemanipuleerd, mishandeld, aangerand en ben vreemd gegaan." grijnst Kyle. Edwards ogen zie ik langzaam zwart worden. Ik voel dat Kyle schikt en zijn greep verslapt. Ik grijp mijn kans en wring me uit zijn armen. ik duw hem op zijn bed en ga op hem zitten. Ik knijp zijn keel stevig dicht. "Ik kan je nek omdraaien, ik kan je verstikken en ik kan je laten gaan." sis ik grijnzend. "Welke optie, één, twee of drie?" vraag ik. "Drie." komt er uit zijn mond. Ik laat hem los en sla met de rug van mijn hand tegen zijn gezicht aan. Hij kreunt pijnlijk. "Ik hield van je, ik liet me gebruiken, en nu heb ik je samen met de rest van mijn herinneringen achter gelaten in mijn verleden." sis ik en ga dicht tegen Edward aan staan. Hij slaat zijn armen om mijn middel heen en kust mijn voorhooft. "Vaarwel Kyle, ik hoop dat je me niet vergeet." grijns ik sluw. Ik spring uit zijn raam en Edward volgt me. Samen lopen we terug naar mijn familie. Het is weer stil, niet aangenaam. Edward zit ermee dat hij niets wist en dat hij machtloos was. "I know you feel unable, but don't, you were my hero. Ik was dood als je niet binnen was gekomen." stel ik hem gerust. Hij gromt. "Ik ben gewoon kwaad, niet op jou, en gek genoeg ook niet op Kyle, maar op mezelf. Laat me maar even." zegt hij. Ik knik en we lopen naar het huis. We komen binnen met zijn tweeën. Iedereen omhelst me gelijk. "Dank je Tanya." zeg ik gelijk. "Waarvoor?" vraagt ze niet begrijpend. "Dat je Edward gebelt hebt." glimlach ik. Tanya glimlacht ook. Iedereen kijkt mij en Edward afwachtend aan. "Wat?" vraag ik en een speelse glimlach verschijnt om mijn lippen. Danny wijst naar Edwards handen. Ik kijk ernaar. Zijn armen zijn weer om mijn middel geslagen, zijn handen op mijn heupen en mijn handen die licht op de zijne liggen. Ik glimlach gelukzalig, maar deze keer met mijn hele zijn. Ik kijk over mijn schouder naar Edwards gezicht, hij glimlacht lief naar me. "Ben je nu gelukkig?" vraagt hij fluisterend. Ik knik. Ik verneem pretlichtjes in zijn ogen. "Zoenen!" roepen Lynn en Jane tegelijk. Ik kijk ze smekend aan met een glimlach. "Geen smoesjes, meid! Je weet wat ik heb gezegd! Ik wou dat ik zo'n lieve vriend had, nou mag je wel eens laten zien aan je zus hoeveel je van hem houdt!" zegt Lynn meteen. Ik zucht. "Hier kan ik zeker niks tegen in brengen?" vraag ik in het algemeen. Iedereen lacht. "Niet echt nee." grijnst Jane. Ik rol met mijn ogen. "Een tongzoen!" roept Stefan. "Voel is effe aan je voorhoofd." kaats ik terug. Edward laat het allemaal maar over zich heen komen. "Hmm, voelt gezond." grijnst Stefan. Ik zucht en schud mijn hooft. "Je wil het zelf he!'' waarschuw ik hem. Ik draai me om en druk meteen mijn lippen op die van Edward. Hij sluit zijn ogen en ik volg zijn voorbeeld. Ik voel zijn tong tegen mijn lippen aan. Zou dit het zijn dan? Mijn eerste tongzoen met Edward, waar mijn hele familie bij is? Ik open mijn lippen een stukje en streel met mijn tong de zijne. Ik hoor gejoel op de achtergrond. Het word steeds vager en alles verdwijnt om me heen. Voor mijn geveoel sta ik nu in een donkere kamer te zoenen met Edward. Het enige licht is een spot op ons gericht van boven af. Ruw wordt mijn dagdroom verstoord. Ik kijk wat er gebeurd en Jane en Lynn staan achter me te grinniken. "Jullie!" begin ik. "Hebben je weg getrokken, jep!" giechelt Lynn, en Jane knikt instemmend. Ik steek mijn tong uit en ren naar boven. Ik gris alles wat ik bij me had bij elkaar en stop het in een tas. Ik ren de trap weer af, iedereen staat nog steeds bij de deur. Er is geen geluid te horen. Ik loop naar iedereen toe. Ze kijken me verbaasd aan. "Ik en Edward gaan weer naar huis." meld ik als iedereen me geschrokken aan kijkt. "Wil je niet blijven?" vraagt Edward aan me. Ik schud mijn hooft. "Hou mijn kleding maar! Het staat jou leuker als mij." zegt Jane gelijk als ik me tot haar richt. Ik kijk haar dankbaar aan. Ik begeef me al snel in een groepsknuffel. Als ik eruit kom. "Ik kom nog wel eens langs." zeg ik en glimlach. We nemen afscheid. "Ik breng jullie wel naar het vliegveld." zegt Tanya, ze steld het niet voor, nee, het gebeurd gewoon. Ik glimlach, iedereen heeft iets speciaals in zich, en ik denk dat alles zich wel een beetje hectisch heeft afgespeelt bij ons. Ik knuffel nog even mijn twee borers en zussen en loop dan met Tanya en Edward naar haar BMW. We gaan samen achterin zitten. "Weet je zeker dat je niet wil blijven?" vraagt Edward. "Wil je me weg of zo?" vraag ik voor de gein. Hij schud snel zijn hooft. "Zal niet gebeuren hoor." grinnik ik. Hij slaat voor de zekerheid zijn armen om me heen. "Ik wil bij jou zijn, voor altijd." zucht ik en leg mijn hooft op zijn borstkas. "Mooi zo." zucht hij opgelucht. Tanya kijkt via haar spiegeltje naar ons. "Jullie zijn echt schattig samen." zegt ze. Ik glimlach. Ik ben blij dat we hier niet fout zijn, hier geen verplichtingen hebben. Ik wou dat we zo voor altijd zouden voelen. En ik weet zeker dat Edard er precies hetzelfde over denkt. We nemen bij het vliegveld afscheid van Tanya. We gaan weer naar de balie en vragen weer om last-minute flights. Deze keer richting huis, in Washington. We hebben geluk. We rennen samen naar het vliegtuig. We mogen het vliegtuig al in. Als ik in mijn stoel zit ben ik opgelucht. Alles wat me dwarszat is verleden tijd, ik kan weer zonder angst naar de toekomst kijken. Edward legt zijn hand op mijn been. Gelukkiger dan dit kan niet werkelijk zijn. De vliegreis zijn we extra behoed op elkaar. Wetend dat we thuis weer met zekere afstand moeten zijn. Ik geniet van elke seconde, nu het nog kan.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.