Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Until Death Do Us Apart » 28: Infected

Until Death Do Us Apart

5 maart 2013 - 8:10

1170

6

579



28: Infected

Iedereen keek van mij naar Mark en weer terug. Ze zeiden niets, ademden nauwelijks en wachtten. De klok tikte door, de tijd ging verder. Iedereens leven ging verder, werd langer. Ouder. Ik bleef Mark aanstaren, wachtte net zo lang totdat hij zou antwoordden.
Maar hij zei niets. Hij staarde enkel, wachtte. Wachtte op niets.
‘’Nou?’’ Ik was ongeduldig, de rest was ongeduldig. Wij allemaal. Ik trok de onwetendheid niet meer, ik trok het geniks niet meer. We moesten iets doen, nu, vandaag. Anders was het te laat. Veel te laat.
‘’Dat is geen vijver.’’ Ik trok mijn wenkbrauw ongelovig op, hoorde Zayn achter me snuiven.
‘’Geen – wat bedoel je?’’ Mark schudde zijn hoofd, wisselde een blik met mijn vader en Sarah, liep daarna onze kant op. Langs ons, de deur door, de veranda op. Even bleef ik staan, niet wetend wat ik nu moest doen, als in een diepe slaap. Het was echter Niall die me wakker maakte.
‘’Kom. Ik wil het ook weten.’’ Hij pakte mijn arm, ging me voor de deur door naar buiten. Ik liet me door hem mee trekken, voelde nieuwsgierigheid langzaam toenemen.
Geen vijver. Wat was dit nou weer voor onzin?
We liepen de veranda af, naar de hoek van het houten huisje. Mijn blik schoot naar de grond onder het raam, dat nog steeds egaal was. Geen voetstappen, helemaal niets. Het raam zelf was ook dicht. Ik liep iets dichter naar Mark toe, die bij de rand van de vijver op zijn hurken zat. Hij staarde naar het water, leek heel ergens anders te zijn met zijn gedachten. Inmiddels waren ook Liam, Louis en Zayn bij ons komen staan, gevolgd door Sarah en mijn vader.
‘’Het lijkt toch echt op een vijver, hoor,’’ fluisterde Louis in Zayn’s oor, wat maakte dat ik een grinnik nog net kon onderdrukken, was het niet dat dit zo’n klote situatie was. Mark draaide zich een kwartslag om, kwam toen omhoog en deed zijn armen over elkaar.
‘’Dit water is geïnfecteerd met een virus. Kijk –‘’ Mark bukte zich opnieuw, pakte iets van de grond wat ik niet kon zien en gooide het in het water. Ik staarde naar de kringen die zich vormden vanuit de plek waar het terechtkwam, toen mijn ogen groot werden van verbazing.
Een groene damp steeg de lucht in, heel klein, heel even. Een fractie van een seconde. Als een walm van iemand die een scheet laat, zoals je die in stripboeken tegenkomt.
Maar dit… Dit was ongeloofwaardig.
‘’Wat gooide je?’’ Mark draaide zich om, keek Liam bedenkelijk aan.
‘’Een worm.’’ Het bleef even stil, waarna ik – en zo ook de rest – uitbarstten in lachen. Een worm. Ja hoor, goede grap. Zo’n klein ding, beestje, levend geval. Nee, dat kon nooit. Chemische reacties gebeurden niet met dieren, die gebeurden met stoffen. Met andere chemische troep.
Niet met wormen.
‘’Jullie kunnen wel lachen jongens, maar wat Mark zegt is waar. Dit water is uitermate giftig,’’ sprak mijn vader, waardoor het in één klap stilviel. Geen gelach, geen spottend gefluister. Niets.
‘’Dus als…’’ Niall sloeg zijn hand voor zijn mond, keek daarna de rest van ons met grote ogen aan. Even snapte ik niet waarom hij zo geschokt was, totdat het tot me doordrong. Wat hij bedoelde, wat mijn vader bedoelde. Wat Mark bedoelde. Waarom we niets hadden gedaan. Ik durfde er niet naar te luisteren, naar mijn eigen theorieën, bang om weer teleurgesteld te worden. Toch kon ik mezelf niet inhouden.
‘’Dus hier vlakbij liggen drie lijken?’’ Ik hoorde de jongens achter me naar adem happen, maar negeerde ze. Zielig doen, geschokt doen, het had geen zin meer. Onze geesten, onze zielen, ze moesten op stand-by worden gezet. Ons verstand was het enige dat nog telde.
Sarah haalde haar schouders op, kwam naar me toe en legde haar hand op mijn schouder. Haar diepbruine ogen staarden me intens aan, even werd ik duizelig in mijn hoofd.
‘’Dat is iets, waar we gauw genoeg achter komen.’’ Ik knikte, ze liet me weer los en deed een stap naar achteren. Haar mond ging open, maar Louis was haar voor.
‘’Wij zoeken ze wel. Ik bedoel, vijf tegen drie… Als ze al dood zijn maakt het sowieso niets uit.’’ Louis’ stem trilde, maar ik kon horen dat hij het echt meende. Hij probeerde te doen wat moest, gevoel op nul, ziel en geest op stand-by. Verstand aan. Actie.
‘’Maar… Als ze nou… Nee, Lou. Toe nou,’’ fluisterde Niall bang. Een steek schoot door mijn binnenste, een steek van medeleven. Een steek van weder angst. Een steek van schuld. Vooral dat. Het was ook mijn schuld. Als ze met het busje direct mij te pakken hadden gekregen en niet Zayn, dan was dit alles nooit gebeurd. Dan hadden ze gehad wat ze wilden, punt uit. Klaar.
Maar dat was niet het geval geweest. Ze hadden de verkeerde gepakt. Nog vreemder, ze hadden Zayn laten gaan. Wat voor imbiecielen waren het eigenlijk, die Panthers? Zayn had zo naar de politie kunnen gaan, hij had zo aangifte kunnen doen. De Panthers mochten dan slim zijn, maar ze waren ook best dom. Tenzij ze wisten dat ik het briefje aan Zayn zou laten zien. Maar dan…
Mijn gedachtenbubbel werd verbroken door Zayn, die zijn hand op mijn schouder legde en er onopvallend in kneep. ‘’Ga je mee of blijf jij hier?’’ Ik keek hem verbaasd aan.
‘’Hoe bedoel je? Ik – gaan we niet met zijn allen?’’
‘’Nee. Absoluut niet.’’ Ik draaide me een kwartslag, keek naar mijn vader. Zijn blik streng, zijn handen tot vuisten gebald. ‘’Zodra er nog angst bestaat, gaan jullie niet weg. Punt uit.’’ Ik keek weer achterom, naar de jongens. Naar Liam, wiens lippen tot een vage streep waren vertrokken. Naar Louis, die strijdlustig naar het bos staarde. Naar Niall, die niet wist wat voor houding hij zichzelf moest geven. En naar Zayn, vlakbij me, dichtbij me. Zayn, lieve Zayn. Hem wilde ik niet verliezen. Nu niet, nooit niet. De rest ook niet. Ik wilde niemand verliezen. Dat mocht niet, dat kon niet, dat gebeurde niet. Punt uit. Het gebeurde niet.
‘’Ja. Ja, ik ga mee. Wie blijven?’’
‘’Wij,’’ zeiden Liam en Niall in koor. Ik knikte, het maakte me ook niets meer uit. Twee minder mee, twee minder gevaar. Goed, heel goed. Ik draaide me weer naar mijn vader, Mark en Sarah, keek hun verwachtingsvol aan.
‘’Wat nemen we mee?’’ Drie paar mondhoeken krulden omhoog, drie paar ogen begonnen te fonkelen. Ze wisselden een blik, onbewust voelde ik een steek van opwinding.
‘’Dit.’’ Alle drie haalden ze tegelijk iets uit hun kontzak, een voorwerp. Alle drie, drie voorwerpen. Alle drie hetzelfde. Scherp, glanzend. Met een handvat. Dodelijk en bruikbaar.
Ik liep naar mijn vader, pakte het wapen aan. Louis en Zayn deden hetzelfde bij Mark en Sarah. Ik keek ernaar, draaide het rond voor mijn ogen, liet de zachte zonnestralen erop weerkaatsen.
Als het moest, dan deed ik het. Als het echt moest, dan gebruikte ik het. Als het moest, dan doodde ik ermee. Bij die gedachte rilde ik onbeholpen, het besef kwam langzaam naar binnenglijden.
Beangstigend maar waar. Als een waargebeurde horror film.
En wij speelden de hoofdrol.


Reacties:

1 2

Bodine
Bodine zei op 5 maart 2013 - 16:02:
Ik las voor school een boek over aids en ik zag de titel en ik dacht omfg plottwist, maar dit is niet mijn boek voor school en er is geen aids. En nu lezen.

Hahahaha Louis I love you. <3
Oh, toch een virus.
Lieve, lieve Harry, heeft iemand je ooit aan je verstand gebracht dat dieren ook uit stoffen bestaan? Technisch gezien is verbranding ook een scheikundige reactie en mensen en dieren kunnen ook verbranden dus fuck you.
Hé even. Bestaat dat virus echt? Want het klinkt inderdaad meer alsof er één of andere chemische stof in dat water zit.

Ik snap het niet. Waarom zouden er nu weer drie lijken liggen en wat the fuck is mis met die vijver?

Oh en. Ik denk dat je een beetje moet uitkijken met je herhalingen. Soms is het goed, maar als je erin doorslaat verliest het z'n kracht.