Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Until Death Do Us Apart » 29: Trees and Ropes
Until Death Do Us Apart
29: Trees and Ropes
Zwijgend gaven we Liam en Niall een knuffel, wisselden een blik en keken naar het bos.
‘’Die kant op zeker?’’ vroeg ik aan niemand specifiek. Sarah antwoordde.
‘’Ja. Ze kunnen niet verder zijn dan honderd meter, tenzij ze nog leven. Maar zoek niet verder dan dat, oké?’’ We knikten, deden een stap richting het bos, toen Louis zich opeens omdraaide.
‘’Wat doen we als we ze vinden?’’
‘’Levend of dood?’’ Louis leek zich even geen houding weten te geven met de oprechte vraag van Sarah, die meer als grap bedoeld was. Misschien kon ik er nog wel om lachen ook.
‘’Eh. Beide?’’
‘’Markeer de plek van de lijken en haal ons. En anders…’’ Dat hoefde niet uitgesproken te worden, het antwoord hadden we in onze handen. Zonder dat we nog iets konden zeggen draaiden ze alle drie om en liepen terug het huisje in. Niall en Liam staarden hulpeloos naar de vijver, staarden hulpeloos naar ons. ‘’Eh. Tot straks?’’ zei Niall voorzichtig.
‘’Ja eh. Ja – tot straks,’’ antwoordden we in koor, waarna we ons richting de bosrand draaiden en op weg gingen. Ik hoopte maar dat we de lijken zo snel mogelijk zouden vinden – of dat we niets zouden vinden. In vechten had ik niet zo’n zin, eigenlijk. Tenminste, dat was wat ik me voorhield. Mijn gevoel zei heel wat anders, mijn ziel en geest ook. Maar die moesten stil blijven. Die mochten niets zeggen, hadden niets te zeggen. Ze waren uitgeschakeld, stand-by. Althans, dat moesten ze zijn.
Ik voelde af en toe een zacht kneepje van Zayn’s vingers die de mijne vastpakten en kon het gevoel dat me dat gaf niet onderdrukken. Misschien was dat ook juist wat we nodig hadden. Het gevoel van liefde, het gevoel dat je voor iemand vocht. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor iemand anders.
Het bos was rustig, compleet bedekt met een wit laagje. Als de zon tussen de takken doorbrak, reflecteerde het fel aan onze ogen. Het gaf wel een mooie sfeer.
Zodra we in het bos waren en achter ons de uitgang niet meer konden zien, stopten we en keken we elkaar één voor één aan.
‘’Als jij een handlanger was dat een lijk vervoerde, waar zou je dan heen gaan?’’ vroeg Louis aan Zayn, die onbewust begon te glimlachen – iets wat ik ook niet tegen kon houden.
‘’Ik zou denk ik naar mijn busje gaan. Of naar mijn schuilplek.’’
‘’Ik zou het lijk laten liggen en wegrennen, opzoek naar hulp – als ik vergiftigd was, he.’’ Louis knikte om de antwoorden van mij en Zayn. Ik vond het fijn dat hij zich dominant opstelde, dat hij het leiderschap op dit moment op zich nam. Ik wist, dat als het erop aankwam, dat geen beste positie was voor Louis. Louis kon niet goed presteren onder druk als deze. Duizenden fans? Geen probleem. Een nummer met een korte deadline? Waarom niet. Maar gevaar… Louis zou dan nog best wel eens domme dingen kunnen doen, dingen waar hij spijt van zou krijgen. Niet dat dit niet gevaarlijk was, maar het was niet het toppunt. Nog niet, althans.
‘’Ik stel voor dat we eerst rechtdoor gaan. Het vreemde is-‘’
‘’Kijk! Daar!’’ Louis werd onderbroken door Zayn, die naar rechts wees. Ik volgde zijn vinger, zag het spoor. Vier voetstappen, meer niet. Ze liepen haast symmetrisch, al was het linker paar kleiner als het rechter. Niet dat het ertoe deed, maar het viel me op.
‘’Perfect!’’ riep Louis enthousiast, waarna hij ons voor ging. Zijn gezicht naar de grond wijzend, zijn uitdrukking neutraal. Ik haalde mijn schouders op, waarna ik achter Zayn en Louis aanliep, het spoor volgend. Het leek wel alsof ze steeds sneller waren gaan lopen, de voetstappen stonden steeds verder uit elkaar. Het feit dat we verder helemaal niets zagen – dieren, bijvoorbeeld – versterkte het gevoel dat ik al vanaf het begin dat we het bos binnen waren gestapt had gehad. Een onbehaaglijk gevoel, alsof er iets niet klopte. Maar het deed er niet toe, het gevoel was slechts bijzaak. Daar ging het niet om. We moesten deze handlangers vinden, levend of dood.
Belangrijker was, dat ze dood moesten eindigen. Dood, niet levend. Voor eens en voor altijd.
Verzonken in mijn gedachten-zee had ik niet door dat Zayn en Louis waren gestopt. Met een pijnlijke botsing knalde ik tegen Zayn’s rug aan, mijn neus hoorde ik vrolijk kraken.
‘’Au! Verdomme, waarom…’’ Mijn zin maakte ik niet af. Het antwoord was recht voor me.
Een boom, niet groter dan gemiddeld, stond zorgeloos voor onze neus. Zijn schors bruin, zijn takken bedekt met sneeuw en zijn bladeren afgestorven. Gewoon, een boom. Een boom met een koord, aan de dikste tak. Een koord, een dik en sterk koord. Beter gezegd touw. Ik wilde het touw niet volgen, wilde me omdraaien. Weg van hier. Weg van dit tafereel. Alweer.
Het touw hing strak, mijn ogen vonden het uiteinde. Onbewust greep ik Zayn’s hand vast, die vervolgens stevig begon te knijpen.
Aan het uiteinde hing een man. Een jonge man, misschien net vijfentwintig. Zijn ogen groot, alsof hij zich letterlijk doodgeschrokken was. Zijn hoofd scheef, van zijn gebroken nek. Zijn mond een klein stukje open. Zijn lichaam slap, zijn armen-
‘’Jezus!’’ Ik liet Zayn los, deed wankelend twee stappen naar achteren en boog me voorover, terwijl ik met mijn rechterhand tegen een willekeurige boom aanleunde. Zonder dat ik er nog iets aan kon doen, voelde ik mijn hele maaginhoud – wat al niet te veel was – omhoogkomen. Gal in mijn mond, zuur en goor, gevolgd door alles wat ik in me had zitten. Nog geen seconde later voelde ik een hand op mijn rug, gerustellend fluisterend dat het goed kwam. De hand wreef, ging door, stopte niet. Ik spuugde hatelijk op de grond, kwam omhoog en deed een flinke stap bij de boom vandaan. Ik wilde naar Louis schreeuwen dat hij niet zo schijnheilig moest doen, dat hij niet moest zeggen dat het goed kwam. Want dat kwam het niet. Misschien ooit, maar nu niet. Voorlopig niet. Toch hield ik mijn mond, mijn walging te groot, mijn nieuwsgierigheid te geprikkeld. Zayn zat op zo’n vijf meter van het hangende lijk vandaan, gehurkt naast een struik – als je het nog zo kon noemen. Het was eerder een ondergesneeuwd hoopje plant.
Louis pakte mijn hand en trok me mee richting Zayn, wat me nog niet fijn afging. Mijn hoofd bonkte, mijn oren suisden. Ik had het ongelooflijk koud en warm tegelijk. Jezus, mijn maag was echt een puinhoop.
‘’Wat is dat?’’ vroeg Louis voorzichtig, dichter naar Zayn toe schuifelend. Zayn schudde enkel zijn hoofd, wuifde met zijn hand als teken dat we weg moesten gaan. Louis keek me bezorgd aan, ik snapte de reden niet.
‘’Wat?’’
‘’Harry… Eh, ga anders even daar staan,’’ viel Zayn Louis’ blik bij. Ik trok mijn wenkbrauw op, wilde vragen wat de reden daarvoor was, maar Louis hand trok me al verder terug.
‘’Dat wil je echt niet zien,’’ fluisterde deze, waarna ik hem nog vreemder aankeek. Ik voelde ergernis in me oplaaien, voelde me langzaam kwaad worden.
‘’Kap nou eens!’’ Zowel Louis als Zayn keek me geschrokken aan, ik voelde mijn kwaadheid toenemen. ‘’Eerst die onwetendheid van Mark. Dan die van mijn vader. Dan die van Sarah en dan gaan jullie nu ook beginnen? Ik wil verdomme alleen iets weten, één detail, één fucking antwoord!’’ Mijn voet stampte op de grond, mijn borstkas ging hevig op en neer.
‘’Harry… Doe even rustig ik –‘’
‘’Nee! Niks! Ik doe niet rustig! Laat me zien wat daar ligt, verdomme!’’ Ik stampte weer richting Zayn, maar Louis drukte zijn hand op mijn borst, hield me tegen.
‘’Harry, kappen! Kappen, nu! We houden niets verborgen, doe normaal. Dat weet je best! Je ging daarnet over je nek, denk je dan echt dat je dit wel wilt zien? Kunt zien, überhaupt?!’’ riep Louis. Ik zweeg, staarde hem enkel strak aan, terwijl ik Zayn langzaam omhoog zag komen achter hem.
‘’Ga maar kijken dan. Toe maar. Bedenk jezelf de volgende keer wel waarom we iets zeggen, als we je weer eens willen helpen.’’ Ik wendde mijn blik af, Louis deed een stap opzij. Zwijgend bleef ik staan, niet wetend wat ik nu moest doen.
‘’Toe dan!’’ riep Louis, waarop Zayn driftig nee schudde. Ik zette een stap in zijn richting, draaide me vervolgens weer om.
‘’Goed. Laat maar zitten.’’ Zowel Louis als Zayn liet een zucht ontsnappen, ik liep langzaam bij hen weg. Even rust, even stilte. Alleen, niemand anders. Alleen met mijn gedachten, alleen met mijn verstand. Met mijn uitgeschakelde ziel en geest. Ik hoorde ze mijn naam roepen, negeerde het, liep door. Ik liep terug langs de voetsporen, de voetsporen van de handlangers. Één hing al aan een boom, miste een hand. Bloedde als een rund. Langzaam, voorzichtig, kil. Uit al zijn poriën. Drup in de sneeuw. En nog één. En nog één.
Druppels van bloed, druppels van mijn tranen. Tranen die langs mijn wangen vloeiden, tranen die langzaam in de sneeuw druppelden. Één voor één. Net zoals zijn bloed.
De sneeuw was koud, de boom was hard. Koud aan mijn kont, hard aan mijn rug. Ik verborg mijn gezicht in mijn handen, liet de tranen stromen. Het besef was gekomen, was bij me naar binnen geslopen als een sluwe vos en had me in één klap aangevallen als een giftige beet van een slang.
En nu was het er. Het besef. Het besef dat de kans groot was iemand te verliezen. Dat de kans groot was mezelf te verliezen. Zayn te verliezen… Woest schudde ik mijn hoofd.
Echt niet. Dat ging niet gebeuren. Niet Zayn, niet Louis, niet Niall, niet Liam. Niet mijn vader, niet Mark, niet Sarah. Niemand. De Panthers mochten alles van me nemen, alles. Mijn geld, mijn spullen, mijn bekendheid. Alles.
Maar mijn leven – daar bleven ze vanaf.
Hopelijk valt het allemaal niet tegen. Sorry als dat wel zo is.
Reacties:
Ik snap het niet. Ze weten niet zéker dat die goosjes dood zijn, maar nee, ze laten twee onervaring tieners erop afgaan en ze nemen niet eens een wapen mee want waarom zou je. Ik bedoel. What the actual fuck? Hoe weten ze dat dat virus in het water überhaupt effect heeft op mensen? Er zijn genoeg virussen die dieren wel aantasten, maar mensen ook. Daarbij: misschien is de incubatietijd bij mensen wel langer en zijn ze nog helemaal niet ziek. En zelfs als het een stof was... Als je op een slak zout gooit, verschrompelt 'ie, maar als je op een mens zout gooit, wrijft 'ie hooguit in z'n ogen. Ik bedoel. I don't know but what the actual fuck are they doing?
‘’Ik zou het lijk laten liggen en wegrennen, opzoek naar hulp – als ik vergiftigd was, he.’’Nou, ik niet, want een beetje underworld persoontje geeft je een schot door je kop cadeau omdat je je werk niet goed hebt uitgevoerd.
Niet dat dit niet gevaarlijk was, maar het was niet het toppunt. Nog niet, althans.Dat dacht jij, maar over twee tellen wordt er een radio aangegooid en horen jullie keihard YOU DON'T KNOO-O-OOOOOO-OOOOOOOOW, YOU DON'T KNOOOOOW YOU'RE... pranked by Nickelodeon.
Ik bedoel... nee, ik ga er niet vanuit dat je het zo aanpakt.
‘’Eerst die onwetendheid van Mark. Dan die van mijn vader. Dan die van Sarah en dan gaan jullie nu ook beginnen? Ik wil verdomme alleen iets weten, één detail, één fucking antwoord!’’Ik denk dat je meer "geheimzinnigheid" of zo bedoelt, want de personen die je noemt zijn niet onwetend, ze delen hun kennis alleen niet met onze lieve domme idiote Hazza die echt wtf. Ja? ^^
Harry honestly (why are my clothes out ooooooon the street?), you are so fucking incredibly unbelievably stupid. What is wrong with you? Can't you think or something? When you're in the woods, very probably & most likely surrounded my murderers, you. do. not. go. for. a. walk. on. your. own.
I HOPE YOU DIE. I HOPE IT'S PAINFUL. I HOPE YOU FUCKING FUCKING FUCKING OMFG WHAT IS WRONG WITH YOU.
GEWELDIG! het is eigenlijk gewoon overbodig om te zeggen weetje dat...?
Ga door! Dit is echt geweldig. Alleen heel creepy... dus ga vooral niet door op bloed enzow.... want dan heb je een flauwvallende fan....
pfff. nu blijf ik denken aan wat daar onder de struik ligt.
al kan ik het denk ik wel raden *griezelt*.
En wie in hemelsnaam heeft die gast opgehangen??
snel verderrrr
heb een tijdje niet op fanfic gezeten en probeer nu weer bij te komen met jou verhaal nog steeds even spannend! xx