Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » The Sharpest Lives Are The Deadliest To Lead [TC] » Hoofdstuk 1
The Sharpest Lives Are The Deadliest To Lead [TC]
Hoofdstuk 1
De atmosfeer was vooral erg somber toen Tom voor het eerst op Abbey Mount kwam. Maar het antieke gebouw voor hem stelde hem toch wat gerust, meer dan de bewolking boven hem of de dunne mist die rond zijn voeten zweefde.
De school die hij binnenwandelde, voelde prettig; al zeiden de geruchten dat het tegendeel waar was.
Een school waar het lijkt alsof de meeste studenten ongevallen meemaken, waar ze veranderen, waar niets echt is zoals het lijkt.
Het klonk als de soort plaats waar Tom zou willen zijn. Er was het aura van mysterie en gevaar dat niet faalde mensen aan te trekken.
Laat staan een jongeman op het punt in zijn leven waar Tom nu was…
Het leek erop dat hij toch niets te verliezen had. Niet een familie die hij zou kunnen teleurstellen of kwetsen. Niet een thuis waar hij heimwee naar zou hebben.
Hij zou kunnen leven. Tom kon te snel leven, of te intens. Maar hij kon leven.
Dat was ook wat hij wou, besefte hij, hij wou leven en hij wou daar zijn.
Op zijn vorige school stond hij bekend als “die jongen”. Tom was nooit echt “die jongen” geweest. Ja, hij had zijn familie verloren, maar dat wilde nog niet zeggen dat hij zich er niet al had overgezet.
Er zijn twee opties wanneer je iemand verliest. Zijn vader had besloten niet verder te leven na zijn moeders dood, maar dat was zijn keuze geweest. Tom geloofde niet in vicieuze cirkels. Behalve, uiteraard, de vicieuze cirkels van dag naar nacht naar dag, of van slaapkamer naar klaslokaal naar klaslokaal naar klaslokaal naar slaapkamer.
Hij had nauwelijks drie maanden doorgebracht op die school, omringd door kinderen van politiekers en zakenmensen en dergelijke. Nog nooit had hij zich ergens zo ongemakkelijk gevoeld. Het was niet zijn ritme, noch zijn soort mensen.
Op Abbey Mount lieten ze vrijwel iedereen toe die de kosten kon dekken, en hij hoopte dat het als een verfrissende zucht wind zou zijn.
Hij had die zucht nodig.
“Wiegmann,” zei hij bijna vrolijk terwijl hij zijn mapje papieren over het bureau schoof. De vrouw die ze in ontvangst nam en hem nauwkeurig opmat, zag er vreselijk strikt uit en Tom zou haar voor decaan genomen hebben had hij haar tegengekomen op eender welke andere plek in het gebouw.
Het zou niet de eerste keer zijn dat hij fout was.
Hij had haar echter ook niet geschat als het type dat kleren uit de koopjesbak van Walmart kocht, maar daar leek hij ook fout in te zijn…
De secretaresse keek op met een zure blik (op de een of andere manier wisten mensen het altijd als hij ze bekritiseerde) en beval hem te gaan zitten.
De stoelen waren stijf en houten, aan de muur gelijnd. Hij had al minder comfortabel gezeten.
Hij haalde een boek uit zijn rugzak en negeerde de dingen die hij dacht te zien in de hoeken van zijn blikveld.
Ze waren nooit echt daar.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.