Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » De Hongerspelen » De 73ste Hongerspelen (Jelmer en Miranda) » 5-De laatste trainingsdag

De 73ste Hongerspelen (Jelmer en Miranda)

30 maart 2013 - 17:54

1849

0

279



5-De laatste trainingsdag

Miranda weer.

Het is ongemakkelijk stil in de wachtruimte. Alle tributen zitten naast elkaar in een ruime kamer te wachten totdat ze aan de buurt zijn. Vandaag is het belangrijkste onderdeel van de training aan de beurt. De Spelmakers laten zien wat je waart bent. Aan de hand daarvan zullen ze een score geven, die allesbeslissend is voor de sponsors. De tributen van de districten een tot en met zeven zijn al aan de beurt geweest. De Beroeps liepen stuk voor stuk, behalve het meisje van twee uiteraard, zelfverzekerd naar binnen. Zij hebben zonder twijfel de hoogste scores. De tributen na hen werden steeds zenuwachtiger. Iedereen weet dat dit moment misschien wel het verschil tussen leven en dood kan betekenen. Geen goede score betekent geen sponsors. Geen sponsors betekent geen hulp in de arena. Geen hulp in de arena betekent de dood. In de meeste gevallen dan.
De deur gaat open en het meisje van acht komt eruit. Ze is klein, waarschijnlijk niet ouder dan dertien jaar. Haar gezicht ziet lijkbleek. Waarschijnlijk is het haar niet gelukt indruk te maken. Stilletjes schuifelt ze tussen de overige tributen door naar de deur. Als de deur achter haar dichtslaat staat Jelmer op. Nu is het zijn beurt. Hij slaakt een zucht en loopt met stramme passen naar de deur. Voordat hij naar binnen gaat kijkt hij naar Miranda. Miranda kijkt met een uitdagende blik terug. Dat heeft ze afgesproken met Paulin. Jelmer doet nog steeds aardig tegen haar, probeert nog steeds haar vertrouwen te winnen. Maar ze intimideert hem, daagt hem uit. Althans, dat probeert ze. Jelmer blijkt niet achteruit te deinzen voor haar blik. In plaats daarvan zend hij haar een bemoedigende blik toe en gaat de zaal binnen. Om de een of andere reden kalmeert het haar. Niet veel, maar ze merkt het wel. Waarom? Hoe kan dat? Waarom wordt ze precies nu, op zo’n belangrijk moment, rustig van zijn blik? Dit is niet het moment je zwaktes te vertonen. Niet tegenover Jelmer. Niet tegenover de andere tributen. Niet tegenover de Spelmakers. Miranda kijkt weer naar haar klamme handen als de deur achter Jelmer dichtslaat. Ze probeert het nerveuze, opgeblazen gevoel in haar buik te negeren. Straks is zij aan de beurt. Ze heeft eigenlijk geen idee wat ze kan laten zien. Ze heeft veel getraind, vooral in de overlevingstechnieken. Daar scoort ze vast niet veel punten mee. Maar vechten kan ze niet. Het zwaard was nota bene veel te zwaar om normaal mee te zwaaien. De pees kon ze niet in bedwang houden en de speer draaide zich om zodra ze hem gooide. Ze kan niks, niks behalve vuur maken, strikken zetten en koken. De minuten verstrijken, en Miranda heeft nog steeds geen idee wat ze moet doen. Jelmer kan elk moment naar buiten komen, en dan is het haar buurt. Ten einde raad kijkt ze de kamer rond, net zoals ze op school deed als ze het antwoord op een vraag uit een toets niet wist. De andere tributen zitten stilletjes naar de vloer te staren. De tributen van twaalf kijken arrogant naar de deur. Die van elf houden elkaars hand vast. Dan gaat de deur open. Jelmer komt naar buiten, met een grijns op zijn gezicht. Hij zal de boog wel gepakt hebben, denkt Miranda. Ze had hem zien schieten tijdens de training. Niet helemaal geweldig, maar angstaanjagend goed voor een beginner. Ze staat langzaam op van haar plaats en ontwijkt Jelmer’s blik. Dapperder dan ze is loopt ze naar de deur. Op hoop van zege, denkt ze als ze de deur opent.

Het is afgelopen. Klaar. Ze heeft het verpest. Zodra Miranda de kamer met de laatste, wachtende tributen uit is begint ze te rennen. Ze rent door de gangen van het centrum. Ze neemt de lift naar de negende verdieping, de verdieping van haar district. Zodra de lift stopt en de deuren zich openen rent ze naar haar kamer en gooit de deur achter haar dicht. Ze laat zich op bed vallen en begraaft haar gezicht in haar kussen. Daar barst ze in snikken uit. Ze had zich al lang niet meer laten gaan. Dat zou haar geen goede houding geven tegenover de andere tributen. Maar nu is de training toch afgelopen. Nu kan het. En ze heeft het verpest. Het is klaar. Einde oefening. Toen ze binnenkwam is ze aan de slag gegaan met de strikken. De Spelmakers leken niet bepaald onder de indruk. Maar ze deed echt haar best. Ze dacht dat ze alle details van de vallen had bekeken. Blijkbaar niet. De eerste vallen gingen keurig af. Maar de laatste niet. De Spelmakers barstten in lachen uit toen ze haar mislukte strik zagen. Miranda was kalm weggelopen, maar buiten de zaal hield ze het niet meer. Alle training was voor niks geweest. Geen sponsor zou haar nog willen helpen. Ze zou die rotarena zonder enige hulp ingestuurd worden. Ze zou het geen minuut uithouden. Ze zal sterven. Miranda wenst vurig dat Lara er was om haar te troosten. Juist die gedachten brengt haar nog meer van streek. Lara is er niet. Lara zal moeten toekijken hoe ze sterft, net als haar ouders. Miranda voelt de natte stof van haar kussen tegen haar wangen drukken, maar dat deert haar niet. Niets deert haar nu. Alleen dat rot Capitool en die rotspelen. Waarom? Waarom doen ze dit? Miranda haalt de haarspeld van Lara uit haar zak. Het is haar aandenken aan thuis. Iedere tribuut mag een aandenken meenemen. Haar zusje gaf haar deze haarspeld tijdens hun afscheid. Ze draait de speld rond tussen haar vingers. Het ruikt naar haar zusje. Het ruikt naar thuis. Langzaam maar zeker word ze rustiger. Dan hoort ze de deur achter haar dichtgaan. Ze denkt dat het Paulin is en draait zich om. Ze verstijfd. Jelmer sluit de deur en loopt langzaam op haar af. Hoelang stond hij daar al, denkt Miranda. Heeft hij daar lang genoeg gestaan om haar te horen huilen? Dan heeft hij zijn doel eindelijk bereikt. Nu ben ik de prooi. Nu heeft hij me. Ik ben zwak, denkt Miranda. Het kost haar de grootste moeite niet weer in tranen uit te barsten. Maar Jelmer kijkt niet triomfantelijk. Niet gemeen of gevaarlijk. De blik in zijn ogen herkend ze. Het is dezelfde blik als die van Paulin tijdens haar afscheid aan haar familie en tijdens alle andere gesprekken met haar. Het is toch al te laat, denkt ze. Laat hem maar komen. Ze zal niet weer afstandelijk zijn. Ze moet met iemand praten, iemand die haar begrijpt. En wie kan dat beter dan een andere tribuut? Achter hem hangt toevallig een spiegel. Haar ogen en gezicht zijn rood en haar wangen zijn nat. Ze ziet er weerloos uit. Prima. Jelmer gaat naast haar op bed zitten. Zijn ogen dwalen af naar de haarspeld. ‘Van wie is die haarspeld?’, vraagt hij kalm. Miranda kijkt naar de speld, dan weer naar Jelmer. Zijn ogen staan oprecht, niet gemeen. ‘Van Lara, mijn zusje.’ Jelmer knikt en graait in zijn zak. Als hij zijn hand eruit haalt ligt er een klein muntje in. ‘Dit, zegt Jelmer, is het laatste zakgeld van Lann, mijn broertje. Hij gaf me dit muntje bij ons afscheid.’ Miranda bekijkt het muntje nog even voordat Jelmer hem in zijn zak stopt. Hij glimlacht. ‘Toen ik gekozen werd schreeuwde hij moord en brand. Ik zag dat zijn vriend hem in bedwang moest houden.’ Zijn glimlach staat niet vrolijk. Ze kan aan hem zien dat hij heimwee heeft. Net als zij. ‘Was hij dat die zo schreeuwde?’ ‘Ja.’ Miranda is blij met dit gesprek. Het gaat niet direct op haar gevoelens af. Ze praten over de gebeurtenissen, delen elkaars ervaringen. Het kalmeert haar. Langzaam ebt haar angst voor Jelmer weg. ‘Hoe is Hank?’, vraagt ze, deels uit nieuwsgierigheid, deels omdat ze het liefst niet over thuis praat. Jelmer haalt zijn schouders op. ‘Gaat wel. Hij is niet zo erg als je denkt. Hij kijkt altijd nors en is erg streng, maar een goede mentor. En Paulin?’ Miranda rolt zich op haar zij. ‘Meelevend. Bezorgd. En een heel goede raadgeefster.’ Jelmer knikt alleen mij. ‘Heeft ze wat tegen me? Ze zit altijd zo vreemd naar me te kijken tijdens het ontbijt.’ Oei, moeilijk vraag. Hoe geeft ze hier nou antwoord op. Moet ze vertellen dat ze Jelmer vreest? Of vreesde? Ze had al besloten open te zijn, dus ze zal haar voornemen maar ten goede doen. Langzaam antwoord ze. ‘Herinner je ons gesprek nog? Op de eerste dag in de trein?’ Jelmer knikt ernstig. ‘Sindsdien heb je me alleen maar gemeden. Waarom?’ Miranda zucht. Nu komt het erop aan. ‘Vanwege Hank’s woorden. Ken je concurrenten. Jij was aardig en meelevend tegen me, maar ik had geen idee waarom. Je zou het oprecht kunnen doen, maar het zou ook een tactiek kunnen zijn. Paulin heeft ook zoiets meegemaakt. Haar medetribuut probeerde haar zwakke punten te vinden. Ik was bang dat jij dat ook bij mij doet. Klopt dat?’ Haar vraag is er een uit puur vertrouwen. Als hij inderdaad haar zwakke punten wilde vinden zou hij het toch ontkennen. Maar toch kan Miranda het niet laten de vraag te stellen. Jelmer laat zich languit op bed vallen. Blijkbaar zit deze opmerking hem tegen. ‘Nee, ik deed het uit medeleven. Ik wilde iemand hebben om mee te praten. Ik praatte ook altijd met mijn ouders als het me tegen zat. Toen jij je af begon te zonderen werd ik alleen maar nieuwsgieriger. Mijn broertje doet dat ook altijd. Ik herkende iets van hem in jou. Daarom probeerde ik contact te leggen.’ Dit had Miranda niet verwacht. Hij is inderdaad medelevend. Had ze hem dan echt al die tijd verkeerd ingeschat? Misschien is hij toch niet zo’n gevaarlijke tegenstander. Misschien is het zijn zwakte wel medeleven te tonen. Die gedachte zet ze gauw uit haar gedachten. Het is niet de bedoeling dat ze zijn zwakke punten gaat vinden. Ze moet gebruik maken van zijn medeleven. Net zoals ze gebruik maakte van de bezorgdheid van Paulin. ‘Ik heb je helemaal verkeerd ingeschat’, zegt ze spijtig. Jelmer kijkt haar aan. ‘Dat is te begrijpen. In de Spelen kan je niemand vertrouwen. Maar ik wil iemand vertrouwen. We zijn tenslotte allemaal gewoon poppen van de Spelmakers. De pionnen in het spel van het Capitool. We zijn hier tegen onze wil. Allemaal. Zelfs de Beroeps. Je hebt die twee gezien, toch? Ik wil gewoon een tiener blijven. Geen moordenaar. Helaas tellen onze meningen niet in het spel.’ Jelmer’s woorden brengen Miranda rust. ‘Maar waarom zit je hier zo alleen? Er is een heerlijke maaltijd geserveerd in de eetzaal’, vervolgd Jelmer. ‘Ik heb het verpest’, is alles wat Miranda zegt. Ook hier wil ze eigenlijk niet over praten. Jelmer staart naar het plafon. ‘Kom op, zo erg is het niet. De interviews komen nog. Daar kan je zeker mee scoren.’ Vreemd, dat zei Paulin ook al, denkt Miranda. Misschien menen ze het. Jelmer draait zijn hoofd naar haar toe en waagt het erop. ‘Wil je een pact vormen?’ Het antwoord heeft wat tijd nodig voordat het komt. ‘Nee.’


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.