Hoofdcategorieën
Home » Overige » True Love » Hoofdstuk 3: Het moment
True Love
Hoofdstuk 3: Het moment
Het is vrijdagmiddag en het was alweer een week geleden dat Akida het had uitgemaakt met Kenji. Nog steeds dacht Dai aan wat er vorige week was gebeurd. Iedere keer als hij eraan dacht, begon hij te blozen.
Dai was net klaar met gym en ging zich omkleden. Hij was samen met Kenji als laatste in de kleedkamer. Dai ging naar de wc, maar hij had niet gemerkt dat Kenji achter hem liep. Dai was klaar en draaide het slot open, maar net toen hij naar buiten wou lopen, werd hij teruggeduwd. Het was Kenji en hij draaide de deur op slot. Dai keek angstig naar Kenji. ‘’Dai, ik moet je wat vertellen’’, zegt Kenji.
‘’Kan dat ook ergens anders?‘’ bracht Dai uit.
‘’Nee, het moet nu.’’
‘’Waarom?’’
‘’Omdat…’’, zegt Kenji en hij leunt naar voren en zoent Dai.
Dai stribbelde tegen en kon zich losmaken. Met tranen in zijn ogen rende Dai de kleedkamer uit. Hij pakte zijn fiets en reed naar het bos. Daar aangekomen gaat hij op de grond zitten en begint hij zachtjes te huilen. Steeds zag hij het moment voor zich dat Kenji hem zoende. Steeds weer opnieuw. Hij kreeg het beeld niet uit zijn hoofd.
Na enige tijd begon het te regenen. Dai stond op en hij pakte zijn fiets. Hij reed naar het huis van Kenji. Hij legt zijn fiets neer en belt aan. Kenji schrok wakker van de bel. ‘’Wie kan dat nou zijn’’, mompelde Kenji. Hij liep naar beneden en deed de deur open. Hij schrok, want hij zag Dai kletsnat voor de zijn deur staan.
’’Wat doe jij nou hier?’’ vroeg Kenji verbaasd. ‘’Ik..Ik..’’, stamelde Dai. “Daisuki,’’ huilde Dai. Hij stormde naar binnen en sprong op Kenji. Ze vielen naar achter en hij zoende toen Kenji. Kenji schrok, maar hij stribbelde niet tegen. Toen begon Dai weer te huilen. Hij zei snikkend:’’Ik weet..n-niet w-wat ik nou m-moet doen…’’ Hij ging op de grond zitten. ‘’Rustig maar, Dai’’, zei Kenji en hij streelde over de rug van Dai. ‘’M-mijn ouders v-verwachten dat i-ik met een meisje thuiskom. Ze w-weten niet dat i-ik op jongens val. E-en ik wil ze ook niet teleurstellen..” Kenji knuffelde Dai. “Ik weet het. Het is lastig om het te vertellen, maar je moet het wel vertellen. En ik ga gewoon met je mee.’’ ‘’Doe j-je dat echt?’’ vroeg Dai. ‘’Ja natuurlijk, voor jou doe ik alles’’, zei Kenji en hij kuste Dai op zijn wang.
Kenji zag dat Dai begon te rillen en tilde hem op. Hij legde Dai op de bank. Hij pakte een deken en stopte Dai in. ''Oyasumi~. En als er wat is, kun je me altijd roepen.'' zei Kenji. ''Oké.'', zei Dai. Kenji liep naar boven.
Na een uur sliep Dai nog steeds niet. Hij lag te woelen onder de dekens. Hij sloeg de deken van zich af en liep stilletjes naar boven. Hij deed de deur van Kenji's kamer open en keek of hij sliep. Toen sloop hij naar binnen en ging bij Kenji in bed liggen.
Kenji wist dat Dai naast hem lag en sloeg een arm over Dai heen. Zo vielen ze in slaap.
De volgende ochtend wordt Dai wakker met een enorm ochtendhumeur. Hij voelt dat Kenji niet meer naast hem ligt. Met zijn rothumeur loopt hij naar beneden. Daar stond Kenji ontbijt klaar te maken. Kenji had Dai opgemerkt. “Zo Dai, lekker geslapen?’’ vroeg Kenji vrolijk. ‘’Mmmm…’’, bracht Dai uit. ‘’Oh en ik heb je ouders gebeld om te zeggen waar je was. Ik heb stiekem je mobiel gepakt’’, en Kenji begon te blozen. ‘’En ik heb ze verteld dat je vandaag even bij ze langs komt.’’ ‘’Je hebt wat gedaan?!’’ riep Dai uit. ‘’Jij.. Jij.. BAKA!’’ en Dai stampte naar boven.
Kenji stond nu alleen in de keuken. ‘’Wat heeft hij een ochtendhumeur zeg’’, zei Kenji lachend en hij ging weer verder waar hij mee bezig was.
Het werd middag en Kenji zat een boek te lezen op de bank. Hij zag vanuit zijn ooghoek Dai de trap afkomen. ‘’Sorry voor vanochtend, maar ik heb een enorm ochtendhumeur’’, zei Dai. ‘’ ‘’Geeft niet,’’ zei Kenji. ‘’Ben je klaar om te gaan?’’ ‘’Ja’’, zei Dai en liep met Kenji naar de deur.
Gelukkig was het niet zo ver lopen naar Dai’s ouders. Na vijf minuten waren ze er al. Dai belde zenuwachtig aan. De deur ging open en daar stond Dai’s moeder Yumiko in de deur opening. Ze knuffelde Dai. ‘’Ik heb gehoord van je vriend daar, uhm…Kenji, dat je iets wou vertellen aan ons?’’ vroeg Yumiko. ‘’Ja’’, zei Dai en liep naar binnen. Kenji groette vriendelijk Dai’ moeder. Ook groette hij Dai’s vader en ging aan de eettafel zitten. Yumiko en Dai’s vader Hiroshi kwamen erbij zitten. ‘’Nou vertel eens. Wat wou je tegen ons zeggen?’’ vroeg zijn vader. ‘’Nou, mam, pap’’, zei Dai voorzichtig. Kenji zag dat Dai het moeilijk had. ‘’Ik… val n-niet op m-meisjes, m-maar op j-jongens’’, en Dai begon te huilen. ‘’He, schat, het is goed dat je het ons heb verteld’’, zei zijn moeder. ‘’We hadden al zo’n vermoeden, maar we wisten het niet zeker’’, zei zijn vader. ‘’Dat geeft niet’’, viel Kenji hem bij. ‘’Maar ik heb nog een vraagje aan u. Is het goed als Dai een paar nachten bij mij komt slapen om even bij te komen?’’ vroeg Kenji. ‘’Ja, natuurlijk, dat is goed,’’ zei Dai’s moeder. ‘’En ik heb genoeg kleren, dus ik kan er ook een paar aan Dai geven’’, en Kenji lachte naar Dai’s ouders. Dai en Kenji stonden op en liepen naar de deur. Dai keek nog met tranen in de ogen naar zijn ouders en liep toen naar buiten.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.