Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » True Love » Hoofdstuk 4: De onvergetelijke scčne

True Love

30 maart 2013 - 15:16

2188

0

298



Hoofdstuk 4: De onvergetelijke scčne

Derpyderp, volgende deeeeel~

‘’Je hebt het goed gedaan’’, zei Kenji en aaide over Dai’s hoofd. Als hij wil opstaan van de bank pakt Dai Kenji arm en trekt hem naar de bank toe. Kenji viel op de bank en Dai sprong boven op hem. Dai begon Kenji te zoenen en hij streelde over de buik van Kenji. De hand van Dai ging steeds lager naar beneden, totdat hij bij de knoop van Kenji’s broek kwam. Hij wou hem losmaken, maar Kenji pakte Dai’s hand vast. ‘’Nu nog niet oké’’, bracht Kenji fluisterend uit. ‘’Waarom niet?’’ vroeg Dai. ‘’Straks komt Akida,'' zegt Kenji snel. ''Het was toch uit?'' vroeg Dai. ''Ja....,'' zei Kenji. ''Nou waarom moet je dan tegen me liegen. Vind je me niet meer leuk?'' vroeg Dai. ''Natuurlijk vind ik je leuk.'' ''Nou laat mijn hand dan los, dan kunnen we verder gaan.'' ''Nee,'' zegt Kenji bot. ''Je denkt dat je nu alles kan doen, maar dat is niet zo. Ik heb nu gewoon niet zo zin in dit'', en hij duwt Dai van zich af. Hij maakt zijn knoop weer vast en stond op. ''Ik ben boven en hopelijk kan je koken, want dat doe ik vandaag niet'', en Kenji liep naar boven.
Dai rende achter Kenji de trap op. Hij deed de deur van Kenji’ kamer open en begon te huilen.
‘’S-Sorry dat i-ik zo aandringerig was. H-het spijt m-me,’’ en Dai viel op zijn knieën. Kenji liep naar Dai toe en knuffelde hem. ‘’He, het geeft niet. Ik zou sorry moeten zeggen,’’ en hij zoende Dai. Dai hield op met huilen en begon te blozen. Toen tilde Kenji Dai op en legde hem op zijn bed. Kenji ging met zijn hand onder Dai’s shirt. Hij begon Dai te strelen en in zijn nek te zoenen. ‘’Nee……Kenj-ji,’’ zei Dai fluisterend. Kenji ging steeds lager met zijn hand. Hij kwam bij de tepel van Dai en kneep erin. Dai kreunde zachtjes.
Kenji begon te glimlachen. ‘’Ik weet dat je het lekker vindt,’’ zegt Kenji en hij kneep nog eens in Dai’s tepel. Dai begon te blozen. ‘’K-Kenji, asjeblieft….’’ Kenji trok Dai’s shirt uit en begon te zuigen en te bijten op de tepel van Dai. ‘’Hnn~,‘’ kreunt Dai.
Dan gaat Kenji verder naar beneden met zijn mond en likt Dai’s buik.
‘’K-ken..jii~,’’ kreunt Dai weer. Kenji gaat met zijn hand naar de rits van Dai’s broek. Hij maakt hem langzaam los. Dai knijpt met zijn handen in het dekbed.
‘’Iy..aa~’’ probeert Dai uit te brengen.
Dan, als de rits los is, gaat Kenji met zijn hand in Dai’s boxer.
‘’Hnnnn~’’ kreunt Dai. ‘’Ik…kan..hier..niet..tegen..~’’
Wat Dai en Kenji niet hoorde is dat er iemand Kenji’s huis was binnengekomen. De persoon liep naar boven en deed de deur van Kenji’s kamer open.
’’Kenji! Ik kom nog wat spullen……O.o’’ Het was Akida die daar in de deuropening stond.
’’WTF ZIJN JULLIE AAN HET DOEN!?!?!’’ roept Akida.
Kenji kijkt op en zegt: ’’Rustig Akida, het stelt niets voor.’’ Hij haalde zijn hand uit Dai’s boxer en stond op. Hij liet Dai hijgend op het bed achter. Hij loopt naar Akida toe en probeert haar uit zijn kamer te zetten.
’’Ik zie aan je ogen dat je nog van me houdt en niet van dat ding daar’’, zei Akida en voordat ze in de deuropening stond, zoende ze Kenji volop zijn lippen.
In Dai’s ogen zag het eruit alsof Kenji nog steeds van Akida hield.
Met een rood hoofd en een blik vol afschuw begon Dai te schreeuwen.
’’JE HEBT TEGEN ME GELOGEN, KENJI!’’ roept Dai. ‘’IK DACHT DAT JE VAN MIJ HIELD EN NIET VAN AKIDA, MAAR DAT HEB IK DUS VERKEERD GEZIEN!’’
Dai kon het niet meer aanzien en kreeg tranen in zijn ogen. Hij pakte zijn shirt en rende huilend de kamer uit.
Beneden trok Dai zijn shirt aan en rende naar de voordeur.
’’Dai! Wacht nou! Het is niet wat het lijkt!’’ riep Kenji vanaf zijn kamer maar hij zag Dai niet meer. Het enige wat hij hoorde was de harde klap die de deur maakte.
‘’Zo daar zijn we ook weer vanaf’’, zei Akida lachend en zoende Kenji weer.
’’Laat me met rust, vuile trut! Flikker op!’’ schreeuwde Kenji en hij duwde Akida naar achteren, waardoor ze tegen de muur viel. Hij rende de trap af en opende de voordeur. Met een klap smeet hij de deur dicht en Kenji stond buiten.
Hij keek om zich heen, maar hij zag Dai nergens.
Hij rende een heel stuk verder, maar hij zag Dai nergens. Al gauw gaf hij het op en liep terug naar zijn huis. Hij hoopte dat Akida weg was, anders had ze een groot probleem.
Eenmaal bij zijn huis aangekomen te zijn, en Kenji de voordeur opende, zag hij dat Akida gelukkig al verdwenen was.
Kenji pakte de huistelefoon en belde Dai op zijn mobiel. Maar Dai nam niet op en Kenji kon ook geen voicemail inspreken. Van woede smeet hij de huistelefoon op de grond en begon te schreeuwen.
Daarna zakte hij door zijn knieën en hij bleef op de grond zitten totdat hij in slaap viel.

Inmiddels was Dai aangekomen bij het huis van zijn ouders en belde aan. Zijn moeder deed open en zag Dai huilend voor de deur staan.
’’Dai! Wat is er gebeurd!?’’ riep zijn moeder. ‘’I-ik…’’, maar Dai kwam niet uit zijn woorden en begon nog harder te huilen.
’’Ga maar even op de bank zitten. Vertel het ons maar wanneer je weer rustig bent’’, zei zijn moeder.
’’Hiroshi, schenk even een glas water in voor Dai’’, zei Yumiko. Ze zei dat, want ze zag dat haar man al naar beneden was gekomen om te zien wat er was gebeurd.
Dai liep snikkend naar de bank en ging zitten. Zijn moeder ging naast hem zitten en zijn vader gaf aan Dai het glas met water.
Dai dronk wat water en werd wat rustiger. Hij gaf het glas terug aan zijn moeder
’’Wat is er gebeurd waardoor je zo moet huilen?’’, vroeg zijn moeder bezorgt.
’’Nou, i-ik was bij K-Kenji en alles g-ging goed totdat A-Akida, Kenji’s ex-vriendin, binnen kwam en ons z-zag zoenen. Ze vroeg aan Kenji wat er gebeurde, maar Kenji zei dat het
n-niets voorstelde. Toen liep Kenji op Akida af en Akida begon hem te zoenen en ze zei volop in mijn gezicht dat Kenji nog van haar houdt.’’ Dai begon weer te huilen.
’’Rustig maar Dai’’, en zijn moeder gaf hem weer het glas water.
‘’Maar wat ik niet snap, is dat Kenji toch ook op jongens viel en niet op meisjes?’’ vroeg zijn vader.
’’I-Ik w-weet het n-niet. I-Ik dacht d-dat hij ook o-op mij verliefd w-was, maar d-dat is dus n-niet zo’’, zei Dai snikkend.
’’Wacht maar, ik ga eens met die jongen praten en dan is hij nog lang niet jarig’’, zei zijn vader en maakte een bal van zijn hand.
’’N-niet doen. Ik regel h-het zelf wel. D-dan heeft hij g-geen last meer van me’’, zei Dai.
Zijn ouder wisten niet precies wat hij bedoelde, maar vroegen niet door. Ze zagen al dat hij genoeg pijn had geleed.
De hele avond hebben ze Dai verwend. Dai was blij dat hij kon terugvallen op zijn ouders.
Die avond toen Dai in zijn bed lag, kon hij niet slapen. Hij dacht de hele tijd aan Kenji.
Toen stond hij op en liep naar zijn bureau. Hij pakte twee gelinieerde blaadjes en begon er iets op te schrijven.

De volgende ochtend was Dai eerder opgestaan. Vraag me niet waarom, want dat lees je later!
Hij kleedde zich aan en pakte de twee blaadjes die hij gister geschreven had. Hij liep naar beneden en legt daar het eerste briefje op de eettafel. Toen liep hij naar buiten en pakte zijn fiets.
Even later kwam hij aan bij het huis van Kenji. Hij duwt het tweede briefje door de brievenbus in de deur. Toen hij terug wou lopen, viel hij over een steen. -.-
Snel pakte hij zijn fiets en fietste naar de flat van 5 hoog.
Kenji schrok wakker van een geluid dat hij buiten hoorde. Gapend liep hij naar de deur om te kijken wat er aan de hand was. Net toen hij de deur open wilde doen, zag hij een briefje op de grond liggen. Hij raapte het op en begon het te lezen:
Kenji,

Ik dacht dat ik je kon vertrouwen. Ik dacht dat je anders was. Maar dan ben je dus niet. Waarom gebeurd dit nou toch bij iedereen die ik vertrouw.? Ik vertrouw ze en dan laten ze me vallen. Ik ben het zat! Ik heb dit 12 jaar lang mee moeten maken.. Elke dag weer opnieuw. Elke dag bleven ze me pesten. Toen dacht ik eindelijk iemand te hebben gevonden, verhuisde hij. En toen vond ik jou. Ik dacht dat ik gelukkig was. Voor het eerst in mijn leven. MAAR JE HEBT ME GEWOON BEDROGEN ZOALS AL DIE ANDERE MENSEN! Ik ga hier een einde aan maken. Dag Kenji.

Dai.


‘’Gaat Dai…….’’ Kenji durfde het woord niet uit te spreken. Snel pakte hij de huistelefoon en toetste het nummer van Dai’s ouders in.
De telefoon ging over.
’’Hallo, met Nakamura Hiroshi.’’
’’Meneer Nakamura, met Kenji. Ik werd vanochtend wakker en vond een briefje van Dai waarop stond dat hij afscheid nam.
Toen barste Kenji in tranen uit.
‘’Rustig Kenji. Hier heb je Yumiko, want ik zie ook zo’n zelfde briefje op de eettafel liggen.’’
Hiroshi liep weg en pakte het briefje. Hij las het voor:
Lieve mam en pap,

Jullie houden van me en ik hou van jullie met heel mijn hart, maar ik kan het niet meer aan.
Er is zoveel gebeurd de afgelopen jaren.
Nu neem ik afscheid van jullie met pijn in mijn hart, maar ik weet gewoon niet meer wat ik moet doen. Het spijt me.

Jullie zoon,
Dai


Op dat moment horen ze op het nieuws dat er een jongen bij Greenway Flat op het punt stond om te springen. Toen ze inzoomden op de jongen, zag Hiroshi dat het Dai was. ‘’Yumiko, zeg tegen Kenji dat we naar hem toe komen en hem ophalen! Ik start de auto’’, zei Hiroshi gespannen.
’’Kenji, we komen je ophalen. Waar woon je?’’ vroeg Yumiko
’’Bluestreet nummer 16’, zei Kenji en hij hing op.
Yumiko zette de telefoon terug en liep naar de auto. Ze stapte in en reed samen met haar man naar Kenji toe.
Ze pikte Kenji op en ze rijden naar Greenway Flat.
Er stond allemaal politie en een ambulance, maar gelukkig zagen ze dat Dai nog niet gesprongen was. Hij stond nog in het raam van de vijfde verdieping.
Kenji stapte uit en hij wou naar de deur rennen, maar werd tegengehouden.
‘’Je mag niet naar binnen’’, zei een mannenstem.
’’Maar het is mijn vriend en zonder hem kan ik niet leven!’’
’’Ook al is het je vriend, je gaat niet naar binnen’’, zei de mannenstem weer.
’’Kijk een crimineel!’’ riep Kenji en de agent keek naar rechts.
Nu kon Kenji naar binnen. Hij rende als een speer de trappen op. Na een minuut was Kenji boven.
Hij rende naar het raam waar Dai stond.
’’Dai! Niet springen! Asjeblieft! Zonder jou kan ik niet leven! Ik hou van jou en van niemand anders!’’ riep Kenji.
Dai draaide zich om en zei:’’Waarom zou ik niet springen? Je bent toch veel gelukkiger met Akida dan met mij! En iedereen blijft me toch maar bedriegen en gebruiken, DUS KAN IK NET ZO GOED DOOD ZIJN!!’’
Kenji zag dat Dai huilde en dat zijn voet steeds meer over de rand ging.
’’Asjeblieft, Dai! Ik heb helemaal geen gevoelens meer voor Akida. Zij zoende mij. Ik probeerde me los te trekken, maar zij hield me stevig vast. Het was echt niet mijn bedoeling om haar te zoenen!’’
’’Waarom zei je dan dat het niets voorstelde toen wij bezig waren!?’’ schreeuwde Dai.
’’Dat zei ik zodat ze snel wegging, maar dat deed ze dus niet.’’
Kenji probeerde langzaam naar Dai toe te lopen, maar Dai zag dat.
’’Nog een stap dichterbij en dan spring ik!’’ roept Dai huilend.
’’Dai, ik hou alleen van jou en van niemand anders! Jij bent speciaal voor me! Als jij springt, spring ik ook!’’ riep Kenji.
’’I-ik………’’, maar Dai kwam niet uit zijn woorden. Hij keek naar de grond waar alle mensen stonden en hij zag ook zijn ouders.
Toen draaide Dai zich om en zei huilend: ‘’Gomenasai..’’ En hij liet zich naar achter vallen.
Kenji kon nog net op tijd Dai’s hand pakken en trok hem naar zich toe.
Vanaf beneden zag je alle mensen verschrikt kijken en vroegen zich af of het wel goed ging daarboven.
’’Doe dit asjeblieft nooit meer’’, zei Kenji fluisterend.
Dai was in shock.
Toen kwamen er twee ambulancebroeders die Kenji en Dai meenamen naar beneden.
Beneden aangekomen, werd Dai meegenomen met de ambulance.
Kenji zat op de stoeprand voor zich uit te staren. Er kwamen twee mensen op hem af. Het waren Dai’s ouders. Ze kwamen naast hem zitten en knuffelde hem.
’’He, Kenji. Je hebt het goed gedaan’’, zei Yumiko.
‘’Niet waar! Door mij was hij bijna gesprongen!’’ riep Kenji.
Hij deed zijn handen voor zijn gezicht en begon te huilen.
’’Hé, zeg nou niet dat het door jou komt, want dat is niet goed. Je hebt zijn leven gered’’, zei Hiroshi.
Kenji sprong op en riep:’’MAAR HIJ HAD OOK DOOD KUNNEN ZIJN!’’
Door die gedachten werd hij duizelig. Hij begon te wankelen op zijn benen.
Het enige wat hij nog hoorde voordat het zwart voor zijn ogen werd was:’’Kenji! Gaat het wel goed?’’


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.