Hoofdcategorieën
Home » Overige » True Love » Hoofdstuk 6: De ontvoering
True Love
Hoofdstuk 6: De ontvoering
Dai zat rustig TV te kijken. Het was half 9 ‘s avonds. Bij de gedachte dat Kenji zo thuis zou komen, werd hij helemaal hyper.
Het was 9 uur en Kenji was nog steeds niet terug. Dai liep naar zijn moeder en vroeg:’’Mam, waarom is Kenji er nog niet?’’
“Het gesprek duurt vast langer. Ik denk dat hij zometeen wel belt. Dan is hij over een half uurtje hier’’, zei zijn moeder gerustellend en ze aaide Dai over zijn hoofd.
Het was inmiddels al 10 uur. Dai begon zich zorgen te maken. Hij pakte zijn mobiel en toetste het nummer van Kenji in. De telefoon ging over.
De auto was eindelijk gestopt en de mensen die in de auto zaten, stapten uit. Een van hun deed de kofferbak open. Kenji keek verschrikt naar de man en begon te schreeuwen.
‘’Het heeft geen zin om te schreeuwen, omdat niemand je hoort en omdat je tape op de mond hebt. -.-’’
Toen hoorde de man en Kenji een ringtone. Het kwam uit Kenji’s broekzak. De man pakte de mobiel uit de broekzak van Kenji en nam op.
‘’Hey, Kenji, met Dai. Waar ben je? Het is al 10 uur. Er is toch niets ergs gebeurd?’’ vroeg Dai bezorgd.
Zonder te antwoorden hing de man op. Hij mompelde:’’Nu weet ik zeker dat ik de goede persoon heb.’’ Mannen, til deze gast op en breng hem naar de cel.’’
‘’Ja, baas’’, zeiden 3 andere mannen en ze tilden Kenji op.
‘’Oh en zorg ervoor dat het tape van zijn mond eraf is, want ik wil hem namelijk spreken’’, zei de baas en hij begon te lachen.
‘’Ja baas.’’
‘’Mam!’’ riep Dai.
Dai’s moeder rende verschrikt op Dai af.
‘’Dai, wat is er? Je ziet eruit alsof je een geest hebt gezien.’’
‘’Ik belde Kenji om te vragen waar hij is en hij nam op, maar zonder wat te zeggen hing hij ook weer gelijk op.’’
‘’Rustig, Dai. Hij komt vast wel thuis. Zo niet dan bel ik morgenochtend wel de therapeut. Jij gaat nu je tandenpoetsen en naar bed.’’
‘’Oké, mam’’, zei Dai en liep naar boven.
Eenmaal boven poetste Dai zijn tanden en ging in zijn bed liggen, maar kon niet in slaap komen. Hij dacht steeds aan Kenji.
Voor de cel trok een van de mannen het tape van Kenji’s mond. Toen tilde een van de mannen hem op en gooide hem in de cel. Omdat Kenji’s handen nog steeds waren vastgebonden, kon hij niet op zijn handen landen. Daardoor kwam hij keihard met zijn schouder tegen de muur aan. Hij schreeuwde het uit van de pijn.
‘’Wat…willen…jullie…van…me?’’ bracht Kenji met moeite uit.
‘’Dat gaat de baas zo uitleggen’’, zei een van de mannen.
Wat Kenji opviel, is dat de drie mannen er allemaal jong uitzagen. Vooral de ene met het zwarte haar. De andere twee zagen eruit alsof ze 20 waren, maar de jongen met het zwarte haar zag eruit als 15. Veel tijd had Kenji niet om er over na te denken, want hij zag de baas aan komen lopen.
‘’Jongens, jullie kunnen gaan. Yuro, jou wil ik straks nog even spreken.’’
De jongen keek verschrikt naar zijn baas, maar hij zei:’’Oké, baas.’’
De drie jongens liepen weg en zo was Kenji alleen met de baas.
‘’Waarom zit ik hier opgesloten!?!?!?’’ roept Kenji.
‘’Dat zal ik je eens vertellen. Je bent hier vanwege je walgelijke vriendje Dai.
‘’Dai is niet walgelijk!’’ roept Kenji.
‘’Oh nee? Dan moet je dit maar eens horen’’, zei de baas en loopt naar de cel waar Kenji in zit, toe.
“Vroeger, op de basisschool, was ik beste vrienden met Dai. We deden alles met elkaar.
Toen kwam de tijd dat we naar de middelbare school gingen. We zaten gelukkig in dezelfde klas. Tegen de zomervakantie hadden we al plannen gemaakt over wat we gingen doen in de zomervakantie. Op de laatste schooldag zei mijn vader dat we gingen verhuizen naar een andere stad. Ik was er helemaal kapot van , maar gelukkig gingen we pas twee weken voordat school weer begon verhuizen.
Dai zei dat we contact zouden houden, maar na mijn verhuizing heeft hij niets meer van zich laten horen.
Toen ik 18 werd, mocht ik van mijn vader terug naar de stad waar we eerst woonden om daar een paar dagen te blijven. Het eerste wat ik zou doen, was Dai opzoeken. Toen ik richting het huis van Dai liep, zag ik jou samen met Dai.’’
De baas balde zijn vuist. ’’En het ergste was dat ik jullie twee zag zoenen.’’
De baas sloeg zijn vuist tegen de muur. ’’Nu neem ik wraak op Dai door zijn vriend af te pakken, zoals jij mijn Dai hebt afgepakt.’’
‘’Wat? Je neemt wraak op Dai door mij weg te halen van Dai?’’ zegt Kenji geschokt.
‘’Ja en het wordt geen prettig einde voor jou. YURO! Waar ben je!?’’ roept de baas boos.
‘’Hier…hier ben ik’’, zegt de jongen geschrokken.
‘’Ik wil graag dat jij deze jongen in de gaten houdt. Doe je dat niet, dan heb je een groot probleem’’ zegt de baas boos en hij kijkt de jongen strak aan.
‘’H-hai.’’ zegt de jongen.
De baas loopt weg en Kenji blijft alleen achter met de jongen.
‘’Laat me met rust’’, zegt Kenji.
‘’Kan ik niet. Ik moet je in de gaten houden, anders heb ik een groot probleem’’, zei de jongen met het zwarte haar een wreef aan zijn arm.
‘’Wat is er mis met je arm?’’ vroeg Kenji.
‘’Niets.’’
‘’Jawel, er is wel iets. Ik zie het aan je. Zeg het nou maar. Je komt er toch niet onderuit.’’
‘’H-hai..’’, zegt de jongen en hij zucht heel diep.
‘’Je zag toch net die jongen met dat witte haar? Dat is Ichiro, mijn broer. Hij is 18 jaar en hij is hier de baas van.’’
‘’Nou zeg maar tegen je broer dat hij me hier uit moet laten,’’ zegt Kenji en hij probeert op te staan.
‘’Blijf zitten! Wacht even,’’ zegt de jongen en hij loopt naar een kast. Daar haalt hij een verbanddoos eruit en doet het open. Hij pakt verband, een schaartje en een stuk tape.
‘’Wat ga je doen?’’ zegt Kenji.
‘’Ik moet je schouder verbinden anders gaat het ontsteken en doet het nog meer pijn.’’
De jongen loopt naar de cel, doet het open en gaat naast Kenji zitten.
Na 5 minuten zat het verband erop.
‘’Beter?’’ vraagt de jongen.
‘’Ja, dank je, maar ik weet nog steeds niet wat er mis is met jou arm,‘’ zegt Kenji.
‘’Nou, ik deed een keer iets fout en toen sloeg hij keihard met zijn vuist op mijn arm,’’ zegt de jongen en hij laat zijn arm zien waar een hele grote, blauwe plek op zit.
‘’Dat is niet normaal meer. Zeg even je naam en dan bel ik even de politie,’’ zegt Kenji en hij zoekt naar zijn mobiel.
‘’Mijn naam is Yuro, maar je kan de politie niet bellen. Ichiro heeft je mobiel afgepakt en de mijne ook,’’ zegt Yuro en hij staat op.
‘’Waarom help je me?’’ vraagt Kenji.
‘’Ik wil niet dat mijn broer jou zo behandeld. Jij hebt niets fout gedaan. Maar ik moet nu weg, ik hoor mijn broer roepen,’’ zegt Yuro en weg was hij.
De volgende ochtend.
‘’Mam!!’’ roept Dai vanuit zijn slaapkamer.
‘’Dai! Wat is er? Waarom ben je al zo vroeg wakker? Het is 5 uur ‘s ochtends,’’ zegt zijn moeder die moe zijn kamer in komt. Ze zag dat Dai huilde.
‘’Kenji is nog steeds niet terug!’’ zegt Dai en hij kijkt wanhopig naar zijn moeder.
‘’Rustig, rustig. Ik bel om 8 uur wel de therapeut om te vragen of hij er is geweest, eerder kan ik niet bellen. Probeer maar om nog wat te slapen’’, zegt zijn moeder geruststellend en aait Dai over zijn hoofd.
Kenji wordt wakker met een hevige pijn in zijn schouder. Dan ziet hij iemand voor zijn cel liggen. Het was Yuro.
‘’Yuro!! Yuro! Hoor je me?’’ roept Kenji.
Kenji kruipt met moeite naar het begin van de cel en probeert bij Yuro te komen, maar hij komt er net niet bij. Dan ziet Kenji Ichiro, de baas, aanlopen.
‘’Zo, ben je wakker?’’ vraagt Ichiro sarcastisch.
‘’Wat heb je met Yuro gedaan?’’ vraagt Kenji boos.
‘’Oh, ik kwam erachter dat hij jou heeft geholpen met je schouder en toen heb ik hem even een lesje geleerd’’, zegt Ichiro en hij begint te lachen.
‘’Jongens, neem Kenji mee. Zet hem dan op de stoel in die lege ruimte daar’’, zegt Ichiro en hij wijst naar een deur.
‘’Komt voor elkaar’’, zeggen de twee mannen en de openen de cel.
Ze pakken Kenji op en brengen hem naar de kamer. Ze zetten hem op de stoel en binden hem daaraan vast.
Kenji zag Ichiro de kamer inlopen.
‘’Zo, Kenji, je moet iets voor me doen.’’
‘’Ik ga niets voor je doen!’’ schreeuwt Kenji.
‘’Hou je mond dicht’’, zegt Ichiro en hij geeft Kenji een klap in zijn gezicht.
‘’Je gaat wel iets voor me doen, anders eindigt het heel anders met jou’’, zegt Ichiro en hij haalt iets uit zijn zak.
Het was een pistool. Ichiro richt het pistool op Kenji.
‘’Jij gaat Dai bellen en zeggen dat hij naar het Hakitiki bos moet komen. Alleen. Mannen, haal zijn telefoon’’, zegt Ichiro.
‘’Hai!’’, zeiden de mannen en weg waren ze.
Inmiddels was het al 10 over acht en Dai’s moeder stond aan de telefoon.
‘’Goedemorgen, meneer. Sorry dat ik u stoor, maar ik heb een vraagje. Is Kobayashi Kenji gisteravond bij u langs geweest? Want hij is vanavond niet thuisgekomen.’’
…
‘’Dus Kenji is niet langs geweest?’’, vraagt Dai’s moeder geshockt.
…
‘’Oké. Dank u wel’’. zegt Dai’s moeder en ze hangt op.
‘’Hiroshi! Bel onmiddellijk de politie!’’ roept Dai’s moeder.
‘’Mam, waar ik Kenji?’’ vraagt Dai bezorgd.
‘’Lieverd, Kenji is gisteravond niet bij de therapeut geweest en hij is ook niet thuisgekomen. Je vader belt de politie en die gaan Kenji opsporen. Hij komt echt wel weer thuis.’’
Net als Dai iets wil zeggen, gaat Dai’s mobiel af. Dai neemt op.
‘’Hallo, met Dai.’’
‘’Dai, met mij, Kenji.’’
‘’Kenji! Waar ben je? Wat is er gebeurd?’’
‘’Dai, rustig, ik kan niet lang praten. Kom straks naar het Hakitiki bos. En zorg dat je alleen komt. Niemand mag weten waar je naar toe gaat.’’
‘’Wacht!’’, maar Kenji had al opgehangen.
‘’Wie was dat?’’ vroeg zijn moeder.
Dai dacht terug aan wat Kenji had gezegd. Niemand mag weten waar je naar toe gaat.
‘’Ano…het was een vriend. Hij vroeg of ik zo naar hem wou komen.’’
‘’Weet het zeker?’’ vraagt zijn moeder bezorgt.
‘’Ja.’’
‘’Dan is het goed, maar wel 7 uur thuis zijn.’’
‘’Hai.’’
‘’Yumiko, de politie is hier over 5 minuten om vragen te stellen over Kenji’’, zegt Hiroshi.
‘’Man, ik ga’’, zegt Dai en hij loopt naar de deur.
‘’Maar Dai-’’ zegt zijn moeder, maar hij was al weg.
‘’Laat hem maar, hij moet het even verwerken’’, zegt Hiroshi.
‘’Oh, oke..’’, zegt Yumiko en ze gaat op de bank zitten en voor zich uit staren.
Dai gaat natuurlijk niet echt naar de vriend, maar hij gaat meteen naar het bos. Niets om hem heen boeit hem meer. Hij rent in tranen naar het bos toe en begint te schreeuwen.
‘’KENJI?!?! Waar ben je?!?!’’ roept Dai huilend.
Hij rent door het bos heen, zonder te weten waar hij heen gaat.
Dan ziet hij opeens iemand bij een boom zitten.
Dai komt dichterbij en ziet dat het Kenji is. Hij zit vastgebonden en is gewond.
‘’Kenji!! Wat hebben ze met je gedaan?’’ vraagt Dai.
Kenji reageerde niet. Dai schudde hem heen en weer, maar daar reageerde hij ook niet op.
Op dat moment werd er een pistool op Dai’s hoofd gericht. Dai kijkt omhoog. Het was een jongen met wit haar.
‘’Daar ben je dus. Ik wist wel dat je zou komen’’, zei de jongen.
Dai herkende de jongen meteen. Het was Ichiro, zijn vriend die was verhuisd.
‘’Ichiro! Wat heb je met Kenji gedaan?!’’ roept Dai uit.
‘’Mond dicht, Dai! Het gaat je niets aan. Mannen, bind Dai om die boom tegenover Kenji vast, dan kan hij zien wat ik met Kenji ga doen.’’
De twee mannen komen achter twee bomen vandaan en grijpen Dai bij zijn armen. Ze slepen hem mee naar de boom tegenover Kenji en binden hem daaraan vast. Het touw snijdt in Dai z’n polsen.
“LAAT ME GAAN!!’’ roept Dai uit.
‘’Kop dicht!’’ roept Ichiro en hij schiet in een boom die 30 cm naast Dai staat. Dai kijkt verschikt naar de boom en is meteen stil.
‘’Nu je eindelijk je mond hebt gehouden, zal ik je vertellen wat ik met Kenji heb gedaan of nog ga doen’’, zegt Ichiro en hij begint te lachen.
Dai slikt. Hij wil het niet horen. Zijn maag begint zich om te draaien.
‘’Het is nog een wonder dat je me herkent, na al die jaren dat je me alleen hebt gelaten. Ik dacht dat we vrienden waren, maar dat heb ik dus verkeerd gedacht. Nu is die achterlijke Kenji belangrijker hé?’’ en Ichiro schopt tegen Kenji’s been, waardoor hij verkrampt.
‘’STOP! Doe hem geen pijn. Asjeblieft’’, zegt Dai met tranen in zijn ogen.
‘’Moet jij eens zeggen. Weet je hoeveel pijn je mij hebt aangedaan, nadat ik was verhuist?! Het ergste was dat ik jullie twee nog zag zoenen! JE HEBT ME GEWOON F*CKING BEDROGEN!’’ roept Ichiro uit en hij schiet in Dai’s rechterarm. Dai begint te schreeuwen van de pijn en zijn maag begint nog meer de draaien. Hij geeft over. Met moeite probeert hij de zwarte vlekken voor zijn ogen weg te krijgen.
‘’Had je dat niet even binnen kunnen houden?’’ vraagt Ichiro met een vies gezicht.
‘’Hou…je..kop..’’, zegt Dai met moeite.
Als hij naar zijn wond in zijn arm wil rijken, komt Dai er weer achter dat hij vastgebonden zit. Het touwt snijdt weer in zijn polsen, maar deed keer hoorde hij iets knappen.
‘’Een van de touwen is geknapt. Dit is mijn kans om te vluchten en hulp te halen’’, denkt Dai. Hij wacht tot Ichiro dichterbij komt, maar dat gebeurd niet.
‘’Nu voel je eindelijk de pijn die ik heb gehad. Nu weet je eindelijk hoe ik me voelde!’’ roept Ichiro en hij schiet opeens in Kenji’s been.
‘’KENJI!!’’ roept Dai met grote ogen.
Kenji begint te kermen van de pijn en dan beweegt hij niet meer. Hij zit helemaal stil. Even lijkt het alsof zijn ademhaling is gestopt, maar dan ziet Dai dat zijn borst nog heel licht op en neer gaat. Alleen, Ichiro heeft dit niet door, en denkt dat Kenji dood is.
‘’Zo, nu ik van die af ben, kan ik me op jou richten’’, zegt Ichiro en hij komt op Dai af.
‘’Nu kan ik mijn kans grijpen’’, denkt Dai.
Hij wacht tot Ichiro voor zijn neus staat, en net wanneer Ichiro iets wil zeggen, trapt Dai in zijn maag. Meteen daarna trekt hij zijn handen los van het touw en begint met waas voor zijn ogen weg te rennen. Ichiro ligt op de grond te kreunen van de pijn. Een van de mannen helpt Ichiro overeind en de andere man rent achter Dai aan.
Dai belt tijdens het rennen naar de politie en schreeuwt in de telefoon: ’’KOM ASJEBLIEFT NAAR HET HAKITIKI BOS! ZE HEBBEN KENJI!!’’
Voordat Dai nog kan zeggen waarom, wordt hij in zijn rechterbeen geschoten door een van de mannen en valt op de grond. Het wordt helemaal zwart voor zijn ogen.
Aan de andere kant van de lijn horen ze een schreeuw en toen werd er opgehangen.
De man die aan de telefoon was met Dai, waarschuwt meteen de politie. De politie rukt er meteen op uit en niet veel later komen ze bij het bos terecht.
Ze horen nog meer schoten en rennen het bos in. Daar zien ze een jongen op de grond liggen met een schotwond in zijn been en arm. Een van de agenten belt meteen een ambulance. De rest van het team rent verder het bos in en zien nu drie mannen staan met geweren en een jongen die vastzit aan een boom.
‘’LAAT DE GEWEREN VALLEN!’’ roept een van de agenten.
Ichiro en zijn mannen proberen nog weg te rennen, maar de politie had ze al snel gevangen.
Dan komt er een ambulancebroeder aangerend en gaat meteen naast Kenji zitten. Hij checkt over hij nog ademt en zo snel als hij kan maakt hij Kenji los en neemt hem mee naar de ambulance. Daar wordt hij samen met Dai, die nu ook buiten bewustzijn is, afgevoerd naar het ziekenhuis.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.