Hoofdcategorieën
Home » One Direction » stand alone (1D And Youtubers) » Onverwacht (Harry Styles)
stand alone (1D And Youtubers)
Onverwacht (Harry Styles)
Elke morgen loop ik vijf kilometer naar school. Wat ik niet erg vind hoor, ik moet er alleen wat vroeger voor mijn bed uit. Blair maakt me altijd op tijd wakker zodat ik niet te laat op school kom. Ze is als een soort moeder voor me. Nadat mijn eigen moeder me liet stikken, adopteerde ze mij. Omdat ze niet wilde dat ik naar een pleeggezin zou gaan. Ze is echt een schat maar ze is niet zo oud als de gemiddelde moeder. Ze is 79 jaar oud, ze kan niet meer alles zelf doen. Haar man Erik, is tien jaar geleden overleden aan kanker. Sindsdien heeft ze een werkster en ik doe ook veel voor haar. Dat vind ik niet erg hoor, ik doe het graag. En ze heeft vroeger genoeg geld verdiend om mij te kunnen onderhouden. Terwijl ik naar de musjes in de boom kijk en dagdroom over Harry, zie ik niet dat er om de hoek van de weg een auto met volle snelheid op me af komt rijden.
Ik hoor een bekende stem roepen ‘Pas op, Sarah!’
Snel stap ik over de rand van de stoep, tenminste dat is de bedoeling want ik struikel en val languit op de stoep.
Ik schrik als ik merk dat er iemand naar me staat te kijken en kijk op. Het is Harry die mijn hand vast pakt, me geschrokken in mijn ogen kijkt en vraagt of alles oké is.
‘Ja hoor, niks aan de hand’ zeg ik met een geforceerd lachje.
‘Je viel anders behoorlijk hard.’ zegt Harry.
‘Valt wel mee, hoor.’ zeg ik terwijl hij nog steeds mijn hand vast hout en ik besluit hem nooit meer los te laten. Hij helpt me overeind. ‘Kijk maar ik kan nog gewoon lopen, kijk maar!’ Ik maak een soort vreugde dansje. Harry lacht en doet vrolijk mee. ‘Dus je hoeft niet naar de dokter ofzo?’ ‘Nee hoor, alles is oké!’
‘Ben je soms bang voor de dokter?’ vraagt hij lachend.
‘Zoiets’ lieg ik, om van zijn vragen af te zijn.
‘Spring dan maar achter op mijn fiets anders komen we te laat op school.’
Hij laat mijn hand los en gaat op zijn fiets zitten. Snel ga ik achterop zitten. Ik kijk naar zijn rug terwijl we naar school fietste. Hij heeft een rood shirt aan, waar met grote zwarte letters op staat: Do You Like Me To? . Het is me nog niet eerder opgevallen. Ik merk dat ik begin te blozen. Gelukkig kan hij me niet zien. Zou hij dat expres hebben gedaan?
Terwijl we bij school aankomen en Harry zijn fiets weg zet vraagt hij nog een keer of alles echt oké is.
‘Natuurlijk dat merk je toch!’ zeg ik vrolijk.
‘Stoer’ zegt hij kort.
‘Huh, hoezo stoer?’
Hij kijkt me met dezelfde schitterende ogen aan als maandag terwijl hij zegt ‘Omdat er niet zoveel meiden zijn die languit op de grond vallen en dan zeggen dat er niks aan de hand is.’
‘Eh ja, help me er nog even aan herinneren.’ zeg ik.
‘He, waaraan?’ vraagt hij.
‘Aan het val gedeelte.’
‘Oh, sorry.’
‘Geeft niet.’ zeg ik.
Als de bel gaat lopen we snel naar het goede lokaal. Gelukkig gaat Harry net als gisteren weer naast me zitten. Ik pak mijn wiskundeboek en zoek de goede bladzijde op. Naast me zit Harry uit het raam te staren.
‘Hè, hallo waar denk je aan?’ vraag ik terwijl ik met mijn hand voor zijn ogen wapper.
‘He, wat?’ zegt hij als hij verschrikt naar me opkijkt.
‘Wat moesten we maken voor wiskunde? ’Vraag ik snel.
‘Oh, ik geloof tot 35.’ antwoord hij lachend.
‘Bedankt’ zeg ik terwijl ik terug lacht.
Harry woont in een bibliotheek. Dat is het eerste wat ik denk als ik zijn kamer binnen stap. Er staat een kleine kast van eikenhout en onder zijn bed staan een paar dozen vol spullen. Op de kast staat een goedkope cd speler met één cd-hoes van Gavin Degraw. Net alsof dat dag en nacht zo is, klinkt Follow through door zijn kamer. Het zou me niet verbazen als dat ook echt zo is. De twee muren die nog over zijn, zijn vol getimmerd met boekenplanken vol boeken. In het midden nog één kast vol en naast zijn bed slingeren nog tientallen boeken over de grond. Hij leest ze vast allemaal tegelijk. Op zijn nachtkasje liggen 2 exemplaren van de sonnetten van Shakespeare, helemaal versleten. En een zaklamp.
‘Wouw.’ fluister ik net hard genoeg, zodat hij me kan horen.
‘Ja ik weet het. Ga je nu gillend wegrennen?’ zegt hij lachend.
‘Nee, nee.’ starend naar al die boeken. Het zijn niet eens boeken met zombies of stripboeken. Het zijn allemaal verschillende genres, trillers, sprookjes, romans, horror, poëzie.
‘Het liefst lees ik trillers of poëzie maar dat ligt vooral aan hoe ik me op een moment voel.’
‘En Shakespeare is je favoriet?’ wijzend op de bundels.
‘Ja, ik kan het blijven lezen. Het is net alsof ik het elke keer voor de eerste keer lees.’
‘Ik wist niet dat je zoveel leest?’
‘Ja, dat is eigenlijk mijn enige hobby. Als ik jouw niet mee tel natuurlijk.’ Hij grijnst.
‘Oké, dus ik ben je hobby?’ ik ga op het bed zitten omdat er geen bank is of stoelen zijn. Hij komt naast me zitten.
‘En wat zijn jouw hobby’s, als je mij niet meetelt dan hé?’ Hij kijkt bedenkelijk.
‘Ik teken graag.’
‘En kan je het ook?’
Ik heb niet zo heel veel zelfvertrouwen. Toch vindt ik mijn tekeningen wel mooi. ‘Ja.’ zeg ik daarom gelijk.
‘Goed zo. Mag ik het zien?’ vraagt Harry.
Ik pak mijn schoudertas van de grond en haal mijn schetsboek er uit.
‘Ik heb deze nog maar een paar maanden dus er staat nog niet zoveel in.’ Hij pakt hem aan. ‘Maakt niet uit.’ een glimlach.
Op de eerste bladzijde staat de zonsondergang met prachtige gele, oranje, rode en gouden kleuren afgebeeld. Vanaf mijn kamerraam kan ik hem goed zijn. Dan kijk ik uit op het parkje waar de mensen doorgaan met wat ze doen zonder te weten dat ze getekend worden. Ze lachen niet geforceerd dat is het fijnst.
‘Wat mooi.’ zegt Harry. Hij meent het.
‘Dankje.’ De tweede tekening is er een van Harry. Die eerste dag op school.
Hij staat voor in de klas, al de aandacht op hem bevestigd. Met op de achtergrond het schoolbord. Hij glimlacht, de blik die hij mij gaf.
Hij grinnikt ‘Vind je het stom?’ vraag ik.
‘Nee nee, heel lief.’ zijn ogen twinkelen. De andere tekeningen zijn van andere momenten met Harry. Eentje van Blair en nog eentje van de zonsondergang.
‘Sorry Meneer ik heb geen pen bij me.’ zegt Harry tijdens de Engelse les.
‘Dan moet je er maar eentje regelen, Styles.’ zegt Meneer Brooks chagrijnig.
Harry draait zich naar me toe. ‘Heb jij misschien nog een pen?’ hij lacht lief.
‘Nee sorry, ik heb er maar één.’ antwoord ik.
‘Je mag mijn pen wel lenen.’ horen we achter ons. Verbaasd kijken we naar Rosa die sinds een paar weken achter ons zit. Ik heb haar nooit gemogen omdat ze voordat ik Harry kende, altijd stomme opmerkingen tegen me maakte. En Harry vind dat ze zo uit de hoogte doet.
‘Hier’ ze geeft Harry een pen, die hij per ongeluk laat vallen.
‘Doe er wel voorzichtig mee hoor!’ zegt Rosa.
‘Wat? Is hij van goud of zo?’ zegt Harry sarcastisch terwijl hij de pen oppakt.
Ik lach en ben benieuwd wat Rosa daarop gaat zeggen.
‘Nee natuurlijk niet hij is van zilver, lach niet stom mens.’ ze kijkt me heel boos aan waardoor ik nog harder moet lachen.
Dan opeens, uit het niets schreeuwt Meneer Brooks door de klas ‘Stilte, aan het werk!!!’
Als de laatste bel gaat loop ik naar buiten en zie Harry bij zijn fiets staan. Hij kijkt zoekend rond. Als hij me ziet zwaait hij en lacht. Ik loop rustig op hem af en als ik bijna bij sta zegt hij ‘Heb je iets te doen?’
‘Nee?’ zeg ik nieuwsgierig.
‘Zullen we naar het parkje gaan?’ vraagt hij hoopvol.
‘Leuk!’ zeg ik.
Harry springt opgelucht op zijn fiets en klopt op zijn bagage drager.
‘Kom, ga zitten.’ zegt hij lief.
Ik lach naar hem en ga zitten. Terwijl hij naar het parkje fietst vraagt hij ‘Heb je eigenlijk een fiets?’
‘Nee, moet dat dan?’ antwoord ik.
‘Nee hoor, ik was alleen nieuwsgierig. Moeten we hier links of rechts?’
‘Ach, weet meneer de weg nog niet?’ vraag ik lachend.
‘Nee sorry, zo slim ben ik nou ook weer niet!’ hij moet ook lachen.
‘Je moet naar rechts.’ zeg ik. Ik kijk naar zijn zwart krullende haar dat grappig op en neer springt in de wind. Net op dat moment kijkt hij om, en ziet dat ik naar hem kijkt. Hij lacht zijn perfect witte tanden bloot.
‘Zit je nog goed?’ zegt hij terwijl hij me nog steeds aankijkt.
‘Ja hoor.’ zeg ik en geschrokken ‘Kijk uit!!’ Omdat hij bijna tegen een oud mannetje opbotst die midden op de weg loopt. Harry maakt een bochtje om de man heen en fietst weer veder.
‘He, jongelui kijk een beetje uit waar je fiets. Heb respect voor de ouderen!!!!!’ zegt het mannetje met een heel boos gezicht en daar achteraan. ‘De jongelui ook van tegenwoordig, tssss!!!’’
Als we de straat uit zijn gereden kijkt Harry me aan. Tegelijk moeten we alle twee lachen. ‘Harry, wat deed je nou?!’ zeg ik nog steeds lachend.
‘Sorry, ik was afgeleid.’ zegt hij alsof dat alles zou verklaren.
‘Door wat dan?’
‘Nou door jou, natuurlijk.’zegt hij en begint te blozen.
Waarop ik ook ga blozen.‘Dank je, denk ik.’zeg ik verlegen.
Hij lacht naar me en kijkt dan weer waar hij fietst. We komen bij het parkje aan en ik laat me van de bagage drager af glijden. Het is een zonnige dagen, nogal heet. Wat best raar is want de laatste dagen regent het verschrikkelijk. Gelukkig is het bijna zomer, dan gaat eindelijk de zon weer wat vaker schijnen, denk ik.
‘Heb jij het ook zo heet?’ vraag ik aan Harry.
‘Ja’ zegt hij grijnzend ‘Daar is maar een ding aan te doen.’
‘Wat dan?’
‘Dit!!’ hij trekt zijn shirt, schoenen en sokken uit en springt de vijver in. Als hij boven komt en mijn geschrokken gezicht ziet zegt hij ‘Wat is er? Kom er ook in.’ en duikt het water weer in. Langzaam trek ik mijn schoenen, sokken en vest uit en spring het water in. Als ik weer naar boven kom kijkt hij me verwondert aan, lacht. Opeens staat hij zo dichtbij me dat er niemand meer tussen ons zou kunnen staan. Mijn hart staat een paar seconde stil en begint dan sneller te kloppen. Verlegen kijk ik weg. Hij pakt voorzichtig met één hand mijn kin vast en draait hem zijn kant op. Hij is een kop groter als mij dus ik moet omhoog kijken om hem aan te kunnen kijken. Hij zegt met glinsterende ogen ‘Niet afgezaagd bedoelt maar je bent echt het mooiste meisje dat ik ooit heb gezien.’ hij lacht lief, zoals hij altijd doet.
Ik raap snel mijn moed bij elkaar en zeg ‘Niet afgezaagd bedoelt maar je bent echt de knapste jongen die ik ooit heb gezien.’ Ik loop door het water een stukje dichter naar Harry toe. Mijn lang, witte jurk plakt tegen mijn benen. Ik zet nog een stap maar struikel. Terwijl ik naar voren val pak ik hem in een reflectie bij zijn arm. Hij schrikt en valt naar achter. Snel hou ik hem tegen en trek hem omhoog. Hij grinnikt ‘Zo jij bent snel zeg, heb je dat van je ouders geleerd ofzo?’
‘Eh, nee.’ zeg ik aarzelend en besluit om het maar meteen te zeggen. ‘Ik heb geen ouders.’ Eigenlijk best vreemd we hebben over bijna alles gepraat behalve onze ouders.
Hij kijkt me aan met de schrik in zijn ogen. Wat ik echt verschrikkelijk vind om te zien. ‘Sorry dat ik er over begon, het spijt me.’
‘Dat maakt niet uit, je kon het niet weten. Hoe zit het met jouw ouders?’
‘Mijn vader is hardloper, jammer genoeg ben ik niet zo snel als jouw. Dat verwachten mensen namelijk wel van me. Met een vader die hardloopt.’
‘En je moeder?’
‘Mijn moeder is twee jaar geleden overleden bij een auto ongeluk. M’n vader zat naast haar in de auto. Hij zegt dat het zijn schuld was dat ze tegen een andere auto opbotste. Hij zegt dat hij mijn moeder afleidde, terwijl ze op de weg had moeten letten, want ze keek naar hem. Ze vond het altijd onbeleeft als je niet naar iemand keek als diegene praatte.’
‘Hoe gaat het nu met hem dan?’
‘Het eerste jaar was verschrikkelijk, mijn vader ging er kapot aan. Daarna ging het langzaam steeds beter. Hij ontmoette Marian en werd weer gelukkig. Marian hielp hem zijn verdriet te verwerken, ze werden verliefd. Hij ging weer
hardlopen want dat deed hij voor het ongeluk ook altijd. Om helemaal opnieuw te beginnen zijn we nu bij haar ingetrokken. Ze is heel aardig maar ik kan haar nog niet als mijn eigen moeder zien. Alles gaat nu eigenlijk wel weer goed’ zegt hij en lacht.
‘En hoe ging jij er mee om?’ vraag ik
Hij kijkt me verbaasd aan. ‘Dat heeft nog niemand aan me gevraagd. Ze vroegen altijd hoe het met mijn vader ging, niet hoe het met mij ging. Ik vond het verschrikkelijk natuurlijk. Ik vond het zo vreemd dat ze er niet meer was. Maar ik moest snel veder gaan. Mijn vader helpen met het huis houden enzo. Mijn vrienden zag ik niet meer, maar nu kan ik opnieuw beginnen.’ zegt hij een beetje somber.
Ik kijk hem in zijn ogen en geef hem mijn hand, die hij gelijk pakt. Gelukkig lacht hij dan weer.
We schrikken als we Roza achter ons horen roepen ‘Ach, zie ze nou schattig bij elkaar zitten.’ Snel draaien we ons om.
Achter ons staan Roza en een paar van haar vrienden uit andere klassen.
‘Wat moet je Roza?’ vraagt Harry geïrriteerd
‘Wat moet jij met haar, Harry?’ zegt Roza wijzend naar mij.
‘Je bent gewoon jaloers, ga nou maar weg.’ zegt Harry kalm.
‘Waarom zou ik jaloers zijn op dát.’ nog steeds wijzend naar mij.
‘Omdat ze heel ze heel knap en lief is, en jij bent een kreng.’
‘Heel erg bedankt.’ zegt Roza met een nep lachje.
‘Graag gedaan.’ zegt Harry op dezelfde toon.
‘Ga jullie gang jongens!’ roept Roza naar twee jongens. Ze lopen op me af en pakken me stevig vast zodat ik niet weg kan lopen. Harry kijkt eerst mij en dan Roza, geschrokken aan. ‘Laat me los!!’ schreeuw ik.
‘Haha, mocht je willen!’ zegt het meisje dat naast Roza staat toe te kijken.
‘hé, ben je doof of zo, laat haar los!’ Harry loopt naar me toe en probeert de jongens van me af te duwen, maar ze zijn veel breder en groter dan hem en hij valt op de grond. Een derde jongen houd hem vast zodat hij me niet meer kan helpen.
‘Doe het maar jongens!’ zegt Roza tegen de twee jongens die mij vast hebben.
De een begint in de hoogste boom te klimmen met mij op z’n rug. Ik heb al heel mijn leven last van hoogtevrees. Heel erg last van hoogtevrees. En dat weet Roza.
‘Laat me gaan, alsjeblieft.’ fluister ik tegen de jongen en ik grijp hem stevig vast.
‘Sorry, kan ik niet.’ fluistert hij terug.
‘Hoezo niet?’
‘Dan heb ik Roza straks tegen me.’
‘Hoe heet je eigenlijk?’ vraag ik terwijl ik mijn ogen stijf dicht knijp en niet probeer te denken aan de feit dat ik zo naar beneden kan vallen.
Hij aarzelt even en zegt dan ‘Ik heet Louis en ik zal er voor zorgen dat Harry je straks uit deze boom haalt.’ Als ik even me ogen open doe zie ik dat we bijna boven zijn, zo twee meter van de grond. Ik geef een gilletje en grijp Louis nog steviger vast. ‘Het komt wel goed, ik laat je niet vallen.’ fluistert hij.
‘Schiet op!!’ roept Roza van beneden. Louis zet me op de hoogste tak en zegt dat ik me goed vast moet houden. Dan klimt hij snel naar beneden en gaat naast Roza staan. ‘Doei.’ zegt ze en lacht gemeen. Dan loopt ze weg samen met haar vrienden en als ze even niet kijkt fluistert Louis nog iets tegen Harry en loopt dan gauw Roza achterna. Ik probeer niet naar beneden te kijken en sluit mijn ogen, hoppend snel wakker te worden. Ik weet niet hoelang ik zo zit maar ik schrik op van Harry ‘Kom ik help je naar beneden.’ ik voel zijn arm om mijn schouders, als ik beneden ben barst ik in huilen uit. Ik sla mijn armen om Harrys nek en hij pakt me stevig vast. Zo blijven we staan tot het donker is.
Reacties:
aaaawwwhhh!!!
ik vind het in het midden alleen verwarrend dat je verschillende gebeurtenissen door elkaar gebruikt, als dat het geval is want zo heb ik het wel gelezen
verder is het awesome!!!
i really love it!!!
snel verder!!!
Het midden is idd verwarrend, was ze nou bij harry of op school?
maar het is echt super mooi geschreven!
en ook heel origineel!