Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » My Bloody Valentine [3-shot] » Het derde couplet

My Bloody Valentine [3-shot]

10 april 2013 - 19:09

1888

10

537



Het derde couplet

Tonight... He dropped you off and I followed him home.
Standing over him he begged me not to do.
What I knew I had to do 'cause I'm so in love with you.


In tegenstelling tot Harry wist ik dondersgoed dat ik een rol had in Cupido’s drama. Ik had de hoofdrol gekregen, ik alleen, en ik zou haar vol trots vervullen. Cupido zou trots op me zijn, daar zou ik eigenhandig voor zorgen. En ik zou er zelf ook nog baat bij hebben. Uiteindelijk. In de eerste instantie niet, maar het was het waard. Althans, dat hoopte ik.
Het was niet makkelijk geweest om te achterhalen waar ik precies heen moest, maar door de goede mensen aan te spreken was ik er toch achter gekomen. Louis was een flinke tegenvaller geweest – voor iemand die claimt alles van zijn beste vriend te weten, wist hij verrassend weinig over Harry en z’n affaire. Daarbij kwam dat ik niet teveel door kun zeuren, want ik mocht natuurlijk geen achterdocht wekken.
Tot mijn grote opluchting had ik alsnog genoeg informatie los weten te krijgen om het plan in werking te stellen. Waarschijnlijk had Louis intussen wel in de gaten dat er iets niet klopte – en als hij de krantenkoppen zag, zou hij het binnen enkele tellen begrijpen – maar hij kon er niets meer aan veranderen. Alles was goed gegaan en ik stond met een huurauto geparkeerd voor de deur van één of ander restaurant ergens in Los Angeles. Ik wist dat ze binnen waren. De witte Audi Q7 stond nog voor de deur en ik had ze zelf naar binnen zien gaan. Ze zaten waarschijnlijk in de vipruimte, of ergens anders uit het zicht. In ieder geval was ik niet in staat ze door het raam heen in de gaten te houden. Ik had geen idee waar ze waren en aan de ene kant was ik er dankbaar voor – ik wilde ze niet samen zien, ik zou ze ook niet samen kunnen zien zonder misselijk te worden. Daar was ik vrijwel zeker van.
Om de tijd te doden, gooide ik de radio aan. Ik moest een poosje zoeken en ik had geen idee welke radiostations in Amerika me bevielen. Uiteindelijk vond ik een station waar daadwerkelijk muziek gedraaid werd en de tijd niet gevuld werd met praatprogramma’s.
Ik leunde achterover in mijn stoel, stond mezelf toe ietwat te ontspannen. Zachtjes neuriede ik mee met de duizenden liefdesliedjes die voorbij kwamen. Aan de ene kant kon ik ze niet uitstaan, aan de andere kant vertelde ik mezelf dat ik binnen vierentwintig uur al mijn zaakjes op orde zou hebben. Ik glimlachte in mezelf en wachtte, wachtte. Wachtte.
De regen tikte zachtjes tegen de autoruit op het ritme van de muziek. Ik vond het wel gezellig, stiekem. Voor deze ene keer maakte het niet eens uit dat ik door de regen heen moest om alles rond te krijgen. Ik verheugde me zelfs al bijna op de koele regendruppels op mijn huid, de straaltjes water die uit mijn haar langs mijn gezicht zouden lopen. Ik glimlachte terwijl het harder begon te regenen, steeds harder, tot ik de radio harder moest zetten om de neerkletterende neerslag te kunnen overstemmen.
Uiteindelijk zag ik ze naar buiten lopen, samen, glimlachend. Hij droeg een paraplu, de idioot met de lange blonde haren. Mietje dat ‘ie was, een paraplu voor die twee meter die hij naar zijn dikke Audi moest lopen.
Zodra ik de twee gestaltes het trottoir zag betreden, plaatste ik mijn zonnebril op mijn neus. Ik wist dat het belachelijk was: het regende en de zon was allang onder, maar ze mochten me niet herkennen. Ik had al een pet op m’n hoofd, dus ik ging ervan uit dat ze me nu niet zouden herkennen. Tenzij ze me zochten, maar ik dacht niet dat Louis de puzzel al zover in elkaar gepast had. Zo slim was ‘ie nou ook weer niet.
Met de zonnebril was het allemaal net iets lastiger te volgen. Alles werd net een tintje donkerder en ik kneep mijn ogen tot spleetjes om het tweetal goed te kunnen volgen. Ze liepen rechtstreeks naar de auto en Duitser (dat had Louis me dan wel weer kunnen vertellen) begeleidde Harry naar de deur zodat hij niet door de regen hoefde. De gekrulde jongen stapte in, waarna de blonde zich naar de linkerkant van de auto begaf en ook instapte. Het bleef raar om aan de linkerkant te rijden, ook voor mij, maar het was het allemaal waard.
De auto trok op en onmiddellijk startte ik ook mijn motor. Ik had geen tijd te verliezen en in de regen zou het waarschijnlijk minder opvallen dat ik ze volgde. Dat hoopte ik althans, want het zou in elk geval moeilijk zijn ze in het oog te houden. Maar Louis had me niet kunnen vertellen waar Bill woonde, dus dit was mijn enige kans.
Toen ik de straat herkende waarin Harry’s hotel stond – ook dat had Louis me weten te vertellen, maar ik durfde het risico niet te nemen ervan uit te gaan dat Harry er ook daadwerkelijk zou overnachten, ondanks de eisen van management – hield ik stil. De auto stopte en ik zag Harry’s schim vaag de auto uit stappen, de straat over lopen richting het hotel. De Duitser nam niet de moeite hem te begeleiden, bleef gewoon met zijn luie reet in de auto zitten en keek toe hoe zijn vriendje natregende. Idioot.
Vrijwel onmiddellijk trok hij weer op en reed hij verder. Ik volgde op veilige afstand, kon slechts hopen dat hij me niet zag, maar ik wist heel goed dat hij waarschijnlijk ook weer niet zo naïef was. Ik was dan ook maar half verbaasd toen hij zijn Audi langs een verlaten landweggetje parkeerde en uitstapte. Zonder paraplu dit keer, dan was het dus menens.
Automatisch stopte ook ik mijn auto. Ik kon wel doorgaan, ik kon wel verder rijden, maar dan zou ik nooit te weten komen waar hij woonde, dus dat was geen optie. Ik moest het weten, en daarbij werd ik gesteund door niemand minder dan Cupido zelf, dus wat had ik nou helemaal te verliezen? Hij was degene die zou moeten vrezen.
Terwijl hij op me afstampte, scanden mijn ogen zijn lichaam eens goed. Ik moest toegeven dat hij er niet verkeerd uitzag. Lang, slank en zijn pas had iets zelfzekers, maar ik ging me niet bang laten maken. Daar had ik geen tijd voor en daar had ik geen zin in.
Luid tikte Bill tegen het raampje van mijn huurauto en onschuldig rolde ik het raampje een klein stukje naar beneden. ‘Ga weg,’ sneerde de jongen en zelfs in die twee kleine woordjes klonk zijn Duitse accent onmiskenbaar door. Ik moest mijn best doen om een glimlach te onderdrukken, zei helemaal niets. De jongen ging door: ‘Ik weet niet wat je wilt, maar je gaat het niet krijgen.’
Ik kon het niet langer onderdrukken en een glimlach verspreidde zich over mijn gezicht. Harry had blijkbaar niet genoeg over me verteld om hem me te doen herkennen, niet met zonnebril en pet.
‘Ik bel de politie,’ dreigde hij toen, waarop ik mijn schouders ophaalde. Hij ging zijn gang maar, Cupido zou wel één of ander excuus verzinnen om ervoor te zorgen dat ik mijn plan alsnog door kon voeren.
De jongen gaf een gefrustreerde trap tegen mijn huurauto – oh jee – en beende terug naar zijn Audi. Schaamteloos ging ik verder met mijn achtervolging en ik wist dat hij me van zich af probeerde te schudden, maar ik wist ook dat hij het onmogelijk eeuwig vol kon houden.
Na anderhalf uur kreeg ik gelijk en stopte hij ergens in een straat. Ik stopte mijn auto eveneens en zag hem uitstappen, naar zijn deur rennen. Ik maakte geen aanstalten achter hem aan te gaan, ik maakte geen aanstalten om überhaupt uit mijn auto te stappen. Toen hij vluchtig over zijn schouder keek om te zien of ik al dichterbij kwam, glimlachte ik zoetjes naar hem en zwaaide ik terwijl ik optrok en wegreed. De stortregen was weer gereduceerd tot motregen en ik wist zeker dat hij het gezien had. Vervolgens reed ik de straat uit, parkeerde mijn auto een aantal blokken verderop en liep door de druilregen terug naar het huis dat hij betreed had. Ik wachtte een poosje, had mijn zonnebril intussen in mijn broekzak gestopt en mijn pet lag in het gras naast de deur.
Toen mijn telefoon me vertelde dat het na vijven ’s morgens was, stond ik op. Mijn spieren waren intussen helemaal stijf geworden van de kou en het regende nog steeds, zachtjes. Ik drukte lichtjes op de deurbel en luisterde glimlachend naar de klanken die het door het huis stuurde.
Er kwam geen reactie.
Natuurlijk kwam er geen reactie, dus belde ik nog een keer. En nog een keer. En nog een keer, net zolang tot ik lichten aan zag gaan op de bovenste verdieping. Ik ging nog even door met bellen, tot ik daadwerkelijk voetstappen de trap af hoorde komen. Twee tellen later ging de deur open en stond ik oog in oog met een slaperige Bill Kaulitz. Ik glimlachte onschuldig naar hem. ‘Sorry voor het ongelegen tijdstip, maar ik moet even met Harry spreken.’
In de eerste instantie vertrok het gezicht van de Duitser, maar hij leek me al snel te herkennen. ‘Zayn, toch?’ vroeg hij, zijn stem niet meer dan een licht gebrom. Ik knikte en zonder pardon stapte ik langs hem heen de hal binnen.
‘Harry is er niet,’ sprak Bill, terwijl hij de deur achter zich sloot – waarschijnlijk om de kou buiten te sluiten. Ik stond met m’n rug naar hem toe, haalde mijn zonnebril uit mijn zak en zette hem weer op. Daarna draaide ik me om en ik glimlachte naar Bill. Zijn gezicht werd onmiddellijk bleek toen hij zich realiseerde dat ik het was die hem achtervolgd had. ‘Zayn?’ stamelde hij.
Ik glimlachte. Ja, Zayn, inderdaad. ‘Ja,’ beaamde ik dus, waarna ik het huis doorliep op zoek naar de keuken. Ik had mijn handschoenen al aan, alles was paraat en ik hoefde alleen maar de keuken te vinden. En een mes.
Ik had geluk en de eerste deur was gelijk raak. Zonder er verder bij na te denken, snelde ik naar binnen en Cupido stond werkelijk aan mijn zijde, want er stond een messenblok paraat op het aanrecht. Ik liep erheen en pakte er eentje uit, haalde mijn gehandschoende vinger erlangs en sneed zachtjes door de stof heen – de messen waren nog recent geslepen ook.
Toen ik me omdraaide, zag ik dat Bill achter me in de keuken stond. Al zijn spieren waren strak gespannen, zijn ogen angstig. ‘Zayn…’ stamelde hij opnieuw.
‘Het is allemaal Cupido’s idee,’ legde ik schouderophalend uit, alsof er niets aan de hand was. ‘Het is tenslotte Valentijn en hij wilde wel weer eens iets anders. Sorry dat jij de antagonist bent, maar wees niet bang, ik zal het zo snel en pijnloos mogelijk doen. Als je meewerkt, gaat het alleen maar sneller.’
‘Ik snap het niet,’ stamelde Bill, zijn Duitse accent dikker dan ooit tevoren.
‘Harry behoort mij toe,’ grijnsde ik, terwijl ik op hem toetrad. De blonde schudde langzaam zijn hoofd, alsof hij het niet helemaal kon bevatten, maar hij leek niet in staat zich te bewegen. ‘Alsjeblieft…’ stamelde hij nog, maar ik luisterde er al niet meer naar.
Nog even en dan zou Harry van mij zijn.

HET EINDE


Reacties:

1 2

xcarrotx
xcarrotx zei op 15 jan 2014 - 20:02:
aaah hoe leuk!
zayn je bent verschrikkelijk!
maar wel zo verschrikkelijk dat je fantastisch bent :p

grappig dat zayn zo negatief is over bill
eigenlijk lees ik dit hele hoofdstuk met een grijns
gewoon omdat het zayn is.

trouwens ook leuk dat je hoofdstukken coupletten zijn en dat er elke keer een stukje muziek boven aan je hoofdstuk staat dat vertelt wat er komen gaat.
i like it.
xx


Faylinn
Faylinn zei op 9 mei 2013 - 10:46:
jezus. wauw . het is zo goed en slect tegelijk. ik bedoel van Zayn. maar wauw wat heb je dit veweldigg geschfeven. echt. sprakeloos....
WOW


xjeszell
xjeszell zei op 5 mei 2013 - 23:30:
Dat paraplu stukje hahaha (":
En wauw Zayn is en fucking creep maar dit is zo zo goed oh my god. Ja. <3


1Diloveniall
1Diloveniall zei op 14 april 2013 - 19:29:
Amen.


Aimeery
Aimeery zei op 13 april 2013 - 11:46:
... dit is eng en knap tegelijk... ik bedoel hoe je het schrijft, Geweldig! jammer dat je nu stopt met schrijven hier bij ...