Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Kamer 427 » 8.

Kamer 427

12 april 2013 - 18:47

1391

15

762



8.

Het slot kraakte vervaarlijk en Harry was bang dat de bewaakster er wakker van zou worden. Heel even. Toen bedacht hij zich dat ze onder narcose was en dus ook van geluid niet wakker zou worden. Als het goed was. Daar ging hij vanuit. Hij voelde de vingers zich alweer om zijn enkels sluiten, zoals ’s nachts en ze sneden in zijn vlees maar het gebeurde niet echt. In plaats daarvan kreeg hij de sleutel gewoon omgedraaid en ging hij de kamer binnen. Eindelijk.
Wat hij zag verbaasde hem enigszins. De kamer leek op die van hem, jawel, maar toch ook niet. Er lag meer stof. Er lag aanzienlijk meer stof. Hijzelf kreeg eens in de zoveel tijd een bezem en een dweil in zijn handen geduwd, waarmee hij zijn kamer schoon kon maken. En dat deed hij altijd.
Misschien deed zij het niet.
Misschien had zij er geen behoefte aan, dat was uiteraard heel goed mogelijk. En toch… er waren geen sporen, er waren nergens sporen. Niet van het bed naar de deur, niet van het bed naar waar dan ook – ze waren er simpelweg niet. Afwezig. Niet bestaand. Rillingen liepen over Harry’s rug, onwillekeurig. Waar was hij in hemelsnaam mee bezig? Hij had ingebroken in de kelder en de bewaakster onder narcose gebracht en haar sleutels gejat, alleen maar omdat zijn buurvrouw graag schreeuwde. Of niet? Of wel?
Hij wist het niet meer.
‘Harry,’ sprak een stem vanaf het bed. Het leek op de stem de geschreeuwd had, en hij wist honderd procent zeker dat het dezelfde stem was, maar toch was het anders. Minder doordringend. Minder vrouwelijk, ook. En het had een ondertoon die leek op een mengeling van zowel speelsheid als sympathie en vreugde.
Harry wilde reageren, haar naam zeggen, maar die wist hij niet en op dat moment was hij er niet eens meer zo zeker van dat ze wel van het andere geslacht was. Waar had hij dat op gebaseerd? Op de hoogte van haar gegil? Alsof jongens niet hoog konden gillen, of mannen. Sommigen, herinnerde hij zich, versloegen de meisjes klakkeloos. Dat had hij als kind vaak genoeg getuigd. Maar hij was het vergeten. Alles vergeten, als door dezelfde blinde waas die hem ertoe had gezet te doen wat hij gedaan had.
‘Harry,’ zei de stem nog een keer. Harry’s blik gleed over het bed, waar een gestalte zat. Een lichtgroene pyjama, net als Harry, maar er zat een gat in bij de rechter schouder. Harry. Ja, hij was Harry, dat wist hij, maar hoe degene op het bed dat wist, was hem een raadsel. Omdat Zayn het wel eens had gezegd, als ze op de gang waren? Omdat Niall het weleens door de gang geschreeuwd had? Waarom zou het dan per se zijn naam zijn? De bewakers noemden hem nooit bij zijn naam als ze hem wekten. Ze noemden niemand bij de naam omdat ze de namen niet kenden. Iedereen was een nummer, en dan wel het nummer op de deur van de kamer.
Harry realiseerde zich dat alles, maar slechts in zijn achterhoofd. Zijn hoofd was vol van leegte, compleet overweldigd door de euforie van een geslaagde missie. Hij vond zichzelf niet in staat te spreken. Er klopte iets niet, maar hij kon zijn vinger er niet opleggen.
Niet dat het ertoe deed. Hij was in kamer 427.
En zijn buurmeisje was een buurjongen.
‘Hallo,’ stamelde Harry uiteindelijk.
‘Doe alsof je thuis bent,’ ging de stem verder, vriendelijk.
‘Ik zou het stof door de war gooien.’
‘Nou en?’
‘Het ligt zo mooi egaal op de vloer.’
‘Ach, het zal mij een rotzorg wezen.’
‘Waarom ligt het er dan?’
‘Dat gebeurt er als er niemand loopt.’
‘Waarom loop je er niet?’
‘Jemig, jij bent me er eentje,’ grinnikte de jongen op het bed. ‘Ik lag in de clinch met één van mijn medegevangenen, een hele poos geleden. Ze hebben me flink toegetakeld en ik kan niet meer lopen – zo simpel is het. Daarom zie je me ook nooit beneden.’
‘Je moet toch eten?’
‘Ik krijg ook eten.’
‘Hoe dan?’
‘Oh, alsof het personeel jou nooit iets gebracht heeft. Ze denken wel twee keer na voor ze je kamer binnenkomen. Het liefst blijven ze op afstand, dus gooien ze me mijn boterhammen toe. Verbaast het je?’
‘Nee,’ moest Harry toegeven, terwijl hij erover nadacht. Nee, eigenlijk niet.
‘Goed, nou, wat aarzel je dan nog? Ga op zijn minst op de stoel zitten.’ De jongen wees terloops op een houten stoel die tegen de muur geschoven stond, en Harry volgde het bevel op.
‘Wat is er?’ vroeg de jongen op het bed, die blijkbaar merkte dat Harry zich niet helemaal op zijn gemak voelde.
‘Als je je bed niet uit bent geweest, hoe kun je die berichtjes dan achter hebben gelaten?’
‘Oh, ruilhandel. Met de andere gevangenen, je weet wel.’
‘Zij zijn mijn kamer in geweest?’
‘Ja, wat dacht jij dan? Als ik zelf binnen was geweest, was ik wel gebleven, in plaats van je naar de kelder te sturen.’ Harry knikte. De puzzelstukjes die hij onbewust verzameld had, begonnen op hun plaats te vallen. Eén voor één. Langzaam. Hij glimlachte. Ineens leek het allemaal helemaal zo raar niet meer. Het was ook helemaal zo raar niet. Natuurlijk niet. Nee.
Zo gingen zijn gedachten, een poosje, door en door. Heen en weer. Ze herhaalden zichzelf, constant. Als een cirkel en hij vond geen uitweg, maar dat maakte hem eigenlijk niet uit. Onbewust glimlachte hij en die glimlach bleef aan zijn gezicht geplakt zitten zonder dat hij het merkte. Hij zei niets. De jongen in bed zei niets. Het was stil.
Na een poosje begon Harry zich weer ongemakkelijk te voelen. Hij wist niet wie de jongen op het bed was, hij wist niet waar ze over moesten praten en hij wist eigenlijk ook niet meer wat hij eigenlijk van hem wilde. ‘Ik moet terug, voor de bewaakster weer wakker wordt,’ floepte hij eruit, voor hij er goed en wel bij na kon denken.
‘Hoeveel heb je d’r gegeven?’
‘Geen idee. Genoeg om d’r bewusteloos te maken.’
De jongen grinnikte. ‘Ik hoop voor je dat ze nog leeft.’
‘Wat?’ vroeg Harry geschrokken.
‘Gewoon. Teveel kan dodelijk zijn.’
‘Ja…’ stamelde Harry. Daar had hij niet over nagedacht. Niet bewust, niet over haar. Wel over zichzelf, maar hij leefde nog dus dat kon het probleem niet zijn.
Hij stond op en begaf zich richting de deur, omvatte de deurklink met zijn hand en stond op het punt die naar beneden te duwen. ‘Ik zou de chloroform hier laten,’ sprak de jongen op het bed tegen Harry’s rug. Harry knikte, omdat ze er misschien wel naar zouden komen zoeken. Als ze achterhaalden dat er iets niet klopte beneden. In 427 zouden ze vast niet komen zoeken, want de jongen kon nooit in de kelders zijn geweest.
Harry liep terug de kamer in en schoof het onder het bed. Daarna liep hij weer naar de deur. Zijn hand rustte alweer op de klink maar hij twijfelde, zonder eigenlijk te weten waarom.
‘Hé Harry,’ sprak de stem weer tegen zijn rug.
‘Hmm?’ reageerde de jongen zonder zich om te draaien.
‘Wil je niet weten hoe ik heet?’
‘Hmm.’
‘Graag of niet.’
Harry glimlachte, zei niets, opende de deur. Met al zijn wilskracht hoopte hij dat de bewaakster nog bewusteloos was. Bewusteloos – niet dood. Maar wel bewusteloos.
‘Ze heeft me gezien,’ bedacht hij zich toen, terwijl hij de deur weer dichttrok. Het besef kletterde zijn bewustzijn binnen en een ijskoude rilling liep over zijn ruggengraat. Hij zou erbij zijn, ze had hem gezien, het was afgelopen. Hij moest naar geel. Moest hij naar geel? Nee, maar toch. Ze zouden weten dat hij het was en de sleutel afpakken en hij zou de jongen op het bed nooit meer kunnen bezoeken.
‘Dus?’
‘Dan komt de directie erachter.’
De jongen op het bed schoot in de lach. ‘Nee, natuurlijk niet,’ wierp hij tegen, een ietwat spottende ondertoon in zijn stem. ‘Dan moet ze toegeven dat één van de gevangenen haar overmeesterd heeft en is ze sowieso haar baan kwijt. Ik weet niet of je het weet, maar ’t gaat niet zo goed met de economie en met wat dan ook daarbuiten. Dat doet ze niet, geloof mij maar.’ Harry knikte, wist niet wat hij verder nog moest zeggen. Voor de zoveelste keer draaide hij zich om en trok hij de deur open. Op een kier, steeds verder en hij stapte naar buiten, liet de deur zachtjes in het slot vallen.
‘Even ter informatie,’ hoorde hij nog zeggen, ‘ik heet Louis.’


Reacties:

1 2 3

Bliebxx
Bliebxx zei op 8 feb 2015 - 22:00:
er waren geen sporen, er waren nergens sporen. Niet van het bed naar de deur, niet van het bed naar waar dan ook – ze waren er simpelweg niet.
In combinatie met het roestige slot, hoe eet/drinkt het (voor mij nog)genderloospersoontje??

Minder vrouwelijk, ook
Ghehe, louis.. ^^ *smug smile*

‘Doe alsof je thuis bent,’ ging de stem verder, vriendelijk.
‘Ik zou het stof door de war gooien.’
‘Nou en?’
‘Het ligt zo mooi egaal op de vloer.’
Hahaha, wauw!

Aaah, en daar is de eet en drink theorie!

Há! Louis! From Day 1!
Dus, nieuwe lijn..


Team1D
Team1D zei op 5 juni 2013 - 23:05:
Lou heeft ook een vrouwenkont dus dat matcht heel goed


neversay
neversay zei op 1 mei 2013 - 14:04:
JAAA HET IS LOUIS. Hahaha. Doh. Ik bedoel. Vrouwenstem. Louis. Ja. WHOEHOEE.
Oke. Ja. Dit is goed en blablabla. Ik ga verder lezen. Sorry ^^


Faylinn
Faylinn zei op 23 april 2013 - 21:27:
louisouis louis LOUIS LOOUUUIIIIIIIISSSSSSS yeaaaaah . wwwwuuuuuuuuut kan lou niet meer lopen .
omg
nee
waarom niet dat is zielig. hij moet kunnen lopen .
Yay louislooouuuiiis
als je je nu afvraagt waarom ik zo opgewonden ben over het feit dat louis daar is. nou dat komt omdat hij anders misschien wel dood was geweest maar gelukkig dat is niet zoooooow.
i love iit!!


xDevilBitch
xDevilBitch zei op 17 april 2013 - 21:55:
Ik ging bijna in de spooktheorie geloven, maar goed, hallo Lou!
Oh, Harry, natuurlijk wil Lou dat je de chloroform bij hem laat. Dat is vast een veel prettigere dagbesteding dan de hele dag op bed liggen omdat je niks kunt (en weet weet, misschien sterf je wel, maar met ruilhandelen was dat vast al eerder mogelijk geweest).
De hoofdvraag lijkt nu wel beantwoord te zijn: wie zit er in 427? Ik voel de volgende dosis drama alweer aankomen Dave. Mwhiii.