Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Naamloos... » Hoofdstuk 3
Naamloos...
Hoofdstuk 3
Tops werd wakker van iets nats. Iets nats, op haar neus. Tops deed een oog open en zag een wit pluizig iets. Ze besefte dat ze naar Pluis’ buik staarde en tilde hem op. Tops wreef in haar ogen en ging rechtop zitten. Naast haar lag een meisje met heel licht blond haar, en daarnaast lag een grote bobbel van een dekbed waar een voet uitstak. Het bed aan de andere kant naast haar was leeg en de rest van de meisjes had kennelijk nog energie gehad om de gordijntjes bij hun bed dicht te doen. Tops zuchtte omdat ze toch niet meer zou kunnen slapen en zette Pluis op het nachtkastje. Ze keek naar de klok; het was half zeven. Over twee uur zou haar eerste les beginnen. Haar oog viel op het lesrooster dat aan de muur hing en zag dat ze zo meteen Transfiguratie zou hebben, met de eersteklassers van Huffelpuf. Tops stapte uit haar bed en stootte haar weegschaal om, die met een denderend geluid tegen haar ketel aan viel. Tops keek nerveus om zich heen; het meisje met het blonde haar draaide zich er keer om en de voet van iemand onder een dekbed bewoog ook even. Tops zuchtte en zette voorzichtig haar weegschaal weer rechtop. Zachtjes liep ze de slaapzaal uit.
Sam zat in een van de stoelen bij de haard, met een rol perkament, een veer en een potje inkt bij zich.
‘Hoi!’
‘Hé, hallo. Ik zag je niet.’
‘Nu wel.’
Sam staarde haar aan en er verscheen een glimlachje op zijn gezicht. ‘Ja,’ zei hij, ‘nu wel.’
Ook Tops glimlachte en ging in de stoel naast Sam zitten. Op het tafeltje naast haar stond een kan chocolademelk en twee schone mokken.
‘Van wie is dit?’ vroeg Tops en ze wees op de kan.
‘Niet van mij. Volgens mij staat dat altijd hier.’
Tops pakte en mok en keek erin. Er was niets mis mee. Ze schonk er wat warme chocolademelk in en trok haar knieën naar haar toe. Tops staarde in het vuur en dacht aan haar huis, waar haar bezem vast op haar stond te wachten, klaar om op te stijgen. Maar helaas zou die binnenkort niet de lucht in gaan, het was voor eerstejaars verboden om bezemstelen mee te nemen naar school. Ze hoorde Sam’s veer krassen op het perkament en vroeg zich af wat hij schreef. Iemand liep de trap af. Het was het blonde meisje dat bij Tops op de slaapzaal had gelegen. Schuldbewust vroeg ze zich af of het meisje toch door haar wakker was geworden.
‘Hallo,’ mompelde Tops.
‘Hoi!’ zei het meisje opgewekt. ‘Wie ben jij?’
‘Zeg maar Tops. En jij?’
‘Ik? Raad maar.’
‘Hoe bedoel je? Dat kan ik moeilijk gaan raden.’
‘Ja, sorry, weet ik, maar ik hí¡í¡t mijn naam,’ zei het meisje.
‘Ik ook.’
‘Hoezo? Tops is toch een leuke naam?’
‘Het is mijn achternaam.’
‘O. Oké.’ Het meisje dat haar naam kennelijk niet leuk vond ging op de stoel naast Tops zitten en streek met haar hand door haar ongekamde blonde haar. ‘Je wilt zeker niet zeggen wat je voornaam is?’ vroeg ze zachtjes.
‘Nou, als jij niets zegt zeg ik ook niets.’
Het meisje keek Tops even half verdrietig, half boos aan. Tops glimlachte. ‘Hoe zal ik je noemen dan?’
‘Gewoon ‘jij’ of ‘je’ of zo.’
‘En als ik thuis kom en moeder vraagt hoe mijn nieuwe vrienden heten?’
‘Dan zeg je dat je mijn naam steeds vergeet, omdat -ie heel lang is. Dan lieg je niet… niet echt… je zegt eerder het tegenovergestelde.’
Tops haalde haar schouders op en staarde in het vuur. Ze mompelde: ‘Hoezo het tegenovergestelde?’
‘Nou, ehm…’
‘Kom op! Ik haat het ook als mensen me Nymphadora noemen!’
Het meisje deed haar mond even open en toen weer dicht.
‘Jij hebt tenminste nog een naam.’
‘Huh? Hoezo? Jij niet dan?’ vroeg Sam.
‘Nee, niet echt.’
Tops staarde nu niet naar het vuur, maar naar het meisje. Ze besefte dat haar mond openhing en deed hem snel dicht. ‘Hoe - Hoe bedoel je ‘geen naam’? Dat kan toch niet?’
‘Jawel.’
‘Maar hoe?’ vroeg Sam.
‘Nou, niemand heeft me ooit een naam gegeven.’
‘Maar je moeder dan? Of -’ zei Tops en haar mond viel weer open.
‘Die heb ik niet. Ik heb niemand.’ Nu was het het meisje dat in het vuur staarde en Tops zag een traan blinken in haar ooghoek.
‘Sorry, ik wou niet…’
‘Geeft niet. Het is n - niet jouw schuld,’ zei ze en ze veegde haar wang droog met haar mouw. Tops wou nog iets zeggen, het meisje troosten, maar dat kon ze niet. In plaats daarvan pakte ze de andere mok, die ze ook vol schonk met chocolademelk. Ze gaf hem aan het meisje, dat een bedankje mompelde.
‘Maar hoe noemt iedereen je dan?’ vroeg Sam, maar het naamloze meisje snikte alleen. Tops gebaarde naar Sam dat dit niet het juiste moment was en keek op de klok. Er was al een uur voorbij. Sam scheen haar gebaar niet te begrijpen en vroeg: ‘Maar hoe sta je hier ingeschreven? Hoe riep Anderling je bij de Sorteerhoed?’
‘G - gewoon.’
‘Gewoon? Nou, zo gewoon is dat niet!’
‘SAM!’ schreeuwde Tops boos en keek weer naar het meisje, dat haar aanstaarde alsof ze net de lucht in was gevlogen. ‘Sorry hoor. Volgens mij is iemand hier niet zo goed in tactvol zijn.’
Sam wou wat terugzeggen maar bedacht zich en mompelde alleen ‘sorry’.
‘Nee, nee, laat maar. I - ik snap het. Zo doet iedereen.’
Tops had opeens heel veel medelijden met het meisje en sloeg een arm om haar heen. ‘Ik zou je haar maar eens gaan kammen als ik jou was. Over een uur begint Transfiguratie.’
‘Ja,’ zei het meisje en ze stond snel op, waarna ze zo vlug als ze kon terug naar de slaapzaal liep.
Tops streek door haar haar en bedacht opeens dat ze niet wist hoe dat eruit zag.
‘Sam? Welke kleur is het?’
‘Wat?’
Tops keek Sam aan alsof hij vroeg wat één plus één was.
‘Wat denk je? Mijn haar.’
‘O, dat. Geel.’
‘Geel? Nee, hè! Op de een of ander manier wordt het altijd geel. Ik haat geel. Was het al die tijd zo?’
‘Nee. Pas toen je mijn naam schreeuwde. Daarvoor was het roze, en om eerlijk te zijn stond dat je best goed.’
Tops wist niet precies wat ze nu moest zeggen, dus nam ze snel een slok chocolademelk en veranderde haar haarkleur. Ze hoorde een zacht, piepend geluidje dat haar bekend voorkwam. Het geluidje klok opnieuw en Pluis verscheen om de hoek.
‘Pluis!’ riep Tops.
‘Pluis? Wat voor pluis? Waar? Welke Pluis?’
Tops liep vlug naar Pluis en tilde hem op. ‘Deze Pluis!’ zei ze en ze liet het bolletje zien in haar handpalm lag.
‘Is dat een harige rat?’
‘Nee. Gewoon een heel klein poesje,’ zei Tops en ze draaide haar hand om, zodat Sam Pluis’ gezicht kon zien.
‘Aha,’ zei die.
Het naamloze meisje kwam weer uit de slaapzaal en keek al een stuk vrolijker. Kennelijk gebeurden dat soort dingen wel vaker met haar. Ze liep op Tops af en zei: ‘Ik wou je nog iets vragen. Hoe je dat gedaan hebt. Kijk - ehm - je haar veranderde zegmaar, en ik was net niet echt - niet - nou, ik vroeg het gewoon niet…’
Tops moest het weer uitleggen. Dat had ze nu al een paar keer gedaan en het begon haar te vervelen. Tops wou net zeggen ‘ik ben Transformagiër’ toen Sam zijn mond open deed. Hij zei: ‘Ze is een Transformagiër. En het spijt me van net.’
‘O, geeft niet. Maar - ehm - kun je het voordoen?’
‘Ik? O ja, natuurlijk,’ zei Tops. De volgende keer zou ze keihard ‘nee’ zeggen, beloofde ze zichzelf, maar ze wist nu al dat dat haar niet zou lukken. Ze kon gewoon geen nee zeggen. Tops maakte haar haar eerst groen, toen lila, en daarna weer roze.
‘Wauw! Kun je dat ook - misschien een beetje een rare vraag, maar kun je het ook met de rest van je lichaam?’
‘Ja, hoor. Je bent de eerste die dat vraagt,’ zei Tops en werd een meter langer en heel dik, waarna ze weer normaal werd. Zekrabte even aan haar oor en keek het meisje aan, hopend dat die meer zou vragen. Dat deed ze: ‘Hoe heb je dat geleerd?’
‘Dat heb ik niet geleerd. Ik ben ermee geboren,’ zei Tops en ze zette Pluis op haar schouder.
‘Ooh! Wat een lief poesje heb je!’
Tops lachte, plukte Pluis weer van haar schouder en gaf hem aan - aan het meisje zonder naam.
‘Hij heet Pluis.’
Het meisje vloog overeind en Pluis schrok. ‘Hoe laat is het?’
‘Vijf voor h -’ Tops stem stokte in haar keel en ze rende naar boven om haar tas te pakken. Daarbij trok ze meteen die het meisje mee en gaf die aan haar.
‘Kom, Sam! We moeten rennen!’
‘Welke kant op?’
‘Maakt niet uit! Ren nou maar!’
Reacties:
Whaha -Meisje zonder naam.
En pluisje is uber schattig
Ik wou dat ik een transformagier was..
ren nou maar geniaal!