Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » New Story » Hoofdstuk 2 - The Fire in your Heart

New Story

20 april 2013 - 14:28

2186

0

193



Hoofdstuk 2 - The Fire in your Heart

Het ziekenhuis waar Caitlin verblijft vat op een of andere manier vlam (vertel ik later wel, niet in dit hoofdstuk) en nu maar eens kijken of Caitlin DIT overleeft, zal Arius op tijd zijn?

We kijken elkaar in de ogen, het wordt me even teveel. Ik snel de kamer uit en ga op een bankje in de gang zitten, nadenken over dat ze een paar minuten nadat ik aan haar bed zit ze plots reageert en rechtop zit. Beteken ik zoveel voor haar? Genoeg om bij het kleinste gevoel dat ik aanwezig ben wakker te worden uit een normaal eindeloze slaap? Ik stel mezelf te veel vragen. Ik zoek een weg naar de uitgang en ren naar huis.
Mijn moeder ziet me verdrietig naar mijn kamer rennen.
‘’Wat is er gebeurd Arius?’’ roept ze, ik wil geen antwoord geven, al ben ik dat haar wel verschuldigd. Ik kijk vanuit mijn raam naar het ziekenhuis, het is dichtbij genoeg om Caitlin’s kamer in te kijken en zien wat ze doen. Ik zie dat ze naar buiten kijkt, op zoek naar haar oude leven. Dat ze nu weer op moet zien te pakken, na wat er gebeurd is wordt dat niet het makkelijkste.
Mijn moeder komt de kamer binnen, ze draagt een blauwe nachtjapon. Ze wilde net naar bed gaan maar toch nog even met me praten, ze gaat naast me op het bed zitten.
‘’Vertel me nou eens wat er gebeurd is, het enige wat ik zag is dat je Caitlin het ziekenhuis in droeg. Dat was op de landelijke televisie!’’ dat schrok me wakker, ik was op televisie met Caitlin in mijn armen. Toen ik haar het ziekenhuis in droeg had ik niet opgemerkt dat er een televisieploeg ter plaatse was en mij filmde, het enige wat ik van hun kan herinneren is een ouderwetse camera.
‘’Er is veel te veel gebeurd, het enigste wat van belang is dat Garey Caitlin verwond heeft. Later spijt had en nu depressief thuis zit, met een moeder die overstuur is.’’ Ze schrok toen ik Garey erbij betrok, ze kent Garey als een jongen die soms een woede-uitbarsting heeft maar een tijdje later weer normaal verder gaat.
‘’Ik wil erover ophouden, ik heb vanmiddag al lang genoeg hierbij stil gestaan.’’ Ik meende wat ik zei, ik had hier genoeg aan gedacht, morgen ga ik terug naar het ziekenhuis en hopen dat Caitlin sterk genoeg is om te praten. Ik duik onder de dekens met tranen in mijn ogen en probeer nog even aan Caitlin te denken, maar na een paar minuten val ik toch in slaap.
Ik hoor een hoop gillende stemmen in mijn hoofd, echt lijken ze niet. Ik schiet wakker en open de gordijnen voor mijn ramen; het ziekenhuis staat in lichte laaien, het staat af te branden. Mijn ogen worden groot wanneer ik Caitlin’s raam heb gevonden, ze zit niet meer op die kamer. Een last valt van mijn schouders, dat verdwijnt snel wanneer ik me herinner dat ze de patiënten die minder hulp nodig hebben en buiten levensgevaar zijn naar boven verhuizen, terwijl de brand nu beneden woedt. Ik zoek mijn kleren bij elkaar, trek ze aan en snel de deur uit.
Ik zie veel mensen richting het ziekenhuis rennen, allemaal schreeuwen dat ze hun familieleden zien of iemand die ze kennen. Ik wist helemaal niet waar Caitlin zat, ik MOEST haar vinden. Ik word aan de kant geduwd door een vrouw die me nog net weet te redden van een nieuwe brandweerwagen die erbij komt, ze komen nu van overal uit het land. Als er een brand was die niet door een stad alleen geblust kon worden werd een rampenplan in werking gezet: kazernes uit omstreken rukken uit en helpen, al snel zie ik een helikopter op het dak landen. Ik kom aan bij het ziekenhuis, mensen worden weggehouden bij de ingang en zo’n tien meter om het ziekenhuis. Ik laat mijn badge van de jeugdbrandweer zien en mag helpen bij het opzetten van de nieuwe brandweerposten. Ik zie in een wagen die er al een tijdje staat nog een reservepak liggen, de neiging om het aan te trekken en het gebouw in te rennen is groot.
Ik trek als laatste de laarzen aan en pak een brandblusser, dat ding is zwaar en lopen gaat al een stuk langzamer. Ik loop met een groep die ik niet ken het gebouw in en zie dat de ruimte bij de receptie en hier in de buurt al geblust is, alle technologie zoals computers, archieven zijn allemaal afgebrand. Ik loop richting de lift maar voel een hand op mijn schouder.
‘’Jij hoort hier niet thuis, of wel soms?’’ vraagt een stem met een harde bas aan me, een schok gaat door mijn lichaam terwijl ik me omdraai. Een gigantische brandweerman staat voor mijn neus, hij heeft een heleboel apparatuur bij zich en draagt de badge van een commandant.
‘’Ik zit bij de jeugdbrandweer, normaal ga ik ook mee wanneer we een grote brand moeten blussen.’’ De man kijkt me verbaasd aan, hoe zou zo’n klein jochie mee mogen gaan op missies zoals deze. Normaal mogen ze dan alleen helpen met het klaarzetten van alles en soms een waterkanon bedienen, maar meer ook niet. Ik verwacht dat hij me het gebouw uit laat gaan, maar in plaats van me weg te sturen neemt hij me onder zijn hoede en we gaan samen met de groep verder naar boven, achter ons horen we alweer een nieuwe groep erbij komen, steeds meer kazernes komen met hun wagens aan. Verdieping na verdieping gaan we af, maar op elke verdieping is de brand alweer bijna geblust. Eer dat we op de plek zijn waar we moeten zijn staat mijn hart stil, op een bordje lees ik de naam ‘’Caitlin Oghart’’ op staat. Ik kijk de commandant aan en ziet wat ik bedoel, hij geeft een van zijn mannen het teken om de deur open te maken. Zelf zet hij zijn waterkanon klaar en sluit een hoge druk spuit erop aan.
‘’En nu opletten, dit gaat heftig worden.’’ Je voelt de adrenaline die de man uitstraalt, hij is dapper, iemand die je snel vertrouwd en een geboren leider. De deur vliegt open en een grote steekvlam baant zijn weg naar buiten, de commandant schreeuwt en opent de sluiting van het kanon. Een straal water ketst tegen het knetterende vuur, vuur op water, een combinatie die nooit goed gaat. Ik ren zonder angsten het vuur in op zoek naar Caitlin, mijn pak wordt warm. Ik negeer de warmte en zie haar op een bed liggen, ze ligt verderop aan het einde van de rij bedden. Een paar mensen staan tegen de muur geklemd, bang voor het vuur dat snel dichterbij komt. Ik zet mijn brandblusser aan en richt op het vuur dat het dichtst bij de mensen staat, ik voel de warmte afnemen en kijk achter me. De commandant probeer het vuur om me heen te blussen en seint naar me dat ik de mensen in veiligheid moet stellen, was hij toch bijna deze kamer spontaan voorbijgelopen. Waar zeker wel tien mensen in zaten die het hun bijna het leven kostte. Ik snel naar de mensen toe en de vlammen slaan van mijn pak af, ik gebaar naar Caitlin en de man die nog net zijn spieren kan bedwingen neemt haar in zijn armen. Ik leg een spuit met gaten aan de bovenkant op de grond, sluit hem aan op mijn brandblusser en zet hem aan zodat de grond volloopt met water. Ik zoek een kraan en graai naar de verlening van mijn spuit en sluit hem op de kraan aan, zet de kraan van mijn brandblusser iets verder open en nu spuit het water als een fontein in de lucht. Ik neem Caitlin van de man over, zie dat de commandant een weg vrij maakt zodat ik de mensen naar buiten kan leiden. Ik leg het plan zorgvuldig uit, dit is mijn eerste keer en heb dit nooit kunnen oefenen. Als dit lukte zouden de familieleden van hun me eren als held, die hun verwanten van de dood heeft gered.
‘’Oké, als mijn collega’s zo meteen een pad hebben vrijgemaakt moeten wij zo snel mogelijk deze kamer uit. Een moeilijke toch zal het verder niet worden, we banen ons een weg naar de uitgang en een ambulance zal jullie behandelen op brandwonden en jullie overbrengen naar een ander ziekenhuis of noodgebouwen.’’ Ik zei dat de tocht makkelijk zou worden, diep in mijn hart wist ik dat dit dat niet zou worden, dat we het moeilijker dan ooit zouden krijgen. De adrenaline giert door mijn lichaam en ik waag met Caitlin in mijn armen door het knetterende vuur te rennen, ze vat nog net geen vlam en ik zie iemand anders het proberen. Ik reageer net te laat en de man stapt op een grote bos vlammen. De man schreeuwt het uit en langzaam begint zijn lichaam van lichtroze in bruinzwart te veranderen, ik MOEST iets doen, dat is mijn taak.
‘’Zorg dat die fontein op hem wordt gericht!’’ ik geef Caitlin aan een van de brandweermannen en gebaar hem haar weg te brengen. Ik snel de kamer opnieuw binnen, grijp de man beet en sleur hem het vuur uit. Zijn lichaam brand nog steeds, ik probeer rustig de brandblusser op hem te richten, de straal minder hard te zetten en te zorgen dat hij niet NOG verder verbrandt. De commandant kijkt naar hoe ik het doe terwijl hij de brand zo ver mogelijk dooft, hij merkt hoeveel moed ik heb om andere te redden. Dat ik niemand achterlaat, of het mijn eigen leven kost of niet. Misschien neemt hij me wel op in zijn groep, of misschien stelt hij me aan als nieuwe commandant in de kazerne. Het enige wat hij doet is zijn duim opsteken, al is het moeilijk te zien omdat hij dikke handschoenen aan heeft. De man beeft en het vuur brand alleen nog aan zijn benen, ik richt de waterstraal daarop en ook daar dooft het vuur. Neem hem over mijn schouder en ren opnieuw door het vuur, de man schreeuwt het uit, dit keer niet omdat hij pijn heeft – ook wel – maar vooral omdat hij bang is dat hij opnieuw vlam vat en hij nu weet hoeveel pijn dat doet. Ik zie dat de man met Caitlin al weg is, ik gebaar een andere brandweerman de situatie in de kamer over te nemen en ik maak dat ik naar beneden kom.
Ik kom het gebouw uit rennen. De journalisten blijven nog even uit mijn buurt omdat ze zien dat deze man medische hulp nodig heeft, en snel. Ik ren richting een ambulance en zie een paar hulpverleners een brancard klaarmaken, ik leg de man erop en de hulpverleners beginnen de wonden te behandelen. Nu de man weg is krijg ik de volle laag van de journalisten, hoe ik de man heb gered, of ik niet liever iemand anders had gered, zit er nog iemand in die je dierbaar is. Ik negeer de vragen en loop richting een brandweerwagen, doe de deur dicht en zoek mijn normale kleren.
Wanneer ik mijn normale kleren weer aan heb zie ik de brandwonden door mijn kleren heen gloeien, ik kan er niets aan doen. Ik open de deur en zie een aantal camera’s flitsen, wanneer ze beseffen dat er alleen maar een veertienjarige jongen staat stoppen ze verbaasd met foto’s maken en vragen stellen. Al krijg ik er wel ééntje…
‘’Waar is de brandweerman die net deze wagen inging?’’ vroeg een lange journalist. Hij besefte niet dat ik dat was, ondanks dat ik hetzelfde postuur had en net zo reageerde als zonet. Ik baande me een weg door de journalisten en negeerde weer alle vragen, zag een van de hulpverleners staan en rende naar hem toe.
‘’Heeft u toevallig een ongeveer dertienjarig meisje met blond haar hier naar binnen zien gaan?’’ de man wist wie ik bedoelde, liep met me mee naar een grote groep noodgebouwen die een reserveziekenhuis moesten voorstellen. In de meeste kamers zaten half afgebrande mensen waarvan je soms de spieren zag zitten, ik liep snel die kamers voorbij en kwam bij mensen die het minder erg getroffen hadden. Niet zoals in het ziekenhuis stonden hier geen bordjes met een naam of als er meerdere mensen in zaten meerdere namen, ik deed de deur van een kamer open. Ik zag een dokter Caitlin’s wonden behandelen, ze had TOCH iets opgelopen, ondanks dat ze niet in brand is gevlogen. Ik hoor weer de hysterische stem van Caitlin’s moeder, die kun je overal tussenuit halen.
‘’Rustig, hier is ze en het gaat goed met haar.’’ Ik zie dat de oude vrouw me niet gelooft en duwt me aan de kant, loopt de kamer in en stoort de dokter in zijn werk. De dokter gebaard haar weg te gaan en hem zijn gang te laten gaan, ze negeert het echter en begint met een reeks vragen te stellen. Nu loop ik zelf de kamer in en trek Caitlin’s moeder de kamer uit, tranen schieten in haar ogen en ze graait in de lucht alsof ze Caitlin wilt vastpakken. Ik kijk toe hoe de dokter Caitlin verdooft en naar ons toe komt lopen.
‘’Ze zal wel genezen, ze heeft nu alleen rust nodig. Dus als u weg zou willen gaan…’’ eerst een rustige toon die overloopt in een hardere toon en je bijna dwingt om weg te gaan.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.