Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » poison » 14
poison
14
Het was als een explosie van duizende sterren voor zijn ogen uit een barste toen James hem genadeloos tegen de grond gooide, nog voor hij kon bekomen had zijn broer zich al weer op hem gehooid en met veel moeite wist hij de volgende lading klappen te incasseren.
‘Je bent zo zielig, Albus Severus Potter! De zielige perfecte zoon. Hoe vaak heb ik het niet moeten horen? Wanneer word je nu eens wat serieuzer, James? Waarom lijk je niet wat meer op je broer Albus? Want hij is zo perfect!’
De klappen bleven komen maar Albus staakte zijn verzet zo plots dat zelf James er verbaasd door was.
‘Zei pa dat? De zelfde pa die mij er net op attent maakte dat ik wat meer op jou moet lijken?’
‘Ah, lieg niet zo.’
‘Nee, ik meen het. Net voor we naar Zweinstein vertrokken heeft hij me verteld dat hij zich zorgen over mij maakte, dat ik te veel studeerde en te weinig genoot van mijn tijd op Zweinstein. Hij zei letterlijk dat ik wat meer zou moeten ontspannen. Zoals jij doet.’
De harde blik in James zijn ogen verdween.
‘Maar…Maar waarom deed hij dat? Waarom zegt hij het ene tegen jou en het andere tegen mij?’
‘Snap je het niet? Hij wou dat we van elkaar zouden leren. Dat we elkaars goede eigenschappen wat zouden overnemen.’
Dit laatste overtuigde James eindelijk om van hem af te komen.
‘Jij moest leren van mijn goede eigenschappen? Pa vind dat ik goede eigenschappen heb?’ Mompelde hij terwijl hij het zelf amper leek te geloven.
‘Dacht je soms dat pa niet zag hoeveel talent je wel niet hebt? Pa houd van ons beide maar ik denk dat hij zich soms te veel zorgen maakte over sommige dingen.’
James bleef naar het plafond staren en het leek wel of hij daar enkele antwoorden leek te vinden.
‘Het was het juiste flesje, niet?’ Zei hij uiteindelijk.
Albus kon zijn opluchting niet verbergen, eindelijk, zijn broer geloofde hem eindelijk.
‘Al, het spijt me zo, ik had je moeten geloven. We moeten het ma vertellen, ze hebben vast en zeker een fout gemaakt.’
Tijd om te antwoorden had Albus niet want net op dat moment zwaaide de deur open en konden ze de stem van de directeur in gesprek met een vreemde horen.
Hij besloot recht te gaan staan voor de man dit vreemde tafereel zag maar James hield he tegen.
‘Onder het bed.’ Siste die in zijn oor.
‘Wat.. Wat bedoel…’
Zijn zin werd onderbroken door een stevige trap tegen zijn kuit die hem tot verstoppen dwong.
‘Wat is er aan de hand?’ Siste hij toen ze eenmaal onder het bed lagen.
‘Waarom is hij hier? De directeur van een ziekenhuis gaat toch echt niet bij iedere patiënt persoonlijk op bezoek, en al zeker niet als er geen familie bij is.’
‘Maar misschien…auw.’
Hoe kon James zelf in een zo kleien ruimte als dit nog steeds zulke stevige elleboogstoten geven? Het antwoord op die vraag zou later moeten uitzoeken want op dat moment verschenen twee paar voeten recht voor zijn neus.
‘Had je niet gezegd dat de twee zonen hier zouden zijn?’
‘Ze zullen wel even weg zijn, des te beter, dat vermijd lastige vragen.’
‘Je weet toch zeker dat dit snel werkt? Anders zal ja pas weten wat lastige vragen zijn.’
‘Geen zorgen, dit gif werkt zo snel. Tegen morgenochtend is het enige wat van Harry Potter overblijft niet meer dan een vage herinnering.’
Ditmaal was het Albus die James moest tegenhouden.
‘Twee volwassen tovenaars. Wat denk je daar tegen te bereiken?’
‘Ze zijn pa aan het vermoorden. Moeten we hier gewoon blijven liggen en doen alsof er niets aan de hand is?’
Nee, dit wou hij zeker niet maar wie weet wat er met hen zou gebeuren mochten ze nu ontdekt worden, en dan was er echt niemand meer die voor pa kon opkomen.
‘Ik vraag me trouwens nog steeds af hoe je aan die krengen gekomen bent? Ze zijn zo een beetje in heel Europa illegaal en…Ah verdorie!’
Er viel iets klein op de grond en kroop meteen naar de broers toe, een van de twee gedaantes stond op het punt door zijn knieën te zakken maar werd net voor hij de twee kon zien tegen gehouden.
‘laat hem maar, in deze omgeving zal geeft het toch niet lang meer te leven.’
Opgelucht zagen ze de man weer recht staan, snel greep Albus zijn zakdoek en gooide die over het beestje, naar hem zouden ze straks beter bekijken.
‘Zo, klaar. Je weet het, tegen morgen ochtend zal alles werken. Zorg er voor dat je klaar bent.’ Ei de vreemde man tegen de directeur en samen liepen ze de kamer uit.
‘En nu?’ Vroeg James toen ze van onder het bed rolden.
‘We moeten het ma vertellen, en Teddy. Hij kan die gifmengers meteen arresteren.’
‘En jij denkt dat ze ons zullen geloven? Die man is de belangrijkste persoon in dit gebouw, misschien een van de belangrijkste personen in de tovenaarsgemeenschap. Zullen ze het woord van twee tieners geloven boven het zijne?’
Daar had James een punt, gefrustreerd sloeg Albus tegen de muur van de kamer. Hij was zo van streek dat hij het beest bijna vergeten was.
Voorzichtig vouwde hij zijn zakdoek open en bekeek het beter, het had iets weg van een schorpioen maar dan een soort die hij nog nooit eerder gezien had.
‘Wat kunnen we hier mee? We weten niet eens wat voor gif dit beest heeft…James luister je wel?’
De glinstering in zijn broer zijn ogen stond Albus echt niet aan.
‘We moeten dus weten wat voor beest dit is? Wel wie kennen we nu net heel goed en weet zo een beetje alles over het rijk der beesten?’
Het duurde even voor Albus besefte wat hij bedoelde maar toen het tot hem door drong gleed er een brede glimlach over zijn gezicht.
‘Luna!’ Riepen ze in koor.
oooooooooooooooooooooo
Meerrrr!!
Lekker zo'n cliffhanger!
Echt super gedaan!
Luna... Lieve Luna!
Echt geweldig!
Ben benieuwd welk beest ze hier te maken hebben...
snel verder?
x