Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Bite me, Edward. » Chapter 20: Just a little teasing.
Bite me, Edward.
Chapter 20: Just a little teasing.
Vol enthousiasme beginnen ik en Rose mijn spullen te verplaatsen. Ik heb twee koffer in mijn handen en op mijn linkerschouder balanceerd een tas. Ik merk twee grijnzende figuren op. "Ja erg leuk he kijken, maar als ik klaar wil zijn voordat híj weer thuiskomt mogen jullie best wel even helpen." grijns ik lief. Emmett en Jasper knikken snel en beginnen mij en Rose met mijn spullen te helpen. Zodra we klaar zijn en alles verplaatst is gaan we met zijn allen naar binnen. Luid lachend tilt Emmett me op en rent met mij op zijn schouder naar beneden. "Hou daar nou eens mee op." giechel ik. Emmett dolt nog wat met me tot er een deur hard word dichtgeslagen. Gelijk hang ik stil en laat Emmett me van zijn schouder af vallen. Met een zachte bonk kom ik neer. "Auw." kreun ik pijnlijk. Edward staat met een gezicht dat duizend doden zou laten sterven in de deuropening. "Liefje? Hoe ging het?" vraag ik nieuwsgierig. Van de dodelijke blik die ik krijg toegeworpen bijt ik op mijn lip om niet in lachen uit te barsten. Hij rolt met zijn ogen en loopt met woeste stappen weg, naar boven. "Nou mensen, ik zal maar eens een einde maken aan die lachwekkende blikken." knipoog ik. "Veel succes!" wordt er in koor geroepen. Ik buig mijn hoofd nog om het hoekje. "Wat nou?" vraag ik. "Niks hoor, misschien gebeurd er wel iets om hem op te vrolijken." grijnst Jasper. Met een dodelijke blik kijk ik hem aan. "Bij jou is het dan weer wel eng." grijnst Emmett. "Zie ik eruit alsof ik dí¡t zou doen om hem op te vrolijken." constateer ik meer dan ik het vraag. Braaf schudden ze hun hoofd. Ik knik overwinnend. Dan ren ik de trap op. Edward staat in de deuropening, totaal verstard. Ik sta achter hem. "Wat is dit?" fluisterd hij tegen zichzelf. "Ik woon nu hier." fluister ik en druk een zachte kus in zijn nek. Geschrokken draait hij zich naar me toe. "Hoezo dan?" vraagt hij onbegrijpend. "Hmm, ik was zo heel alleen in mijn kamer, en Rose kwam op het idee. Dus ja, ik woon nu hier, met jou." vertel ik en heb een licht glimlach om mijn lippen. Zijn ogen worden groot en hij slikt. "Meen je dat?" vraagt hij. Ik knik heftig. Een brede glimlach verschijnt op het gezicht van Edward. Hij slaat zijn armen om me heen en trekt me tegen zich aan. Hij kust me teder. "Hoe weet je me toch altijd op te vrolijken?" vraagt hij ana me. "Ik ben gewoon de zon." lach ik. "Liever niet, dan zou ik me nooit met jou kunnen laten zien." zegt hij en trekt een grimas. Ik kijk nadenkend in zijn ogen. "Dan ben ik da allerhelderste ster, die alleen voor jou aan de hemel staat." prevel ik met twinkelende ogen. "Daar valt mee te leven." grijnst hij. Mijn mond valt beledigd open en ik haal een wenkbrauw op. "Just kidding." zegt hij dan. Ik kijk nog steeds beledigd. "Ah toe nou, Mary, ik bedoelde het niet zo." smeekt hij haast. Ik grijns. "Dat weet ik toch." Hij kijkt met een slinkse blik langs me. "Je hebt het niet goed gedaan hoor." zegt hij, tegen de persoon achter me. Ik draai me om, nog steeds in Edwards armen. Ik kijk recht in Rosalie's gezicht. "Hoezo niet?" vraagt ze verbaasd. Pas dan valt me op dat de rest er ook bij staat. "Er staat geen bed." grijnst hij. Mijn mond valt weer open. Zonder geluid te maken zeg ik tegen Rose dat ze snel iets moet bedenken. Ze haalt haar schouders op. Weer sein ik naar haar. Doe dan iets! Dit was jou geweldige idee. "Weet ik, morgen gaan ik en Mary niet naar school, een mooi bed halen." glimlacht ze. Edward draait me om nog voordat ik kan terugseinen. Ik glimlach breed. "Ga je morgen niet naar school?" vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. "Ik dacht dat je naar school móést, omdat je het 'bekend' wil maken." merkt hij op. Ik bijt op mijn lip, shit, dit zag ik niet aankomen. "Vergeten?" probeer ik. Hij grijnst gemeen. "Je wilt gewoon helemaal niet dat we een bed hebben." Mijn ogen worden groot als schoteltjes. "Dat klopt, het is slecht voor het milieu. Dat hout is van bomen gemaakt van bomen waar nog lieve aapjes in zaten toen ze gekapt werden! Dat is vreselijk!" probeer ik onschuldig over te komen. "En sinds wanneer kan jou dat wat schelen?" grijnst hij nog altijd. "Nou, sinds ik... Sinds ze... Nou omdat die aapjes net zo goed opgegeten kunnen worden in plaats van bedden van gemaakt." zeg ik bijdehand. "Nice try. Van aapjes worden geen bedden gemaakt." Fuck, ik ben dóm. "En je hebt ook PVC-hout. Of zo iets. Dat zijn bomen die ervoor gekweekt worden." zegt hij en lacht mijn favoriete scheve grijns van hem. Ik zucht. "Rose, morgen gaan we op beddenjacht." geef ik op en laat mijn hoofd tegen Edwards borst vallen. Ik hoor gelach van achter en boven me. "Not funny!" mompel ik onverstaanbaar. "Jawel." hoor ik van boven. Ik krijg een gemeen idee. Zacht kus ik Edwards borstkas. Langzaam maar zeker kus ik een weg naar zijn hals. Ik voel hoe zijn ademhaling onregelmatiger en haperiger word. Ik kus vlinderlicht op zijn oor. "Hebben we überhaupt een bed nodig?" fluister ik zacht en verleidelijk. Hij knikt. "Vooral als je me dit vaker flikt." flusiterd hij terug. Ik grijns. "Oké Rose, morgen na school." roep ik opgewonden. Ze lacht en steekt haar duim op. "Is goed!" "En nu heb ik nodig iets met Mary te bespreken." zegt Edward en trekt me onze kamer in. De deur knalt dicht. Ik draai de deur op slot. "Sinds wanneer hebben wij een slot?" vraagt hij verbaasd. "Sinds altijd al?" zeg ik terug. Hij knikt. Dan trekt hij me weer naar zich toe. Dan begint hij me passioneel te kussen. Ik lach tijdens de zoenpartij waar ik in verwikkeld zit. Ik duw hem weg. "Niet eerder dan we een bed hebben." grijns ik. Ik zie hoe zijn ogen langzaam steeds vebaasder en groter worden naarmate hij beseft dat ik het meen. "Waarom niet?" vraagt hij op een smekende ondertoon. "Jy moest zonodig dat bed, nou wacht je er maar op ook." zeg ik. Een laag gegrom vult de kamer. Ik glimlach en start mijn laptop op. "Misschien kunnen we dalijk nog even naar buiten?" stel ik voor. Hij knikt nors. "Liefje, het komt goed." grijns ik. Weer gromt hij. "Word je nou een hond?" vraag ik. Hij schud zijn hoofd. "Dat was gewoon een naaistreek." mompelt hij. Ik knik. "Weet ik!" zeg ik op een te blije toon. Nadat ik even een uurtje met een aantal mensen op msn heb gezeten sluit ik mijn laptop af. "Zullen we?" vraag ik. Hij knikt, alweer wat opgewekter. Hij laat me zien hoe het raam open gaat en samen springen we eruit. Hand in hand rennen we op een onmogelijk tempo door de bossen van Forks.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.