Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » A-Team » Where are the prisoners? » Where are the prisoners? Deel 2 (13-24)

Where are the prisoners?

12 mei 2013 - 22:12

10344

0

486



Where are the prisoners? Deel 2 (13-24)

TROY
Als Audrey opgehangen heeft en ze mij mijn mobiel teruggeeft vraag ik het haar nog een keer.
"Zal ik anders met je meegaan?"
"Nee, dat hoeft niet hoor," zegt ze dan opeens.
"Voel je je niet veiliger met een soort van sheriff in je buurt?”
En nog bedankt ze. Daarna loopt ze naar buiten en kijk ik haar na.
‘Wat een mooie meid. Jammer dat ik niet met haar mee mag gaan,’ zeg ik tegen mezelf.
Daarna bel ik Sheirys op maar die neemt niet op.
‘Waar zou die nou weer zijn?’ vroeg ik aan mezelf. ‘Nou ja, ik ben nu even de sheriff. Oké wat ga ik als eerste doen? Ik heb het! Peter, Hank en ik gaan gewoon wat lol maken.’

SHEIRYS
Ik lag op mijn knieën naast Face en ondersteunde zijn hoofd. Hij was helemaal van de wereld. Medelijden voelde ik niet, alleen woede, omdat Troy hem zo had laten liggen. Ik wist wel waarom, Troy dacht me te kunnen versieren, maar dat lukte hem toch niet.
Ik pakte Face' telefoon opnieuw en zocht in de lijst naast de telefoon naar bekende nummers. 'Van' zag ik ineens staan. Ik draaide het nummer en liet hem overgaan. Gelukkig werd er vrijwel direct opgenomen. Met een hese en nerveuze stem ratelde ik: 'Face is overvallen en onder een kast terecht gekomen! Kom dan!!!'
Hannibal zei met rustige stem: 'We komen eraan, Sheirys, we zijn er over een klein halfuurtje'.
Ik drukte de verbinding weg en haalde even grijnzend adem.
"Een prachtige kans om zijn huis even te doorzoeken," mompelde ik in mezelf.
Ik stapte voorzichtig over de puinzooi heen en kon een glimlachje niet onderdrukken. Troy had zijn opdracht verder wel goed volbracht! Ik snuffelde in kastjes en dergelijke, maar ik vond helaas niets. Toen ik merkte dat er al tien minuten voorbij waren, liep ik terug naar Face en merkte dat hij langzaam bijkwam. Ik knielde meteen bij hem neer en keek om me heen. Ik liep naar de gootsteen en vulde een glas water. Later bedacht ik me en doopte een handdoek in het water. Ik liep terug naar Face en druppelde langzaam water op zijn lippen. Ik veegde het haar van zijn voorhoofd en glimlachte lief naar hem. Toen hij kreunend vroeg of ik de kast niet weg kon halen, schudde ik 'bedroefd' mijn hoofd.
'Te zwaar voor mij,' antwoordde ik.
Face glimlachte met moeite en zakte toen weer weg. Ineens werd de deur ingetrapt en ik sprong overeind. Ik stond in een vechtstand toen ik in de gang hoorde roepen: 'Sheirys, Face!! Waar zijn jullie??’

B.A.
We zijn onderweg naar Face, om op ‘ziekenbezoek’ te gaan, als de telefoon in de Van gaat. Hannibal pakt hem op. Terwijl aan de andere kant iemand om hulp roept, herkent hij haar stem en zegt hij geluidloos en met een vechtlustige blik: "Sheirys!"
"Over een half uur zijn we er," antwoordt Hannibal.
Ik kijk hem niet begrijpend aan.
"We zijn er al bijna!"
"Ja, dat weet ik. Maar dat hoeft zij niet te weten," gniffelt hij. "Ze zegt dat Face is overvallen en onder een kast ligt. Wie zegt ons dat ze daar zelf niet de hand in heeft gehad of.... een helpende hand?"
Niet veel later stoppen we in de buurt van de woning van Face. We pakken onze wapens, want waar Sheirys is, is het gevaarlijk, weten we inmiddels. Hannibal gaat als eerste naar binnen. Om de beurt dekken we elkaars weg naar Face. Ik luister aan een deur en wijs naar de anderen dat hier iemand binnen is. Murdock en ik dekken Hannibal als hij de deur intrapt en meteen Face' naam roept.
Meteen achter Hannibal aan spring ik de kamer in en til de kast op waar Face onder ligt. Murdock haalt Face er voorzichtig onder vandaan en onderzoekt en helpt hem. Hannibal ziet Sheirys in vechthouding staan en met een goed gemikte trap maakt hij haar onschadelijk. Met de handen op haar rug drukt hij haar tegen de muur en vraagt met ijzige stem wat zij hier doet.
Als de kast terug tegen de muur staat, kijk ik eens om me heen. De hele kamer is één grote puinhoop, hier is iemand naar iets op zoek geweest. Maar wat zochten ze?

FACE
Ik kwam langzaam bij en had nog steeds zo'n pijn en vooral op mijn borst. Ik voelde water op mijn lippen druppen. Daardoor merkte ik dat Sheirys er ook was en voelde me toen iets prettiger.
"Kun je de... kast weghalen," vroeg ik kreunend.
Ik zag wazig dat ze nee schudde. Even probeerde ik te glimlachen, maar daarna werd het alweer zwart.
Als ik even later weer bij kom zie ik dat Sheirys vastgebonden is. Ook hoor ik Murdock zeggen dat ik naar het ziekenhuis toe moet.
"Wat doen jullie met Sheirys?" vroeg ik terwijl ik moeite had met ademen.
"Face, ze is gevaarlijk," zei B.A..
"Nee, dat is ze niet, ze heeft me geholpen, Troy heeft de hele boel gesaboteerd en mij hier laten liggen. Sheirys heeft me geholpen," zei ik kreunend.
De anderen keken allemaal verbaasd naar mij nadat ik dat verteld had. Toen begon ik opeens bloed te spugen.

SHEIRYS
Toen Hannibal me ineens in mijn buik trapte en me tegen de muur duwde, hapte ik in eerste instantie naar adem van de pijn. Hannibal verdraaide mijn armen pijnlijk op mijn rug en vroeg op ijzige toon wat ik hier deed. Ondertussen duwde hij mijn hoofd onzachtzinnig tegen de muur. Ik stribbelde maar niet tegen. Mijn hersens draaiden op volle toeren. Ja, wat deed ik hier eigenlijk?
Gelukkig kwam Face bij en schoot hij me te hulp. Hannibal liet me vertwijfeld los. Ik bewoog mijn armen wat om de doorbloeding weer op gang te krijgen. Ik glimlachte een beetje verlegen naar hen. 'Ja sorry.. Ik wilde gewoon even langskomen bij Face en zag toen dat de deur open stond, dat vertrouwde ik niet. Toen belde ik jullie, het nummer stond in het boekje naast de telefoon. En nou ja.. Toen jullie binnenvielen dacht ik dat mijn karatelessen me wel goed uitkwamen. Sorry, als jullie me liever kwijt dan rijk zijn.'
Op dat moment begon Face bloed op te hoesten. Iedereen keek verstijfd naar Face. Ik dook naar hem toe en tilde zijn oogleden op. Hannibal ging op zijn knieën naast me zitten. Hij had een EHBO-cursus gehad, wist ik nog. Samen maakten we het Face zo gemakkelijk mogelijk.
'Hij heeft een maagbloeding, hij moet naar het ziekenhuis.'
Hannibal beaamde dat. BA tilde hem het busje in. Ik greep mijn tasje mee en liep snel achter het team aan. Ik deed de deur op slot en gaf de sleutel aan Hannibal. Voorzichtig legde BA Face in het busje. Zonder nog verder naar me om te kijken sprong het team in het busje. Toen iedereen zat en ik niet te zien was in de buitenspiegels haalde ik een zendertje uit de binnenzak van mijn jasje en plakte dat aan de onderkant, onzichtbaar voor een geoefend oog. Ik stond verloren bij Face' appartement, terwijl het busje naar het ziekenhuis scheurde. Ik haalde even diep adem en liep terug naar mijn Aston. Ineens viel me een knipperend lichtje op aan de onderkant van de auto. Ik grijnsde en schudde lachend mijn hoofd. Ik stapte in en reed naar huis. Onderweg bedacht ik dat ik me wel van een hele goede kant had laten zien.
'Was het niet te.. echt!?' vroeg ik mezelf af.
Geschokt kwam ik tot de conclusie dat ik me helemaal mee had laten slepen.
'Houd je hoofd koel, Sheirys Woods! Houd je hoofd koel. Denk aan..'
Op dat moment moest ik remmen, want ik zag Troy in een dienstauto rijden. Ik keek op de peiler van de zender en zag dat ze ver weg waren. Ik seinde Troy dat hij moest stoppen. Ik draaide mijn raam naar beneden en zei: 'Rij over een uur naar mijn huis.'
Het raam ging omhoog en ik reed naar huis. Ik drukte de muziek aan, óns nummer, bedacht ik me. Boos op mezelf drukte ik het uit, waarom mezelf kwellen?

B.A.
Iedereen schrikt als Face bloed overgeeft. Ik vind het een vreemd gezicht om Sheirys zich om hem te zien bekommeren en ik vraag me dan ook af of ze het niet allemaal speelt. En als dat zo is, dan speelt ze goed toneel. Als Hannibal seint dat we gaan, pak ik Face op en breng hem naar de Van. Murdock ontfermt zich op de achterbank over hem, waarna ik achter het stuur spring en plankgas geef. Hannibal kijkt bezorgd achterom en geeft af en toe een aanwijzing hoe ik het beste kan rijden naar het ziekenhuis.
Plotseling begint er iets heel luid te piepen. Hannibal en Murdock grijpen naar hun hoofd om hun oren te bedekken.
"Wat is dat?" schreeuwt Hannibal boven de herrie uit.
Face kreunt, zijn gezicht vertrekt van nog meer pijn.
"Volgens mij wordt de zender waarmee we Sheirys volgen gestoord door iets. Moeten we nog ver?"
Ik kijk Hannibal vragend aan terwijl mijn oren ook beginnen pijn te doen.
"Wat denk je, kan ik heel even stoppen?"
Ik kijk Face even verontschuldigend aan en zet dan de Van aan de kant van de weg. Ik duik onder de Van en zie al snel wat de boosdoener is: een zender die bedoelt is om ONS te volgen.
"Grrrrh! Zie je wel, die dame is een slang. Glad en geslepen."
Snel sta ik op, Face moet echt snel naar het ziekenhuis. Als ik weer rijd, stop ik Hannibal de zender van Sheirys in zijn handen.
"Ze heeft je geholpen, zei je toch, Face?" vraag ik sarcastisch. "Met de boekenkast op je te laten vallen zeker? Wat heb je haar allemaal verteld? Die dame is niet te vertrouwen."
Ik schud m'n hoofd en trek een grijns die vertelt dat ze nog niet jarig is als ze één van ons nog eens kwaad doet.
Aangekomen bij het lokale ziekenhuis pak ik Face weer op. Hannibal grijpt zijn tas met vermom-mingen voor de zekerheid mee en Murdock volgt ons als de Van is afgesloten. Bij de E.H.B.O. roepen we dat we een spoedgeval hebben. Een jonge dokter komt aangesneld en begint meteen in rap tempo vragen te stellen.
"We denken dat hij een maagbloeding heeft, er is een boekenkast op hem gevallen terwijl hij op de vloer lag."
De dokter kijkt ons verwonderd aan en vraagt: "Er heeft toch geen aardbeving plaatsgevonden?"
"Hij is overvallen," is Hannibals verklaring.
De dokter geeft een papier dat we moeten invullen en neemt Face alvast mee naar een behandel-kamer. Hannibal zoekt een stoel op om alles in te vullen. Murdock en ik kijken het rijdende bed met Face na. Murdock is voor de verandering eens stil, volgens mij staat hij op het punt te gaan huilen. Ik kan zijn gejibberjabber dan wel niet uitstaan, maar op zo'n moment raakt het me als een maat verdriet heeft. Ik leg een hand op zijn schouder.
"Het komt wel goed met Face, hij is een taaie."

FACE
Ik kreunde van pijn. Opeens stopte B.A. de Van en stapte uit.
‘Wat gaat die nou doen?’ dacht ik verbaasd.
Als hij me sarcastisch vraagt of Sheirys me heeft geholpen antwoord ik kreunend: "B.A., het was Troy... die de kast op me... geduwd heeft en... niet Sheiry...s, ze w...as er geen.... ee...ns b....ij"
Na een paar minuten rijden haalt B.A. me eindelijk uit de Van en zie ik wazig dat we bij het ziekenhuis zijn. Daar wordt ik meteen op een bed gelegd en naar een andere kamer gebracht. Ik wordt meteen onder narcose gebracht en zie nog net dat Hannibal nog even om de hoek komt kijken. Daarna zak ik weg.

TROY
Het is ongeveer een uur geleden dat ik Sheirys tegenkwam in de auto en nu rijd ik naar haar huis toe.
Eenmaal binnen begint ze te vertellen dat Face naar het ziekenhuis is gebracht. En dat ze hartstikke boos is op me.

AUDREY
Dit is nu al de tweede keer dat er hier niemand in de office is. Ik loop naar een tafel en zet het bord neer. Ik kijk de kamer rond totdat opeens de deur opengaat en Troy binnenkomt. Ik zei dat ik papa’s eten kwam brengen. Opeens loopt hij naar me toe en drukt me tegen zich aan.
"Je vader is verongelukt en ligt nu in het ziekenhuis."
"Wat?"
Ik weet niet wat te zeggen en wanneer Troy vraagt of we samen naar het ziekenhuis gaan wil ik eigenlijk nee knikken, maar ik heb geen idee waarom ik hem niet mag. Ik word gered door de gsm van Troy. Hij neemt op, maar geeft de gsm al snel door aan mij. Het is papa. Ik ben blij dat ik zijn stem hoor en luister aandachtig naar wat hij te vertellen heeft. Hij vraagtme zo snel mogelijk te komen, maar niet mee te rijden met de hulpsheriffs. Ik ga akkoord en geef Troy zijn gsm terug.
Hij vraagt nog een keer of hij mee moet gaan naar het ziekenhuis, maar met papa's waarschuwing in gedacht weiger ik. Ik loop naar mijn auto en ga op weg naar het ziekenhuis.
"Wat ben ik blij dat ik daar vanaf ben. Maar wat zou er mis zijn?" vraag ik me af.
Ik ben in gedachten verzonken en voor ik het weet ben ik aan de ingang van het ziekenhuis. Ik ga naar binnen en zoek naar een lift om naar de tweede verdieping te gaan. Ik ben op de tweede verdieping aangekomen en ga op zoek naar papa's kamernummer. Ik moet niet lang zoeken, op het eind van de gang staat een deur op een kier en ik hoor stemmen vanuit de kamer. Ik loop er naar binnen.
"Papa!" roep ik en ik geef hem heel voorzichtig een knuffel.

SHERIFF
De deur van de ziekenhuiskamer gaat open. Voorzichtig draai ik me die kant op en er gaat een golf van blijdschap door me heen als ik m'n dochter zie. Ze schrikt een beetje van al het verband en geeft me voorzichtig een knuffel.
"Audrey, dit Cheyenne. Ze is vrachtwagenchauffeur en heeft me gevonden en een ziekenwagen laten komen."
De dames geven elkaar een hand. Als Audrey aan de andere kant van m'n bed is gaan zitten, kijkt ze me vragend aan.
"Waarom mag ik niet meer met Troy of de andere deputies meerijden, pap?"
"Volgens mij willen ze mij kwijt. En ik wil niet dat ze jou ook iets aandoen. Je weet dat ik de laatste tijd nogal raadselachtige dingen meemaak op het kantoor: parkeerbonnen die verdwenen, mensen die uit cellen ontsnapten, klachten die plotseling werden ingetrokken en ga zo maar door."
Audrey knikt, dat waren de avonden dat het thuis ook niet zo gezellig was.
"Vanmorgen werd ik met Troy in een cel opgesloten door een vrouwelijke gevangene die eerst verdwenen leek te zijn en toen plotseling een wapen had, terwijl we haar gisteren nog gefouilleerd hadden."
Ik word een beetje moe van al dat praten en moet even op adem komen. Ook m'n gekneusde ribben willen even rust, maar ik wil m'n dochter nog meer vertellen, dus steek ik weer van wal.
"Gelukkig zagen voorbijgangers die vrouw de office uitrennen en vertrouwden de boel niet. Troy heeft nachtdienst gehad en ik vermoed dat hij zich heeft laten omkopen of wat dan ook. Maar weet je wat nou het mooiste van alles is? Die mannen die ons kwamen bevrijden zijn beroemdheden. Het is THE A-TEAM!"
Audrey kijkt me met grote ogen aan.
"Maar pap, die worden overal gezocht, die komen toch niet voor hun lol een sheriffs office binnen-gelopen? Weet je zeker dat ze het zijn?"
Ik knik.
"Wil je ze voor me opzoeken? Ze zijn de ontsnapte vrouw gaan schaduwen en ik weet niet waar ze nu zijn. Maar ik heb ze nodig. Dat ongeluk van mij is met opzet veroorzaakt. Hank en Peter riepen me op voor assistentie bij een conflict tussen chauffeurs en wisten dus dat ik over die weg naar hen toekwam. Nou, ze zijn niet naar me komen zoeken en dat is op zijn minst verdacht te noemen, vind je niet?"
M'n dochter knikt en vraagt: "Waar moet ik beginnen met zoeken? Op het opsporingsbericht kan ik hun gezichten opzoeken, maar verder...."
"Ze rijden in een zwart/grijze Van met een rode streep erop. Die kom je echt niet elke dag tegen, dus als je ze ziet breng ze alsjeblieft naar me toe. Ik moet er niet aan denken wat Troy allemaal gaat doen als hij lang voor mij invalt. Nee, één van die A-teammannen mag wat mij betreft een poosje Sheriff zijn, die weten van aanpakken."
Cheyenne heeft zich al die tijd op de achtergrond gehouden, maar mengt zich nu in het gesprek.
"Ik zal ook naar ze uitkijken. Mag ik jullie telefoonnummer? Als ik ze ergens zie laat ik jullie dat meteen weten. En ik zal m'n collega's ook vragen om op te letten."

FACE
Als ik weer wakker word, weet ik niet waar ik ben en er ligt een hele warboel van slangetjes om me heen. Er loopt ook één of andere slang door mijn keel. Ik probeer te slikken maar dat lukt niet. Ik zag een meisje op de gang voorbij lopen. Als ze even later weer langs komt, lopen er drie mannen met haar mee maar die komen eerst bij mij kijken. Ik word er doodsbang van en zou het liefst helemaal onder de dekens kruipen.
‘Wie zijn dat?’ dacht ik angstig in mezelf.
Dan komt de dokter, die herken ik wel. Hij zegt tegen de mannen dat ik aan geheugenverlies lijdt, maar wat dat is zou ik niet weten. De tranen staan in mijn ogen. Ik heb ook zo'n pijn in mijn maag en alles doet me zeer. Daarna lopen de drie mannen met het meisje ergens anders heen; waarheen weet ik niet.

SHEIRYS
Ik was naar huis gereden. Ineens viel het signaal van de zender onder de Van weg. Ik werd een beetje bleek.
"Shit, zender ontdekt!" mompelde ik voor me uit. "Oké, dan zadelen we Troy ermee op. Als ze slim zijn, traceren ze de plaats vanwaar het signaal opgevangen wordt."
Ik glimlachte. Het hek ging ondertussen voor me open en snel reed ik naar de garagedeur. Ik reed naar beneden en de deur schoof snel en geluidloos open. Ik parkeerde mijn Aston naast mijn zwarte Ford Mondeo Titanium. Ik stapte uit en sloot de garagedeur achter me. Ineens schoot me te binnen dat er een zender onder mijn auto zat. Ik liep naar de achterkant van de Aston en trok voorzichtig de zender eraf. Ik legde het op de grond en met de naaldhak van mijn rechtervoet stampte ik de zender kapot. Achteloos gooide ik het kapotte dingetje in de afvalbak die in de hoek van de garage stond. Daarna liep ik naar boven, naar de gang. Daar bekeek ik eerst de post. Niets bijzonders.
Het was lekker weer en ik dacht dat het wel lekker zou zijn om wat te zwemmen in mijn privé-zwembad. Ik trok mijn badpak aan en nam een handdoek mee. Toen ik er net een halfuurtje lag en nipte van mijn Martini, werd ik gebeld. Mike kwam de telefoon brengen, ik wuifde met mijn hand dat hij mocht gaan. Het was de klant. Ik luisterde en antwoordde kortaf.
'U wilt het morgen? Dat is onmogelijk.'
De man aan de andere kant van de lijn antwoordde en ik luisterde aandachtig.
'Ik werk alleen op zekerheden. Als u dat gedaan wilt hebben, moet ik dat aan mijn mannetje in situ doorgeven, die gaat dan achter het dossier aan. Dat duurt een week. Staat in het contract, weet u nog?' zei ik vastbesloten.
De man klonk niet boos. Flemend zei hij: 'Maar miss Woods, Sheirys... Kun je geen uitzondering maken? Uw werk zal goed beloond worden, ik weet ook dat u goed bekend staat. Snel en doeltreffend! '
Ik zuchtte onhoorbaar.
'Ik betaal u dan twee keer zoveel, als het overmorgen geleverd wordt, eventueel een etentje voor twee..' zeurde de man door.
Ik dacht snel na. Dat moest toch mogelijk zijn?
Ik antwoordde: 'Stik in dat diner van je, dat hoef ik niet. Je had al een keer afgebeld toen we wat meer afspraken moesten maken en ik had geen zekerheid. Als je het dubbele van de afgesproken prijs wilt betalen, wordt dat vier miljoen. Dat weet je, Gio?'
Hij antwoordde bevestigend. Ik ging akkoord.
'Oké, dan heb ik het dossier overmorgen. We bellen nog voor die tijd. Ik neem contact op.'
Snel hing ik op. Meteen daarna stond Troy in de tuin. Ik sloeg een badjas om en liep naar binnen. 'Wacht even, ik kleed me even om,' zei ik.
Een kleine tien minuten later was ik aangekleed en liep naar de studeerkamer, waar Troy al wachtte.
Ik ging zitten en probeerde niet naar de foto te kijken. Strak keek ik Troy aan, zonder wat te zeggen. Troy begon een klein zenuwtrekje te vertonen.
Na een tijdje zei ik: 'Ik ben niet tevreden Troy. Je doet niets goed van wat ik je opdraag te doen. Je hebt Face onder die kast laten liggen. Niet erg onopvallend! Je gedraagt je te impulsief. Ik heb een plan bedacht en verdorie Troy daar moet jij je aan houden!'
Ik schoot uit mijn slof en stond kwaad op. Met mijn perfect gemanicuurde handen maakte ik een vuist waarmee ik op de tafel sloeg. Troy werd bang zag ik. Ik onderdrukte de woede en ging weer zitten, ogenschijnlijk even kalm als voorheen.
'Als ik mensen nodig heb voor die chip, zoek ik ze zelf wel uit. Mensen van het A-team moet je daar niet voor gebruiken!'
Ik keek Troy strak aan.
'Van nu af aan doe je alleen nog maar wat ik zeg wat je moet doen. Je weet wat ons doel is, daar werken we naar toe. Niemand, maar dan ook NIEMAND houdt dat tegen, gesnopen?'
Dat laatste kwam er zacht maar ijzig dreigend uit. Troy knikte beduusd.
'Dan neem je nu dit mee en legt dat in je auto.'
Ik gaf hem de zenderontvanger.
'Jij gaat nu naar het dorp en LEGT die sheriff om. Of anders..'
Ik maakte mijn zin niet af, maar het klonk zo dreigend kalm dat Troy meteen snapte wat ik bedoelde. Hij knikte.
'Mooi. Je kunt gaan.'
Ik stond op, het gesprek beschouwde ik als beëindigd. Troy wist niet hoe snel hij naar buiten moest gaan. Toen Troy weg was, pakte ik de telefoon op en draaide snel een nummer. James nam op.
'Sheirys hier. Ik heb dat dossier morgen nodig. Kan je er aan komen?'
James grinnikte en antwoordde tot mijn verbazing: 'Ik heb het al, wanneer wil je het hebben?'
'Zo snel mogelijk, nu eigenlijk. Hoe sneller hoe beter. Die Clayton, je weet wel, die CIA-agent die achter Gio aan zit, moet ik uit de weg ruimen.'
James zei dat hij er meteen aankwam, hij zou er in een kwartiertje zijn. Ik sloot het gesprek af. 'Heerlijk als iedereen meewerkt,' zei ik in mezelf.
Ik pakte weer de telefoon en belde Gio op. Hij nam op en ik zei: 'We hebben het dossier sneller dan verwacht. Vier miljoen, cash. Anders... Dat weet je.'
Gio reageerde enthousiast en zei dat hij me tegemoet zou rijden. Ik liep naar de slaapkamer en opende de geheime deur. Ik liep snel door de smalle gang en koos uit de wapencollectie een Barrett Sniper. Daarna liep ik terug. Uit de kledingkast haalde ik, nadat ik de geheime deur goed op slot had gedraaid, een strak leren motorpak tevoorschijn. Het was helemaal compleet, van de zwarte helm met zwarte klep, tot de zwarte leren laarzen. Met de helm onder mijn arm liep ik naar beneden. Ondertussen was James aangekomen. Ik nam het dossier van hem aan en las het vluchtig door. Ik had me al weken lang voorbereid en wist elke move van de CIA-agent, maar ik zag wel dat zijn planning was gewijzigd. Hij zou in een halfuurtje aankomen op het vliegveld hier in de buurt. Ik keek James aan en zei lachend: 'Hoe doe je dat toch?! Geweldig.'
James knikte bescheiden en haalde zwijgend zijn schouders op, een man van weinig woorden.
'Neem maar een paar dagen vakantie, ik bel je wel als ik je nodig heb,' zei ik spontaan.
Daarna zei ik tegen Mike, die erbij was komen staan: 'Ik ga weg, hou alles in de gaten en laat niemand binnen.'
Snel daarna liep ik naar de garage en stapte op mijn zwarte motor. Ik startte en reed snel weg. Mike sloot de garagedeur.
Ik reed naar het vliegveld en stopte op een heuvel waar ik een goed uitzicht had. Ik haalde de Sniper uit de rugtas en zette hem snel en geoefend in elkaar. Daarna ging ik liggen; door het hoge gras was ik bijna onzichtbaar. Ik speurde het vliegveld af door mijn vizier, hij zou met een privévliegtuig komen. Ineens zag ik hem lopen. Ik richtte en vuurde. Geluidloos schoot de kogel weg en even later zakte de CIA-agent als een lappenpop in elkaar. Ik had hem precies door zijn voorhoofd geschoten. Ik haalde de Sniper uit elkaar en ruimde hem zorgvuldig op in de tas. Daarna reed ik terug naar huis, moe maar voldaan. Zo'n missie zoog me helemaal leeg, maar nu kon ik me volop richten op de andere, persoonlijke, missie.

B.A.
Het lijkt een eeuwigheid te duren dat de dokters met Face bezig zijn in de operatiekamer. We zien mensen in groene kleding naar buiten komen en staan als één persoon tegelijk op. Eigenlijk hoeven we de vraag niet uit te spreken, die staat op onze gezichten geschreven. Eén van de dokters blijft bij ons staan, de rest loopt door.
"We hebben de beschadiging aan de maag van uw collega kunnen verhelpen. Hij ligt op intensive care en zal zo meteen wel wakker worden. Als de zuster u komt roepen mag u bij hem. Hij zal wel een tijdje uit de running zijn, heren."
We kijken elkaar aan en gaan maar weer zitten.
Na een minuut of vijf staat Hannibal op en vraagt: "Wie lust er koffie?"
Ik kijk hem even verstoord aan, maar knik dan. Murdock zegt dat hij even meeloopt. Even later zitten we weer op een rijtje, te blazen in een beker hete koffie.
Een zuster komt uit de grote deur en kijkt om zich heen. Ze wenkt ons. De koffie zetten we opzij en uit ons hoofd. Hoe is het met Face, dat is wat nu belangrijk is. Eén voor één mogen we naar zijn bed toe. Hannibal gaat eerst en komt terug met een somber gezicht. Murdock gaat als tweede en keert terug met een paar verschrikte ogen. Ik loop met lood in m'n schoenen naar Face die daar tussen slangen en piepende machines heel kwetsbaar ligt te zijn.
"Hé, Faceman, blij dat je er weer bent," zeg ik glimlachend.
Hij lijkt terug te deinzen als ik dichterbij kom en kijkt me met grote ogen aan, alsof hij me totaal niet kent en me een vreselijk enge verschijning vindt.
"Face, it's me! B.A., man! De man die altijd jouw belagers knock out mag slaan," fluister ik.
Als ik zijn arm even wil aanraken om hem beterschap te wensen, raakt hij bijna in paniek en trek ik m'n hand maar snel terug. Er prikken tranen achter m'n ogen als ik bij hem vandaan loop.
Terug op de gang zegt Hannibal: "Het is goed mis met Face. Hij heeft geheugenverlies. Als het maar niet blijvend is."
De zuster die ons kwam roepen vraagt of we de dokter willen spreken en gaat ons voor naar een kamer.
Daar staan we dan, met z'n drieën bij de Van, machteloos, omdat we niets voor Face kunnen doen behalve op bezoek gaan bij hem. Als hij ergens vastgehouden zou worden, dan roept dat onze vechtlust op en trekken we erop uit om hem te bevrijden. Nu moet hij in z'n eentje vechten, om beter te worden, wij kunnen hem alleen maar aanmoedigen.
"We moeten de sheriff nog verslag uitbrengen over waar miss Sheirys woont. Zullen we daar maar naar toe gaan?"
De anderen knikken en stappen in. Bij de office zit Troy achter de balie.
"Hallo, is sheriff Sheldon er ook?" vraag ik hem.
"Nee, die is ziek! Hij heeft gevraagd of ik voor hem in wil vallen," antwoordt hij terwijl hij zijn borst vooruit steekt om zijn woorden gewichtiger te laten klinken.
"Waar woont ie? We willen hem even spreken."
"Euh, thuis zul je hem niet vinden."
Troy lijkt te twijfelen of hij zal vertellen waar de sheriff is. Ik doe een stap dichter naar de balie, want ik merk dat hier iets niet in de haak is.
"Waar is de sheriff dan wel?"
Troy zet een stap terug, blijkbaar onder de indruk. “In het ziekenhuis. Wat moeten jullie van hem?" vraagt hij achterdochtig.
"Gaat je niets aan!" zeg ik en draai me grommend om.
Terug in de Van vertel ik dat we weer terug kunnen. Ook de sheriff ligt in het ziekenhuis.

FACE
Eerst komt een man met wit haar de kamer binnenlopen. Maar loopt daarna ook snel weer weg.
Daarna komt een man met een pet binnenlopen ook hij loopt snel weg. Nu komt er een man met allemaal kettingen om zijn nek binnenlopen en komt steeds iets dichterbij. Hij begint tegen me te praten.
"Hé, Faceman, blij dat je er weer bent," zegt de man.
Maar wat doet hij hier, ik ken hem geen eens en wie is nou ooit Faceman? Overal om me heen staan piepende machines en liggen er slangen om me heen. Ik vind het allemaal maar eng. Ik kijk de man met grote ogen aan. Dan praat hij weer even tegen me.
"Face, it's me! B.A., man! De man die altijd jouw belagers knock-out mag slaan,” zegt de man.
"Wie ben jij?" wilde ik zeggen maar dat ging niet vanwege de slang in mijn keel. Ik kan niet eens meer praten denk ik in mezelf. Dan komt de man dichtbij me met z'n hand en raak ik bijna in paniek. Als hij zijn hand weer snel terugtrekt wordt ik weer wat rustiger. Daarna loopt ook hij weg.
Ik heb geen idee waar ik ben. Ik weet eigenlijk helemaal niets. Eén ding weet ik wel. Ik wil hier zo snel mogelijk weg. Weg van deze plek. Weg van al die slangen en piepende machines. Weg van hier. Ongeveer vijf minuten later komt er een zuster binnenlopen die het zweet van mijn voorhoofd veegt en ze wil me een prik of zoiets geven. Ik wijs bang naar de naald.
"Rustig blijven, het is alleen maar even een prikje, je zult er bijna niets van voelen," zegt de zuster.
Dan laat ik het maar toe. Ze prikt de naald in mijn hand en sluit er dan een zakje op aan met een slangetje. Als ook de dokter binnenkomt zegt ze tegen hem: "Ik heb net een infuus met morfine bij hem aangesloten zodat hij niet zo veel pijn meer heeft."
Wat het allemaal betekent weet ik niet.
Tot mijn verbazing komen er twee mannen in nette pakken aangelopen. Als ze dichterbij komen begin ik om me heen te slaan. Ik raak helemaal in paniek. De dokter roept meteen een aantal andere dokters die me allemaal beetpakken. Langzamerhand raakt mijn energie op en geef ik het op.
De man stelt zich voor.
"Ik ben Decker en dit is Crane, wij komen voor Templeton Peck," zegt hij.
Ook hen ken ik niet. Wie zou dat ooit zijn, die Templeton Peck? denk ik in mezelf.
Daarna zegt de ene man die zich voor stelde als Decker: "Is dat Templeton Peck?"
"Ja," antwoordt één van de dokters.
Daarna wordt ik vastgebonden met een soort van stoffen dingen. Het lijken haast wel stroken van stof maar ze zijn een klein beetje elastisch. Ik probeer mezelf los te krijgen maar dat lukt niet.
"Wat is er met hem aan de hand?" vraagt de ene man.
"Hij lijdt aan geheugenverlies, hij weet geen eens meer wie hij zelf is," antwoordt de dokter.
Daar lig ik dan, vastgebonden aan het bed en niet wetend wie ik ben of waar ik ben. Dan komt de man met allemaal kettingen weer binnen, maar hij zet het meteen op een rennen als hij de twee mannen ziet. Daarna rennen de andere twee mannen voor wie ik zo bang was er achter aan. Als de dokters ook weg zijn gelopen kalmeert de zuster me. En daarna loopt ook zij de kamer uit en blijf ik alleen in de kamer achter.

SHEIRYS
Ik reed moe maar voldaan mijn oprit op. Ik gaf vol gas en reed zo de open garage in. Mike stond me al op te wachten. Soepel zette ik de motor op slot en knikte naar Mike.
'Alles is goed gegaan. Is het al op het nieuws?'
Mike antwoordde negatief.
Ik zuchtte en zei: 'Ik neem een douche en kook daarna wel eten, is dat goed?'
Mike antwoordde me lachend: 'Ja joh, best. Ik controleer alles nog wel even.' en liep weg.
Ik keek hem even na en dacht na. Daarna draaide ik me om en ruimde mijn Sniper op. Daarna dook ik onder een hete douche en deed mijn pyjamajurkje aan. Ochtendjas erover heen en mijn sloffen aan. Het was immers al zeven uur geweest!
Eenmaal in de keuken zette ik eerst de TV aan, daarna opende ik de keukenkastjes. Er stond een pak macaroni. Groenten had ik ook nog. Ik zette het gas aan en kookte snel eten voor twee. Mike woonde namelijk bij me in, maar hij had een eigen slaapkamer. We waren bevriend van voor de Vietnamoorlog en hij had me opgevangen na… Mike kwam binnen en verstoorde mijn gedachten. Hij snoof nadrukkelijk: 'Dat ruikt goed Sheirys! Heerlijk! Ik dek de tafel vast.'
Een kleine tien minuten later stond de pan dampend op tafel. Mike schoof aan, ik zette de TV wat harder. Ik wilde net een hap in mijn mond stoppen, toen ik een bekend geluid hoorde, begeleid door een bekende stem.
'Dames en heren, luisteraars. Hier volgt een extra nieuwsbulletin. Vandaag, om half zeven, is een CIA-agent op brute wijze om het leven gebracht. Omstanders zagen hem plots in elkaar zakken. Er wordt gezocht naar een man op een zwarte motor, nummerplaat...'
Ik zette het geluid uit en at rustig door.
'Waarom denken ze nou altijd dat het een man is? Gelukkig kan niemand me herkend hebben, want ik had een zwarte helm op.'
Ik grijnsde en keek Mike aan. Mike knikte goedkeurend. Na het eten ruimde Mike dit keer af, ik was doodop van de hele dag, en trouwens, morgen moest ik er weer vroeg uit! Ik zei hem mij te waar-schuwen als er wat mocht gebeuren. Mike beloofde dat. Hij liet mijn twee schattige bloedhondjes vrij lopen en zette het hek onder stroom. De bewegingsdetector werd aangezet, zodat we het meteen zouden merken als er iemand binnen zou komen vallen. Na lang woelen viel ik in een onrustige slaap.

AUDREY
Ik luisterde aandachtig naar papa zijn theorie en kwam zelf tot de conclusie dat het inderdaad erg verdacht was. Hij vroeg me om The A-team te gaan zoeken, maar ik had echt geen idee waar ik moest beginnen. Ik beloofde wel mijn best te doen en de andere vrouw in de kamer, die zich had voorgesteld als Cheyenne, zei dat ze ook wel zou uitkijken. Ik gaf haar mijn telefoonnummer. Daarna nam ik afscheid van papa en ging weer op weg naar de lift. Eenmaal in mijn auto aangekomen begon ik me toch af te vragen waar ik zou beginnen zoeken.
"Laat ik eerst maar is naar de office rijden," besloot ik.
Daar eenmaal aangekomen zag ik net voor mijn neus een zwarte van met een rode streep de hoek om gaan.

B.A.
Terug in het ziekenhuis vragen we aan de balie waar sheriff Sheldon ligt. Hannibal en Murdock gaan direct naar hem toe, ik wil eerst nog even bij Face langs. Nietsvermoedend loop ik de intensive care op tot ik ineens twee heel bekende koppen zie: Decker en Crane. Ik draai me vliegensvlug om en zet het op een rennen. Zouden ze mij gezien hebben? Het antwoord klinkt in de gang achter me. Gelukkig was ik dicht bij de deur en heb op die manier een voorsprong. Voor Decker en Crane door hebben welke kant ik opgerend ben, ben ik al om de bocht en duik nog net een zich sluitende lift in. Ik verontschuldig me bij de mensen die me geschrokken aankijken.
'Sorry, ik zoek een zakkenroller."
Iedereen pakt zijn of haar tas extra stevig vast, alsof ze verwachten dat ie hier in de lift staat. Ik kijk de lift bij wijze van spreke omhoog en maak me uit de voeten als we op de vijfde verdieping zijn.
"Welk kamernummer was het ook al weer?!"
Ik kijk op een wegwijzer van het ziekenhuis en weet het dan weer. Bij de kamer van de sheriff aangekomen schuif ik de kamer binnen, omdat de vloer spiegeltje glad is en afremmen dus weinig effect heeft. Ik zie Hannibal en Murdock elk aan een kant van het bed van Sheldon zitten en roep: "Decker en Crane! Bij Face! Ze hebben me gezien!"
Hannibal en Murdock kijken mij verbaasd aan en dan elkaar.
"Decker en Crane?"
"Hier?"
"Hoe weten die dat .....?"
"Z'n portefeuille doorzocht naar z'n naam!"
"Vanwege z'n geheugenverlies!"
"Ja!"
Ik ben bij de deur gaan staan, op de uitkijk. Op de kamer van de sheriff staat één leeg bed, netjes opgemaakt, te wachten op een nieuwe patiënt. Hannibal trekt een kast open, haalt een arm vol verbandrollen tevoorschijn, geeft ze aan Murdock en zegt: "Maak een mummie van me."
De tas met vermommingen die hij ook nu weer bij zich heeft gooit hij naar mij toe.
"Hannibal! Ik ben niet te vermommen!" brom ik terug.
Hannibal haalt z'n schouders op alsof hij wil zeggen: dan moet je het zelf maar weten hoe je jezelf redt! Voor hij naar het bed loopt pakt hij de ochtendjas van Sheldon van de haak en trekt die aan. Murdock huppelt al wikkelend om Hannibal heen. Als hij onherkenbaar is geworden pakt hij een krukje, stopt dat onder de dekens aan het voeteneind als een dekenboog en houdt de dekens omhoog voor Murdock. Hannibal stopt een kussen onder de ochtendjas om een dikke man te lijken. Ik zie het allemaal aan en besluit dan ook maar over te gaan tot het redden van mezelf. Uit de tas van Hannibal pak ik een grijze damespruik. Ik controleer of de gang veilig is en steek de gang over naar een washok. Er hangen blauwe werkschorten en mutsen. Ik zoek een grote maat uit, zet de pruik op en pak een wasmand op wielen. Van een plank haal ik een stapel lakens die ik losschud om er een rommelige berg van te maken. Ook pak ik een stapel handdoeken, die ik in noodgevallen voor m'n hoofd kan houden. Ik twijfel: hier blijven of terug naar Face? Ik besluit terug te gaan naar de intensive care om te zien of Face er nog is, want voor hetzelfde geld hebben Decker en Crane hem meegenomen! Als de kust veilig is loop ik de gang op. Ik zie een dienstlift en ga daarmee terug naar de afdeling waar Face ligt. Ik kijk op alle deuren wat er achter ligt, want als Decker niemand van ons kan vinden keert hij vast en zeker terug naar Face om ons daar op te wachten. Gelukkig is er op deze afdeling vlakbij de zaal waar Face gelukkig nog steeds ligt, een spoelhok. Ik vat hier post en ga op de uitkijk staan.
Ik wist het! Ik begin hem te kennen! Daar komt Decker weer aan! Ik steek een stopper tussen de deur, zodat hij dicht lijkt, maar ik de geluiden en stemmen op de gang kan volgen. De stemmen van Decker en Crane worden herkenbaar terwijl ze dichterbij komen. Voor de deur van de zaal stoppen ze en gaan staan praten.
"Dokter, Templeton Peck is een lid van the A-team. De MP zit al tien jaren achter deze mannen aan. U mag hem hier houden, maar ik zet een paar soldaten bij de deur, zodat hij niet kan vluchten en Smith hem niet kan weghalen. Als u deze mannen bij Peck ziet (hij geeft een vel papier aan de dokter), moet u mij direct bellen. Houdt ze dan aan de praat tot ik er ben om ze in te rekenen."
Crane zegt dat hij naar de wc gaat, waarna Decker de zaal inloopt en bij Face' bed gaat staan, als gewoonlijk hoopvol grijnzend omdat hij voor de zoveelste keer denkt dat hij ons eindelijk kan inrekenen. Ik grinnik stilletjes en volg Crane naar de herentoiletten. Met de deurstopper blokkeer ik de toiletuitgang. Onder de deurtjes door loerend zie ik al snel een paar legerboots staan. Ik pak een laken uit de rijdende wasmand en wacht rustig tot Crane naar buiten komt. In een flits gooi ik het laken over hem heen, geef hem een muilpeer en het zojuist gecreëerde spook zakt op de grond. De punten van het laken bind ik bij elkaar en dan leg ik m'n vangst in de wasmand. Hup, nog een laken erover heen en m'n ‘slapend’ soldaatje kan mee naar buiten.

FACE
Ik hoor dat de dokter met de twee mannen in uniform op de gang in gesprek zijn.
“Eén ding, hij kan niet ontsnappen, want hij is heel erg zwak en als zijn vrienden hem meenemen dan moeten ze hem van die apparaten afhalen en dan zal hij sterven dus dat is onmogelijk.”
Maar de man in het uniform zette door en schreeuwde: "Wij bepalen wat er gebeurt en u niet. Er zullen zes mannen de kamer bewaken, begrepen?!"
Daar ging de dokter maar mee akkoord. Als even later de twee mannen weer terugkomen, zijn er nog meer mannen met hem meegekomen. Maar wat ze hier doen weet ik nog steeds niet. Daarna komt er een zuster binnen, ze haalt de deken van mijn bed en legt er een nieuwe op. Dat ligt al iets beter. Ook komt de ene man met de kettingen weer binnen. Ik heb het gevoel dat hij mijn vriend is, dus verraad ik hem maar niet. Hij is dan wel verkleed als vrouw en neemt mijn oude deken mee. Daarna komt de dokter nog even kijken.
"Laat me even een paar röntgenfoto's van zijn maag en hoofd nemen."
"Moeten we hem niet meenemen?" vraagt één van de mannen die buiten voor de deur staat.
"Nee, dat hoeft niet, laat hem nog maar even hier," antwoordt de ene man.
Ik kijk wat voor me uit en dan is er opeens een eng apparaat. Ik wijs er een beetje bang naar, maar de zuster vertelt me dat ik er niet bang voor hoef te zijn. Er volgt een licht en dan is het voorbij. Even later komt de dokter aangelopen met een paar foto's die hij tegen het licht aan houd.
"Daar was ik al bang voor: een paar gebroken ribben; ze zijn eerst gekneusd geraakt maar doordat hij zo in paniek raakte zijn ze nu gebroken," zegt de dokter.
"Dus daarom heeft hij zo veel pijn," zegt de zuster.
Als even later een dame binnenkomt begin ik me er iets van te herinneren. Dat is zij weer. Ik probeerde mijn arm uit te steken maar dat lukte niet, want ik was nog steeds vastgebonden en raakte daardoor in paniek. Daarna kwam de man met de kettingen om zijn nek weer naar me toe en probeerde me te kalmeren maar dat lukte hem niet. Als ik op het bandje kijk dat ik om mijn pols heb zie ik staan: Templeton Peck. Zou ik dat dan zijn, vraag ik me af.
Als de zuster even later weer langs komt veegt ze het zweet weer van mijn voorhoofd af.
"Hoe kan ik ze nou weer kwijtgeraakt zijn?!" hoor ik de ene man in het uniform zeggen.
"Rustig nou, Decker, ze gaan heus niet weg zonder hem," zegt de andere man in het uniform.
Zou iemand dan om me geven, denk ik in mezelf.
Als ik goed luister hoor ik op de achtergrond kinderen die football aan het spelen zijn. Daardoor herinner ik me weer iets. Ik speelde vroeger zelf ook football. Maar nu weet ik niets meer. Ik wilde dat ik terug in de tijd kon gaan en dan voorkomen dat ik geheugenverlies kreeg. Even viel ik weer terug. Zouden dat mijn vrienden zijn, want wie gaat er niet weg zonder mij? Ik denk dat ik gelijk had.
"Jullie hebben deze nacht dienst," hoor ik de ene man in uniform zeggen.
Nu gaat de deur dicht en blijven de mannen allemaal voor de deur staan totdat de zuster komt.

SHEIRYS
'Pieppieppiep..'
Gapend en halfdizzy sla ik de wekker stil. Ik wrijf wat in mijn ogen en kijk op de wekker. Half één 's
nachts!! Mike komt binnen, aangekleed en wel.
'Rise and Shine, Rise and Shine!'
Ik ga rechtop zitten en overdenk de dag alvast wat. Het zal een zware dag worden maar het moest. Mijn psycholoog had gezegd dat ik aan het verwerkingsproces moest beginnen. Ik had hem natuurlijk niets verteld over mijn werk of iets dergelijks, maar wel over... Ik haal even diep adem en gooi dan mijn benen uit bed. Ik fris me wat op en in een zwart tenue kom ik even later beneden. Ik dek de tafel terwijl Mike de eieren bakt. Hij bekijkt me van top tot teen en lacht: 'Zo, je hebt er zin in!'
Ik zucht en zeg: 'En dan te bedenken dat ik het mezelf aandoe! Ik spoor niet '
We schuiven aan en als we klaar zijn met eten, ga ik naar buiten. Ik loop de hele tuin door en kom langs de kleine stormbaan, maar die hoef ik niet. Ik moet de grote hebben. Het is namelijk dinsdag vandaag.
'In en uit.. In en uit..'
Zo breng ik een ritme in mijn ademhalen. Het is helemaal donker, maar dat is alleen maar beter voor mijn overlevingsinstinct. Mike staat langs de baan en zal schoten lossen die ik moet ontwijken. Ik ga in een starthouding staan en spurt weg. Na een snelle start minder ik snel vaart; in een iets rustiger tempo ren ik door. Dan kom ik bij een laag, over de grond gespannen, net. Mike schiet en ik begin te tijgeren. Steeds sneller, want Mike schiet steeds sneller en dichterbij. Dan is het eind in zicht. Ik sta op en ren verder. Als ik bij een stellage kom met een geweer, pak ik die. Ineens vliegt er een kartonnen man omhoog. Met een welgemikt schot schiet in recht in de hartstreek. Zo gaat het nog een paar keer. Als dat klaar is, sta ik hijgend stil. Mike komt op z'n dooie akkertje aanlopen.
Hij klokt: 'Dertig minuten, zevenendertig seconden.' En terwijl hij me aankijkt: 'Zevenenveertig seconden sneller dan de vorige keer.'
Ik grijns vermoeid. Samen lopen we terug, ik voel al mijn spieren. Ik neem een douche en om twee uur 's nacht kom ik weer naar beneden. Ik ben gekleed in een beige broek en zwart shirt.
'En, wat staat er nu op het programma?' zeg ik in een poging grappig te zijn om mijn gevoelens niet te tonen. Vandaag is de dag waar ik een hele tijd tegenop heb gezien: het bezoeken van het graf van..
Mike ziet toch aan mijn gezicht dat ik het moeilijk heb en slaat een arm om me heen. Zo blijven we even staan. Ik haal diep adem en maak me los uit zijn arm.
'Oké, let's go. Heb je de beveiliging goed geregeld?'
Mike knikt. 'Ivo en JR staan bij de poort, de waakhonden lopen los en ik heb de drie anderen ook losgelaten. Er lopen nu dus vijf honden. Helena heb ik bij de camera's gezet, Andrew is bij haar. De anderen zullen over drie uurtjes wakker worden.'
Ik knikte goedkeurend. We liepen naar de garage. Daar stond mijn nieuwste aankoop. Verbaasd keek ik Mike aan.
Hij grijnsde: 'Ja, gisteren gebracht nadat je terug was. Verrassing! Je kan vandaag wel wat afleiding gebruiken. Hij is trouwens betaald met het geld van Gio, hij had het op de bank in Geneve gestort; dat is dus ook weer wit.'
Ik liep naar de oceaanblauwe BWM M Roadster die naast de zilverkleurige Aston stond. Ik legde mijn hand op de mooie, glanzende lak. Ik opende de deur en draaide de contactsleutel om. De motor ronkte zachtjes, een heerlijk geluid.
'Kom je Mike? Het is een eind rijden! We zullen er pas aankomen als het licht wordt.'
Mike stapte in en opende de garagedeur met de afstandsbediening. Zacht zoefde de auto weg. Ik keek lachend opzij naar Mike. De garage ging dicht en we reden mijn terrein af.
Ik zat met mijn gedachten in het verleden terwijl we met een noodgang over de verlaten weg reden. Mike zakte in slaap en daardoor merkten we geen van beiden dat we werden gevolgd door een overbekend zwart busje. Ik merkte het pas toen we moesten tanken. Ik zag het busje voorbij rijden, het werd weerspiegeld in de nieuwe lak van de BMW. Ik zuchtte, maar had geen zin Mike er wakker voor te maken, noch er mezelf druk om te maken. Het was vandaag namelijk precies veertien jaar geleden..
Voor de zekerheid open ik de kofferbak toch. Ik haalde mijn pistool eruiten laadde het. Ik liep terug naar de voorkant en legde het in het handschoenenkastje. Daarna reed ik verder terwijl Mike nog steeds sliep.

SHERIFF
In de ziekenzaal waar de sheriff ligt heeft Hannibal zich in een bed geïnstalleerd en Murdock ligt onder de dekens verstopt.
"Hannibal, wat is er aan de hand?" vraag ik verbaasd.
"We verwachten ongewenst bezoek, sheriff. Als er zo meteen iemand de kamer op komt, dan heeft u ons niet gezien."
"Wa...?"
Verder kom ik niet, want er klinkt gesis uit het bed schuin tegenover me."Ssst! Daar heb je 'm!"
Ruw wordt de deur opengegooid en er stampen twee mannen binnen in legeruniform. De soldaten kijken de kamer rond en monsteren ons allemaal. Ik doe net of ik wakker ben geschrokken door hun binnenkomst en laat me met een paar keer "au....au....au" weer terug op de kussens zakken.
Hannibal doet net of hij slaapt en laat zo nu en dan gesnurk horen. De andere mannen op onze zaal liggen ook te rusten, kijken even verstoord op en sluiten dan hun ogen weer.
"Kom op. Hier zijn ze niet. Volgende kamer!" zegt de één tegen de ander.
De lagere in rang loopt de gang al weer op, maar de soldaat met de felle, geniepige oogjes kijkt voor de zekerheid nog eens rond. Een moment ben ik bang dat hij van plan is om alle dekens weg te trekken, maar blijkbaar bedenkt hij zich en draait zich bruusk om.
We horen nog een paar minuten de voetstappen van de soldaten op de gang, daarna steken ze de hal over naar de andere vleugel.
Als een kuiken dat uit een ei kruipt, zo zoekt Murdock zijn weg onder de dekens uit van Hannibals
bed. Hij staat op, trekt zijn kleding recht en kijkt Hannibal aan.
"Nou weet ik eindelijk hoe het voelt om uitgebroed te worden."
Hannibal komt weer bij m'n bed zitten en begint het verband af te wikkelen. Murdock blijft bij de deur op de uitkijk staan. Hannibal heeft een plan.
"Sheriff, wat denk je ervan als ik voorlopig voor je inval? En Murdock en B.A. je nieuwe deputies worden?"
"Wat doen we dan met Troy? Ik heb aan hem gevraagd om in te vallen. Niet dat ik daar nu zo blij mee ben, maar hij werkt het langste bij me."
"Die geeft u eerst een paar dagen vrij, omdat hij er zo moe uitziet. Dan kunnen we hem eens een poosje in de gaten houden en wie weet de link naar miss Sheirys vinden."
"Hé, daar hebben we big mama!" roept Murdock ineens.
Hij houdt de deur open en daar komt B.A. met een grijze pruik op en een grote blauwe schort aan binnen. Hij glundert terwijl hij naar zijn rijdende wasmand wijst.
"Jullie raden nooit wie hierin ligt!"
Hannibal pakt het bovenste laken weg en kijkt tussen de plooien van het dichtgebonden laken. "Crane?!"
B.A. knikt hevig.
"Oké, die droppen we wel ergens onderweg. Goed gedaan, B.A."
Voor de mannen van het A-team vertrekken, geef ik hen de sheriffster en laat ze de eed afleggen met hun hand op de bijbel uit het ziekenhuisnachtkastje, bij gebrek aan een wetboek.

B.A.
Voor Hannibal en Murdock ritsel ik ook wat schorten en via een dienstuitgang verlaten we het zieken-huis, want huishoudelijk personeel met een wasmand valt hier minder op dan bij de hoofduitgang.
"Decker laat Face met zes man bewaken. Hij is wel erg bang, hè, dat we hem zullen weghalen?!" grinnik ik. "Maar het is wel handig dat Sheldon en Face in hetzelfde ziekenhuis liggen."
Onderweg naar het sheriffkantoor halen we Crane, nog steeds verpakt in het laken, uit de Van en leggen hem op de stoep van een kringloopwinkel.
"Wat denk je, is ie te recyclen?" vraagt Hannibal grijnzend met een sigaar in zijn mond.

Terug in het stadje van sheriff Frank Sheldon, trekken we deputykleding aan en Hannibal spelt de ster op. Troy is mopperend naar huis gestuurd en nu hebben we het rijk alleen. Tot laat in de avond pluizen we het kantoor uit. Af en toe loop ik naar de Van, want ik heb nog altijd verbinding met bewegingsdetectors en camera's die rondom de villa van miss Sheirys staan opgesteld. Ze had de afluisterapparatuur op haar grondgebied al snel gevonden en uitgeschakeld, maar ze weet blijkbaar niet dat ze nu van buiten bespied wordt.
Terwijl de anderen gaan slapen in de nu lege cellen, blijf ik in de Van bij de apparatuur. Midden in de nacht zie ik licht aangaan in de villa, een paar uur later in de garage. Volgens mij gaat ze ergens heen. Ik ren het kantoor in en wek Hannibal en Murdock.
"Sheirys heeft nachtelijke plannen, kom op jongens, we gaan eens kijken wat ze in haar schild voert.”

AUDREY
"Shit, weer net gemist! Ach ja, dan wacht ik gewoon totdat ze terug komen, want dat zullen ze sowieso doen."
Ik rol mijn jas op en maak het mij gemakkelijk, want ik ga niet alleen naar binnen. Troy zit daar nu mijn vader te vervangen dus. Ik begin een beetje voor mij uit te staren en val na een tijdje in slaap.
Een hele tijd later schrik ik opeens wakker. Het is zelfs al donker.
"Hoe laat is het al!" denk ik in paniek.
Ik kruip vlug uit mijn auto en zie in mijn ooghoek een van staan.
"Ik wist wel dat ze zouden terugkomen."
Ik open de deur en kom tot de ontdekking dat hier ook alles donker is en er niemand te bespeuren is. Muisstil loop ik verder naar de cellen waar ik twee slapende mannen aantref.
"Dat moeten de mannen van the A-team zijn waar men vader het over had."
Ik besloot ze maar te laten slapen en ging zitten in een klein stoffen zeteltje aan het raam. Ik begon te denken aan alles wat mijn vader gezegd had. Opeens werden mijn gedachten ruw verstoord toen er opeens iemand met veel lawaai binnenkwam. Zonder mij te zien liep hij verder naar de cellen en ik hoorde hem de andere twee wekken.

SHEIRYS
Ik had al een hele tijd gereden. Op een gegeven moment zag ik in de schemer een bord staan: Arlington. Ik greep van spanning het stuur wat strakker vast, mijn knokkels werden wit. Ik volgde de bordjes die wezen naar Arlington National Cemetery, de erebegraafplaats. Toen we daar aankwamen was het nog rustig. Ik parkeerde de auto en stapte uit. Eerst keek ik voorzichtig om me heen, ik zag de Van nergens. Snel liep ik door naar de kofferbak en opende die. Over mijn zwarte shirtje trok ik mijn schouderholster aan. Daaroverheen ging een donkergrijs jasje. Ik dook diep de kofferbak in en pakte een koffertje. Ik opende het en haalde er twee oortjes uit. Ze waren erg geavanceerd; je kon ermee praten en luisteren tegelijk. Mike kwam slaperig uit de BMW en wreef in zijn ogen. Zwijgend gaf ik hem zijn holster en een jas. Ook gaf ik hem één van de oortjes. Meteen klaarwakker keek hij me verbaasd aan.
'We zijn gevolgd, mijn beste Mike. Het A-team heeft me de hele weg gevolgd. Misschien vallen ze aan. Je weet wat je dan moet doen' zei ik neutraal en zakelijk tegen hem.
Zonder verder nog wat te zeggen liep ik terug naar de voorkant van de auto. Uit het handschoenkastje haalde ik mijn pistool en ook een paar leren handschoenen. Mike had zijn schouderholster al om en stopte zijn pistool erin. Ik volgde dat voorbeeld. We keken elkaar aan en ik haalde even diep adem om de spanning kwijt te raken. Ik pakte mijn handtasje en haalde er een spiegeltje uit. Ik bekeek me even en deed daarna alsof. Ik zag iemand wegduiken in de bosjes en maakte de juiste conclusie: ze volgden me nog steeds.
Daarna liepen we naar de ingang van de begraafplaats. Daar kocht ik een bos rozen. Ik koos voor gele rozen, helemaal in bloei, samen met twee zwarte rozen die nog in de knop waren.
Mike zocht ondertussen zijn naam op en de plaats waar hij lag. Overal stonden witte stenen met een bos bloemen erbij. Na een paar meter lopen stond Mike stil. Stil wees hij ernaar. Ik knikte en boog mijn hoofd. Ik had me al die tijd ingehouden, maar nu lukte het niet meer. Mijn schouders schokten en ik boog mijn hoofd. Ik ging op mijn hurken zitten en legde de bos rozen neer. Ik prikte me aan de doornen en er vielen een paar druppels op het graf, gevolgd door tranen.
'Waarom nou! Waarom!?'
Mijn gedachten gingen terug in het verleden. Ik huilde en glimlachte bij de herinneringen tegelijk. Tot ik dacht aan die fatale dag, veertien jaar geleden. Ik begon opnieuw te snikken en dit keer hield de tranenstroom niet op. Met een door tranen vertroebeld beeld keek ik naar de steen.
'Mathis, het spijt me zo, het spijt me zo,' zei ik huilend.
Hoe lang ik op mijn hurken had getreurd weet ik niet, maar toen het begon te miezeren kwam Mike langzaam naar me toe lopen. Hij had de hele tijd van twee meter afstand alles aangezien. Mike hurkte naast me neer en sloeg een arm om me heen. Zijn andere hand legde hij onder mijn elleboog.
Zacht zei hij tegen me: 'Kom maar Sheirys, kom maar. Het is goed zo. Je kon er niets aan doen. Kom maar mee, straks wordt je nog ziek.'
Hij hielp me omhoog en haast apathisch en met doelloze blikken stond ik op. Mijn knieën voelden stijf en mijn lippen waren gevoelloos van de kou. Samen liepen we langzaam van de begraafplaats af, richting de auto. Nu hield het team zich nog afzijdig, maar hoe lang zou dat zo blijven duren?

HANNIBAL
Toen B.A. binnenkwam werd ik wakker. Die bedden lagen nou niet echt bepaald fijn, maar het was me eindelijk gelukt te slapen. Niet echt leuk als iemand je uit je slaapt haalt. Toen B.A. vertelde wat er aan de hand was, sloeg mijn humeur om. Dit kon nog wel eens leuk worden! Ik vroeg aan B.A. wat hij precies gezien had en na het aangehoord te hebben gaf ik Murdock de opdracht om de wapens klaar te maken. Ik liep zelf met B.A. mee om op de schermen te gaan kijken. Ik vond het verhaal steeds vreemder worden. Wat moet Sheirys nou midden in de nacht gaan uitspoken? Terwijl ik erover nadacht liep ik nog even naar binnen, waar Murdock Billy eten aan het geven was. Lichtelijk geïrriteerd meldde ik hem dat daar nu geen tijd voor was. Hij liep naar buiten en ik sloot af. Op het moment dat ik het licht uitdeed hoorde ik een geluid uit de hoek van de kamer komen. Ik twijfelde of het verbeelding was en deed het licht weer aan. B.A. kwam aanrennen en vroeg waar ik bleef. Ik maande hem tot stilte.

TROY
Ik had van Sheirys de opdracht gekregen om de sheriff om te leggen, dus ik was op weg naar het ziekenhuis en stopte het pistool in mijn broek. Voor de zekerheid had ik een geluidsdemper en ook een slaapmiddel waarvan je kwam te overlijden. Zelfverzekerd liep ik het ziekenhuis binnen en vroeg de baliemedewerkster waar de sheriff lag. Ik kreeg een antwoord en bedankte vriendelijk. Ik liep een trap op, een deur door en eindelijk stond ik voor zijn deur. Langzaam opende ik die. Hij slaapt zie ik. Dan pak ik mijn pistool, zet de geluidsdemper erop en schiet één keer op hem. Daarna maak ik dat ik wegkom. Als ik weg wil gaan hoor ik twee dokters over Templeton Peck praten.
"Shit, Face ligt dus ook in het ziekenhuis," zeg ik kwaad.
Weer loop ik naar de balie en vraag dit keer naar Templeton Peck. Ook nu krijg ik weer antwoord en bedank voor de tweede keer. Nu loop ik snel naar zijn kamer toe en zie zes soldaten voor zijn kamer staan. Nu maar hopen dat het lukt. Ik loop naar de soldaten toe en mag naar binnen.
Daar ligt Face in het midden van allerlei apparaten en slangetjes. Toch voel ik ergens diep in mijn hart medelijden met hem, waarom weet ik eigenlijk niet. Ik bekijk de kamer eens goed. Geen bewakings-camera's, allemaal apparaten en slangetjes zoals de hartbewaking en saai wit behang. Ook een bos rode rozen zie ik staan in een mooie vaas. Verder is de kamer behoorlijk leeg. Alleen de gordijnen brengen wat kleur en natuurlijk de rozen, maar verder is er weinig kleur.
‘Zal ik hem nu ombrengen?’ vraag ik mezelf af.
Ik ga bij hem zitten en dan wordt hij wakker. Dit had ik niet zo gepland.
"Ik ben het Troy," zeg ik.
Hij kijkt me met grote ogen aan net alsof ik één of ander spook ben of zoiets. Ik sta op en loop naar de voorkant van het bed en bekijk de gegevens.
"Maagbloeding, gebroken ribben, gekneusde voet en geheugenverlies," som ik op.
Nu begin ik diep in mijn hart steeds meer medelijden te krijgen met hem, maar besluit toch om hem om te brengen zodat ik voor altijd van hem af ben. Ik pak voorzichtig de spuit en haal het dopje eraf. Dan wil ik het net bij het infuus inspuiten, maar er komt een soldaat binnen. Ik zeg dat ik wegga. Daarna zit ik even in gedachten in mijn auto en besluit Sheirys op te bellen.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.