Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijden » 3 - Yin en yang
Schrijfwedstrijden
3 - Yin en yang
In de verte brandde licht. Kleine minuscule bolletjes die dansten tussen de boomtoppen. Ver weg. Hij wist niet waar het vandaan kwam, hij wist alleen dat het er altijd was. Elke nacht. Waarschijnlijk waren het de huizen enkele kilometers verderop. Of de kampvuurtjes op het strand. Of koplampen van auto’s op de onverharde wegen. Zaklantaarns van avontuurlijke kinderen.
Hij wist het niet, en het interesseerde hem ook niet. Het was een warme zomeravond en hij kon niet slapen. Het was veel te warm in zijn kamer, dus zat hij op het balkon. In het donker, want zijn ouders mochten het niet weten. De zachte zomerbries koelde zijn verhitte huid enigszins af, maar niet genoeg om in slaap te kunnen vallen. Dus bleef hij zitten. Eindeloos bleef hij zitten, luisterend naar de stilte van de nacht, kijkend naar de dansende lichtjes, wetend wat er ging komen.
De temperatuur was niet de enige reden dat hij niet kon slapen. Het zoemen van de insecten had er ook vrij weinig mee te maken en het ruisen van de palmbladeren rondom het huis hoorde hij al niet eens meer. Tenminste, niet als hij het niet wilde horen, als hij er niet op lette.
Hij lette er niet op.
Zijn oren waren wel gespitst, volledig gefocust op de stilte van de nacht. Hij hoorde niets, omdat hij alleen dat ene geluid wilde horen en het was er nog niet. Natuurlijk niet. Hij wist niet hoe laat het was, maar waarschijnlijk was het nog te vroeg. Er was geen klok op het balkon, hij droeg nooit horloges en er was in de wijde omgeving geen kerk te bekennen. Hij vond het prettig, op de één of andere manier, om niet te weten hoe laat het was. Het maakte hem vrij – zo vrij als hij kon zijn, vastgebonden aan een lichaam van vlees en bloed.
Soms droomde hij ’s nachts over echte vrijheid. Dan droomde hij dat hij met haar was, geheel onbelemmerd, in staat zijn lichaam te verlaten wanneer hij er zin in had. Zo stelde hij zich haar voor: vrij, niet gevangen door wat voor aardse krachten dan ook. Ze was niet aards, dus dan moest dat kunnen. Hij had het wel eens gevraagd, maar ze had niet geantwoord. Ze praatte niet. Hij verdacht haar er zelfs van geen stem te hebben.
Het briesje streelde opnieuw zijn donkere huid en het deed zijn armhaartjes lichtelijk overeind komen. Hij schoof nerveus heen en weer over de houten zitting van zijn stoel. Het was inmiddels bijna tijd. Hij hoorde het al, in de verte.
Voetstappen.
Ze waren nog ver weg, maar ze waren er en dat betekende dat ze eraan kwam. Hij glimlachte stilletjes, in afwachting, weerstond de neiging een liedje te neuriën. Als zijn ouders wakker werden, zou alles verpest zijn. Dat was voor hem reden genoeg om zich stil te houden. Op zijn minst tot ze er was. Daarna maakte het niet zoveel meer uit, ze bleef toch nooit lang.
Na enkele minuten hoorde hij gerommel onderaan het balkon en hij wist wat er gebeurde. Ooit was hij opgestaan om ernaar te kijken. Lang geleden. Het was minstens een paar maanden terug geweest, en voor iemand van twaalf jaar oud was dat relatief lang. Inmiddels stond hij niet meer op. Hij wist wat er gebeurde en hij hoefde het niet opnieuw te zien. In plaats daarvan wachtte hij af, in stilte.
Tot ze tegenover hem stond.
Haar bleke huid stak fel af tegen de donkere nachtlucht. Haar zwarte ogen, die diep in hun kassen lagen, contrasteerden schitterend met de lichte huid in haar gezicht. Haar ongekamde blonde haren vielen tot net over haar schouders en ze staarde hem aan. Ze staarde hem recht aan, bijna alsof ze door hem heen keek. Haar blik was leeg.
Ze was mooi. Eigenlijk was dat alles wat hij kon denken, op dat moment. Elke keer als ze tegenover hem kwam te staan. Ze lichtte de nacht een klein beetje op en hij was haar er dankbaar voor, glimlachte naar haar. Ze glimlachte niet terug. Ze reageerde niet. Dat deed ze nooit, en hij was er inmiddels aan gewend. Hij zat er ook niet mee. Ze was bij hem en hij vond haar gezelschap prettig, dat was het hele verhaal.
Hij stond op. Normaal deed hij dat niet, maar ze reageerde er niet op. Alsof ze hem niet zag, hoewel hij honderd procent zeker wist dat ze hem wel zag. Stilletjes liep hij naar haar toe. Het balkon was klein en ze waren hooguit twee meter van elkaar verwijderd. Eigenlijk verwachtte hij dat ze hem uit de weg zou gaan, of hem op wat voor manier dan ook tegen zou houden.
Ze deed het niet.
Ze liet hem naar haar toelopen, steeds dichterbij, tot ze slechts enkele centimeters van elkaar verwijderd waren. Ze keek hem nog steeds aan met haar grote donkere ogen, alsof ze door hem heen keek. Hij glimlachte en stak zijn armen uit, omhelsde haar.
In de eerste instantie reageerde ze niet, maar hij hield vol en uiteindelijk beantwoordde ze de omhelzing. Haar benige armen drukten in zijn vlees alsof ze van plan was hem nooit meer los te laten. De koelte van haar bevroren huid gaf hem eindelijk de afkoeling die hij verlangde en het viel hem op dat ze niet eens onaangenaam rook. Hij glimlachte.
Na een poosje wurmde ze zich los uit zijn omhelzing en draaide ze zich om, waarna ze zonder een woord te zeggen weer naar beneden klom. Hij vroeg zich wel eens af of ze zijn taal wel sprak, of ze überhaupt ooit een taal beheerst had. Of ze hem verstond. Hij wist het niet.
Zuchtend draaide hij zich om en betrad hij het huis weer. De balkondeur sloot hij zachtjes achter zich en op zijn tenen sloop hij door de gang naar zijn slaapkamer. Tevreden kroop hij in bed en sloot hij zijn ogen, het beeld van haar bleke huid in het duister helder geprojecteerd op zijn netvlies.
’s Nachts droomde hij van haar. Over haar vrijheid, over hoe ze hem meenam. Over hoe hij haar was, en zij hem, ook al was zij bleek en had hij een donkere huid. Hij was het donker en zij was het licht en samen waren ze één, yin en yang, hun ogen de bolletjes in het symbool. Hij was warm en zij was koud. Hij was donker en zij was licht.
Hij was levend en zij was dood.
Reacties:
Zegt ze tegen mij dat ze niet gaat winnen. HOU OP JIJ.
Ik haat jou meer.
eigenlijk moet ik dit gwn niet lezen.
Ik krijg er echt alleen maar een minderwaardigheidscomplex van, want gurrlll you can write.
Ik dacht bij de titel meteen al "damn, dat had ik moeten verzinnen"
Yin en yan is echt de perfecte tegenstelling!
Echt goed geschreven
Xoxo
Wauw, dit is echt goed. Ik vind het idee an sich al heel cool. Ook omdat je al redelijk wat tegenstellingen in het stuk zelf hebt, waardoor je het plottwist: ze is dood niet helemaal aan ziet komen (hoewel ik al wel het idee had dat er iets was, aangezien er nadruk op haar zwarte ogen, bleke huis en benige armen lag, maar dit kon natuurlijk ook jouw verwerking van de opdracht zijn).
Dat is eigenlijk alles wat ik te zeggen heb. Oh, en dat het heel erg Bo is, qua stijl (en dat is positief). Zoals Do dus al zei.