Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Asylum » Proloog
Asylum
Proloog
De vrouw lag in bed in de donkere slaapzaal. Zelfs de maan scheen niet de zaal in door het gordijn dat haar licht tegenhield. Niet dat het iets uit had gemaakt. Ze kwamen toch wel, maanlicht of geen maanlicht.
Ze had het ze verteld, al weken, zo geen maanden. Men raakte zijn tijdsgevoel kwijt hierbinnen. Hoelang het geweest was maakte niet uit, er was toch niemand die naar haar had geluisterd. Ze was gek, dachten ze, daarom zat ze daar. Hoe hard ze ook schreeuwde, ze werd niet gehoord.
Nu was het te laat. Ze wist het. Iedere dag waren ze dichterbij gekomen. Dichterbij en dichterbij, tot nu. Ze kon ze voelen, bijna aanraken. Veel dichterbij zou niet lukken, dan zou ze echt gek worden door de duistere sfeer die steeds dikker leek te worden, steeds verstikkender.
Ze hoorde niets. Geen deurklink die omlaag ging, geen voetstappen, niet eens het ruizen van een zacht briesje. Toch wist ze dat ze er waren. Nu, daar, in de slaapzaal. Wat ze waren wist de vrouw niet. Waarnemen kon ze hen alleen op gevoel, de sfeer die van het ene op het andere moment diep kelderde, de temperatuur die omlaag viel als een steen die in een put werd geworpen. Zien kon ze hen niet. Noch horen. Enkel voelen, voelen was wat ze had.
Ze keek naar het duister, naar de bedden van de andere vrouwen. Hoorde hun ademhaling, als enige teken dat ze nog niet toegeslagen hadden. Dit was het, ze waren hier.
Koele handen streken langs haar gezicht in de richting van haar slapen. Ze richtte haar blik voor zich, wist dat ze niets zou zien, dat dat niet kon, maar staarde toch naar het duister. Richtte haar blik nu op wat ze wist dat er was, maar wat ze nog altijd niet kon zien. Het was onzichtbaar. Het zou onzichtbaar zijn en blijven, slechts waarneembaar als het kelderen van de temperatuur en het bekoelen van de sfeer. Alleen maar gevoel, een entiteit, tot het toesloeg.
Twee grote ogen met brandende irissen als gloeiende kooltjes. Slechts een flits. Waarneembaar voor nog geen seconde. Misschien langer, maar dat merkte ze al niet meer, daarvoor ging het te snel.
Ze lag in bed in een donkere slaapzaal. Iedereen sliep, behalve de nachtzuster. Het was doodstil. Zelfs de hysterische patiënten hadden deze nacht besloten hun mond te houden. Het was rustig. Te rustig.
Soms wist ze dingen gewoon. Soms wist ze het niet zeker, had ze alleen een voorgevoel. Vaag, onbestemd. Zo'n gevoel dat normale mensen slechts opmerkten om er vervolgens niets mee te doen, waardoor ze nooit doorhadden dat dat hun leven had kunnen redden. Maar je had veel tijd om na te denken hier, veel tijd om te observeren. Eigenlijk had je niets anders te doen en dus werden zulke dingen sneller duidelijk.
Het gevoel had haar wakker gehouden, naar alle geluiden laten luisteren. Ook dat deed ze wel vaker en daardoor wist ze dat er niets aan de hand was en haar voorgevoel daarmee volledig irrationeel. Toch was het daar.
Niet voor niets, bleek enkele minuten later. Van de eerste schreeuw keek ze niet raar op, hij leek niet anders dan normaal. Gewoon een hysterische patiënt, niets bijzonders. Misschien was dat ook wel zo, was het echt niet meer dan een hysterische patiënt en had het gewoon op dat moment pas zijn kans gezien om toe te slaan. Pas de tweede schreeuw alarmeerde haar. Dit was geen hysterie, dit was angst. Pure angst.
Ze gleed uit het bed, klaar om te vluchten, maar werd tegengehouden door één van de zusters die zojuist de kamer binnenkwam met haar de tocht van de onverwarmde gang meenemend.
Haar kamergenotes sliepen nog. Niet vreemd, ze hadden geen enkele reden dat niet te doen, zeker niet aangezien ze tijdens de meeste nachten een stuk vaker werden opgeschikt door de hysterische schreeuwen die bij het asylum hoorden. Maar de zuster was de bevestiging: er was iets mis.
Wat precies werd duidelijk in stilte. Zo stond de zuster er nog, zo lag ze in de zee van bloed die langzaam gevormd werd, met nieuwe stroompjes vanaf elk bed, tegen de klok in. Twaalf uur, ze zat op twaalf uur. Maar voor de klok kon slaan was ze verdwenen.
Ze rende zo snel als haar benen haar dragen konden. Het was warmer op de gang besefte ze. Dat was er aan de hand. Sneller, niet denken maar rennen.
Reacties:
is er brand warmer op de gang...
ik vind dit echt mega wesomesupervet! Zo supergoed geschreven ook!!!
Ik ben benieuwd, kom maar op
This is pure epicness! Okay, met een snuifje mysterie. (:
Het lijkt me erg leuk dit te volgen, lees ik ook eens
wat van jou! ;D Tof!
Dus. Next?<3
Oh my goshie!
Ik ben blij dat Bodine me dit verteld heeft!
Echt een mysterieus verhaal. En ik heb een soort schaakspel déja vu. Dat wij van alles moeten ontrafelen. Ik heb er echt veel zin in dat te doen!
En natuurlijk ook omdat het echt zo goed geschreven is!
Melding!