Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Twilight » Ablatione » Hoofdstuk 9

Ablatione

2 juni 2013 - 9:14

2831

0

314



Hoofdstuk 9

DAMN, wat ben ik in een drift gekomen!

Ik voelde iets zachts onder mijn rug. 'Au,' mompelde ik, en greep verwoed met mijn hand naar mijn hoofd. De bekende stem grinnikte eventjes.
'Rustig aan met jezelf,' fluisterde het. Ik glimlachte alleen eventjes. De stem streek weer over mijn gezicht heen.
Daarna een zacht, geruststellend gefluister. 'B-ben jij... Luke?' vroeg ik toen zachtjes. De stem lachte eventjes honend, maar niet gemeen honend. Het klonk golvend, voor mijn gevoel. Was diegene aan het knikken?
'Ja,' werd er gefluisterd, en de adem streek weer over mijn gezicht heen. 'Maar ik vind Luke zo'n lelijke naam, weet je...' De stem klonk gelijk weer wat dreigender.
'Open je ogen,' zei een stem niet veel later. Nog altijd de jongen, op een wat dringendere toon.
Ik deed ze open, en zag hem met amberkleurige ogen naar me kijken. Zijn bronskleurige haren hingen naar beneden, aangezien hij helemaal over mij heen was gebogen.
'Hallo,' fluisterde ik, en rolde wat opzij op het grote bed. Hij plofte neer, en stond vrijwel gelijk weer op. Hij begroette mij terug.
'Het is... Mijn naam is...' Hij zuchtte, en krabde met zijn rechterhand op zijn achterhoofd. Hij keek even weg. Daarna keek hij weer terug. 'Mijn naam is in het echt Nate.'
Nate... Ik glimlachte. Nate was het dus? 'Het is een genoegen om Nate te ontmoeten.' Ik stak mijn hand uit, en voelde hoe zijn koude hand erin gleed alsof hij er geen baat bij had dat zijn hand koud was, en mijn hand warmer. Het voelde als een yin en yang iets.
'Met wie heb ik het genoegen?' vroeg Nate aan mij. Ik glimlachte. 'Carmen,' antwoordde ik. Hij glimlachte terug, en keek weer om ons heen.
'Ik had je vervoerd in mijn auto, en had daarna jouw auto hierheen gereden als je er erg op gesteld bent,' vertelde hij langzaam, en haalde een diepe teug adem. Daarna verspilde hij die adem aan een diepe zucht.
Ik kneep mijn ogen kort samen. Iemand anders had mijn auto dus hierheen gereden? Dat voelde alsof ik een verraad van iemand aan mij had hangen.
Zuchtend en steunend kwam ik overeind, en keek om mezelf heen. We waren omringd door zwartgeverfde muren waarin er flinke deuken en gaten waren gemaakt.
Er stond een enkele kast: een kledingkast. Nate volgde mijn blik, en grijnsde zijn tanden bloot. Ik fronste mijn wenkbrauwen eventjes. 'O-oké...' zuchtte ik, als een soort late reactie. Ik keek naar het raam. Er waren houten planken aan de buitenkant erop getimmerd. Deuken, een kapotte kledingkast, hout voor het raam, stof op de gehele vloer... Dit kon maar één ding betekenen: we zaten op een afgelegen plek, en niet bij mij thuis of waar dan ook.
Geschrokken schoot ik overeind, en begon wanhopig naar het raam te wankelen. Nate was binnen een seconde bij mij, en legde een arm rond mijn middel van achteren. Ik stak mijn hand uit naar het raam om het gordijn weg te trekken, maar een andere arm sloot rondom mijn middel, en trok mij naar achteren.
'Nate!' gilde ik hard. Hij had mij opgetild en op het bed neergelegd. Ik maaide met mijn armen in de lucht. Hij slaakte een diepe zucht.
Hij prevelde zacht in mijn oor: 'Rustig,' en stond toen op. Hij liep naar de deur toe. Zijn poging mij bij het raam weg te houden was niet gelukt: ik stond weer op en rende naar het raam toe om de gordijnen weg te kunnen trekken. Dit keer stond hij dat toe.
'Doe maar. Je bezorgt jezelf alleen maar een hartaanval of wat.' Nonchalant haalde hij zijn schouders op, en deed de slaapkamerdeur achter zich dicht. Hij stond in de andere kamer. De deur werd op slot gedaan.
'Nate!' gilde ik kwaad, en bonkte op de deur. 'Nate doe serieus en laat me gaan!' schreeuwde ik daarna, bonkte hard op de deur en begon me plots af te vragen wie Nate wel niet was. Of wát het was. Wát híj was.

Nate had de deur na minstens twee uur weer opengedaan, vlak nadat mijn maag begon te rammelen. Hij kwam binnen met een bord vol eten. Ik glimlachte naar hem, maar hield mijn ogen open om hem in de gaten te houden.
'Waar sloeg dat van zonet op?' vroeg ik. Mijn woordkeuze was niet goed. Zonet? Het was een uur of twee geleden dat hij mij dit flikte.
Lachend keek hij naar de houten planken. 'Ik moet je beschermen, voor nu.' Hij keek ineens zeer ernstig. Ik slikte een stuk fruit door. Het vulde mijn maag niet echt, maar ik moest het eten.
Ik keek hem recht aan — hij keek ook recht naar mij. 'H-hoe bedoel je?'
'Zoals ik het zeg.'
'Nee, maar wáárom?' Ik keek hem strak aan. Hij probeerde zijn blik af te wendden, maar hij deed het uiteindelijk niet. Klaarblijkelijk hield mijn blik hem in bedwang.
'Omdat...' Hij keek weg van mij. Het was hem gelukt. Mijn blik was niet langer een houvast voor hem, al wilde hij hem in principe niet echt vasthouden.
'Kijk, jij... Ik leg het je later allemaal uit. Eet maar. Je merkt later wel wat er gaande is.' Nate draaide zich sierlijk om, en wilde weg lopen en de deur weer dicht doen, toen ik zijn schouder vastgreep.
Ik keek hem aan, en prevelde zachtjes: 'En mijn vader dan?' Nate glimlachte eventjes, maar er bleef een ernstige frons op zijn gezicht staan.
'Die is ingelicht met de smoes dat Lilith jou meevroeg naar een pretpark. Je ging "stiekem" bij hem weg. Ik heb...' Nate stopte met praten. Zijn geratel hield dan ook op. 'Ach ja. Ook dit leg ik je later uit.' Hij lachte eventjes, en deed de deur weer op slot.
Zo-even — voordat Nate kwam — had ik met mijn handen één plank eraf kunnen krijgen, maar er was nog altijd zicht ontnomen. Ik gromde even, en keek naar het bed. Onder het matras lag één grote plank zonder gaten erin. Voorzichtig tilde ik het matras op, en gooide het bord leeg op de plank.
'Zo,' prevelde ik zachtjes tegen mezelf op een gedempte toon, en maakte het bord nog vies met wat sap van overgebleven fruit. Toen zakte het matras haast geluidloos weer naar beneden.
Ik draaide mij om, en zette het bord neer op de koude, kille grond. Ik zuchtte. Het zicht was dus nog altijd van mij ontnomen. Kwaad begon ik weer een ruk tegen aan het hout, en hoorde hard gekuch door het huis.
Nate.
'Ga weg!' riep ik kwaad, al wist ik dat hij dat niet zou doen. Misschien moest ik de deur intrappen of zoiets? Ik keek achterom naar de deur, en grijnsde losbandig.
Ja. Dat werd hem. De deur doortrappen of ertegenaan gaan beuken. Ik keek naar mijn pols, en het bloed aan het lapje stof, en zuchtte kort.
Het was een poging waard, of niet soms?
Ik maakte aanstalten om te gaan rennen. Halverwege het rennen naar de deur stopte ik. Misschien was er een grote kans dat de deur alleen een harde bonk liet horen, meer ook niet. Hem intrappen zou veel meer kans hebben, bedacht ik me.
Weer grijnsde ik losbandig — ik kon haast niet stoppen. Eerst rustig, maar toen snel, trok ik mijn been op en trapte hard tegen de deur aan, vlak naast de deurklink. Hij schoot erdoorheen. Een kléín stukje maar, maar het was al genoeg. Ik trok hem vlug terug, ging met mijn hand naar de deurklink, en voelde aan het slot. Hij was kapot. Grijnzend trok ik de deur open.
'N...' Ik keek geschrokken om mezelf heen. Er waren kasten omgetrokken. De bank stond op zijn kop, en daarbovenop lag een kast. Het kreunen en gesteun van de kast was niet om aan te horen en te zien.
Ik bedacht me voordat ik Nates naam zou roepen, maar deed het toch. 'Nate?' riep ik hard door de kamer heen. Voorzichtig keek ik naar boeken die opengeslagen op de grond lagen. Enkele papieren lagen ernaast. Ik keek naar de papieren, en pakte er eentje op die voor de deur lag.
Er stond iets op geschreven in een net handschrift:

Hé Carmen, ik ben even weg, voor mezelf wat lekkers halen. Breek je niets af en ga je niet weg? - Nate


Ik fronste mijn blik, en lachte honend op een plezante manier. Daarna liep ik naar de deur. Hij dacht dus dat ik niet weg zou gaan al had ik de kans ervoor? 'Hé wicht daar!' schreeuwde iemand toen ik buiten stond. Het was in elk geval niet de schreeuwende stem van Nate. Nee.
Ik keek om mezelf heen.
'Hé, wicht daar!'
Ik schrok op, en begon zenuwachtig te worden. 'Nate?' piepte ik.
Een plof.
'Nee. Van verre.' Een hand kwam terecht op mijn wang, en een neus gleed over mijn hals heen. Mijn adem haperde. Toen stokte hij.
Eén paar handen hielden mijn hoofd recht. Het zou ongetwijfeld dezelfde man als... Als gisteren zijn. Ik gokte op gisteren.
Ik duwde hem van mezelf af, en kon de gitzwarte haren nog net zien voordat ik een draai rondom mijn as maakte en weer werd vastgegrepen. Zijn handen kwamen rondom mijn middel te zitten, en hij drukte zijn neus en lippen tegen mijn nek aan. Mijn nek werd blootgesteld doordat hij mijn haren had weggeschoven, en langzaam ging hij weer naar mijn hals.
'Je ruikt nog even... fascinerend...' prees hij mij. Maar eigenlijk voelde ik mij er niet op aangesproken.
'Laat me g...' Zijn lippen maakten een zuigende beweging aan mijn hals. Ik voelde zijn ijskoude tanden voor een kort momentje over mijn hals heen gaan.
Was Nate hier maar, hè? ging er door mijn hoofd heen. Ik beet op mijn onderlip, en mijn handen balden zichzelf.
'L...' Ik probeerde weer iets te zeggen, maar weer gleed er een koude tand over mijn hals heen.
Mijn pols voelde weer nat toen hij het stof eraf haalde, en met zijn vingers en nagels over de brede wond heen gingen. 'Au,' siste ik dan maar. Hij scheen het leuk te vinden: zijn vingers gleden over mijn haren heen, over mijn schouderbladen, en bereikten uiteindelijk mijn handen. Zacht kneep hij erin.
Hij bewoog wat, en uiteindelijk had hij mij omgedraaid. We keken elkaar strak aan.
'Vind je dit niet fijn?' Hij bewoog weer wat, zodat we haast danspassen maakten. We draaiden in het rond, en even voelde ik vrolijkheid door me heen gaan. Maar ik zuchtte diep, en keek op om vervolgens te zeggen: 'Nee.'
'O.'
Hij draaide mij weer om, en trok mij tegen zich aan. 'Wat heeft Nate je allemaal verteld?' vroeg de jongen, en genoot weer van mijn geuren. Ik keek naar de lucht.
'Niets.'
'Ik geloof je niet.'
'Dan niet.' Ik antwoordde vlugger dan ooit, en slaakte weer een diepe zucht. 'Het enige wat hij me vertelde, was dat ik werd beschermd door hem.'
De jongen zuchtte weer eens, en keek ook naar de lucht.
'Oké,' zei hij, snoof mijn geuren nog één laatste keer op, en rende weg. 'Wij zien elkaar later. Eeuwig of niet!' schreeuwde de jongen nog voordat hij ineens was verdwenen. Nate kwam in zijn plaats, alsof hij de jongen van zonet was.
'Gaat het?' vroeg hij bezorgd terwijl zijn vingers over mijn wangen streken. Ik sloeg ze weg.
'Ja,' bromde ik, keek hem nog één keer aan, en keerde hem toen de rug toe. 'En ik ga naar binnen,' gromde ik nog, en stapte het huis binnen.

Terwijl ik naar binnen toe stapte, probeerde Nate de situatie vast te leggen; hij zei niets meer en had zijn lippen getuit.
Ik draaide mezelf om. 'Wat doe je?' vroeg ik aan hem. In één keer was hij weer uit zijn trans, en keek naar mij.
'Ik probeerde de situatie te peilen,' vertelde hij, en keek de kamer rond. Toen krabde hij gegeneerd op zijn achterhoofd. 'Sorry voor deze eh...' Ik liet hem zijn zin niet afmaken, en maakte hem zelf af met: 'Zwijnenstal.' Ik haalde mijn schouders op, en keek naar de bank.
Nate keek weer ernstiger. 'Maar Carmen, we moeten hier weg. Hier.' Hij gooide een tas naar mijn hoofd toe. Net op het nippertje wist ik hem te vangen.
'Waarom zitten mijn kleren hierin?' vroeg ik verbaasd, en keek weer op. Duidelijk te zien had ik iets gemist. Een heel hoofdstuk waarschijnlijk. Ik hoestte eventjes toen hij heel wat stof van een overeind staande kast haalde om een tas voor zichzelf te pakken. Hij had ze beiden al ingepakt.
Ik kneep mijn ogen samen. 'Hoe kan het dat jíj in mijn huis bent gekomen?' vroeg ik nieuwsgierig, maar tegelijk ook weer wantrouwend. Ik hoorde het scherpe randje in mijn zin, en keek gelijk verontschuldigend.
Het is mijn terrein geworden, fluisterde een innerlijk stemmetje tegen mij. Daarna leek het grimassend op de loer te liggen om hem met meerdere zinnen een hoek in te drijven.
Nate scheen het niet te horen: hij pakte de tas, en grijnsde alleen even mysterieus. Zijn bruine haren gingen weer voor zijn gezicht hangen. Het waren overigens bronskleurige haren.
Ik schudde mezelf op uit mijn gedachten, voordat ik hem nog eens zou prezen met zijn uiterlijk. Maar toch, die bronskleurige haren, amberkleurige ogen en zijn perfecte engelengezicht... Het was haast ondenkbaar. Ik stapte naar hem toe, en leunde tegen de muur aan.
'Hallo?'
Nate keek op, en fronste zijn wenkbrauwen.
'Waar gaan we heen?'
Een diepere frons.
'Hallo? Mag ik antwoord?'
Hij lachte schuin, en draaide zich al lachend om. Terwijl hij met zijn rug omgekeerd naar mij naar de deur toeliep, stak hij zijn hand naar achteren uit. Even dacht ik dat ik zijn hand vast moest houden, maar nee, dat zou ongetwijfeld het geval niet zijn.
Hij keek over zijn schouder heen met een grimas. 'Mag ik jouw hand en sleutels vasthouden?' vroeg hij op een beleefde toon. Gegeneerd keek ik hem aan. Dit keer was ík degene die gegeneerd was. Niet hij.
'Ja.'
Ik stak mijn hand in het zijne, en stopte ik zijn andere hand de autosleutels die ik op een bijzettafeltje had gezien en mee had gepakt. Mijn hand leek gemaakt te zijn voor in zijn hand, met de perfect dunne, bleke handen alsof hij bleekmiddel had gedronken; ook de rest van zijn lichaam leek een bleekmiddel kuur gehad te hebben. Ik glimlachte eventjes onzeker.
De bomen sloten als een ronde koepel rondom dit huis. Hun groene, rode en groen rode bladeren vormden een bladerdek boven het huis. Ik keek om ons heen, en ging langzamerhand dichter tegen Nate lopen. 'Ik vind dit... Eng...' bekende ik. Het eng vinden was eigenlijk niet normaal: die man was er immers niet meer. Maar toch. Het voelde alsof er nog iets van hem bij mij was.
Nate keek mij aan, en stopte met lopen. Hij liet mijn hand los. Zijn handen trokken zich terug in zijn mouwen, en langzamerhand trok hij zijn sweater uit.
'Hier,' zei hij op een lieve toon, en legde de sweater opgevouwen in mijn handen. Ik keek er een poosje naar. 'Dankjewel,' bedankte ik hem uiteindelijk, en glimlachte terwijl ik hem onhandig over mijn hoofd heen trok. Terwijl hij in de eerste dertien seconden toekeek, trok ik de sweater half over mijn hoofd, en begon toen onhandig te spartelen met mijn handen.
'Stil toch,' zei hij lachend, en trok de sweater met een ruk over mijn hoofd. Ik glimlachte alleen eventjes, en deed de mouwen over mijn handen heen. Ik keek om ons heen om te kijken of er geen verrassingsaanvallen waren gepland, en stapte toen achter Nate aan. Hij greep uit het niets mijn hand vast, en glimlachte.
'Je bent veranderd,' zei hij tegen mij. Híj zij het tegen míj? En dat terwijl hij degene was die mij haast aan het terroriseren was?! Ik keek hem ongeloofwaardig aan, en herstelde mezelf weer voor het geval dat. Ik glimlachte alleen eventjes naar hem, en keek voor ons uit. Toen zei een klein, lief stemmetje van een klein, lief meisje in mijn hoofd dat ik hem eigenlijk terug zou moeten complimenteren, aangezien meiden dat altijd doen.
Ik keek hem bedenkelijk aan, en complimenteerde hem toen maar met: 'Ja, jij ook hoor,' en een plagerig duwtje erna. Hij lachte alleen, maar duidelijk te zien scheen hij het niet echt te geloven. Ik keek hem een poosje aan, en trok ons beiden tot stilstand.
'Nate. Wat is er nou aan de hand?' vroeg ik hem. Dit keer werd ik weer serieuzer, en hij schijnbaar ook. 'Ik wil het weten.' Anders was ik er toch niet bij betrokken, voegde ik in mijn hoofd er nog aan toe, en grijnsde losbandig naar hem. Eigenlijk was een avontuurtje precies wat ik nodig had. Nate keek mij ernstig aan.
'Als ik het je vertel, ben ik bang dat ik eh... Dat ik te veel zeg, en alles verraad,' had hij hakkelend verteld aan mij. Twijfelend keek hij naar mij. 'Maar als je nu mee naar je auto gaat, mij laat rijden, en niets probeert in te brengen in míjn verhaal, dan beloof ik je het allemaal uit te leggen.' Ik knikte, braafjes, en stapte achter hem aan naar mijn auto toe. Ook dat zou ik ongetwijfeld uitgelegd krijgen. Dit was nog redelijk raar: een jongen nam mij mee naar een onbekende plek, had míjn auto, en had míjn spullen. Ik kreeg er de kriebels van, en keek naar mijn zwarte pick-up die er nog piekfijn uitzag.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.