Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Lifechanger » 13.
Lifechanger
13.
Hij wierp een zijdelingse blik op meneer Gordon, die blijkbaar nog altijd niet wakker was en deed de deur dan wat meer open wat meer gekraak opleverde dan ik eigenlijk wou horen. Harry sloop als het ware op kousenvoeten mijn richting uit terwijl mijn ogen steeds groter werden van verbazing.
Dit kon hij toch niet menen? Zo zou ik nog meer gestraft worden. als we werden ontdekt. Mijn hoofd bewoog als een tennisbal tussen Harry en meneer Gordon, steeds sneller en bang om betrapt te worden en zo nog een grotere straf te krijgen.
Toen hij me uiteindelijk bereikte, begon hij de spullen die op de tafel lagen vliegensvlug op te ruimen, maar ik bleef als versteend zitten, mijn lippen lichtjes uit elkaar.
Ik ging echt niet meegaan, ik had mijn principes en ik ging me eraan houden, wat Harry ook van plan was. Ondanks het feit dat hij een superster was, moest hij - en vooral ik- zich aan de regels houden. Ze waren al één keer gebroken..
We werden opgeschrikt door een plotse luide grom, ik keek dadelijk met een ruk op en zag dat Gordon wakker geworden was. Ik sperde mijn ogen wijd open naar Harry, hij kroop als de bliksem onder mijn stoel terwijl ik even mijn ogen sloot en ik vurig hoopte dat de studiemeester niks door zou hebben.
Snel haalde ik mijn schriften terug tevoorschijn en deed alsof ik erg ijverig aan het studeren was, mezelf buigend over m'n studieboeken zodat Gordon mijn verschrikte en tegelijkertijd grappige gezichtsuitdrukking niet kon zien. Ook Harry had moeite om een lach te onderdrukken en zachtjes schopte ik met mijn voeten tegen hem zodat hij stiller zou zijn.
Gordon knikte even goedkeurend, hij had gewoon niks door, de lamme goedzak, wat des te beter was voor mij natuurlijk. Hij bleef me een drietal minuten aanstaren, niet goed wetend wat hij anders moest doen en al die tijd lag Harry tussen mijn benen (wat natuurlijk fout leek) terwijl ik fakete een opstel te schrijven.
Terug in slaap vallen, dat moest hij doen en wel meteen.
Plots hoestte Harry.
Mijn eerste reactie was nog dieper vooroverbuigen dan ik al deed en ik hield dadelijk mijn hand voor m'n mond en fakete een hoest die zo diep en mannelijk mogelijk klonk.
Toen ik even later opkeek, zag ik Gordon met fronsende wenkbrauwen naar me staren.
"A bit sick, miss Wessex? Went out too much during the weekend?"
Zijn stem klonk lichtelijk spottend en onwillekeurig voelde ik mijn wangen roder worden.
Harry. I. Hate. You.
Nee, dat deed ik niet, maar toch kon ik het niet laten om nog een zachte schop te geven met mijn voeten waarna ik knikte naar meneer Gordon en weer verderging met het opstel.
Ik keek op naar de wandklok, de tijd ging echt verbazingwekkend traag vooruit. Gordon was mijn ogen gevolgd en zag dat het nog meer dan een uur was tot de pauze, wat volgde was een zucht en hij sloot langzaam zijn ogen. Harry grinnikte even en ik tikte hem aan als teken dat hij terug mocht rechtstaan.
"You're so lucky, did you know that?", zei ik glimlachend, maar toch op een fluisterende manier tegen hem, maar hij kon enkel grijnzen. Hij nam kordaat mijn hand vast en ik had een gevoel in mijn onderbuik dat ik niet onmiddellijk kon plaatsen toen hij me meetrok naar de deur.
Eenmaal buiten drukte hij me zachtjes tegen de muur aan en ik voelde zijn warme, zoete adem neerdalen over mijn gezicht waardoor ik me even duizelig begon te voelen. Mijn hoofd begon vast en zeker op hol te slaan. Dit was de derde dag op rij dat Harry Styles himself voor m'n neus stond, moeilijk te geloven, zelfs voor mij. Hij bestudeerde mijn gezicht en stak een haarlok die verdwaald geraakt was, liefdevol terug achter m'n oor waarna ik meteen mijn ogen neersloeg.
Dit was niet normaal meer, was dit dan verliefdheid? Dat kon toch niet, ik kende hem amper en ik vond hem knap, aantrekkelijk, sexy whatever omdat ik hem al duizend keer gezien had op tv, in filmpjes, .. Ik kon toch niet echt verliefd zijn.. Het mocht ook gewoon niet en misschien wilde ik het nog niet toelaten.
Een kleine, maar gelukzalige zucht verliet mijn mond terwijl hij nog steeds voor me stond, bijna leunend tegen mij.
"We'll get your stuff later on, otherwise he'll notice that you're not there.", zei hij heel zachtjes met een breekbare stem.
"He does notice that now.. Because I'm here. With you."
Die laatste twee woorden weerklonken als een melodie in de beneveling in m'n hoofd.
With you.
Enkel Harry en ik, zoals we daar op één enkele vierkante meter tegen elkaar aangeleund stonden.
"Yeah, but you can always say that you had to go to the bathroom right? You're a girl, that should work.", knipoogde hij en ik sperde mijn ogen weer open en knipperde daarna, niet gelovend wat hij net zei.
Hij liet me los en we liepen als twee kleine kinderen doorheen de verlaten gangen van het schoolgebouw.
Met neergeslagen ogen stap ik naar buiten in het grauwe ochtendgrijs en huiver even. De grond kraakt onder mijn voeten alsof de wereld oud en versleten is, wat weerspiegelt hoe ik me op dit moment voel. Ik kijk nog even achterom en laat mijn hand glijden over die van Harry waarna ik in de auto stap.
Tijdens de lange rit naar het ziekenhuis wordt er met geen enkel woord gerept over dingen die te maken hebben met Harry's opa, het is gewoon te pijnlijk. Want ook al willen we dit zo graag oplossen, we weten beiden goed genoeg dat we die superkrachten niet hebben, hoe vaak we ze ook wensen te hebben. Ik slik nog even en zet mijn handtas naast m'n voeten waarna ik plots enkele druppels langs het autoraam zie vallen.
Een race. Om het eerst druipen ze langs het raam. Dit is een race die je wel wil winnen.
Deze keer zit Harry aan het stuur en ik merk op hoe zijn handen lichtelijk trillen door de angst die hij op dit moment voelt. Hij gooit een korte glimlach mijn richting uit, maar ik beantwoord hem enkel door weer naar buiten te kijken.
Het zijn van die momenten waarop je werkelijk 'fml' kunt zeggen.
Na het parkeerticketje uitgehaald te hebben, rijden we de parking van het ziekenhuis op. Er staan bijna geen auto's, wat wel begrijpelijk is op dit uur in de ochtend. Nog steeds zwijgend stap ik uit en loop onmiddellijk langs de auto tot bij Harry waarna we hand in hand het kille gebouw binnenlopen, verpleegsters haasten zich van de ene kamer naar de andere in hun perfecte witte pakjes.
Ik haat het kleur wit, het is zo neutraal en het maakt je echt niet vrolijk, althans niet in dit gebouw.
Aan de infobalie zit een dame met nagels die veel te lang zijn om goed te kunnen typen op haar toetsenbord en ze is bezig met een of ander dossier zonder ons ook maar enige aandacht te schenken wat ons enkel zenuwachtiger maakt.
"Goodmorning, we're looking for..", zegt Harry, maar hij wordt meteen afgebroken door haar irritante stem die perfect past bij hoe ze ons nu behandelt.
"Sorry young man, but can't you see I'm busy at the moment? Patience."
Bitch.
Harry zucht even terwijl ik over zijn rug wrijf en hem daarna meetrek, weg van de balie.
We gaan even in de kleine wachtzaal zitten en ik begin te bladeren in een roddelboekje dat daar rond ligt te slingeren, maar alleen het voorblad trekt al mijn aandacht.
NYE with Harry Styles and his girlfriend
Het staat in schreeuwerige letters op de cover van een of ander roddelblad.
Op een bepaalde manier maakt het me kwaad, gewoon omdat ik weeral beschouwd word als 'het vriendinnetje van'. Hallo, ik heb ook een naam, dankjewel. En ik kan best op mijn eigen benen staan, ik kan best mijn eigen leven opbouwen. Niet alles hangt af van Harry.. Of van One Direction.
Plotseling wenkt die dame ons weer en Harry vraagt enigzins beleefd het kamernummer van zijn opa.
"Here you go, young man."
Harry knikt glimlachend. Ze is wel zo vriendelijk om een klein briefje mee te geven en we lopen opnieuw hand in hand naar de lift met de hoop dat dit gebaar meer steun kan bieden.
Ik zie een man in een rolstoel voortgeduwd worden door een jonge verpleegster. Zijn haar is uitgevallen of toch bijna, zijn wangen ingevallen en hij heeft een vale gezichtskleur.
Zonder het te willen moet ik mezelf echt inhouden om niet te kokhalzen,omdat ik weet dat dit echt moeilijk wordt om vol te houden.
Ik kan het niet gewoon nog een keer meemaken..
De lift stopt op het vierde verdiep en we zoeken samen naar kamer 404 wat blijkbaar op het einde van de gang ligt.
Harry doet zachtjes de deur open en we zien meteen Anne en Gemma zitten. Ze zien er beiden vermoeid uit, waarschijnlijk geen slaap gehad en dan zie ik hem liggen, totaal uitgemergeld en moe. Ik vraag me af hoelang hij al ziek is, dit kan toch niet zo vlug gaan of wel?
Tranen proberen uit mijn ogen te vloeien, maar ik ben net sterk genoeg om ze tegen te houden, ik ga niet huilen, ik moet me sterk houden.
Voor Harry en zijn familie.
Harry geeft meteen een knuffel aan zijn grootvader die de aanraking maar heel lichtjes beantwoordt omdat hij waarschijnlijk te zwak is.
"Harry boy, I've missed you..", fluistert hij zachtjes, zijn stem klinkt gebroken en het lijkt alsof hij de strijd al opgegeven heeft.
Mijn ogen glijden doorheen de kamer en ik zie Gemma zachtjes naar me glimlachen waarna ze een stille dankjewel naar me mimet. Ik knik en kijk daarna naar de grond waar mijn ogen de gebroken barsten in de vloer volgen. Ze leiden me naar het infuus dat in verbinding staat met het lichaam van Harry's opa. Het antibioticum stroomt langzaam doorheen de bakster via de slangen tot in zijn lichaam.
Een race. Ditmaal een race die niet zou moeten gestreden worden. Door niemand.
Ik zie hoe lastig Harry het heeft en plots voel ik een soort druk op mijn borst die me gebiedt uit deze kamer te vertrekken omdat al mijn herinneringen terug boven komen. Herinneringen die ik al negen jaar nu probeer te verdringen. Mezelf excuserend loop ik de kamer uit om daarna leunend tegen de muur tot rust te komen.
Diep in- en uitademenen, dat is de opdracht die ik steeds voor mezelf herhaal.
Ik wrijf even over mijn neusbrug, hopend dat ik zo kalmte in mezelf kan vinden terwijl mijn ogen naar de grond gericht zijn.
"Miss Wessex.. Everything alright?"
Ik kijk geschrokken op en zie dokter Goode, een van de professoren aan de universiteit, indringend naar me staren. Hij komt aarzelend naar me toegelopen en kijkt me vragend aan terwijl ik probeer de moed bijeen te scharrelen om wat uit mijn strot te krijgen.
Ik zucht even en wijs naar de deur waarachter een zieke man ligt weg te kwijnen.
"Family of yours?", vraagt hij en ik schud zwijgend mijn hoofd.
"Grandfather of my boyfriend."
Opnieuw zucht ik.
"But I've experienced something alike when I was younger and I just.."
Hij knikt begrijpend en slaat daarna vlug een blik op het kamernummer.
"I'm currently treating mister Cox. You've probably been warned that his condition has deteriorated? I'm afraid I must say the cancer is terminal.."
Ik slik en daaruit maakt hij op dat ik het al weet.
"How long?"
Er volgt een korte stilte.
Is het dan al zo ver gevorderd?Op zo'n korte tijd?
" I estimate two or three weeks? Maybe less.. I'm very sorry, but I can't give you hope..", zegt hij, maar het is meer op een fluisterende manier.
"If I can do anything for you or your friend's family, give me a call."
Ik knik weer en hij wandelt verder om een andere kamer binnen te gaan.
Twee weken, dat was alles.
Wat zijn twee weken in een mensenleven?
Omg
Dit is echt sad.....