Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » The Westermarck Effect [TC] » Hoofdstuk 8
The Westermarck Effect [TC]
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
11 juni 2013 - 16:52
Aantal woorden:
1321
Aantal reacties:
5
Aantal keer gelezen:
603
Hoofdstuk 8
Ziet: “Speciale Nieuwsuitzending”
Hoort: Frank Sinatra – I Won’t Dance
Ruikt: nog steeds chloor
Proeft: spiegeleieren
Voelt: sneeuw
Het hele weekend hoorde ik niks meer van Bill. We waren zaterdagochtend Evi’s huis uit geslopen voor de rest wakker werd en waren in volkomen stilzwijgen naar huis gefietst. Bij een kruispunt had hij “Ik zie je maandag” gezegd en zonder op een antwoord te wachten was hij naar links verdwenen. Ik bleef hem verbaasd nastaren, de zwarte haren nog nat over de kraag van zijn jas, handen in zijn zakken, rug kaarsrecht en perfect in evenwicht. Pas toen de Mercedes achter me nadrukkelijk toeterde, besefte ik dat ik midden op het kruispunt stilstond.
Tegen de tijd dat ik mijn fiets door de gang sleepte en de trap op sjokte, bibberde ik bijna uit mijn natte kleren. In de badkamer stroopte ik de koude laagjes van mijn huid en dook onder een hete douche. De hele ruimte vulde zich met stoom en beetje bij beetje kreeg ik weer gevoel in mijn vingers en tenen. De rest van de dag sliep ik mijn kater weg.
Zondag deed ik mijn schoolwerk en dacht zo min mogelijk aan Bill, maar het was moeilijk. Ik betrapte mezelf erop dat ik steeds weer donker opgemaakte ogen zat te tekenen. Isa belde ook niet, dus ik wist dat zij nog steeds kribbig was. Bijna had ik haar zelf gebeld, maar toen dacht ik weer aan Bill. Ik had Isa zelfs nooit verteld van Arno, hoe moest ik dit beginnen uitleggen? Alvast niet over de telefoon, dus ik klikte haar nummer weer weg, gooide mijn huiswerk aan de kant en ging slapen.
Het is maandag en mijn dreads ruiken nog steeds een beetje naar chloor. Ik werk mijn ontbijt aan een sneltreintempo naar binnen zodat ik Isa beneden kan opwachten. Ergens in mijn achterhoofd speelt de twijfel of ze misschien niet zal komen, maar dat is onzin. Hoe vaak we ook kibbelen, onze ochtendrit is heilig. Ze zou me nooit laten stikken.
Pa zit niet op zijn kruk. Zijn spiegelei ligt koud te worden op zijn bord en hij zit voor de tv, met een diepe frons tussen zijn ogen en zijn handen om een onaangeroerde kop koffie gevouwen.
‘Ga je dat nog opeten?’ vraag ik en schuif het ei met mijn vork al half op mijn eigen bord.
‘Heb je dit gezien?’ reageert hij zonder op te kijken. Onderaan het scherm flitst Speciale Nieuwsuitzending.
‘Neen. Waar hebben ze het over?’ Pa zet het geluid harder en ik leg mijn vork neer.
‘...willen wij de burgers vragen om niet te panikeren en hun dagelijkse routine verder te zetten. Er is tot nader order geen gevaar voor gewapende conflicten binnen de landsgrenzen maar er zijn dreigementen geuit tegen de Duitse overheid. Wij nemen deze berichten ernstig en daarom zullen de luchthavens van Berlijn, Dortmund, Frankfurt, Hamburg, Keulen en Stuttgart vandaag gesloten blijven en is het luchtruim boven Duitsland voor de komende 48 uur een no-fly zone voor internationale vluchten. De treinen zullen blijven rijden, maar vooral op de internationale ritten wordt grote drukte verwacht. Treinen naar Parijs moeten nu al rekening houden met zware vertragingen en mogelijk afgelaste ritten wegens de bombardementen vanochtend. Nogmaals vragen wij de Duitse burgers om niet te panikeren, maar de minister van buitenlands zaken raadt iedereen met klem af om naar het buitenland te reizen, tenzij absoluut noodzakelijk...’
‘Jezus,’ prevel ik. ‘Daar komt oorlog van.’
‘Zo’n vaart zal het hopelijk niet lopen,’ zegt pa en hij zapt de tv uit. ‘Maar het is wel een mooie soep. Er zijn twee explosies geweest in Parijs en het dodental loopt al ergens in de vijftig.’
‘Maar wie bombardeert er dan?’ vraag ik. ‘Wie heeft er conflict met wie?’ Pa haalt zijn schouders op en lacht vreugdeloos.
‘Iedereen zo’n beetje met iedereen, vrees ik.’
Ik sta net buiten als Isa met een rotvaart om de hoek komt gevlogen. Haar dotjes zitten scheef op haar hoofd en de panden van haar jasje fladderen als een cape achter haar aan. Ze trekt een remspoor met haar achterwiel en komt vlak voor me hijgend tot stilstand.
‘Heb je het nieuws gezien? We zijn in oorlog!’ weet ze uit te brengen.
‘Ja, ik heb het gezien. En neen, we zijn nog niet in oorlog.’
‘Nog niet, met de nadruk op nog. Er zijn bommen afgegaan in Parijs, wie weet is Berlijn wel de volgende!’
‘Zouden we dan vrij krijgen van school?’
‘Ik hoop het. Of dat ze op z’n minst de examens afgelasten.’
Isa zwijgt geen twee seconden tijdens de hele rit. Ze raast maar door over de bommen in Parijs, dat het Amerikanen of Noord-Koreanen of Iraniërs waren, welke Europese steden de volgende doelwitten zijn, en dat haar vader eraan denkt om met hun hele gezin naar het huis van zijn broer in Koblenz te verhuizen als Berlijn te gevaarlijk zou worden.
‘Ik kan vragen of jij en je vader met ons mee kunnen als er echt iets gebeurt. Dat vinden ze vast goed, mijn ouders en jouw vader kennen elkaar goed en oom Erik heeft een gigantisch huis.’
‘Er gaat heus niks gebeuren,’ zeg ik als ze naar adem hapt en ik er eindelijk een woord tussen krijg. ‘En dan nog is het misschien niet verstandig om zomaar op de vlucht te slaan.’
‘Jij bent echt niet goed wijs, Kaulitz! Dus als er morgen een bom...’ Ze klapt abrupt haar mond dicht als ze ziet wie ons staat op te wachten bij de fietsenstalling. Bill, met zijn haren als een gordijn langs zijn gezicht en een koptelefoon om zijn hals geslagen. Hij kijkt niet op of om als we rakelings langs hem heen het fietsenhok binnenrijden, en ik zit hem zo intens aan te gapen dat ik over de blote tenen van een sandalendragende toneelfreak rijd. Dat levert me een paar Shakespeariaanse scheldwoorden en een duw van zijn ironische wandelstok op.
Bill zegt geen woord, ik hoor Frank Sinatra uit zijn koptelefoon golven. Aan mijn andere kant kan Isa dit keer haar getater echt niet bedwingen dus ze toetert mijn rechteroor vol met theorieën over bomaanslagen en schuilkelders tot we bij het lokaal van Duits staan. Daar wordt ze overstemd door minstens twaalf andere stemmen die door elkaar precies hetzelfde verklaren, de een nog luider dan de andere. Isa kan het niet laten om zich erin te mengen, en na tien tellen is ze verwikkeld in een heftige discussie met Kasper en Sebastian. Ik maak van de afleiding gebruik om twee stappen achteruit te doen tot ik naast Bill sta. Hij bestudeert zijn nagels.
‘Hey,’ zeg ik. Hij kijkt even op en knikt terug.
‘Hey.’ Uit niks laat hij merken dat er vrijdag en zaterdag ook maar iets tussen ons gebeurd is. Een kleine sneeuwbal begint zich te vormen in mijn maag.
‘Heb je het nieuws gezien?’
‘Hm-m.’ De sneeuwbal begint te rollen, wordt groter.
‘Zo... En hoe was je weekend?’
‘Wel oké. Niet uitzonderlijk. Het jouwe?’ De sneeuwbal wordt een lawine.
‘Ja, het mijne ook.’ En honderd ton sneeuw komt in één dreun op me neer. Hij lijkt het zich zelfs niet te herinneren. Was ik dan zo dronken dat ik het me allemaal heb ingebeeld? Hij moet mijn verbouwereerde blik voelen maar zijn nagels zijn blijkbaar interessanter. Dan voel ik zelf ogen prikken en ik zie nog net Isa’s nijdige gezicht. Als meneer Abel verschijnt om de deur te openen stampt ze zonder opkijken naar haar plek en draait haar rug naar de tafel waar ik met Bill moet plaatsnemen.
Abel begint de les met tien minuten om te praten over de nieuwsberichten en voor het eerst sinds ik me kan herinneren is de hele klas er met hun volle aandacht bij. Iedereen heeft wel iets te zeggen, of te schreeuwen. Isa dreunt met haar vlakke hand op tafel om haar argumenten kracht bij te zetten en vloekt een paar keer zo smerig dat Freya op de achterste rij gierend van het lachen begint te applaudisseren.
Ik zeg niks, duik zo diep als ik kan in mijn vest en trek de klep van mijn pet omlaag. Gevangen tussen Isa en Bill kunnen die bombardementen me gestolen worden.
Reacties:
agent327 zei op 14 juni 2013 - 20:49:
hmm oorlog ...
arme tom
bill moet liever gaan doen en tom moet liever naar isa gaan doen
bitte ga verder
hmm oorlog ...
arme tom
bill moet liever gaan doen en tom moet liever naar isa gaan doen
bitte ga verder
Bodine zei op 11 juni 2013 - 18:44:
Wat Nadezh zegt: dit zag ik niet aankomen. En ik vraag me ook af in hoeverre dit het verhaal gaat beïnvloeden. Want als er echt oorlog komt, dan wordt dit iets heel anders dan een oh-jee-ik-ben-gay, en dan even later oh-shit-hij-is-mijn-broer-whut verhaal - terwijl ik dat idee eigenlijk al best wel cool vond. Maar als er nou ook nog oorlog komt, dan ben ik bij deze nog 483x zo nieuwsgierig as to what will happen.
Enne. Make it two readers who are very happy with this. ^^ <3
Wat Nadezh zegt: dit zag ik niet aankomen. En ik vraag me ook af in hoeverre dit het verhaal gaat beïnvloeden. Want als er echt oorlog komt, dan wordt dit iets heel anders dan een oh-jee-ik-ben-gay, en dan even later oh-shit-hij-is-mijn-broer-whut verhaal - terwijl ik dat idee eigenlijk al best wel cool vond. Maar als er nou ook nog oorlog komt, dan ben ik bij deze nog 483x zo nieuwsgierig as to what will happen.
Enne. Make it two readers who are very happy with this. ^^ <3
xNadezhda zei op 11 juni 2013 - 17:11:
Nu vraag ik me af wat de bombardementen voor invloed gaan hebben op de rest. Dat was echt een wending die ik niet aan zag komen. Bills reactie is daar nog minder onverwacht.
Ah man. Succes met je tentamens morgen, ik hoop écht dat je het haalt, maar voor het geval dat het nodig is kan je jezelf troosten met de gedachte dat er hier in elk geval één lezer heel erg blij is met dit. <3
Nu vraag ik me af wat de bombardementen voor invloed gaan hebben op de rest. Dat was echt een wending die ik niet aan zag komen. Bills reactie is daar nog minder onverwacht.
Ah man. Succes met je tentamens morgen, ik hoop écht dat je het haalt, maar voor het geval dat het nodig is kan je jezelf troosten met de gedachte dat er hier in elk geval één lezer heel erg blij is met dit. <3
<3 Ik hou van jouw manier van schrijven. En van de Bill in dit verhaal. Maar toch nog iets meer van de Tom, denk ik.