Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Sailor Moon » Spirited away, Terug in de spirited wereld » hoofdstuk 9, bang om verliefd te zijn

Spirited away, Terug in de spirited wereld

14 juni 2013 - 9:07

3649

0

348



hoofdstuk 9, bang om verliefd te zijn

Chihiro stormde woedend door het badhuis. Hoewel ze een mens was, en geen macht of krachten, werden sommige geesten doodsbang bij het zien van Chihiro. Yubaba zou hierbij niet gelukkig zijn over, maar Chihiro was te boos om daar over na te denken.

‘Oh, stomme Haku!’ Dacht ze boos. ‘Ik kan niet geloven dat hij zoiets deed, en Lin en Kamajii ook. Het zijn mijn vrienden, maar, dit kun je geen vrienden noemen.’ Chihiro’s woede draaide langzaam om in wanhoop. ‘Oh, en ik maar blijven denken dat er iets was tussen Haku en mij. Ik was zo’n dwaas. Ik weet niet wat ik dacht. Hij is een geest en ik ben een mens, het zou toch nooit werken. Ik was zo dom. Hij zou nooit zoveel van mij houden als ik van hem hou. En Lin en Kamajii, ik kan niet geloven dat ze allemaal een plan aan het maken waren om mij weg te zenden, hoe lang logen ze al tegen mij?’

Dit was echt deprimerend. Ze had iemand nodig om mee te praten. Normaal ging ze naar Lin, Kamajii of Haku, maar nu.

Chihiro stopte plotseling toen ze realiseerde dat Boh de laatste tijd ergens boos over was. Wist hij het? Werkte hij ook mee? Ze moest het uitvinden.

Chihiro liep naar Yubaba’s kantoor, niet lastig te kloppen, dat kwam door de grote irritatie van de deurknop. Chihiro liep door de grote deur, naar Yubaba die achter haar bureau zat.

Yubaba keek op “Haku had al gezegd dat jullie terug waren.” Ze zweeg weer en keek terug naar haar papieren werk. “Ik hoop dat je hebt genoten van je vakantie, want we zijn erg druk vandaag.”

“Ik moet Boh zien.” Zei Chihiro.

Yubaba trok een wenkbrauw op. “Waarom?”

“Het is persoonlijk.”

Yubaba vormde haar ogen tot spleetjes. “Je had al vakantie, en nu wil je pauze? Leuk geprobeerd, meisje, maar we hebben klanten.”

Chihiro werd verschrikkelijk geïrriteerd. Wat begon als een geweldige dat, was snel uitgegroeid tot een verschrikkelijke, en er was nu niets meer voor nodig om hem nog erger te krijgen.

“He, Boh!” Schreeuwde Chihiro, waardoor de drie groene hoofden van schrik opsprongen. “Je moeder zegt dat ik je niet mag zien!”

De reactie was voorspelbaar. “Mama, laat Chihiro komen!”

Yubaba keek woedend naar Chihiro. “Schatje, Chihiro heeft werk te doen. Ze heeft net een leuk weekeindje weg gehad, nu moet ze weer werken.” Zei ze lief.

“Mama, als je Chihiro niet laat binnenkomen begin ik te huilen!”

Yubaba gromde van frustratie. Ze kan tegen Chihiro zeggen wat ze wil, maar ze zou nooit willen dat haar kleine dierbare baby huilt.

“Oke.” Kreunde de oude heks. “Maar wel snel, we zijn erg druk vandaag.”

Chihiro grijnsde en liep bij Boh de kamer in. De reuze baby was nergens te bekennen. Een gigantische hand schoot plotseling onder de grote stapel kussens vandaan, greep Chihiro, en trok haar mee de stapel kussens in.

“Yay, je bent terug!” Juichte Boh. “Ik heb je gemist.”

Chihiro had moeite met ademhalen, Boh’s omhelzing was erg strak. “Boh ik was alleen weg voor 2 dagen.”

“En toch heb ik je gemist! Je bent mijn beste vriend. Was het leuk met Haku?”

Chihiro fronste haar wenkbrauwen. Boh zag haar verdriet en vroeg: “Wat is er gebeurd? Ik dacht dat je altijd zoveel tijd met Haku wilde doorbrengen.”

“Heb ik ook gedaan.” Zij Chihiro. “Het was geweldig, totdat ik erachter kwam dat hij, Lin en Kamajii geheime plannen hadden om mij terug te sturen naar de menselijke wereld.”

Boh zette grote ogen op. “Uh, oh.”

Chihiro kon gemakkelijk de schuldige blik van Boh lezen. “Je wist het?” Boh’s blik werd verdrietiger, dat bevestigde haar vermoedens. “Ik kan het niet geloven!” Ze trok zich los en klom uit de stapel kussens. “Wie waren dit allemaal wel niet van plan?”

De stapel kussens ontplofte toen Boh opdook. “Ook Yu-bird.”

“Yu-bird ook?!” Huilde Chihiro. “Waarom wil iedereen dat ik wegga?”

Boh kroop naar haar toe. “Ik wil niet dat je weggaat, Chihiro. Ik was eigenlijk tegen alles wat ze zeiden.” Chihiro keek hem aan, ze hoopte dat een van haar vrienden haar niet had verraden. “Ze bleven maar zeggen dat het was voor je eigen bestwil en dat je niet helder kon denken en daarom besloot om te blijven.”

Chihiro trok haar wenkbrauw op. “Hou zouden ze dat weten?”

“Ze denken dat je niet over alles heb nagedacht en ze willen niet dat je een fout maakt waar je later spijt van hebt.”

“En jij vond dit goed? Waarom vertel je me dit?”

Boh lied zijn hoofd hangen. Hij zag eruit alsof hij zou gaan huilen. “Omdat ik om je geef, Chihiro. Dat doen we allemaal, Haku in het bijzonder. De geestelijke wereld is zeer gevaarlijk voor een mens.”

Chihiro sloeg haar armen over elkaar en draaide zich om.

Boh snoof. “Chihiro het spijt me. Alsjeblieft wees niet boos op ons. We dachten gewoon dat we deden wat het beste voor je was.”

Chihiro wendde zich weer tot hem. Ze voelde de woedde. Ok, dus ze hadden de situatie niet goed behandeld, maar ze deden het uit bezorgdheid voor haar. Maar wat was er dan zo slecht aan haar verblijf? Ze was bereid op alle risico’s. Was er een andere reden waarom ze wilde dat ze vertrok?

“Boh, vertel me precies waar jullie allemaal over hebben gesproken.” Zei ze.

(-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-)

Haku voelde zich verschrikkelijk. Hij lag op dit moment op zijn bed met zijn gezicht naar beneden, mompelend over wat voor een idioot hij zo nu en dan is geweest.

“Ik heb het deze keer echt verpest.” Kreunde hij. “Nu is ze woedend op me. Wat moet ik doen?” Een klop op de deur onderbrak zijn kniezen. Hij kreunde en zei met een nauwelijks hoorbare stem: “Ga weg.” De persoon achter de deur klopte nog een keer.

“Open die deur nu, draak!”

Haku zuchtte. Dat was Lin, en er was geen andere manier dan opendoen, ander zou ze tot ze eindelijk haar zin kreeg, op de deur kloppen. Ze was zo koppig.

Haku zwaaide met zijn hand en de deur vloog open. Lin stapte naar binnen en liep naar zijn bed. Ze wachtte even voordat ze iets zei.

“Weetje, het kan nog erger.” Zei ze.

“Hoe?” Vroeg Haku, die nog steeds met zijn gezicht in zijn kussen lag.

“Gebruik je fantasie.”

Haku zei niets en bleef stil liggen. Lin begon haar geduld te verliezen.

“Godsnaam, Haku, sta op! Je gedraagt je als een klein kind!”

Haku ging uiteindelijk overeind zitten. “Ik probeer alleen maar te denken aan een manier om dit te verbeteren.” Hij huilde. “Ik wil niet dat Chihiro boos op me is.”

Lin rolde met haar ogen. “join the club.”

Haku keek naar haar. Hij was niet in de stemming voor haar houding, hij had grotere dingen om aan te denken. “Dit had niet gebeurd als jij en Kamajii jullie mond hadden gehouden.” Hij gromde.

Lin’s ogen werden groot. “Wat? Zeg je dat het mijn schuld is dat je vriendin boos op me is?”

Haku negeerde de ‘vriendin’ opmerking. “Nee, het is ook Kamajii’s schuld.”

Lin gromde in ergernis. “Goed voor u informatie, loverboy, als jij haar niet had geraakt, zou ik niet naar Kamajii zijn gegaan! Eerlijk gezegd, wat denk jij wel niet, haar samenvoegen van jou rivier met haar.”

Haku raakte gefrustreerd. “Het gaat jou niets aan wat ik doe!”

Lin keek boos naar Haku. “Ze is mijn vriendin dus ik ben er bij betrokken!” Riep ze terug.
“Ik weet dat je van haar houdt en je alles doet om dicht bij haar te zijn, maar heb je ooit gedacht wat voor invloed dat op haar heeft?”

Haku voelde alsof hij iets miste. “Wat? Waar heb je het over?”

Lin werd nog gefrustreerder. “Jij idioot! Hoe kun je nou niet zeggen dat ze tot over haar oren verliefd op je is!”

Haku vormde zijn ogen tot spleetjes. “Zeg dat niet nog eens, het is niet grappig.”

“Het is geen grap!” Schreeuwde Lin. “Let je dan nooit op hoe ze naar je kijkt?”

“Kappen Lin!”

“Waarom?”

“Omdat ze niet van me houdt!”

Lin riep weer in haar frustratie. “Waarom niet?”

Haku had geen pasklaar antwoord, of in ieder geval was hij niet bereid om het te delen. Hij draaide zijn gezicht weg van Lin en zei: “Vergeet het maar. Je zult het toch niet begrijpen. Trouwens, ze moet terug naar de menselijke wereld, dus er kan toch niets komen tussen ons.”

Lin was even stil. Ze zat te denken over wat zij en Kamajii zijden nadat Chihiro binnenviel in hun gesprek.

“Misschien moeten we haar toch niet terug laten gaan.” Zei ze.

Haku zuchtte. Hij was erg verdrietig over dit onderwerp. “Lin, we hebben gesproken hierover, weet je nog?”

Lin knikte. “Weet ik.” Zei ze. “Maar wie zijn wij om Chihiro te vertellen hoe ze haar leven moet lijden. Ze kent de risico’s van haar verblijf hier; ze weet wat ze achterlaat in de menselijke wereld maar ze wil nog steeds blijven. Misschien moeten we haar gang laten gaan.”

“Dat kan niet.”

“Waarom niet?”

“Dat kan gewoon niet oke?”

Lin werd moe om zo met Haku te praten, ze liep naar hem toe. “Nee dat is niet oke! Waarom ben je zo fel op het terugzenden van Chihiro?”

Haku draaide weer weg. “Weetje waarom?”

Lin greep hem en draaide zijn gezicht weer naar die van haar toe. “Nee dat weet ik niet. En kom niet weer met dat excuus dat het niet veilig is en dat ze haar oude leven moet achterlaten. Er is nog een reden, ik wil weten wat het is. Vertel het me nu!”

“Omdat het te pijnlijk is om haar hier te hebben!” Schreeuwde Haku.

Lin was geschokt door zijn uitbarsting. Haku trok Lin’s handen weg en maakte zich klein. Langzaam begreep Lin wat de rivier geest probeerde te vertellen.

“Oh my..” Fluisterde ze. “dat is het.. je bent bang om van een mens te houden!”

Haku zei niets meer, maar zijn lichaamstaal vertelde Lin alles wat ze nodig had om te weten.

“Dus dat is het!” Riep ze. “Ik kan het niet geloven. Je bent bang om haar lief te hebben.”

“Lin..”

“Nee, beantwoord mijn vraag! Ik heb gelijk of niet? Ik heb altijd geweten dat je van haar hield, maar ik kon nooit begrijpen waarom… Dit is volkomen logisch nu. Ik ben zo’n idioot. Waarom besefte ik dat niet eerder?”

Haku wendde zich tot haar. “Hou op, Lin!”

“Nee dat doe ik niet!” Schreeuwde Lin. “Ik weet nu wat het probleem is en ik ga een oplossing vinden. Waarom ben je bang?”

Haku draaide zich om en liep de deur uit. “Dit gaat je allemaal niets aan.”

Lin verplaatste zich snel, het ene moment stond ze in het midden van de kamer, het andere moment stond ze de deur te blokkeren.”

“Dit gaat mij wel aan!” Ze knapte. “Chihiro is als een zus voor mij. Ik wil dat ze gelukkig is. Ik kan vertellen dat ze van je houd, zelfs als jij dat niet kunt, en ik kan vertellen dat jij van haar houd, maar bang bent. Vertel me nu eens wat het probleem is.”

Haku gaf geen antwoord. Hij staarde haar koud aan. “Move.”

Lin schudde haar hoofd. “Nee.”

“Ik kan je dwingen.”

Lin wist dat hij de waarheid sprak, maar dat deed haar niets. “Als je me het niet verteld, dan zal ik.. ik… dan zal ik het tegen Zeniba vertellen!”

Haku’s ogen werden groot. “Je zou niet durven!”

Haku wist dat Zeniba Chihiro verzorgde alsof ze haar eigen dochter was. Hij had daar dus echt geen zin in.

“Je wilt het weten, waarom?” Haku knapte. “Want het zou niet eerlijk zijn, ook niet voor jou Lin.”

Lin trok een wenkbrauw op. “Waar heb je het over? Waarom eerlijk?”

Haku draaide weer weg. Lin begon het vervelend te vinden.

“Je bent slim Lin, je vind het zelf wel uit.”

Lin wist dat hij dat zei alleen maar om haar te ergeren, en het werkte. Toch heeft ze niets te zeggen. Haku had gelijk, ze was nogal slim en het duurde niet lang voordat ze erachter kwam wat het probleem was.

“Je bent bang omdat ze een mens is.” Zei ze. “En mensen zijn sterfelijk. Je denkt aan haar levensduur!” Lin wist dat ze net de spijker op de kop had geslagen. “Nu begrijp ik het. Haar sterfelijkheid is waar je last van hebt. Je kunt hoogstens ongeveer 70 jaar bij haar zijn, maar dan verlies je haar.”

Haku zag witjes en van streek. “Dat is een deel van de reden.”

“Wat is het andere deel?”

Haku veegde in zijn ogen, hij deed zijn best om Lin te laten zien dat hij niet zo emotioneel was. “Ze verdient iemand die zorgt voor haar, niet alleen in dit leven, maar ook in de volgende, ik ben onsterfelijk, ik zou niet sterven. Maar Chihiro, op een dag, dat is het lot van alle… stervelingen. Ze sterven en worden herenigd in het hiernamaals met hun geliefden.
Als Chihiro en ik samen zouden zijn, zou ze sterven net als elke andere sterveling, maar ik zou gewoon blijven leven. De enige manier waarom ik haar zou kunnen zien, is als ik ook sterf, en je weet hoe zeldzaam en onwaarschijnlijk zoiets is voor een geest. Chihiro verdient iemand die altijd bij haar zal zijn. Dit is de reden waarom mensen en geesten worden gescheiden, dus het kan gewoon niet gebeuren.”

Lin luisterde naar wat Haku te zeggen had. Toen hij klaar was gaf ze hem een sympathieke uitstraling. “Maar het is gebeurd.” Zei ze zacht. “Jullie houden van elkaar.”

“Ze houd niet van mij.” Hield Haku vol.

“Je blijft ontkennen hé?” Lin kon het niet schelen maar ze begon te huilen. “Je wilt niet geloven dat ze van je houdt. Of je bent gewoon dom om te beseffen wat ze echt voor je voelt.”

Haku wilde niet meer praten. “Ga weg.”

“Stop met steeds het onderwerp te veranderen.”

“Ik verander het onderwerp niet, ik laat het vallen.”

Lin gromde. “Nou, je bent een totale idioot.”

Haku trok zijn wenkbrauw op. “Oh, nu ben ik de idioot? Waarom?”

Lin stampte met haar voet. “Omdat je moet nemen wat je kunt krijgen in het leven. Als je houdt van Chihiro en je zegt dat je dat doet, en iedereen met ogen kan zien dat ze net zo veel van jou houdt, dan is er niets dat jullie uit elkaar houd. Zou je liever gelukkig zijn met degene waar je van houd zolang de tijd het toelaat, of zou je liever gewoon rond kniezen over wat je had kunnen hebben?”

Haku zuchtte. “Lin, je begrijpt het niet.”

“Ik begrijp het wel!”

“Nee, dat doe je niet, ik kan haar dat niet aandoen. Als ze niet sterfte, zou ik het proberen. Maar ze heeft iemand nodig die met haar is, zowel zolang ze leeft, maar ook in de dood.”

Lin snoof en draaide zich om, om te vertrekken. “Misschien moet je dat haar laten beslissen.” Zei ze voordat ze de deur dichtsloeg.

Haku staarde een moment naar de deur en liet zich toen instorten op het bed. Hij had veel om over na te denken.

(-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-)

Chihiro was niet tevreden met de redenen waarom haar vrienden hadden besloten om haar terug te sturen naar de menselijke wereld.

“Is dat alles wat jullie hebben besproken?” Vroeg ze.

Boh knikte. “dat is het, hoewel ik denk dat Haku nog een reden heeft om je terug te sturen naar huis, maar dat wil hij aan niemand vertellen. Ik kan alleen zien dat hem iets anders dwars zat.”

Chihiro dacht na over dit moment. Ook al was ze nog steeds boos, ze kon het niet helpen, maar ze vergaf haar vrienden. Ze waren alleen aan het doen wat ze dachten wat het beste was. Verdorie, die stomme boodschapper van de Heer Okaia had gelijk tot nu toe. Ze was gekwetst door haar vrienden, en toch had zij ze vergeven. Vervolgens kwam er een soort reis, nou wat dat was, moest maar wachten. Ze had nog een aantal dingen om hier voor te zorgen. Een van die dingen was haar vrienden overtuigen dat ze hier moest blijven, ongeacht de reden die ze hadden bedacht om ze terug te sturen. Alles wat Boh net had verteld, was gemakkelijk op te vangen, maar wat was die onuitgesproken reden van Haku? Wat zou hij verbergen dat niemand weet? En wat was de reden waarom het zo belangrijk was dat ze terug moest naar de menselijke wereld?

In gedachte kwam Chihiro, die nog steeds gekwetst was, op een belachelijk idee wat haar een gevoel gaf van diepe jaloezie.

“Boh, heeft Haku het niet over een vriendin ofzo?” Vroeg ze.

Boh begon te lachen. “Natuurlijk niet! Hij heeft nog nooit een vriendin gehad, nou in ieder geval niet zolang ik hem ken, en dat was op dezelfde dag dat ik jou ontmoette.”


Chihiro voelde zich opgelucht, “Ik vraag me af waarom, hij is knap genoeg om elk meisje te krijgen die hij wil.”

Plotseling bloosde ze toe ze zich realiseerde wat ze zei. Boh gaf haar een grote grijns.

“Chihiro is verliefd, Chihiro is verliefd!” Riep hij uit.

Chihiro draaide een donkerdere kleur rood. “Boh, vergeet het.”

Boh giechelde. “Ga je hem zoenen?”

“Boh!”

“Wat?” Vroeg het reuze kind onschuldig. “Jij houd van hem en hij houd van jou, ga hem gewoon zoenen.”

Chihiro bedekte haar oren. “Hij houd niet van me!”

“Doet hij wel! Doet hij wel! Doet hij wel!”

“Boh, alsjeblieft.” Smeekte ze met het geluid van verdriet in haar stem. “Alsjeblieft, doe dit niet, doe dit niet voor mij.”

Boh fronste toen hij zag dat Chihiro echt overstuur was. “Oh, het spijt me. Maar als je van hem houd, waarom ben je dan niet zijn vriendin?”

Chihiro veegde de tranen weg die dreigde te vallen. “We kunnen niet samen zijn, ik ben een mens.”

“Dus?”

Heeft hij dit echt nodig om het te begrijpen? Waarschijnlijk. “Boh, ik ben slechts een mens, jullie geesten zullen eeuwig leven, maar op een dag zal ik sterven. Ik moet Haku verlaten, en ik zal nooit in staat zijn om terug te komen, en ik wil Haku’s hart niet breken.”

Boh staarde haar aan met droevige ogen, totdat hij plotseling begrijpt wat ze zei en hield haar stevig vast, bijna alsof ze zou verdwijnen als hij haar los liet.

“Nee, Chihiro!” Riep hij. “Je kunt niet sterven, ik wil niet dat je gaat! Ik zal je voor altijd vasthouden, zodat je niet weg gaat!”

Als Boh zijn greep niet snel los maakte, zou Chihiro nog sneller sterven, omdat hij haar stikte.

“Boh… ik kan niet…. Ademen…” Ze worstelde om dat te zeggen. “Lucht… ik… lucht..”

Het was niet gemakkelijk, maar ze slaagde erin om zichzelf te verplaatsen naar een positie zodat ze wel kon ademen.

“Niet sterven, Chihiro!” Schreeuwde Boh, hij begon te huilen. “Je bent mijn beste vriend! Alsjeblieft, niet sterven!”

Chihiro glimlachte droevig. “Boh, ik heb geen keuze, dat is gewoon de manier waarop de sterfte werkt.”

Boh liet haar eindelijk los. “Dan zullen we je onsterfelijk maken!” Riep hij vrolijk, alsof hij het zei zonder dat hij het echter realiseerde.

Chihiro klopte op zijn arm. “Ik zou wel willen, maar niemand heeft dat soort macht, Boh.”

“Hoe zit dat dan met mama, of Haku?”

Chihiro schudde haar hoofd. “Ik heb dit al besproken, niemand heeft dat soort macht.”

Boh keek alsof hij ging huilen, maar voordat de tranen kwamen, lichtte zijn gezicht op, hij had een ander idee. “Hoe zit het met tante Zeniba?”

“Oma?” Vroeg Chihiro. “Ze is net zo krachtig als je moeder, ze zou niet kunnen helpen.”

Boh schudde zijn hoofd. “Je vergeet, tante Zeniba heeft een zeer krachtig en magisch object, weet je nog?”

Chihiro’s ogen werden groot. “De gouden zegel!” Zei ze bijna schreeuwend.

Boh knikte tevreden. “Dat zou je beste kans zijn.”

Chihiro probeerde niet de hoop op te geven. “Het is het proberen waard.” Zei ze, maar toen stortte ze naar beneden, “Maar hoe moet ik bij Swamp Bottom komen? Ik heb geen geld om tickets te kopen.”

Boh leek niet te schrikken. “Geen probleem, ik heb tickets.”

“Wat?” Riep Chihiro, duidelijk verrast.

Boh knikte. “Sinds je wegging, heb ik tante Zeniba elke maand bezocht, ik ga altijd in mijn eentje, omdat mama nog steeds ruzie met haar maakt. Maar ik ben deze maand nog niet geweest, dus je kunt mijn tickets krijgen.”

Chihiro’s hart ging te keer. Dit kan misschien haar enige kans zijn. Op ze minst zou ze Zeniba weer zien. Ze had niets te verliezen.

“Boh, dankjewel, ik weet niet wat ik moet zeggen.”

Boh zwaaide met zijn mollige handje. “Je hoeft me niet te bedanken, ik zou alles voor je doen, Chihiro. Je was mijn eerste en beste vriend. Je liet me zien dat er een hele wereld buiten mijn slaapkamer was. Oh, maar we moeten het wel geheim houden voor mama.”

Chihiro knikte. “Goed plan. Ze zou niet willen dat ik nog een vakantie kreeg na het weekeind. Dus, wanneer kan ik de tickets krijgen?”

Boh glimlachte, bijna boosaardig. “Ik zal daar voor zorgen. Wacht bij het spoor als iedereen slaapt, laat de rest maar aan mij over.”







(-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-) - (-)

Chihiro deed wat Boh haar had verteld. Na dat het hele badhuis sliep, ging ze naar het spoor, wachtend op de trein. Het enige probleem was tot nu toe de tickets.

‘Boh kan maar beter opschieten, anders mis ik de trein nog!” Dacht ze. ‘Hoe laat komt hij nou?’

Terwijl ze wachtte, dacht ze terug op de dag. Hoewel ze haar vrienden had vergeven, deed ze alsof ze nog steeds boos op hun was om elke verdenking te voorkomen. Ze wilde niet dat iemand haar stopte om naar Zeniba te gaan, niet dat dat kon.

Een luide schreeuw trok haar aandacht en Chihiro keek omhoog, Yu-bird kwam naar haar toe gevlogen, in haar klauwen treinkaartjes die Boh haar had belooft.

Yu-bird landde op haar schouder en de tickets vielen in haar handen. “Dankjewel Yu-Bird.” Chihiro gaf het beest een boze blik, maar die veranderde al snel in een kleine glimlach. “Ik ben nog steeds boos dat jullie hebben gelogen tegen mij, maar ik vergeef je.”

Yu-bird krijste gelukkig en Chihiro streelde haar veren. Yu-bird bleef bij Chihiro tot de trein eindelijk stopte bij het station 20 minuten later.

Ze gaf de schaduw geest haar ticket, ze vroeg zich af of het dezelfde was als de vorige keer, ze vertelde hem haar bestemming. Yu-bird volgde haar naar de trein.

“Oh, ik wist niet dat je ook meewilde.” Zei Chihiro, Yu-bird knikte. “Ok, laten we een stoel zoeken.”

De trein begon te bewegen toen Chihiro ging zitten. Ze keek naar het badhuis dat langzaam verdween, in hoop dat de volgende keer dat ze het zag, niet langer een sterveling zou zijn.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.