Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » 4 - Kom thuis

Schrijfwedstrijden

20 juni 2013 - 15:20

1222

2

711



4 - Kom thuis

Hijgend kwam de vijfentwintigjarige James aan bij de ruïne, het briefje in zijn bezwete handen geklemd. De zomerzon begon zijn huid al lelijk te verbranden en zijn kleding plakte genadeloos aan zijn lichaam. Waarschijnlijk stonk hij verschrikkelijk naar zweet, maar hij rook het niet. Hij had nergens aandacht voor, alleen voor het vervallen gebouw waar hij recht tegenover stond. Het briefje in zijn hand. De woorden die door zijn hoofd spookten: kom thuis. Dat bracht zijn gedachten dan weer terug bij het vervallen gebouw voor zijn neus. Kom thuis.
De voordeur was nergens meer te bekennen en het ontstane gat verschafte zicht op wat er over was van de binnenkant van het huis. Dat was vrij weinig, eigenlijk. De ruiten waren gesprongen, de muren stonden nog maar half overeind en alles was bezaaid met een laag puin.
Zo ook de trap naar de voordeur. James herinnerde zich dat hij de treden in zijn jeugd eindeloze malen had beklommen. Hij was eroverheen gerend, gekropen, gesprongen. Dat was inmiddels geen optie meer: overal lagen afgebrokkelde stukken steen, de meeste nog bekleed met het stoepkrijt dat hij erop had aangebracht. Hij, samen met haar.
Het was een pijnlijk aanzicht, alles bij elkaar. Hij wist niet wat hij verwacht had, maar niet dit. Ergens in zijn achterhoofd had hij gehoopt dat het huis eruit zou zien zoals de dag dat hij vertrok. Precies hetzelfde. Vrolijk, huiselijk. En zij zou hem opwachten, bovenaan de trap. Een glimlach op haar gezicht, haar lange bruine haren in een vlecht. ‘Welkom thuis,’ zou ze zeggen en hij zou de trap oprennen, haar omhelzen en ze zouden samen in het huis blijven wonen. Altijd. Eindeloos.
In werkelijkheid was ze nergens te bekennen. James keek om zich heen, maar hij zag niets. Hij spitste zijn oren, maar horen deed hij ook niets. Wat wilde ze van hem?
Vertwijfeld besloot James het risico te nemen en de trap te beklimmen. Voor hij aan de uitdaging begon, rammelde hij flink aan de leuning. Die gaf nog geen millimeter mee, dus klemde James haar stevig tussen zijn vingers en trok hij zichzelf eraan omhoog. Hij hield zoveel mogelijk links, waar het minste puin lag, en kreeg het voor elkaar ongeschonden de restanten van de voordeur te bereiken.
Terwijl hij het huis betrad, hoorde hij een geluid vanuit de keuken. Zonder er verder bij na te denken, snelde hij eropaf en in de deuropening hield hij stil. Daar stond ze, steunend op het restant van het aanrecht. Haar lange bruine haren zaten in een strakke paardenstaart en haar ogen waren donker opgemaakt. Ze leek niet op haar twaalfjarige variant. Heel even vroeg James zich zelfs af of ze het echt wel was. Misschien was het een grap.
‘James,’ sprak de gastvrouw toen en het stemgeluid was zo onmiskenbaar het hare, dat James zich vast moest grijpen aan de deurpost om te blijven staan. Hij schudde zijn hoofd.
‘Jawel,’ grinnikte de vrouw, ‘ik herken je uit duizenden.’
‘Wat wil je, Lindsay?’ bracht James met moeite uit. Zijn keel was kurkdroog van het rennen en van de onaangename verrassing. Zijn tong lag als een stuk rubber in zijn mond en hij verbaasde zich erover dat hij nog geluid voort kon brengen.
‘Twee dingen, en laat ik maar beginnen met het eerste: uitleg.’
‘Wat?’
‘Uitleg. Waarom heb je je niet aan je afspraak gehouden?’
James schudde opnieuw zijn hoofd. ‘Ik dacht dat je niet meer terug zou komen.’
‘Ongeduldig,’ vond Lindsay.
‘Ongeduldig?’ stootte James uit. ‘Ik heb vier jaar gewacht!’
‘En toen?’
‘Toen overleed oma en zagen mam en pap geen reden om in dit afgelegen boshuis te blijven wonen. We verhuisden naar de stad en daar ging ik naar een fatsoenlijke school, zoals mam het noemde. Ze heeft al die tijd jouw kostschool betaald, maar we mochten om de één of andere reden geen contact leggen.’
‘Nee,’ beaamde Lindsay. ‘Logisch, ik was weggelopen, maar zij wilden het geld graag hebben.’
‘Je was weggelopen? Waarom?’
‘Doet er niet toe. Vertel verder.’
‘We hadden geen idee dat je nog terug zou komen!’ riep James wanhopig uit. ‘Ik zou op je gewacht hebben, echt waar, maar Linds, je bent zestien jaar lang weggeweest.’
‘En nu ben ik terug.’
‘Ja, waarom?’
Lindsay grinnikte. ‘Heel simpel, James. Wij hadden een afspraak en jij hebt je belofte gebroken. Nu kom ik halen wat mij toekomt.’
‘Wat je toekomt? Jij bent al die tijd weggebleven, ik niet.’
‘Jij bent weggegaan.’
‘Ja, wat had ik dan moeten –’
‘Hield je van me?’
‘Ja.’
‘Nou, dan had je moeten wachten.’
‘Wat wil je hebben?’
‘Oma had geld. Ik wil mijn deel van de erfenis.’
‘Die is allang op.’
‘Hè, vervelend,’ sprak Lindsay cynisch. ‘En nu?’
‘Nu verdwijn je waarschijnlijk weer uit mijn leven, zoals je toentertijd ook hebt gedaan om naar die stomme kostschool van je te gaan.’
Lindsay schudde haar hoofd, kwam overeind en deed een stap in James’ richting. Onwillekeurig deinsde de jongen een stukje achteruit, waarbij hij bijna struikelde over een half vergane steen die in de gang lag.
‘Het is jouw schuld,’ beschuldigde Lindsay, terwijl ze nog dichterbij kwam.
James schudde verwoed zijn hoofd, stootte zijn rug tegen de muur van de gang en realiseerde zich dat hij niet verder naar achteren kon. ‘Nee, het is jouw schuld. Waarom ben je weggegaan?’
‘Jij bent weggegaan. Waarom?’
Hij schaamde zich ervoor. Daar, toen, maar daarvoor ook al. Altijd. Hij was weggegaan, had haar in de steek gelaten. Hij had niet op haar gewacht en ze kwam hem achterna. Wat had hij dan gedacht? Hij wist het niet meer, voelde het papiertje in zijn bezwete vingers en een vlaag van wanhoop kwam over hem heen.
Zonder te weten wat hij deed, zette hij het op een lopen. Half struikelend over het puin baande hij zich een weg naar buiten, de trap af, het bos in.
Hij hoorde hoe Lindsay achter hem aankwam, hoe ze hem moeiteloos bijhield, zelfs steeds dichterbij kwam. Heel raar was het niet, want James deed weinig anders dan slapen en computerspelletjes spelen, maar op dit moment kwam dat hem verrassend slecht uit.
Hij moest weg. Weg van haar, vanwege de blik in haar ogen. Vanwege de manier waarop ze steeds dichterbij kwam. Gewoon, omdat hij het verleden beter met rust kon laten.
Dat het daarvoor te laat was, realiseerde hij zich pas toen een hand met ijzersterkte, slanke vingers zich om zijn pols sloot. Van schrik liet hij het briefje vallen, maar ook dat merkte hij niet meer. Hij zag alleen haar ogen, haar woedende ogen. De sporen van de gebroken belofte, de herinnering aan de mooie toekomst die ze samen gehad zouden hebben. De leugens, het bedrog. Was ze ooit oprecht van plan geweest om terug te komen?
Het was het laatste wat James zich afvroeg voor hij zijn bewustzijn verloor aan een combinatie van angst, hitte, inspanning en uitdroging. Hij werd door Lindsay verder het bos ingevoerd, tot voorbij de plekken die hem bekend waren geweest. Eindeloos gingen ze door, samen.
Het briefje bleef liggen waar het lag, op de bosgrond. Eenzaam. De regen had er geen genade voor, doorweekte het. De planten groeiden eroverheen, de bacteriën verteerden het. Eindeloos, tot de eenzame woorden niet meer leesbaar waren. Het briefje werd gereduceerd tot een vage herinnering aan een vriendschap, de liefde tussen broer en zus. Een verbroken belofte en een mysterieuze verdwijning. Het was niet meer leesbaar, de inkt was vergaan en daarmee ook de herinnering. Niemand miste hen. Niemand kende de woorden die het einde ingeluid hadden.
Kom thuis.


Reacties:


xDevilBitch
xDevilBitch zei op 20 juni 2013 - 19:55:
Ah, dit is echt gaaf Bo! nu moet ik ook even naar het liedje gaan luisteren, geloof ik


xjeszell
xjeszell zei op 20 juni 2013 - 16:28:
Ooooh. Dit is goed. Echt waar!
Ik denk dat ik het nummer dat je kreeg maar eens ga luisteren.^^