Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Asylum » Hoofdstuk zeven

Asylum

25 juni 2013 - 21:41

1474

6

634



Hoofdstuk zeven

“Aaaaah! Haal hem weg! Haal hem weg! Harry! Haal hem weg!”
De jongen met de krullen stormde de kamer in, om Louis daar spartelend en gillend te vinden. Zijn zaklamp lag inmiddels op de grond. Snel ging hij naar de andere jongen toe. “Wat? Waar?”
“De spin! De spin idioot! Haal hem alsjeblieft weg, Harry! Aaaah!”
“Iets minder spastisch graag, je slaat me zo neer als ik het probeer.” Hij scheen met zijn zaklamp op de jongen en zag het beestje inderdaad op diens hoofd zitten. “Rustig, ik pak hem.”
De jongen luisterde en bukte, zodat Harry het diertje kon oppakken. Tenminste, zodra hij de camera neergelegd had zodat hij een vrije hand had. Het was inderdaad een behoorlijk groot exemplaar, zwart als de nacht, met lange poten. Niet dat Louis dat wat uitmaakte, die zat al bovenin de gordijnen vanwege een klein huis-tuin-en-keukenspinnetje. Hulpeloos spartelde het beestje, terwijl Harry het vasthield aan één van zijn poten.
De andere jongens waren inmiddels ook binnengekomen en lichtten hen bij. “Kijk, Lou, hier is ie. Ik heb hem, hij kan je niks doen.”
“Nee!” schreeuwde de jongen, die nog altijd in elkaar gedoken van angst stond. “Haal hem weg! Breng hem naar buiten!”
Harry wilde hem opmerken dat dat niet veel zou helpen, aangezien het asylum ongetwijfeld volzat met spinnen, maar hield wijselijk zijn mond.
Zayn had de camera inmiddels opgepakt en maakt een shot van de spin. “Eigenlijk is hij best wel lief,” merkte de jongen op.
“Zal ik hem naar buiten brengen?” stelde Liam behulpzaam voor.
Harry knikte opgelucht en droeg het beestje over. “Zien we jullie zo weer beneden?” vroeg Niall, voordat hij met Zayn en Liam naar beneden verdween. Harry knikte.
Nu hij zijn handen vrij had kon hij eindelijk naar Louis. “Rustig maar, hij is weg,” zei hij op kalme toon, terwijl hij zijn armen om de jongen heen sloeg. Die ontspande gelukkig enigszins onder zijn aanraking. Hij streek met zijn vingers over zijn gezicht en voelde de natte sporen die tranen daar hadden achtergelaten.
Met zijn zaklamp scheen hij om zich heen. Ze waren in een slaapzaal met tien kleine bedden. Omdat ze niet al te gemakkelijk stonden nam hij Louis voorzichtig mee naar het bed dat het dichts bij hen stond. “Kom.”
Daar zaten ze. Louis nog altijd huilend, Harry als een rots aan zijn zijde. Op zulke momenten kon hij niet anders, wist hij niet wat hij verder nog kon doen.
“Ik trek dit niet langer, Haz. Ik trek dit gewoon echt niet meer. Het duister is verstikkend. Ik voel me verdwaald, ik kan me niet oriënteren en dat is doodeng.
De sfeer. Het is gewoon… hoe kan dat? Het kan niet. Misschien is het het programma, zijn het de booby traps, het idee dat er ieder moment iets kan gebeuren. Maar dat is het niet helemaal, dat verklaart niet alles. Het wanhopige, het verstikkende dat hier hangt, van deze plek.
Ik heb het gevoel dat ik gek aan het worden ben, Haz. Gekker met elke minuut dat ik hier ben. Alsof er iets in me probeert te kruipen, me over probeert te nemen.”
Niet wetend wat te doen probeerde Harry de gespannen sfeer te doorbreken met: “En ze gooien spinnen naar je.”
Louis stompte hem en mompelde boos iets.
Shit, dacht Harry terwijl hij zich realiseerde dat het niet echt een handige actie was. Hij schoof weer dichter naar de andere jongen toe en sloeg zijn armen om hem heen. “Sorry, Lou.”
De jongen liet zich in zijn armen zakken, tevreden met de warmte en het gevoel van veiligheid. Harry streek over zijn haar, nadenkend over wat hij moest zeggen. Louis had het precies goed verwoord, wist precies in woorden te vangen hoe de situatie was, hoe hij zich voelde. Dat toegeven was dan weer een heel ander ding. Dan zou hij uit zijn rol vallen en dat mocht niet. Maar Harry, de jongen uit Holmes Chapel, nam het over. De jongen die zijn droom leefde, soms huilde in super-de-luxe hotelkamers omdat hij thuis miste, en verliefd was op Louis Tomlinson. Management zou ze dit er wel uit laten knippen.
“Dat is het precies, Lou. Maar het is televisie, dat moet je onthouden. Het zijn maar illusies, stuk voor stuk. Verdraaid goede illusies, maar niet meer dan dat: fakes, ze zijn niet echt. Je wordt niet gek, Louis. Je bent alleen bang, en geloof me, dat zijn we allemaal. Maar ik ben er, oké? Ik zal je beschermen. Ik zal je door het duister leiden en de monsters voor je bevechten.
Ik ben er, er kan niks gebeuren.”
Hij merkte dat de andere jongen nog steeds huilde. Hij wilde dat het stopte, hij kon er niet tegen, maar weten hoe hij hem moest troosten deed hij ook niet.
“Het is gewoon een tunnel. Waar licht is kun je lopen, maar in het duister heersen de monsters, klaar om aan te vallen.”
“Dat kunnen ze niet. Ik ben er.”
“Dat kunnen ze wel! Dat proberen ze. Ze zijn er alleen maar op uit ons uit de tent te lokken. Ze willen ons zien janken en schreeuwen. Ze willen bange konijntjes, en het lukt ze. Maar dat kan niet, want dat is Louis Tomlinson niet. Dat is die sassy zanger die overal een scherp antwoord op heeft. Die lacht booby traps gewoon weg en die kruipt zeker niet bij zijn zogenaamde beste vriend op schoot. Ik ben geen acteur. Dat heb ik ook nooit willen zijn.”
“Van mij hoef je dat ook niet te zijn. Ik ben er voor je. Je mag altijd bij me op schoot kruipen, en ik houd je vast, en ik jaag de monsters weg, oké? Als ze het niet aanstaat, knippen ze het maar weg.”
Hij schudde zijn hoofd. “Je weet ook wel dat dat niet kan. Ik wil gewoon weg, naar huis. Het is een nachtmerrie, één waar ik niet uit kan ontsnappen. Hoe hard ik ook schreeuw of wegren of mezelf knijp, het licht wordt niet groter. Ik kan niet weg.”
“Weet ik.” Meer zei hij niet, meer wist hij ook niet te zeggen. Hij wist het, hij wist het allemaal. Als hij had gekund had hij hem meegenomen, naar buiten, naar huis. Maar dat kon niet. En dat Louis het sowieso moeilijker had dan hij wist hij ook wel. Het enige wat hij hoefde te doen was af en toe een hilarisch maar nietszeggende opmerking te maken en een paar meter hand in hand lopen met één of ander model.
Of hij mee had staan luisteren of gewoon een griezelig goede timing had wist hij niet, maar vlak nadat hij dat gezegd had kwam Liam binnen. “Hé, wij willen nog even verder rondkijken. Komen jullie mee of blijven jullie hier?”
Harry hoefde niet eens naar Louis te kijken voor het antwoord. Bovendien zou die hem toch wel tegenspreken als hij het er niet mee eens was. “Nee, wij blijven hier. Misschien dat we zo naar beneden gaan, maar dat roepen we dan wel of zo.”
“Prima.” Zo snel als hij gekomen was, vertrok Liam ook weer.
Voorzichtig veegde Harry de overgebleven tranen van Louis wangen. Daarna zaten ze maar wat, Louis handen stevig om Harry’s armen en Harry’s armen stevig om Louis heen geklemd.
“Deze plaats is gewoon zo surreëel. Je weet dat hier mensen hebben geleefd, je kunt het overal aan zien. Maar alles is er nog, precies zoals het al die jaren geleden was, en dat is vreemd nostalgisch. Alleen is het allemaal aangetast door de tijd. Langzaam, natuurlijk. En je weet natuurlijk waarom het hier zo abrupt verlaten is. Dat alles maakt deze plek wat het is. Niks bovennatuurlijks, niks engs, en zelfs maar een klein beetje televisie. En ja, dat is vreemd en een beetje eng. Maar…” Harry stopte, niet zeker wetend hoe hij het af moest maken.
“Stop maar, dat is het precies.” Louis twijfelde. Enerzijds wilde hij Harry’s armen niet verlaten. Het was er warm, veilig en vertrouwd, het enige stukje thuis dat hij mee had kunnen nemen. Maar anderzijds wilde hij hem kussen, omdat hij Harry was, en hij wist niet hoe de jongen het deed, maar hij wist hem altijd weer te kalmeren en hij was gewoon Harry en hij wist echt niet waar hij hem aan verdiend had. En nu kon het, dit moment bestond niet, deze kamer stond buiten de realiteit, of in ieder geval de televisierealiteit, daar hadden ze wel voor gezorgd. Maar straks moesten ze terug, terug in hun rol.
Dus hij deed het maar. Vouwde Harry’s armen voorzichtig open en volgde ze met zijn armen, nadat hij zich omgedraaid had, en drukte zijn lippen op die van de andere jongen. Die schokte van de verrassing en hij voelde hem twijfelen. “We zijn nu toch al uit onze rollen gevallen, dit knippen ze er maar uit,” zei hij en hij kuste hem opnieuw.
Lang duurde het niet. Een harde knal schalde door het gebouw, liet de muren trillen. Ze sprongen op en renden terug naar de gang. Ze waren terug in de realiteit.


Reacties:

1 2

1Diloveniall
1Diloveniall zei op 30 juni 2013 - 20:10:
Sowieso één van de jongens.
Óf er is er één neergeschoten, óf ze hebben zelf een geweer gevonden en hebben dat afgevuurd.
Maar het loopt denk ik helemaal in het honderd omdat Louis gek wordt. Echt gek.


Chayenne
Chayenne zei op 27 juni 2013 - 16:54:
Serieus... een fucking spin?
Okeee, en we gaan verder, net alsof dit niet gebeurd is.
;( Ik vind het niet leuk oke? Ga alsjebleft eventjes verder!


Azula
Azula zei op 27 juni 2013 - 10:36:
Gekker met elke minuut dat ik hier ben. Alsof er iets in me probeert te kruipen, me over probeert te nemen.

Oeh sir. Demon.

Ik ben geen acteur. Dat heb ik ook nooit willen zijn.”

Da's niet waar, maar dat weet je waarschijnlijk wel haha.
Oké, genoeg gezeurd ik ga weer verder lezen.

Even denken. Aan de ene kant denk ik, goh, het is vast weer een boobytrap. Aan de andere kant, het is al chapter 7 nouja-al maar ja. Aangezien dat grapje met die spin, denk ik dat dit wel echt is. ''Echt''

Weet je wat zo leuk is. Aan de ene kant denk ik, omygodgodgod spookhuis, paranormal feeels everything en aan de andere kant denk ik; nooo. alles is neppig en zo. En ik weet dus wat jij ervan maakt. Want je kan ons laten denken dat het allemaal nep is, terwijl de helft echt is (wat ik wel denk) maar aan de andere kant kun je ons ook laten denken dat het echt is en dan uiteindelijk is alles wél nep. Mindfuck.

Sorry dat ik er altijd zo lang over doe. Maar ik heb nu vakantie dus nu lees ik gewoon bij zodra ik een melding krijg. (:

Oja. Je kan echt lekker schrijven.<3


Bodine
Bodine zei op 26 juni 2013 - 17:16:
Liam. Dat is mijn gok, en daarna gaat het helemaal verkeerd natuurlijk. Maar wat het precies was? Ik geloof nog steeds dat de proloog echt was, en dat er nu dus nog steeds demonen of geesten of hoe je ze ook wilt noemen in het Asylum rondspoken. Maar of die dan in d'r eigen lichamen de jongens aanvallen, of dat ze bijvoorbeeld gewoon voor de grap een kast omgooien bovenop Liams hoofd, dat weet ik niet. Of er viel een lamp uit het plafond. Of. Ik weet het niet. Maar. Let the games begin.
En ik wil Loueh knuffelen en zeggen dat alles goedkomt en hem mee naar huis nemen en hem instoppen en hem rustig laten slapen tot 'ie niet meer bang is en dan wordt 'ie wakker en dan realiseert 'ie zich dat alles voorbij is en dan glimlacht 'ie en dan mwiii. Oké. Ja. Het komt goed, Loueh. But then again I must not tell lies. But. Okay. Let's cry over Loueh today instead of over Zayn (because, again, he was nowhere to be found, bitch).


WTlover
WTlover zei op 25 juni 2013 - 23:21:
Daahaan!
Nu ben ik nieuwsgierig!
En dat mag niet!
Of nou ja... Anyhow.
Heeeeeeeeeel snel verder!
~XxX~