Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Last Waves -Twilight [Afgelopen] » [010]
Last Waves -Twilight [Afgelopen]
[010]
Na een half uur gedraaid en gekeerd te hebben, besloot ik toch maar op te staan. Mijn moeder zou kwaad worden als ik haar wakker maakte, maar dat maakte me op dit moment niet uit. Ze had me de rug toegekeerd, dus verdiende ze wel een kleine straf. Ze gaf me niet alleen een nieuwe vriend cadeau, neen, meteen ook een nieuw halfzusje. Het zou me helemaal niet meer verbase als ze me morgen vertelde dat ze verloofd was of nog erger, dat ze in het geheim al getrouwd was. Mijn moeder had mijn vertrouwen voorlopig verloren, hoewel ze dat niet met opzet gedaan had. ze had geen van mijn geheimen verklapt aan iemand, neen. Ik vertouwde haar en ouders horen hun kinderen ook te vertouwen, tenminste met zo een zaken, maar neen. Ze hield het van me verborgen tot ze niet anders kon dan het vertellen. Door het zo te verzwijgen had ze mijn gevoelens gekrenkt en dat zou ik haar niet zo snel vergeven.
In de keuken smeerde ik mezelf snel een boterham, die ik in een doosje stak en glipte daarna door het raam naar buiten, met mijn tas waar mijn fotocamera in zat om mijn schouders. De zonsopgang was hier mooi, zelfs als het nog maar half vijf was. De zon stond nog heel laag aan de hemel, wat de hele buurt een mooie rood-roze gloed gaf. Onderweg nam ik enkele foto's. De meesten zouden te donker uitdraaien, maar het was het enige wat me nu nog kon bezighouden. Rustig stelde ik de juiste scherpte en zoom in, waarna ik mijn vingen aarzelend boven het knopje hield dat de foto zou maken. Ik was nooit een fan geweest van het fotograferen van vogels en ik zou de foto waarschijnlijk toch weer van mijn computer gooien zodra ik de foto's sorteerde, waarom zou ik hem dan nog moeten nemen? Alleen maar verspilling van batterij. Met een zucht zette ik de camera af en stak hem terug in mijn strandtas. Het was gewoon hopeloos. Ik was hopeloos.
Op het strand bleek ik niet alleen te zijn, hoewel ik dat stiekem wel verwacht had. Op de rotsen zat er een meisje met bruin, krullend haar tot net aan haar ribben, haar lichaam was dun, bijna te dun. Wanneer ze me hoort aankomen, kijkt ze verschikt om, maar lijkt daarna weer tot rust te komen. Ik zou bij haar willen gaan zitten, niet alleen zijn, maar dan zou ik haar storen en dat wilde ik niet doen, dus liet ik me in het koele strand zakken en nam mijn camera weer boven. De zon reflecteerde op de piepkleine deeltjes schelp en glas onder mijn voeten. Klik. De eerste foto van mijn strandsessie was gemaakt. De volgende vijftien foto's waren zeker mislukt door mijn bibberende handen - het was kouder dan gedacht en mijn korte pyjama was helemaal niet warm – en de zee leek de juiste proporties niet te willen aannemen. Plotseling hoorde ik het zachte knisperen van het zand onder voeten.
"Vind je het erg als ik bij je kom zitten?" vroeg een zachte stem aan me. Geschrokken draaide ik me om en keek in het vriendelijk uitziende gezicht van het meisje dat daarnet nog een eindje verderop gezeten had. In het licht van de zon leek ze, nu ze zo dichtbij zat, nog magerder, haar huid bijna doorzichtig.
"Neen," mompelde ik zacht. Verbazing was in mijn stem gekropen, maar leek er niet uit te willen. Ze giechelde bij het horen van mijn verbazing en liet zich daarna naast me op grond zakken. Ze zat in exact dezelfde positie als ik, haar poppenbeentjes in kleermakerszit onder haar benige bovenbenen gestopt. Bij normale mensen werd het vet samengedrukt, wat ervoor zorgde dat hun benen gigantisch leken, maar bij haar werden ze maar een beetje breder, een beetje normaler.
"Waar kijk je naar?" vroeg ze, terwijl haar ogen de mijne volgden naar het punt waar ik naar keek. Ze slaakte een klein zuchtje toen ze bij haar lichaam uitkwam.
"Het spijt me, dat was onbeleefd van me," mompelde ik terwijl er rode blosjes op mijn wangen verschenen.
"Neen, het is begrijpelijk," zei ze met een flauwe glimlach op haar lippen terwijl ze de mouwen van haar sweater weer omhoog trok. "Als ik iemand zou zien die er zo uitzag zou ik ook schrikken hoor."
"Toch spijt het me." Rillingen namen mijn lichaam over net als mijn grommelende maag. "Vind je het erg als ik even eet? Misschien vind je dat onbeleefd."
"Nee hoor! Doe maar," zei ze met een glimlach op haar lippen. Met een flauwe glimlach op mijn gezicht nam ik mijn boterham met confituur en at een helft op. De andere helft zou ik voor later houden en mijn maag leek nog gevoelig door gisterenavond. Net toen ik mijn boterham wilde wegstoppen begon haar maag te grommelen.
"Oh, waarom heb ik niet ontbeten?" vroeg ze zichzelf, waarna ze ook nog op zichzelf antwoordde. "Juist ja, omdat het drie uur 's morgen was."
"Wil je mijn helft hebben?" vroeg ik, een beetje verbaasd door haar opmerking. Als ze, zoals mijn hersenen me aangeven, een eetstoornis zou hebben, zou ze toch niet uit zichzelf eten en voor een vreemde? Ik was nog verbaasder toen ze mijn boterham met een glimlachje aannam, waarna ze – nadat ze bedankt had gezegd – begon te eten.
"Oh, wat smaakt deze confituur heerlijk!" zei ze met een volle mond en at verder. "Is het huisgemaakte?" Ik knikte zachtjes. "Ja, mijn moeder heeft hem gemaakt. Ik kan je wel een pot geven als er graag eentje hebt. Mijn moeder heeft er toch nog enkelen over en de aardbeien zijn nu goed om confituur van te maken, dus zal ze wel nieuwe maken!"
"In dat geval zou ik graag een pot hebben."
We zaten nog een uur in het zand te praten over van alles en nog wat. Toen het meisje – Mia, zei dat ze moei was en naar huis ging bood ik aan om een stukje met haar mee te lopen. Zo kwam het dat ik nu in haar woonkamer stond, waar er, tot mijn nog grotere verbazing een halve ziekenhuis installatie stond.
"Het heeft een tijdje niet goed met me gegaan," mompelde ze, terwijl ze naar de installatie wees. "Maar nu heb ik weer kracht genoeg en moeten degenen van de palliatieven zorgen voorlopig niet meer komen, dus kan het alles weer op zolder.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.