Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Rebella Potter » Hoofdstuk 6: Werewolf talks and a little bit of love.
Rebella Potter
Hoofdstuk 6: Werewolf talks and a little bit of love.
Later die week was het mijn beurt om woest te worden op James.
Op een of andere manier had hij ervoor gezorgd dat ik in alle vakken waarin samenwerken een onderdeel was met Remus moest werken. Ik zweeg.
'Zou je me schompelvijg aan willen geven Rebella?' vroeg hij, ik griste de vijg van het blad en drukte die in zijn handen. 'Dankje,'
We zaten aan een tafel tijdens toverdranken. Ik roerde in mijn ketel.
De les was bijna op zijn einde. Het was lawaaierig in het lokaal, Slakhoorn was in gesprek met Lily en Roos en zag dus niet dat Sirius en James Severus te pakken namen. Remus en ik wel maar negeerde dat.
Ik bedacht me plots iets, 'R-Remus,' hakkelde ik. Hij knikte en keek me vragend aan, 'Wat dacht je dat ik gedaan had? Toen in de leerlingenkamer?' ik hakte een keveroog fijn en gooide die mijn ketel. Het bleef even stil. 'Ik dacht dat je je zelf had laten bijten.' zei hij, verrast keek ik op, 'Je bedoelt door een weerwolf?'
hij knikte. Ik roerde nog eens, de bel ging. 'Jullie drank mogen jullie mét etiket en alle details op mijn bureau zetten!' Het was vrijdag, meestal kregen we dan geen huiswerk van Slakhoorn.
Langzaam druppelde het lokaal leeg.
Ik had mijn flacon op Slakhoorns bureau gezet en pakte mijn laatste spullen in, en voordat ik het lokaal uitliep zei ik tegen Remus, 'Maar je hebt gelijk hoor, ik ben een weerwolf,'
Ik liep door de gangen op zoek naar Lizzie maar die kon ik nergens vinden.
Uiteindelijk plofte ik naast Lily en Roos aan de tafel van Griffindor. 'Waar heb je Lizzie gelaten?' vroeg Roos nieuwsgierig. Ik haalde mijn schouders op, 'Geen idee,' op dat moment kwamen Sirius en James binnen stormen.
'Rebella! Mee komen nu!' snauwde James me toe en ik keek sloom op van mijn soep. 'Waarom?' vroeg ik aarzelend. 'Mee!' was het antwoord.
Ik zuchtte, 'Nee,'
James hapte als een vis op het droge naar adem, 'Ik eet eerst mijn eten op, dan kom ik, waarheen?' liet ik er achteloos op volgen.
Sirius kreunde, 'Reb, dit is dringend,'
'Ja, dit ook,' kaatste ik kalmpjes terug.
De jongens gromde, en ik kon het niet helpen en schoot in de lach, 'O merlijn!' gnuifde ik, 'Jongens, waarom willen jullie dat juist ik met jullie meekom?'
'Omdat jij de enige bent die Remus nu begrijpt.' flapte James eruit terwijl Sirius op het zelfde moment zei 'Omdat Remus op het punt staat van de Griffindortoren te springen.' Ik verslikte me in mijn soep. Ik zag dat ze het meende en zo snel overeind dat Lily en Roos van de bank kieperde, 'Sorry,' mompelde ik en rende ervandoor James en Sirius achter me aan.
Ik stormde langs de meiden van de slaapzaal die onderweg waren naar de Grote Zaal, ik stormde langs Severus, langs diverse docenten. En schreeuwde al van een vijf meter het wachtwoord naar de Dikke Dame die open was toen ik eraan kwam en rende en sprong dwars door de leerlingenkamer heen. De slaapzaal van de jongens bevatte een luik naar het puntje van het dak. Ik richtte mijn staf op het luik, 'Alohomora!' Het luik sprong open. Ik klauterde snel naar boven. Op het zoldertje kon ik niet staan, gebukt werkte ik me naar het raam dat klapperde in de wind die hier best hard blies. Voorzichtig liet ik me in de greppel zakken. Ik zag Remus nergens. Ook niet toen ik naar beneden keek.
Ik was om de toren heen gelopen.
Door de wind had ik het niet gehoord. Maar plots voelde ik een hand op mijn schouder. Ik draaide me om en keek in het bezorgde gezicht van Remus, 'Rebella, spring niet!'
Verbouwereerd keek ik hem aan, 'Springen? Heb je het over jezelf?'
Remus zuchtte, 'Ik wist het...' zeiden we tegelijk. Zenuwachtig giechelde ik.
De greppel tussen de toren en het muurtje met kantelen was smal. Remus en ik konden net tegenover elkaar staan. Ik voelde het zweet me uitbreken. 'Ik vermoord hem,' zei ik tegen Remus, die heftig meeknikte. 'Dacht je dat James en Sirius de waarheid zeiden? Dat ik wou springen?' vroeg Remus terwijl hij naast me stond en naar beneden keek. 'Ja, jij ook?' vroeg ik terwijl ik mijn wilde haren uit mijn gezicht streek. Remus knikte en keek een bruine uil met een brief aan zijn poot na.
'Misschien kunnen we de schijn ophouden en hier een tijdje blijven,' mompelde ik na een lange maar niet onprettige stilte.
'Goed plan,' grinnikte Remus en sommeerde vervolgens onze mantels omdat het in de wind toch wel wat frisjes werd.
Na een stilte die niet eens echt vervelend was opende Remus aarzelend zijn mond en sloot hem toen weer. 'Wat?' vroeg ik hem aankijkend. Remus kreeg een lichte blos, 'Ik zit met een vraag die nogal pijnlijk kan zijn...'
Ik haalde mijn schouders op, 'Als je opgroeit met een tweelingbroer als James zijn er niet veel dingen meer die pijnlijk kunnen zijn.'
Remus grinnikte, 'Dat kan ik niet ontkennen.'
'Dus ik zou zeggen, wees zo bot als je wilt, en stel je vragen,'
Remus knikte was even stil, 'Waarom en hoe ben je eh je een eh Weerwolf geworden?' hij keek naar de muur van de toren met blozende wangen, alsof het een schamende vraag was.
Ik fronste, 'Het was...in juli dacht ik ergens, dat ik het geworden ben. Ik was die paar dagen alleen thuis, James was bij jou dacht ik, of bij Peter, een van de twee. En mijn ouders waren weg voor hun werk.
Op een, nee eerst moet je weten dat James en ik aan de rand van een klein stadje bijna dorp wonen. En bijna pal aan het veld achter ons huis begint een heuvelachtig bos.' Ik zweeg even om na te denken hoe het ook alweer gegaan was, want inmiddels had ik zoveel dromen gehad die net allemaal een beetje anders waren. 'Ik was die avond wat vroeger dan anders naar bed gegaan. Maar ik kon de slaap niet vatten. Op het gegeven moment hoorde ik rond twee of drie uur 's nachts een geweerschot. Nou moet je weten dat dat niet heel erg vreemd is bij ons, maar wel om dat tijdstip. En je kent me,' ik grijnsde, Remus knikte en vulde in, 'Je ging op onderzoek uit, en toen?'
'Ik kleedde me aan en nam voor de zekerheid wat verband spullen en een deken mee, bij ons werd alleen op dieren gejaagd en die had ik al eerder geholpen. Maar goed, na een korte wandeling kwam ik op de plek waar ik vermoede dat het schieten geklonken had. En inderdaad er lag een beest op de grond. Ik herkende het meteen. Even was ik bang, echt doodsbang, maar het was niet wie ik dacht dat het was, deze weerwolf kende ik niet.' ik haperde en rilde bij de herinnering van de angst. Remus keek me nu met een scheef hoofd aan, 'Waar was je bang voor?'
Ik bloosde, 'Dat jij het was,'
Remus knikte en staarde verbaasd naar de blijkbaar interessante muur, ik ging verder.
'Voorzichtig ging ik naar hem toe, hij was gewond dodelijk gewond. Hij zag me komen maar viel me niet aan. En terwijl ik zijn vertrouwen won door zijn wonden te verbinden en schoon te maken werd me duidelijk dat hij niet te genezen was en wat jij elke maand weer moest door maken. Dat laatste vooral deed me ertoe bewegen om hem vlak voor zijn overlijden naar zijn naam te vragen die hij in de aarde groef. En ik vroeg hem om me te bijten.'
Opnieuw haperde ik, Remus sloeg een arm om mijn schokkende schouders. 'Ik weet het, Rebel, het is oké, hoor je me? Het is oké,'
Ik knikte, 'Hij was zo...machteloos, Remus, ik denk dat dit geen 'slechte' weerwolf was.'
Remus knikte, 'Dat weet ik wel zeker!'
Om mijn lippen vormde een waterig glimlachje.
'Ik heb in Augustus gedaan alsof ik een nacht ging stappen met vrienden uit de buurt die er niet waren. Ze zijn er nooit achter gekomen wat ik geworden was. Alleen James had een vermoeden. Vraag me niet waarom, maar ik kon het niet aan mijn ouders vertellen.' ik staarde naar mijn knieën.
Het was een lange tijd stil tussen ons.
'Hoe ben jij het eigenlijk geworden?' vroeg ik aarzelend. Ik wist dat dit onderwerp bij Remus een stuk gevoeliger lag.
Remus stond op en ging met zijn rug naar me toe, 'Ik herinner me het nog goed, maar ik kan het je nog niet vertellen, Rebella.'
Ik stond ook op en legde een hand op zijn schouder, 'dat is oké Remus, echt, ik begrijp het, het komt wel.'
Hij draaide zich weer naar me toe, en omhelsde me.
Op dat moment sprongen James en Sirius uit het raam.
'O!' stootte ze dom uit. Snel veegde ik mijn ogen af en draaide me naar hen toe, 'Wat is er?' vroeg Remus en ik keek ze fronsend aan, alleen een broek aan doen met zestien graden was riskant. 'We dachten dat,' begon James. 'Dat jullie hulp nodig hadden,' voegde Sirius eraan toe.
'Nou zoals je ziet hebben we dat niet,' antwoordde ik fijntjes, 'Ik zie je later wel weer Remus,' zei ik en wrong me langs de jongens heen en klom naar binnen.
In de leerlingenkamer vond ik Roos, Lily terug. 'Wat was dat nou allemaal?' vroeg Lily die Remus, James en Sirius achterdochtig bekeek toen ze de trap afkwamen, 'O niks bijzonders, James en Sirius probeerde me aan Remus te koppelen,' zei ik quasi opgewekt. 'Nog geen spoor van Lizzie?' Roos schudde haar hoofd, 'Nee niks, geen idee waar ze is,'
Ik stond op, 'Kom op gaan we haar zoeken,'
Roos wou opstaan maar Lily trok haar weer terug op de bank, 'Nee, huiswerk eerst,'
Ik knikte, 'Ja dat heb ik al af, zie jullie later.' en klom het portretgat door. Op zoek naar een verdwenen Lizzie.
Reacties:
Remus gaat springen! Rebella niet springen!!
Hoe komen die twee er toch altijd op, best lief natuurlijk dat James zijn zus wil helpen, maar dat dit altijd aan te raden is is natuurlijk nog maar de vraag
Roos doet me een beetje denken aan hermelien