Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » The Stepbrothers » 10. Hello Hello
The Stepbrothers
10. Hello Hello
“Oké, goedemorgen klas! Kunnen jullie allemaal jullie boek open slaan op bladzijde 164? Want daar gaan we het vandaag helemaal niet over hebben. Ik heb een verrassing voor jullie. Mijn twee zoons en twee van hun vrienden zijn hier vandaag om wat te vertellen over hoe zij het rondtouren ervaren en wat voor complicaties zich wel eens voor doen,” zegt Meneer Trümper tijdens de laatste les van de dag. We zitten nu bij touring management. Ik heb de hele dag mijn hoofd niet bij de lessen kunnen houden. En ik weet zeker dat Meneer Trümper dat vandaag ook weer heeft gezien.
“Gabi, kun jij ze gaan halen? Ze zitten in mijn kantoortje. Vloer F, kamer 37,” zegt Meneer Trümper. Ik kijk op, knik en loop de klas uit. Met mijn hoofd hangend slenter ik richting het kamertje dat Meneer Trümper had aangewezen.Het is de gang door, langs de blauwe deuren van deze vloer en dan rechts, naar de gele deuren van vloer F. De eerste verdieping, dus de trap af en dan naar links.
Als ik voor het kamertje sta klop ik op de deur en wacht tot er open wordt gedaan. Na wat gerommel wordt de deur open gedaan. Twee bruine ogen omringd door een bril kijken mij aan. Een glimlach staat op het gezicht van de jongen die ik herken als Gustav Schäfer, de drummer van de band.
“Ik moest jullie van Meneer Trümper ophalen. Als jullie mij willen volgen,” zeg ik zachtjes, volgens mij bijna niet hoorbaar. De jongen knikt, roept de overige drie namen en meldt dat ik ze naar het lokaal zal brengen. Bill en Tom groeten mij meteen vrolijk. Ik glimlach even terug naar de jongens en slenter dan weer terug naar het lokaal. Rechts, trap op, links en de gang door. Lokaal 114.
Ik stap het lokaal binnen zonder te kloppen en loop meteen door naar mijn tafeltje, langs het raam. Ik ga eraan zitten, leg mijn elleboog op de tafel en leg mijn hoofd op mijn hand. Het bedankje van Meneer Trümper bereikt nog maar net mijn oren. Mijn aandacht is echter helemaal weer terug wanneer Bill begint te praten.
“Goedemorgen. Ik ben Bill Kaulitz, dit is mijn tweelingbroer Tom Kaulitz, dat is Gustav Schäfer en dat is Georg Listing. Zoals jullie misschien al hadden gehoord, wij zijn Tokio Hotel en de zoons van Meneer Trümper. Wij gaan het vandaag hebben over hoe wij het touren ervaren en de complicaties die zich voor kunnen doen tijdens het touren. En natuurlijk ook over hoe je deze complicaties zou kunnen oplossen,” begint Bill met een grote glimlach op zijn gezicht. Hij heeft heel erg goede zin en spreekt op een bepaalde manier waarop bijna iedereen meteen zit te luisteren. Zelfs ik.
“We gaan alle vier kort iets vertellen over onze ervaringen. Daarna gaan we spreken over de complicaties en daarover gaan we discussiëren over hoe we deze complicaties zouden kunnen aapakken. De eerste die ik aan het woord laat is Georg,” zegt Bill glimlachend. Ik kijk naar de jongen met de halflange, bruine haren. Hij is vrij gespierd en daardoor ook best breed bij zijn schouders.
“Hallo, ik ben Georg Listing. Samen met deze andere drie vervelende jongens heb ik al een stuk of vijf grote tours meegemaakt...” begint hij met een donkere, lage stem te vertellen. Meteen dwaalt mijn aandacht weer af. Ik zucht heel zachtjes en kijk uit het raam. Vogels vliegen voorbij en de zon straalt zachtjes op mijn gezicht. Dat Georg en Tom allebei klaar zijn met vertellen over hun ervaringen met touren, heb ik niet door.
“Jongedame, ik heb graag dat je ook op let,” klinkt het in mijn oren. Geschrokken kijk ik op naar de blonde jongen die ook de deur open deed. Mijn gezicht kleurt meteen knalrood van schaamte. “Sorry,” mompel ik. Ik sla mij ogen neer en krijg meteen een por van Krista in mijn zij. Ze kijkt me grijnzend aan. Als blikken konden doden, dan zou Krista nu op de grond liggen.
“Ik ben Gustav Schäfer, de drummer. In de tourbus heb ik altijd een paar drumstokken liggen. De jongens worden dan ook wel af en toe helemaal gek van mijn getrommel op mijn schoenzolen en op mijn benen of de tafels,” begint hij. Ik hoor Krista naast mij grinniken en ik moet ook glimlachen. Zij doet dat ook altijd als ze stokjes bij heeft, maar er geen drumstel in de buurt is. Ook gebruikt zij haar handen zoals je ze ook zou gebruiken op een cajon.
“Het touren duurt meestal wel lang, maar het liefst slaap ik toch in de tourbus en niet in een hotel. In de bus weet je namelijk wat je hebt en waar alles ligt. Dat kun je in een hotel niet zeggen. Ook hoef je je tas maar twee keer in en uit te pakken. Wanneer je weg gaat en wanneer je thuis komt. Voor mij neemt de crew ook altijd een fiets mee. Ik houd van fietsen en ik probeer, zelfs op tour, elke dag een stukje te fietsen. Wat betreft complicaties. Voor mij is dat vooral de ruimte. Het is super fijn om zo dicht bij je bandgenoten te zijn, maar natuurlijk heb je wel eens van die dagen waarop je je privacy wil hebben. Dat gaat niet in een tourbus. En geloof me, als je met Tom op tour gaat, dan zou je ook wel graag willen dat de muurtjes eindelijk eens geluidsdicht worden gemaakt,” zegt Gustav met een grote grijns op zijn gezicht. De klas lacht en zelfs ik kan het niet laten om even zacht te lachen. Zodra ik door heb dat Gustav glimlacht om mijn reactie, voelt het weer alsof ik een knalrood hoofd heb gekregen.
“En dan komen de complicaties waar ik tegen loop. De weinige ruimte in een tourbus. Al onze spullen zijn opeengehoopt, staan in kastjes, liggen in lades. Makkelijk te vinden, maar aan het eind van een tour heb je zo veel spullen dat de kasten en lades gewoon uitpuilen van de vele voorwerpen die erin liggen. En zeker wanneer Bill weer eens een shoppingspree heeft gehad.” Weer lacht de klas, en zo ook ik. Gustav is heel anders dan Bill en Tom, durft ook echt veel grappen te maken. Hij heeft een hele vriendelijke uitstraling om zich heen. Zijn ogen spreken boekdelen. Het is alsof ik zijn persoonlijkheid kan aflezen door de blik in zijn ogen te zien. Het is interessant.
“Nou, hoe zouden deze problemen opgelost kunnen worden? De jongeman met het blauwe shirt,” zegt Gustav en hij wijst naar achteren. “Alexander,” zegt de jongen met een glimlach, “het probleem zou kunnen worden opgelost doormiddel van een extra wagen erbij te huren.”
“Ja, maar wat als ze daar nou geen geld voor hebben?” moeit Nora zich met hem. Deze discussie interesseert me verder niet. Ik bekijk de vier jongens vanaf mijn stoel. Bill, met zijn lange, slanke lichaam. Hij heeft een lichtblauwe broek aan, zwarte Dr. Martens, een vrij strak T-shirt en zijn blonde haren, met een klein beetje uitgroei, vallen sluik langs zijn lichaam. Daarnaast staat Tom. De bovenste helft van zijn donkere, bijna zwarte haren zit in een soort knotje achterop zijn hoofd. Hij is de klas rond aan het kijken met de bruine ogen van hem. Zijn shirt is wijder dan dat van Bill, maar tekent zijn spieren af en zijn broek is vrij wijd. Onder zijn broek heeft hij grote Nikes aan.
Het eerste wat mij op valt is dat ze dezelfde bouw, kaaklijn en ogen als Jörg hebben. Meteen sla ik mijn ogen weer neer. Hoe ga ik aan Jörg uitleggen dat ik misschien met zijn zoons op tour zal gaan? Hoe zal hij zich er onder voelen?
Schuld en twijfel schieten weer door mijn lichaam heen en het is alsof Krista het aanvoelt. Onder de tafel pakt ze zacht mijn hand vast en knijpt erin. Ik kijk op naar haar. Ze glimlacht naar mij en knijpt nog eens in mijn hand. Bij mij komt ook een kleine glimlach op mijn gezicht te staan en ik geef Krista een zacht kneepje in haar had terug. Daarna kijk ik weer terug naar de jongens. Voor de rest van de les laat Krista mijn hand niet meer los.
kwamen ze maar in mijn klas zon uitleg geven xd
snel verder
xxx