Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Rette Mich [2-Shot] » Bill
Rette Mich [2-Shot]
Bill
Ik klemde mijn vingers strakker om het lemmet, het koude metaal liet mijn huid lichtjes tintelen. Met mijn ogen tot spleetjes geknepen staarde ik naar de hulpeloze jongen, die uitgeteld en vastgebonden op een simpele, houten stoel zat. Mijn houten stoel.
Het vertrek waar we ons in bevonden, was vrij klein. Klein en vierkant. Één simpele spaarlamp verlichtte de hele kamer en zijn smaragdgroene muren. Waar het zich bevond wist niemand, want iedereen die hier ooit geweest was had de locatie en zo ook het uiterlijk van de kamer niet kunnen navertellen.
Jammer dan.
Ik grimaste en bleef naar zijn gezicht staren. Zijn uitdrukkingsloze gezicht, alsof hij vredig lag te slapen. Helaas voor hem verraadde een diepe snee net boven zijn rechterwenkbrauw zijn situatie, die alles behalve vredig was.
Hij had het er zelf naar gemaakt...
Ik zuchtte en bleef wachten. De tijd tikte door, maar dat deed er niet toe. Vroeg of laat was het einde verhaal voor deze jongen en restte me nog één laatste ding - zijn broer. Mijn verloren geliefde.
Een steek voltrok zich door mijn hart - letterlijk en figuurlijk - en ik huiverde. Was ik echt verliefd op hem geweest? Opnieuw een steek.
Ja. Je hield van hem.
Ik gaf het toe. Ik hield van die jongen, zijn dreadlocks, zijn grapjes. Zijn vriendelijkheid, oprechtheid. Ik hield van hem, heel veel.
Totdat hij me begon te beschuldigen. Zijn geschreeuw echode soms nog na in mijn hoofd, kil en hoog. Eerst had hij gedacht dat ik een ander had - kom op zeg. Serieus? Ik was vaak weg - ja. Hij wist niet waarom - klopt. Maar moest hij me daarom direct wantrouwen? Waarschijnlijk was dat zijn grootste fout geweest. Ooit. Door mij te wantrouwen moest hij iemand anders vertrouwen en wie kon hij ook anders uitkiezen dan zijn lieftallige, donkerharige broer die met hetzelfde geschenk was geboren als hij - prachtige ogen.
Dus was Tom naar Bill gegaan. Ik mocht hem niet, heb hem nooit gemogen en dat wist hij. Gelukkig voor mij was dat wederzijds, helemaal nadat Tom hem al die dingen had verteld. Wat hij niet wist - en Bill ook niet - was wat ik werkelijk deed, al die tijd dat ik afwezig was. Beide wisten het niet, maar Bill wilde het niet opgeven. Zodra hij iets té dichtbij de waarheid kwam, moest ik maatregelen nemen.
Dus ontvoerde ik de jongen.
Tom wist van niets. Tegen de tijd dat hij erachter komt is Bill dood en ligt hij zelf diep onder de grond. Iedereen zal denken dat hij een ongeluk heeft gehad en iedereen zal zich om mij bekommeren. Want ja - niemand wist immers van onze relatie problemen. Ik was die lieftallige jongen die Tom uit de put had geholpen en daarmee was alles gezegd.
Niets was minder waar.
Zodra de jongen op me verliefd werd, had hij zichzelf in een regelrechte nachtmerrie gegooid. Niet opzettelijk, natuurlijk niet, maar het was wel gebeurd. Het was ook nooit mijn bedoeling geweest om de jongen pijn te doen, maar gebeurd is gebeurd.
En dus nu sta ik hier. Tegenover Tom's broer, Bill. De jongen die té dichtbij kwam en daarmee, onwetend als hij is, zichzelf de dood in heeft gejaagd. Bijna, althans. Hij mocht nog een paar laatste woorden tegen me zeggen.
Ik wilde net aanstalten maken om hem te wekken, toen hij kreunend zijn ogen opendeed. Ik wist dat zijn oogleden zwaar aanvoelden en zijn hele lichaam pijn deed en dat gaf me voldoening. Het was misschien cru, maar zo was ik.
Eens een moordenaar, altijd een moordenaar. Alleen was ik dit keer niet ingehuurd en kreeg ik er dit keer geen geld voor.
Al moesten de broertjes Kaulitz beide dezelfde prijs betalen.
"W-waar ben ik?" Het vage gebrabbel van Bill echode na in de kleine, holle kamer en liet me grijnzen. Zijn pijn werd weerspiegeld in zijn stem en kippenvel stond in zijn armen gegraveerd.
"Je kwam te dichtbij," sprak ik zachtjes, waarop hij zijn hoofd met moeite hief en me met wijd opengesperde ogen aankeek. Bevestigend knikte ik, maar hij leek het niet helemaal te begrijpen.
"Hoe bedoel je?," vroeg hij dan ook, waarop ik zuchtte. Het was zo veel makkelijker als ze gewoon gingen gillen en schreeuwen over hoe zo'n idioot ik wel niet was en over hoe oneerlijk het leven was.
Veel makkelijker.
Hoofdschuddend deed ik enkele stappen naar voren, zodat ik recht tegenover hem kwam te staan. Hij zat compleet vastgeketend aan de stoel en zou er nooit meer uitkomen, dus ik kon zo dichtbij gaan staan als ik wilde.
En dat deed ik.
"Ik hield van je broertje. Ik hield van Tom. Tot dat hij me ging beschuldigen, me ging wantrouwen. Ik hou daar niet van." Mijn stem was koud en kalm, precies op de juiste toon. Het maakte de jongen doodsbang.
"Je hield niet van hem. Je haatte hem." Zijn woorden raakten me nauwelijks, zo zwak waren ze. Zwak en onwaar. Ik had van die jongen gehouden, heel erg veel zelfs. Misschien te veel.
"Hij wantrouwde mij en ik voelde me bedrogen. Dus toen hij zijn zin niet kreeg ging hij naar jou - de domste fout van zijn leven." Ik grijnsde kwaadaardig naar de donkerharige jongen, wie moeite moest doen het niet uit te schreeuwen van de pijn.
Wacht maar...
Bill schudde zijn hoofd.
"Ik ben té dichtbij. Ik heb waarschijnlijk zelfs het antwoord. Dus als ik hier weg ben weet ik precies wat ik moet doen." Ik lachte.
"En dat is?"
"Naar de politie. Of ik knap het zelf op." Zijn woorden waren stoer, de toon waarop hij ze uitsprak echter niet. Als een klein kind dat voor het eerst iemand probeert te bedreigen - een kind dat aan het bluffen is.
Ik ging door mijn hurken en leunde naar voren, zodat mijn gezicht vlakbij het zijne hing. Als hij wilde, kon hij zo op me spugen.
Hij deed het niet.
"O, maar jij komt hier niet weg. Nooit niet." Even bleef hij me venijnig aankijken, maar toen mijn woorden tot hem doordrongen werden zijn pupillen zo groot dat bijna al het wit van zijn ogen weg was getrokken. Hij opende zijn mond om wat te zeggen, maar was niet in staat meer geluid te produceren dan een lichtelijk gepiep.
"Wat ben jij een sneu en zwak geval, Bill Kaulitz."
En met die woorden hief ik mijn glimmende zakmes, zette de punt op zijn keel en sneed deze in één rechte lijn door.
Ik bleef mijn slachtoffer aankijken. De hele tijd. Ik wilde het licht in zijn ogen zien doven zodra zijn leven weggevaagd werd en de Dood hem kwam halen.
Ik wilde hem zien sterven.
Reacties:
Vet cool gaaf kicken!
Ik weet niet precies wat ik hier moet zeggen, naast wat ik al gezegd heb. Dus dan ga ik maar snel naar je andere verhaaltjes (:
Nice Nice Nice Nice Nice Nice Nice Nice Nice!!!!!!
Echt heel mooi geschreven!!! De moordenaar is wel erg cru... Vind ik althans... Gemeen, martelend maar je hebt het zoooooooo heerlijk opgeschreven dat het bijna onmogelijk is om van die vent te houden...
Xx
Ik vind het ook leuk dat je de moordenaar hebt genomen, hoewel ik moet zeggen dat je me eerst even verwarde, omdat er 'Bill' bovenstaat en ik dacht dat Bill de moordenaar was en toen was het even huh o.o Maar toen ik verder las, snapte ik het.
Hier is de stem anders, wist je dat? Je ziet iets van het sarcasme van dit personage (Heeft hij een naam, trouwens? Of heb ik daar stomweg overheen gelezen?), je ziet iets van zijn droge praktische instelling als het op zijn job aankomt. Hier, bijvoorbeeld:
Waar het zich bevond wist niemand, want iedereen die hier ooit geweest was had de locatie en zo ook het uiterlijk van de kamer niet kunnen navertellen.Of hier:
Jammer dan.
Het was zo veel makkelijker als ze gewoon gingen gillen en schreeuwen over hoe zo'n idioot ik wel niet was en over hoe oneerlijk het leven was.Terwijl een stuk als dit:
Veel makkelijker.
Ik wist dat zijn oogleden zwaar aanvoelden en zijn hele lichaam pijn deed en dat gaf me voldoening. Het was misschien cru, maar zo was ik.me dan weer verwarde. Waarom denkt hij dat het cru is? Hij weet misschien dat andere mensen het cru vinden, maar hij vindt dat zelf niet, of wel? Voor hem is het logisch.
Ik zou zeggen: probeer ditzelfde stuk, deze shot, eens in de derde persoon te schrijven. Gewoon als experimentje, om te zien wat stem en perspectief doen voor je verhaal. Ik zeg niet dat het daar beter van wordt (misschien werkt het wel helemaal niet voor dit verhaal, dat zou heel goed kunnen) maar misschien helpt dat met het vinden van de stem. Want je hebt de intuïtie wel, dat merk je aan dit stuk, ik denk dat je je er alleen nog iets bewuster van kan worden. (:
Overigens verwarde me de chronologie van het stuk een beetje. In het eerste deel weet Tom wat er met zijn broertje gebeurd is, maar in dit stuk zegt de moordenaar dat Tom het pas te weten zal komen als zowel Bill als hij begraven zijn, right? Ik vind het wel een leuk idee dat hoofdstuk 1 later plaatsvindt dan hoofdstuk 2, klooien met chronologie is een goede manier om spanning te creëren, maar ik begrijp niet helemaal hoe Tom dan kan weten dat Bill dood is. Of ben ik gewoon een enorme kneus en heb ik iets gemist?
Conclusie: overall goed gedaan! Spanning, vloeiende zinnen, interessant perspectief door de moordenaar te nemen, goede cliffhangers en damn, wat een uitsmijter aan het einde. Alleen een tip over de stem en trust me, stem is één van de moeilijkste dingen om goed te krijgen. (:
Hopelijk heb je hier iets aan en voel je je niet beledigd of zo, want dat is absoluut niet de bedoeling! Je vroeg om commentaar en ik wil alleen maar helpen. (:
<3
Ja, beter. (:
En ik vind het heel tof dat je de moordenaar als pov hebt. Dat is weer eens iets anders. ^^
Woohoooow! dit had ik niet verwacht. goed gedaan! Ben benieuwd of Tom en de moordenaar ( sorrry weet even geen beterwerr bij woord) ooit weer bij elkaar komen. goed gedaan. Zeker vanuit het oogpunt van . fascinerend!de killer