Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Moments [5-shot] » Het appartement
Moments [5-shot]
Het appartement
Zijn armen lagen stevig om zijn middel en hij rustte met zijn hoofd tegen de borstkast van de jongen. Rustig deinde die op en neer, wiegde hem bijna in slaap. Maar in slaap vallen mocht nu niet, daar was de tijd te kostbaar voor. Hij staarde naar de televisie, een zwart frame met een zwarte scherm. Niemand had de moeite genomen hem aan te zetten. Hij zou toch alleen maar irritant zijn, ze hadden hem niet nodig. Niet vanavond. Vanavond was het stil.
Tot het eten was er niets aan de hand geweest. Eigenlijk was het net zoals altijd geweest: vanmorgen waren ze uiteindelijk opgestaan en hadden ze ontbeten. Vervolgens hadden ze boodschappen gedaan. ’s Middags hadden ze in het bos gepicknickt. Rick glimlachte bij de gedachte daaraan. Nadat ze het grootste deel van de sandwiches, aardbeien, toastjes en cupcakes hadden verorberd had Christian zich gewijd aan het maken van bloemenkettingen waar hij Rick vervolgens mee had behangen. ’s Avonds had Christian lasagne gemaakt – Rick had ook wel eens geprobeerd te koken, maar Christian had hem moeten komen redden voor alles was aangebrand – en daarna hadden ze samen afgewassen, zoals altijd.
Het was vlak daarna geweest. Ze waren naar de woonkamer gelopen en Christian had hem gekust en hem daarna mee de bank op getrokken. Zo waren ze zo terecht gekomen, zo ging het wel vaker. Alleen eindigde het normaal niet in een eindeloos lange stilte. Alsof ze nu pas doorkregen dat het vanavond echt de laatste avond was. Maar dat ze dat wisten betekende niet dat ze het wilden accepteren, laat staan erover wilden praten. Dus zeiden ze maar niets.
Uiteindelijk was het Rick die zich omdraaide. Kort kuste hij de andere jongen en hij liet zijn handen door diens nog altijd zwarte, warrige haar glijden. “Dit werkt ook niet, Christian.”
De ander keek hem aan met ogen die glommen van de opkomende tranen. Hij keek weg en probeerde ze weg te knipperen, maar zonder succes. “Weet ik,” zei hij hees. “Waarom ga je? Waarom ga je in godsnaam?”
De jongen zuchtte. Hij was hier toch duidelijk over geweest? Ze hadden het hier al zo vaak over gehad, al die andere keren, maar hij had het meteen al gezegd, bij hun tweede ontmoeting. Hij wist toch verdomme dat hij het ook niet wilde? Dat hij het liefst hier bleef, bij hem, en dat het leger en het vechten niet zijn ding waren maar dat hij zijn vader en broer niet in de steek kon laten. “Dat weet je.”
“Maar ik begrijp het niet!” Verschrikt beet hij op zijn lip, geschrokken dat het er zo hard uitgekomen was. “Sorry. Maar echt, waarom? Je haat het in het leger, dat heb je zelf gezegd.”
“Christian… Het kan echt niet, oké? Ik moet wel. Voor hen.” En omdat ik verder toch niks kan, dacht hij, maar hij zei het niet. Dat had hij nog nooit gedaan. Christian bleef volhouden dat er genoeg dingen waren die hij veel beter kon en dat het onzin was dat hij bij het leger bleef, maar wat wist hij er nu eenmaal van? Hij leek echt niet door te hebben dat hij niks kon en zijn vader had hem van kleins af aan al getraind om bij het leger te gaan.
De ander haalde zijn hand van de jongens rug om de tranen uit zijn eigen ogen te vegen zodat hij hem beter kon zien. Had hij het dan echt niet door? Door dat hij veel meer kon dan hij dacht, veel betere dingen dan vechten in dat stomme leger? Het was hem natuurlijk allemaal aangepraat door zijn vader, tot zover was het Christian wel duidelijk.
Hij strekte zijn hand uit om de tranen van het gezicht van de jongen te strijken en ze gleden door naar zijn muisbruine haar. Het was wat langer nu, zoals altijd aan het einde van de vakantie. Morgen niet meer, realiseerde hij zich. Dan zou het weer bijna net zo kort en borstelachtig zijn als bij hun eerste ontmoeting.
Hij herinnerde het zich nog goed. De jongen was zijn jas vergeten in het café en was teruggekomen om hem te halen. Christian had niet echt geweten wat te doen bij de aanblik van de jongen die de hele avond al zijn interesse had gewekt, maar toen had hij gevraagd of hij binnen mocht komen. Ze hadden kort gepraat. Over het leger. Hij had verteld dat hij erbij zat vanwege zijn vader en broer. Toen wilde hij weer gaan en was het kort stil en Christian had ‘wat maakt het ook uit?’ gedacht en hem toen maar gekust. Hij had zich niet teruggetrokken, nee, hij had teruggekust. En toen had hij het korte muisbruine haar onder zijn handen gevoeld.
De tranen werden gedroogd, maar de stilte bleef, want beiden wisten dat een gesprek onherroepelijk naar morgen zou gaan en daar wilden ze beiden niet komen. Uiteindelijk was het Christian die als eerste in beweging kwam. Hij boog naar voren en kuste Rick zachtjes in zijn nek. Zijn lippen vervolgden traag hun weg tot ze andere lippen vonden en ze begonnen te verkennen alsof het de eerste keer was. Eerst schuchter, afwachtend, maar het ging al snel over in een wilde spel. Weer los, een spoor van kussen langs zijn nek, tot hij zijn hoofd liet rusten op zijn schouder. “Ik hou van je,” fluisterde hij tegen de schouder.
Uiteindelijk had één van beiden besloten dat het laat werd en dat ze maar naar bed moesten, hoewel ze beiden ook wisten dat ze niet zouden slapen vannacht. In de slaapkamer zelf was het licht niet aangegaan en Rick was zich begonnen uit te kleden terwijl Christian de deur sloot, maar Christian hield hem tegen en deed het zelf.
Ze kwamen in bed en trokken zichzelf tegen de ander aan, maar al snel schudde Christian zijn hoofd en maakte zich los uit de omhelzing.
“Wat is er?”
“Dit is niet goed. Ik wil je zien.” En met die woorden liet hij zichzelf uit bed hangen, op zoek naar de lichtschakelaar van het bedlampje. Die vond hij en het zwakke licht toonde hem het gelaat van zijn geliefde. “Veel beter. Je gezicht is te mooi voor het donker.” Het gezicht leek daar niet meer in te stemmen, maar er tegenin gaan had ook geen zin, dus hij liet het er maar bij. Bovendien vond hij het niet bepaald erg om Christians gezicht te zien.
Glimlachend ging Christian terugliggen en hij drukte een kus op Ricks lippen om verder te gaan met waar ze in de woonkamer aan begonnen waren.
Uiteindelijk kwamen ze weer in hun beginposities terecht. Armen om elkaar, neus aan neus. Rick bracht zijn hand omhoog en volgde met zijn vingers de contouren van Christians gezicht en nek. Voorzichtig en geconcentreerd, alsof de jongen een kostbare porseleinen pop was waar onder geen beding krasjes op mochten komen. Toen de vingers weer in de buurt van de lippen kwamen haalde Christian uit met zijn mond. Zijn lippen sloten zich om de vingertoppen voor hij zijn hand terugtrok.
“Hé!”
“Ik kon het niet laten.”
De jongen kon niet anders dan glimlachen. “Jij…”
“Ik?”
“Jij bent echt… geweldig. Ik hou van je.” Hij bevestigde het met een kus.
“Ik ook van jou. Heel, heel erg veel. “ Hij stak zijn hand uit en streek weer door het haar van de jongen. Steeds langzamer streek hij, terwijl zijn gedachten wegdreven en zijn ogen zich ongemerkt met tranen vulden.
“Wat is er?” vroeg de ander verschrikt.
“Gewoon. Ik ben bang. Ik ben zó ongelooflijk bang weet je? Altijd al, al die keren. En niet alleen voor je vertrekt, maar elke dag, totdat je weer terugkomt. Ik heb een abonnement op de nieuwsberichten uit Afghanistan en refresh de nieuwssites om de andere minuut en elke keer dat ik hoor dat er een Amerikaanse dode is gevallen functioneer ik niet meer tot zijn identiteit bevestigd is. Het breekt me op. Waarom ga je?”
Hij zuchtte. “Ik- dat weet je.”
“Maar ik begrijp het niet! Ik begrijp het verdomme niet! Je bent maanden weg en dan ben je hier en is het geweldig, maar dan herhaalt alles zich en ben je weer maanden weg. En dat je niet zomaar alles op wilde geven: oké, dat begrijp ik volkomen, maar dit is al zeven jaar aan de gang en ik kan het gewoon niet meer. Je weet hoe het voor me! Maar telkens ben je hier een maand en is alles geweldig, alleen zwijgen we het dood en ik moet je dan ineens weer voor maanden en maanden laten gaan. We praten niet, Rick, en dat zou wel moeten.”
Hij sloeg zijn armen nog steviger om de jongen in een poging hem te troosten en zijn hevige schokken te dempen. Zelf voelde hij de tranen ook stromen, maar hij wist dat Christian gelijk had. Het kon niet zo en ze moesten praten, maar Christian begreep gewoon niet hoe verschrikkelijk verpest en lastig alles was.
“O, jij. Kom hier,” hoorde hij en voelde hoe Christian zijn armen vrijworstelde en ze om hem heen sloeg maar hij was niet in staat erop te reageren.
“Jij bent veel te lief. Ik verdien jou niet,” wist hij uiteindelijk uit te brengen. “Je verdient een jongen die er wel helemaal voor je is en die jou niet maanden achtereen alleen laat.”
Christian schudde zijn hoofd. “Onzin. Als ik iemand anders had gewild was ik al lang gelden weggegaan. Maar dat wil ik niet, ik wil jou en alleen jou. Maar niet op deze manier, want hier ga ik aan onderdoor.”
“Maar het kan niet! Ik weet niet hoe! Het is allemaal zo’n zooi!”
“Waarom kan het niet? Je kunt naar een officier gaan en je ontslag aanbieden. Misschien niet nu nog, oké, maar je kunt toch gewoon zeggen dat dit je laatste missie was? Mensen stoppen constant bij het leger om thuis bij hun gezin te zijn, waarom zou jij niet kunnen stoppen?”
“Je snapt het niet. Als ik stop dan heb ik niks meer: geen baan, geen familie, geen vrienden: niets.”
“Dat komt goed. Natuurlijk komt dat goed. Ik help je aan een baan, er zijn genoeg dingen die je kunt. En wie zegt dat jouw vader en broer je niet meer willen zien als je uit de kast komt? En wat die vrienden betreft: volgens mij voel je je nog altijd net zo goed thuis bij hen als die avond in het café. Zijn het vrienden als je tegen ze over je leven moet liegen?”
Erg troostend werkte het op het eerste gezicht niet, want het snikken zwol alleen maar aan. Binnenin Rick bereikten de woorden langzaam hun doel, versterkt door Christians warme armen. Het was veilig hier, veilig en goed. Een thuis.
“Mijn vader en broer zijn praktisch het leger. Ze zijn alles wat ik ooit gehad heb, dus het leger is dat ook. En het leger accepteert homo’s niet, zo is het. Don’t ask, don’t tell. Het kan niet.”
“Dat weet ik en ik snap ook hoe moeilijk en verschrikkelijk eng het is om daarvan af te stappen, maar wat wil je? Wil je je hele leven blijven rennen? En wat als je te oud bent voor het leger, met pensioen gaat? Blijf je dan voor altijd alleen? Of trouw je met een vrouw waar je niet van houdt? Kun je dat wel maken? Tegenover haar? En kun je dan gelukkig zijn?”
“Nee,” perste hij uiteindelijk tussen twee snikken door over zijn lippen. “Maar je vraagt me om alles voor je op te geven. Alles behalve jou. Dat betekent dat ik niks meer heb als jij weggaat. Niemand meer. Dat kan ik niet!”
Christian pakte zijn hoofd vast tussen zijn handen en dwong de jongen hem aan te kijken. “Rick, luister. Dat zou ik niet doen. Dan had ik al gedaan, oké? Je hebt je hele leven naar de pijpen van anderen gedanst en het is nu tijd om op eigen benen te staan, hoe moeilijk en eng dat ook is. Maar ik ben er en ik zal er altijd zijn, dat beloof ik. Want ik hou van je en ik heb voor jou gekozen, oké? En nu is het tijd voor en ze leefden nog lang en gelukkig.”
Wat is Chris een super schatje. Maar ik snap Rick ook heel goed en ik vind het zo enorm zielig voor hem. Hij zit écht in een strijd. Want ja. Stel dat Chris wel weggaat en wat heeft hij dan als zijn vader en broer zich tegen hem keren?
Ik ben benieuwd of dit ''I'll find the words to say before you leave me today" waren. Ik hoooop het echt.