Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Forever Gone... || ft. Anne » Hoofdstuk 1
Forever Gone... || ft. Anne
Hoofdstuk 1
Emma
Ik ren de straat over. Een man achter het stuur van een auto kijkt me met een woedende blik aan. Ik weet dat het gevaarlijk was, maar ik moet naar het ziekenhuis. Ik ben net gebeld door het ziekenhuis dat mijn ouders daar liggen. Gisteravond zijn ze uit gegaan, omdat ze twintig jaar getrouwd waren en ik was om elf uur naar bed gegaan. Meestal hoorde ik ze altijd thuiskomen, maar vannacht was het erg stil. Er druppelen een paar druppels zweet van mijn voorhoofd, maar dat maakt me nu niks uit! Ik ga ren door het steegje en sta dan voor de ingang van het ziekenhuis. Even blijf ik verstijfd stilstaan. Ik slik even en ben bang voor wat er gaat komen. Ik slaak een diepe zucht en ren dan naar binnen. Ik ren snel naar de balie en vraag aan de baliemedewerker waar mijn ouders liggen. De baliemedewerker verwijst me naar een dokter. Hij kijkt me aan en neemt me mee naar de intensive care. Ik moet op een stoel gaan zitten en wachten. Ik zit denk twee seconden en dan sta ik alweer op. Ik moet steeds aan gisteren denken. Gisteren had ik nog ruzie met mijn moeder gemaakt. Ze had op het laatste moment gepland dat het hele gezin uit eten ging. Ik protesteerde dat ik niet meeging, omdat ik net met mijn beste vriendin Hailey had afgesproken. Ik loop maar heen en weer en ren dan naar de deuren van de intensive care. Ik word tegengehouden door een andere arts.
,,Ik moet naar binnen!" roep ik. ,,Mijn ouders..." Meer krijg ik niet uigesproken. De arts schudt met zijn hoofd en houdt me van de deuren vandaan. Waarom mag ik niet naar ze toe? Ik moet naar mijn ouders toe! Ik blijf naar de deuren kijken en hoop dat ze daar straks vrolijk doorheen komen lopen, alsof er niks gebeurd is. Maar hoe langer het duurt, hoe onzeker ik word. Ik bijt op mijn nagels, wat ik normaal ook nooit doe. Tien minuten gaan voorbij, een half uur...na een uur komt de arts die me weggestuurd had bij de deuren naar me toe. Ik kijk hem aan. ,,En? Hoe gaat het met ze?"
,,Ben je hier helemaal alleen naar toe gekomen?" vraagt de arts aan mij.
,,Ja, maar ik heb mijn broer Lucas al gebeld. Hij is onderweg."
,,Dan moet je heel even wachten. Heb je nog meer broers of zussen?" Ik denk aan Julia. Die woont nu in Amerika, zonder afscheid te nemen is ze weggegaan. Die hoef ik nooit meer te zien!
,,Nee, ik heb geen zussen of broers meer." Lieg ik tegen de arts. ,,Mag ik nu naar mijn ouders toe?" Hij schudt zijn hoofd. Wat is er aan de hand? Waarom mag ik nou niet naar ze toe?
,,Emma, waar zijn ze?" Mijn broer Lucas komt naar me toe gerend.
,,Op deze afdeling, maar ik mag niet naar ze toe."
,,Ben jij de broer van haar?" Hij knikt. ,,Gaat u even zitten." Lucas en ik gaan zitten en houden elkaars handen vast. ,,Het spijt me, maar jullie ouders zijn ongeveer twee minuten geleden aan hun verwondingen overleden." Ik kijk hem aan. De andere woorden die de arts zegt, hoor ik niet meer. Ik wil gillen, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Ik sta op en ren huilend het ziekenhuis uit.
Ik ren steeds verder en verder door. De tranen rollen over mijn gezicht. Ik weet niet waar ik heen moet, ik voel me helemaal niet lekker en heb het gevoel dat alles instort. Ik ren het bos in en ga steeds verder van de bewoonde wereld vandaan. Ik kijk om me heen en herken helemaal niks. Dan val ik hard over een uitgestoken boomwortel. Au! Ik wrijf over mijn knie. Hij doet erg veel pijn. Ik haal mijn broekspijp op en zie dat mijn knie open ligt. Shit! Huilend blijf ik zitten. Wat heeft het nog voor zin? Wat heeft het leven nou voor zin zonder ouders?
,,Waarom? Waarom?" zeg ik snikkend. Ik gooi een steentje hard weg. Ik pak mijn mobiel en typ het nummer in van Hailey. Als ik de vertrouwde stem van haar door de telefoon hoor, begin ik weer te huilen.
Emma, wat is er?
Hailey, mijn ouders...Ik moet even op adem komen en dan zeg ik het: Mijn ouders...ze zijn overleden.
Wat...?! Vertel op, wat is er gebeurd?
Maar ik kan het niet en verbreek de verbinding. Ik open mijn mond en hard geschreeuw verlaat mijn mond. Alle vogels en andere dieren vliegen en lopen van me weg. Ik zak in elkaar en heb geen zin om nog op te staan. Eigenlijk heb ik helemaal nergens meer zin in! Nu mijn ouders dood zijn, heeft het leven voor mij geen zin meer. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Wil ik hier nog wel zijn? Is het niet mijn schuld dat het ongeluk gebeurd is? Hoe verder ik in gedachten raak, hoe meer ik voel dat het mijn schuld is. Dan voel ik opeens een hand op mijn schouder en kijk ik op. Ik zie een jongen naast me staan met zwart kort haar en bruine ogen. Hij komt me bekend voor, maar door mijn verdriet kan ik er niet op komen.
,,Gaat het wel?" vraagt de jongen aan mij. Verdrietig schudt ik mijn hoofd. Ik leg mijn hoofd op mijn armen en begin weer te huilen. De jongen komt naast me zitten en legt zijn arm om me heen. Ik leg mijn hoofd tegen zijn borst en hij troost me. ,,Hé, het komt wel goed." Zegt hij. Ik kijk hem met betraande ogen aan.
,,Nee, het komt helemaal niet goed! Ze zijn dood en dat is mijn schuld!" Zeg ik en begin nog harder te huilen. Hij troost me nog meer en blijft zitten waar hij zit. Voor mijn ogen zie ik steeds weer de ruzie van mij en mijn ouders. Het lijkt wel alsof het een film is, die elke keer weer opnieuw afgespeeld wordt...
Reacties:
heyhey,
echt mooi geschreven, en geef mij maar gerust een melding bij het volgende chappie
greetzz
Bedankt allemaal voor de leuke reacties, ik heb erg mijn best gedaan voor dit hoofdstuk…
wouww
mooi geschreven!
er zit veel gevoel in!