Hoofdcategorieën
Home » A-Team » Where are the prisoners? » Where are the prisoners? Deel 24 (70-81)
Where are the prisoners?
Where are the prisoners? Deel 24 (70-81)
PETER
Chris heeft zo te zien al met Mitch gepraat. Maar ik zie dat hij een beetje overstuur is. Arme Mitch! Hij heeft zomaar één van zijn vrienden neergestoken. Hannibal en Bob zijn ook terug en hebben bloemen bij zich. Na vijf minuten zijn de indianen klaar en komt er een strompelende Face uit de tent.
“Gaat alles wel goed met je?”
MIGUEL
Langzaam word ik wakker en kijk om me heen. Vanessa heeft Noa op haar schoot en geeft haar haar flesje. Gelukkig ben ik weg bij Palermo en Troy, want die zitten de hele tijd maar aan mijn hoofd te zeuren en dat kan ik echt niet gebruiken.
LESLEY
De jongens vliegen de hele winkel door. Lydia en ik willen nog even bij de tijdschriften kijken. Ook Sam en Xander vinden tijdschriften wel mooi. Ze hebben hun zakgeld al gekregen dus ook zij kunnen wat uitzoeken. Sam komt aan met een tijdschrift over raceauto’s en Xander ziet een tijdschrift over Bob de Bouwer dat hij heel graag wil hebben. Hij heeft traantjes in zijn ogen als hij ziet dat het blad te duur is. Ik geef hem er wat bij.
“Bedankt,” fluistert hij en geeft me een knuffel.
Als we boodschappen hebben gedaan en weer in de ambassade zijn, slepen Sam en Xander samen hun matrassen naar beneden en leggen ze in de woonkamer neer. Lydia is bezig om de boodschap-pen op te ruimen en ze komt met twee ijsjes aanlopen.
“Sam, Xander, wat hebben jullie nou weer gedaan?! Ruim dat eens heel snel op,” zegt Lydia.
“Ach, laat ze toch even. Zij mogen toch ook wel wat plezier hebben?” merk ik op.
Lydia geeft toe en deelt de ijsjes uit. Xander komt naar mij toe lopen en wil dat ik hem help met de puzzel in het tijdschrift, omdat hij nog niet zo goed kan lezen.
“1. Het zit op een huis. Wat kan dat zijn Xander?” Vraag ik.
Met zijn tong uit zijn mond schrijft hij het op: DAK.
“2. Vriendin van Bob de Bouwer. Wie is dat?” Vraag ik.
“Wendy,” antwoordt Xander meteen.
Zijn ijsco ligt ondertussen te smelten op het matras.
FACE
Als de indiaan de tent weer binnenkomt heeft hij een bloem bij zich. Wat gaat hij daar nou mee doen? Hij stampt de bloemen plat en smeert dat over mijn wonden. Ik vraag me af of dit wel goed komt. Als de indiaan klaar is en mijn wonden heeft verbonden sta ik op, kleed me aan en loop de tent uit.
“Gaat alles wel goed met je?” vraagt Peter.
Er komt een indiaan achter me aanlopen die me weer meeneemt naar de tent.
“Jij moet rusten!”
Ik ga met tegenzin weer liggen.
NADIA
Ik voelde dat iemand wat kouds op mijn hoofd legde en kreunend deed ik mijn ogen open. Ik voelde me geradbraakt. Een vrouw had zich over me heen gebogen, ze fluisterde rustgevende woordjes in het Spaans. Nu merkte ik pas dat een aantal vrouwen de bewakers trotseerden om mij te helpen.
'Agua,' kreunde ik.
Meteen werd er wat water in mijn mond gegoten. Een meisje van een jaar of vijftien hielp me overeind te zitten tegen de muur. Ze glimlachte naar me. Ik grijnsde als een boerin met kiespijn terug. Ik verging van de pijn.
Ineens hoorden we buiten schoten. De meeste bewakers renden weg, er bleven twee mannen achter. Ze hielden ons onder schot. Ze lieten de deur open staan. Toen kon ik pas zien hoe ik eruit zag. Mijn kleren waren helemaal kapot en vies, mijn benen en armen waren bont en blauw. Ik vreesde dat mijn gezicht er niet veel beter uitzag.
Een vrouw, die ongeveer mijn leeftijd had, keek me aan en zei in keurig Engels: 'Jij wilde de aandacht van hen afleiden hè?'
Ik knikte moeizaam.
'Bedankt,' zei de vrouw geëmotioneerd.
Ik gaf haar een knipoogje en voelde me meteen een stuk beter. Ondertussen waren een aantal dekens kapot gescheurd om mij een beetje te verbinden.
'Muchas gracias, amigas,' zei ik opgewekt. 'Sentido a luchar?'
Meteen werden de blikken donker. De leidster, een oudere vrouw, schudde haar hoofd en een waterval aan woorden werd over me heen gegoten.
Ik stak mijn handen in de lucht en zei: 'Bien, bien. Mi error'
Ik sloot vermoeid mijn ogen.
Na een tijdje kwamen de mannen terug en begonnen druk met elkaar te praten in het Engels. Op die manier kon ik het allemaal letterlijk verstaan. Wat ik hoorde stond me erg aan. Voorzichtig ging ik verzitten, maar er schoten meteen pijnscheuten door mijn hele lichaam heen. Ik hoopte dat de redding nog even zou wachten, hoewel de bewakers steeds grimmiger werden.
B.A.
Met een goed gevoel over de laatste ontwikkelingen, keren Ritchie, Geronimo en ik terug naar het Indianendorp. Achter ons komen Hannibal en Bob terug uit het oerwoud. Ze geven de gevonden bloemen aan de Indiaan die Face onder behandeling heeft en dan roept Hannibal ons bij elkaar.
Bob en hij vertellen dat ze in het oerwoud ineens vlakbij een bewaakte bunker stonden en onder vuur werden genomen. Dat zou best eens bunker II kunnen zijn, de bunker met de fabriek en de gijzelaars. Anders hadden ze waarschijnlijk niet zo fel een paar vreemdelingen verjaagd.
We kijken Hannibal verwachtingsvol aan, want hij is degene die altijd met de plannen komt. Ondertussen probeer ik een beetje mee te denken. We zullen Marcello nodig hebben als gids om die bunker voor een tweede keer te vinden, want dit was een toevalstreffer van Hannibal en Bob. We zullen goede wapens nodig hebben, want de bewakers zijn voorzien van kwaliteitswapens. We moeten afleidingsmanoeuvres bedenken, om de bewakers bij de bunker vandaan te lokken. Voor het begeleiden van de gijzelaars zijn veel mensen nodig als ze allemaal ziek zijn. En verbandmiddelen als ze gewond zijn. En als we de bunker voor eens en altijd onbruikbaar willen maken, kunnen we maar beter een lading springstof meenemen. Nou, dat is al een hele waslijst. Ik loop naar Hannibal en vraag hoe ver hij al is met zijn plan en leg hem dan mijn hersenspinsels voor, als een eerste bescheiden bijdrage aan deze operatie.
Terwijl de groep in een kring bij elkaar zit, komt er uit een andere tent een vrouw aanlopen. Zij werd eerder in het oerwoud gevonden en naar het Indianendorp gebracht. Carolien heet ze, geloof ik. Een beetje schuw komt ze dichterbij. Als er iemand van de groep omkijkt, verstopt ze zich. Als ik oogcontact met haar heb, wenk ik haar en knik dat het hier veilig is. Zo te zien zoekt ze iemand, misschien heeft ze bekende stemmen gehoord van bewakers. Haar ogen blijven steken bij twee mannen die met hun rug naar haar toe zitten. Ze vouwt haar handen en kijkt omhoog, alsof ze erom bidt dat het de mensen zijn die ze zoekt. Ik zie haar aarzeling om naar hen toe te gaan en besluit haar te helpen. Onopvallend loop ik de kring uit en achter de tent waar ze zich andermaal achter verstopt, benader ik haar voorzichtig.
"Wie zoekt u? U kijkt naar die mannen daar. Kent u hen?"
Er staan tranen in haar ogen als ze knikt en zegt dat ze wel lijken op haar man en zoon.
"Chris en Mitch?"
Ze knikt en haar blik gaat weer naar hen. Ik nodig haar uit om mee te lopen en leg een arm om haar schouders. Als we bijna bij de kring zijn noem ik zacht de namen van Chris en Mitch, waarop ze allebei omkijken.
MOODY
Tot slot kom ik te weten dat alleen Audrey en ik nog in de stad zijn. De anderen zijn allemaal naar het oerwoud. Daar moet ik even van slikken. Ik had daar ook moeten zijn, want mijn ouders bevinden zich onder de gijzelaars. Ik moet snel beter worden, ik moet ook naar het oerwoud. Ik druk op de bel. De dokter moet me maar een stapel pijnstillers meegeven, ik moet naar dat oerwoud toe! Audrey hoort me verbaasd aan als ik m'n vraag stel aan de dokter. En ook hij kijkt me verbouwereerd aan.
"Maar meneer, u bent nog maar net wakker uit uw narcose! We zijn net een paar uren aan het opereren geweest! Hoe kunt u nu al uit het ziekenhuis willen wandelen? Laat staan het oerwoud in gaan?!" is zijn verbaasde weerwoord.
Dan draait de wind en wordt hij kwaad.
"Bent u gek geworden? Hebben we u daarom gered? Om ons werk voor niets te doen? Rusten! Dat is wat u moet doen en slapen is het enige wat u mag doen!"
De dokter maakt duidelijk dat ik voorlopig nergens naar toe ga. Met een diepe zucht en een blik als een donderwolk leg ik me daar dan maar bij neer. Ik draai m'n hoofd van Audrey af. Op de een of andere manier ben ik kwaad op haar, maar mijn gevoelens zitten op dit moment zo in de knoop, dat ik er even geen wijs uit kan worden hoe het precies in elkaar zit.
"Moody?" klinkt het bedeesd naast het bed. "Kan ik iets voor je doen?"
"Ja! Achter de anderen aan naar het oerwoud!" Het komt er behoorlijk bits uit. "Dan kun je met Hannibal lekker gaan schieten en avonturen beleven! Dat wil je toch zo graag!"
"Hé, als je me nu al beu bent ga ik al. Je zorgt ervoor dat ik in de war raak door je mooie woorden! Je offert jezelf op om mij te redden! Dan voel ik dat ik bij je wil blijven en dan is het ook weer niet goed!!! Nou, bekijk het dan maar!"
Audrey pakt haar spullen en beent met grote passen naar de zaaldeur. Ik schrik er behoorlijk van. Dit was helemaal niet de bedoeling!
"Audrey?!"
Tranen van spijt maken het me moeilijk om harder te spreken, zodat ik haar naam meer fluister. Met de deurknop in haar handen blijft ze stokstijf staan.
"Audrey?!"
Langzaam draait ze zich om en kijkt me aan. Ook bij haar lopen de tranen over haar wangen. Ik steek m'n hand, waar geen infuus aanhangt, naar haar uit en hoop dat ze terug wil komen.
NADIA
Ik gaapte en rekte me voorzichtig uit. Ik keek naar de bewakers. Ze waren druk aan het smoezen. Heerlijk als bad guys smoezen. Ik zuchtte en keek even naar de andere mensen. Een oud stelletje hield elkaars hand vast. Een moeder verzorgde haar koters. Na al een hele tijd hier gezeten te hebben ken ik de kenmerken. Ik weet dat de moeder haar ogen samenknijpt als ze boos gaat worden. Ik weet dat de oude man een tik heeft met zijn rechteroog als hij een bewaker aan ziet komen. Ik weet dat het twee jaar oude meisje gek is op verhaaltjes. Kijk, nu zeurt ze er weer om. Ik stond op en liep naar haar toe. Verbaasd keek iedereen op. Meteen stond een andere vrouw van mijn leeftijd op en hielp me even. Dankbaar keek ik haar aan. Alles draaide om me heen. Toen ik eenmaal zat, zakte het langzaam weg. Ik glimlachte. Ik nam het kleine meisje op schoot en vroeg in het Spaans of ze een verhaaltje wilde horen. Ze knikte heftig. Er kwamen nog wat meer kinderen rondom me zitten.
Ik begon met vertellen. Het was het verhaal van een geheim agente die een opdracht kreeg. Eentje die haar leven zou veranderen. Ze moest een vijandelijke geheim agent uit de weg ruimen. Echter de twee geheime agenten werden verliefd. Met veel poespas, geheimen, vijanden en gadgets konden ze eindelijk trouwen.
Het kleine meisje was met haar duim in haar mond in slaap gevallen. Iedereen zuchtte toen het verhaal uit was. De kinderen gingen maar slapen. Wij, de volwassenen, gingen bij elkaar zitten. We stelden ons eerst aan elkaar voor. Men vroeg hoe het met me ging. Daarna vertelden ze aan mij hoe zij daar kwamen, waarom en wie van hun geliefden de oorzaak was dat ze hier zaten. Iedereen vertelde en de uren gleden voorbij. Daarna vielen we geruime tijd stil. Ik voelde me verplicht ook mijn lot te vertellen. Ze luisterden aandachtig naar mijn lange verhaal.
Het gedeelte van Diego sloeg ik over, daar hadden ze toch niets aan, alleen de grote lijnen kregen ze te horen.. Dat de man die als een broer voor me was, er niet meer was, was niet te bevatten. Laat staan dat zij het zouden snappen.
Ineens kwamen er twee bewakers mijn kant op. Iedereen zag het angstig aan. Ruw trokken ze me overeind. Ze hielden mijn armen op mijn rug. Ik hoorde een andere fluisteren in het Russisch dat dit de enige spuit was die ze hadden. Overmorgen zou er een nieuwe landing komen. Ook moesten ze iedereen die niet eens een muis kon omleggen maar eerst een dosis geven. Ik werd bang, wat waren ze van plan?! Dat werd al snel duidelijk. Een andere man kwam en die vulde een spuit met groen spul. Vol afgrijzen keek ik het aan. Ze pakten de moeder van het kleine meisje beet en spoten haar wat in. Haar ogen draaiden weg en ze viel voor dood neer. Ik wist gewoon dat dit geen slaapmiddel was. Ik wilde me losrukken, maar ze waren te sterk. Ook het oude vrouwtje was aan de beurt. Met al mijn wanhoopsmoed schopte ik me los. Niemand anders deed wat om de bewakers tegen te houden. Waarschijnlijk omdat ze bang waren voor hun geliefden. Ik trapte met mijn hoge schoenen omhoog. Een schreeuw maakte duidelijk dat het goed raak was. De andere kreeg een mooi geplaatst elleboogje. Met de adrenaline dat door mijn aderen raasde rende ik weg. Ik had maar één doel voor ogen. Die spuit moet kapot. Koste wat het kost. Ik trapte de beduusde man tegen zijn hand. De spuit viel op de grond. Mijn voet landde er mooi bovenop. Krak! Helaas stak de naald omhoog, dwars door mijn zool heen. En toen ik neerkwam, werd de spuit leeggespoten, in mijn voet.
"Alles. Alles. Alles," dreunde het door mijn hoofd.
Mijn ogen draaiden weg en ik viel neer op de grond. Ik kreeg alleen nog mee dat er buiten schoten klonken.
HANNIBAL
Ik had nogal de slappe lach doordat ik toch die bloemen was gaan plukken met die bewakers achter ons aan. De opmerking van Bob maakte het compleet.
"Ik blijf toch bij het feit dat het the jazz was," zei ik.
Bob keek me aan en begon te lachen.
"Oké, wat jij wilt," zei hij.
Ik gaf hem een knipoog en liep naar de tent waar Face al op was gestaan. Ik schudde mijn hoofd toen de indiaan Face tegenhield en hij weer moest gaan liggen. Van de indiaan mocht ik even bij hem. "Face, rust goed uit dan ben je voor je het weet weer de oude."
We keken elkaar even aan.
"Ik moet eerst een plan gaan bedenken om die tweede bunker te gaan bestormen. En als ik dat plan heb, ben ik er zeker van dat je al bent hersteld," zei ik.
Niet veel later riep ik iedereen bij elkaar en deed ik verslag van de ontdekking die we hadden gedaan.
Ik vertelde over de bewaking en omschreef de bunker.
"Als we die mensen willen redden, hebben we niet veel tijd meer, want ze beschoten ons toen Bob en ik op zoek waren naar die bloemen voor Face."
"Jij moest zo nodig een hele bos bloemen plukken terwijl we er aan één genoeg hadden," zei Bob lachend.
"Ik wilde het even spannend maken, je kent me toch."
BA vroeg me hoe ver ik was met het plan en ik keek hem aan.
"Bob en ik kunnen ze wel weglokken, geen enkel probleem," zei ik. "We hebben genoeg man om ze te laten schrikken. En met hulp van de indianen moet het lukken," zei ik vol overtuiging.
De anderen keken me niet begrijpend aan.
"We vallen in groepen aan. Murdock, jij samen met de indianen vanaf de achterkant. Bob en ik lopen vooruit en leiden de bewakers af. BA, ik wil dat jij met de groep die fit is met ons meeloopt en we splitsen zodra Bob en ik de bewakers afleiden. Als de bewakers weg zijn, stormen jullie naar binnen. Murdock, jouw groep neemt de medicijnen en EHBO doos mee, dus doe voorzichtig. Het is jullie taak om eventuele gevangenen zo snel mogelijk te behandelen. Laat de indianen de gevangenen behandelen en dek ze. Zodra Bob en ik de bewakers hebben uitgeschakeld, komen we jullie helpen. Kom op, let’s go !!!" zei ik terwijl ik mijn m16 pakte.
MITCH
Tijdens het overleg keek BA achter ons. We besloten er geen aandacht aan te besteden en luisterden naar Hannibal.
"We hebben toch wel genoeg wapens?" vroeg ik.
"Niet genoeg om iedereen van een geweer te voorzien," zei Hannibal.
Ik dacht eens diep na.
"Pijlen en bogen hebben ook geholpen toen jij je team bevrijdde van die kannibalen," zei ik.
"Dat klopt inderdaad, maar ik heb niet genoeg ervaring om bewegende mensen te raken.”
Om die opmerking begonnen we te lachen, totdat BA de namen van pa en mij noemde. We keken naar achteren en konden onze ogen niet geloven.
"Mam?" zei ik vol ongeloof.
Chris werd er helemaal stil van en wreef in zijn ogen of het wel echt waar was. Ik vloog mijn moeder in de armen en pa rende ook op haar af. Een mooie hereniging van ons gezin. Ik liet mijn tranen gaan en zag Hannibal naar ons kijken, maar dat maakte mij helemaal niets meer uit.
FACE
Hannibal komt bij me zitten.
“Hoe voel je je nou, jongen? Rust maar uit,” zegt hij en loopt de tent uit.
Dacht ik even wat gezelschap te hebben gaat hij weer weg.
Ik zucht een keer. Ik heb wel zin om de bunker te bestormen waar de gijzelaars zitten en ze dan te bevrijden. Voorlopig zal ik me echter even gedeisd moeten houden.
Murdock komt al snel binnenlopen. Dus toch nog wat gezelschap.
“Yo Faceman. Alles kits?”
Murdock doet altijd raar en ik doe voor deze ene keer met hem mee.
“Ja, alles kits en met jou?”
“Dat hoef je mij niet te vragen. Ik ben niet gewond geraakt,” antwoordt Murdock.
LYDIA
Xander zit bij Lesley op schoot en zit druk te puzzelen. Puzzels vindt hij gewoon prachtig. Als hij eenmaal klaar is, rent hij weer naar de matrassen toe om zijn ijsco te pakken.
“Mama, ijsco smelten!” roept hij.
Ik loop naar hem toe en zie dat zijn ijsco inderdaad gesmolten is.
MIGUEL
Langzaam word ik wakker en zie dat Vanessa bij me zit.
“Ik wil je graag even iets vragen,” zegt ze opeens.
Ik kijk haar verbaasd aan.
“Waar ben je de hele tijd geweest? Ik bedoel, je was niet thuis.”
Ik bijt op mijn lip. Zal ik haar de waarheid vertellen? Wat als ze me zal haten vanwege de dingen die ik allemaal uitgevreten heb?
“Ik was op zakenreis,” antwoord ik.
“Miguel, ik weet dat je allang met andere dingen bezig was dan met je werk als zakenman.”
“Oké, ik zal het je vertellen. Op voorwaarde…”
“En dat is?” valt Vanessa me in de rede.
“Dat je niet boos op me zult worden.”
Vanessa knikt en ik begin te vertellen.
“Ik werd goed betaald als zakenman, maar niet goed genoeg om een gezin te verzorgen. Toen kwam die Troy opeens op het toneel en hij betaalde me vier keer zoveel. Ik ben voor hem gaan werken en nadat ik wat klusjes voor hem op had geknapt, kon ik niet meer terug toen ik erachter kwam wat voor gemene plannen hij had. Hij zou naar de politie stappen als ik zou stoppen. Toen heb ik meegedaan aan verschillende martelingen. Ik vond het vreselijk om te doen, maar ik moest wel. De angst voor Troy dwong me op één of andere manier…”
Verder kom ik niet want ik moet huilen, voor het eerst in mijn leven. Vanessa probeert me te troosten.
“Ik heb zoveel levens verpest. Dat had ik nooit moeten doen.”
“Je hebt dan misschien wel slechte dingen gedaan, maar dat is wel onder dwang geweest. Maar je mag trots zijn op jezelf dat je straks durft te getuigen tegen die schoft,” zegt mijn vrouw.
“Ik weet niet of ik dat durf, Vanessa.”
Dan komt Sam opeens aanvliegen.
“Natuurlijk durft u dat wel,” zegt hij.
SHERIFF
Ook ik zit in de kring als Hannibal zijn plan uit de doeken doet. Af en toe dwalen mijn gedachten af naar Audrey en Moody. Voor m'n vertrek heb ik mijn walkietalkie in haar tas gestopt, maar ik ben vergeten om het haar te vertellen. Als ze hem nu maar vindt...
Als Hannibal aan het eind van zijn uitleg en taakverdeling is, gebeurd er iets moois. De vrouw die al een paar dagen in het Indianendorp verblijft heeft blijkbaar bekende stemmen gehoord en is komt kijken. Het blijkt de vrouw van Chris en de moeder van Mitch te zijn. De eerste hereniging. Wat een mooi moment. Wat zullen die mannen veel hebben uit te leggen aan haar.
Ik vraag me af of de mannen van onze groep de bevrijde gijzelaars eigenlijk al hebben gezien. De Indianen hebben die bange en gewonde mensen bij elkaar in een rustige hoek van hun dorp een grote blokhut aangeboden. De medicijnman gaat er regelmatig naar toe met kruiden en allerlei brouwsels die niet al te lekker ruiken, maar waarschijnlijk des te beter zullen werken. Dat is met veel natuurgeneeskundige toepassingen zo.
Ik zie dat Ritchie zoals gewoonlijk (je kunt hem ermee uittekenen!) met een walkietalkie rondloopt en vraag of ik hem even mag gebruiken. Ik zoek de juiste frequentie op en roep m'n dochter op.
AUDREY
De dokter is heel streng tegen Moody als hij begint over uit bed komen en naar het oerwoud toe willen gaan. Is hij plots vergeten dat ie net een grote operatie heeft ondergaan? Het valt hem blijkbaar zwaar om in het ziekenhuis te liggen en te moeten rusten en dat reageert hij vervolgens op mij af. Daar zit ik echter niet op te wachten. Ik vind het ook eng om met een bijna vreemde voor me alleen achter te blijven in een grote stad, in een vreemd land, terwijl ik de taal niet spreek!
Ik pak m'n tas en jas en stap op. Maar ondertussen lopen wel de tranen over m'n wangen, want ik weet niet wat ik moet doen! Ik kan wel naar de ambassade toe gaan, maar dan laat ik iemand van onze groep in de steek. Iemand die zegt dat ie om me geeft en dat verdorie-nog-es-an-toe nog laat zien ook! Door m'n overvaller af te leiden!
Als ik de deurknop in m'n handen heb roept Moody m'n naam. De manier waarop maakt me warm en ik blijf staan. Dan roept hij me nog een keer. Ik hoor aan zijn stem dat hij het moeilijk heeft met mijn vertrek en kijk dan om. Hij steekt zijn hand naar me uit en kijkt me bijna smekend aan. Ook hij is in tranen. Hij weet dat hij te ver is gegaan. Ik laat de deurknop los, ren terug naar het bed en we omhelzen elkaar. Hij fluistert wel honderd keer sorry terwijl we onze zorgen en angsten in elkaars armen uithuilen. Als we elkaar eindelijk loslaten, wil ik uit m'n tas een zakdoek pakken. Net voor ik m'n hand erin steek begint er iets binnen in de tas te kraken en ik deins met een gil achteruit. Wat is dat nu weer? Ik kijk Moody geschrokken aan en vraag angstig: "Is dat een bom?"
Hij schudt lachend zijn hoofd.
"Nee, volgens mij is het een walkietalkie. Die heeft je vader waarschijnlijk bij je achtergelaten."
Het blijft kraken in m'n tas, dus ik heb 'm zo te pakken.
"Hallo? Wie is daar?"
Een hoop gekraak is het enige dat ik hoor.
"Buiten zul je beter bereik hebben," zegt Moody.
Oké, dat zou goed kunnen, maar ik heb nog even geen zin om bij hem vandaan te gaan.
Later, als ik naar de ambassade heb gebeld dat ik kom overnachten en op de limousine wacht, probeer ik de walkietalkie nog eens aan de praat te krijgen. Er klinkt weer een hoop gekraak, maar ik krijg iemand te pakken.
"Hallo Ritchie, Audrey hier! Hoe is het met m'n pa? En met jullie? O... Is dat wel goed afgelopen? Ah... gelukkig. Wat zeg je? Echt waar? Hoe zijn ze er aan toe? Ik zal het hem vertellen. We hebben nu al moeite om hem hier te houden, maar als ik hem dat vertel, zullen we hem moeten vastbinden aan zijn bed, vermoed ik. Ja... dank je. Knuffel voor m'n pa! Niet vergeten, hè?!"
Met een big smile op m'n gezicht berg ik de walkietalkie op in m'n tas. Wat zal ik doen? Even terug naar Moody om hem goed nieuws te brengen? De limousine komt er wel net aanrijden, maar ik zeg tegen de aardige chauffeur dat ik nog even terugga om iemand goed nieuws te brengen.
"Zal ik even met u meelopen?" biedt hij galant aan en houdt de deur al voor me open.
Ondanks m'n niet meer zo schone kloffie, voel ik me plotseling een dame door zijn gebaar en hoffelijkheid. De chauffeur neemt steeds grotere stappen omdat ik bijna door de gangen heen ren. Hij ligt dan ook een paar passen achter en krijgt niet de kans om deze deur voor me open te houden. Ik ren naar binnen, me niet realiserend dat Moody wel eens zou kunnen slapen, en glij over de gladde vloer naar zijn bed.
"Moody!"
Hij slaapt inderdaad, dus praat ik wat zachter.
"Moody. Wordt eens wakker, ik heb goed nieuws voor je..."
Kreunend van de pijn in zijn buik, omdat ie zich onverwachts beweegt, doet hij zijn ogen half open.
"Hé, ik dacht dat jij al weg was!"
"Bijna, maar ik kreeg Ritchie te pakken met de walkietalkie. Weet je wie er bij hen in het Indianendorp zijn?"
Moody opent zijn ogen, maar zegt niets. Zijn ogen wachten op mijn antwoord.
"Je ouders zijn bevrijd! Ze worden heel goed verzorgd door de medicijnman van de Indianen en knappen al een beetje op."
"Echt waar?"
Meer kan hij niet uitbrengen. Hij slaat zijn handen voor zijn gezicht en kan alleen nog maar huilen.
De chauffeur heeft genoeg gehoord en gezien en gebaart dat hij ons even alleen zal laten.
"Ik wacht op de gang op u," fluistert hij naar mij.
Dan omhelzen Moody en ik elkaar voor de tweede keer deze avond.
FACE
Waarom moet ik nou per se rusten? Ik wil ook wel eens wat acties meemaken! Zo eigenwijs als ik ben sta ik weer op en loop de tent uit. Ze kunnen naar de maan met dat rusten. Ik zie dat iedereen in een kring zit en ga er bij zitten. Ze kijken me allemaal raar aan.
"Ik wil geen enkele actie missen, wat denken jullie nou?!"
Ik maak nog net de eerste hereniging mee. De vrouw die eerder gevonden is blijkt de vrouw van Chris te zijn en de moeder van Mitch.
Ik besluit even bij de gijzelaars te kijken en vraag wie ze zijn. De meesten geven van angst geen antwoord, hen laat ik maar met rust. Dan kom ik op een gegeven moment twee mensen tegen. Ze vragen me of ik weet waar hun zoon is.
"Uw zoon?"
"Ja, Moody," antwoordt de vrouw.
Dit moet ik aan Hannibal vertellen. Snel loop ik naar hem toe en vertel het goede nieuws over Moody's ouders. B.A., Murdock, Peter en ik worden naar de tweede bunker gestuurd om daar zolang de wacht te houden. Na een tijdje lopen komen we daar eindelijk aan en we gaan op een heuvel liggen zodat we een goed zicht hebben op de bunker. We bedekken ons voor zover dat kan met bladeren en maken onze kleren vies met modder zodat we minder opvallen. Dit doet me echt denken aan mijn tijd in het leger!
PETER
"Moeten we echt onder de modder zitten?" vraag ik.
Face, B.A. en Murdock knikken.
"Bah, dat ga ik echt niet doen hoor jongens."
"Natuurlijk wel," antwoorden ze tegelijk terwijl ze me onderuit trekken.
"Of wil je soms doodgeschoten worden?” vraagt Murdock terwijl hij me een hand modder voorhoudt.
Face, Murdock en B.A. hebben al modder op hun gezicht gesmeerd.
"Bah, dit ga ik echt niet doen!"
"Zeur niet zo. Ik ben toch altijd goed gekleed? Maar omdat het nu een keer echt nodig is smeer ik toch ook modder op mijn gezicht?" reageert Face.
Daar heeft hij een punt.
MIGUEL
Ik had verwacht dat Vanessa erg kwaad op me zou zijn, maar dat is ze gelukkig helemaal niet. Zelfs Sam is overtuigd van mijn kunnen.
"Bedankt knul," glimlach ik.
Dan komt Xander ook aanlopen en gaat naast zijn grote broer staan. Hij heeft zijn cowboyhoed op en Sam zet nu zijne ook op.
"Als Troy jou wat doet, dan komen wij in actie!" roepen ze tegelijk.
LYDIA
De jongens hebben beide een sheriffster op. Ze zijn al net zo als hun vader.
Lesley is inmiddels alweer naar de kleine toegelopen want die begon te huilen.
LESLEY
Ik zie dat Rafael zijn speentje weggegooid heeft. Snel houd ik hem onder de kraan.
"Dat moet je de volgende keer niet weer doen," lach ik.
Sam en Xander komen bij de kleine kijken.
"Face is toch zijn papa?" merkt Sam op.
Ik knik en ga op mijn stoel zitten. Glimlachend staan ze een hele tijd bij Rafael te kijken. Xander aait hem over zijn hoofdje, maar als de baby begint te huilen schrikt Xander en doet hij een stap achteruit.
Ik til Rafael op en houd hem in mijn armen. Na vijf minuten gaapt hij en valt weer in slaap.
B.A.
Mijn dag is goed, want er zijn al een paar herenigingen geweest van bewakers en hun familieleden. Moody is door Ritchie en Audrey op de hoogte gebracht van de bevrijding van zijn ouders. Ik hoop voor hem dat ie snel opknapt.
Hannibal heeft Face, Murdock, Peter en mij opdracht gegeven om bunker II te observeren, ter voorbereiding op de bevrijding van de gijzelaars die daar worden vastgehouden. Op een heuvel hebben we een mooi plekje gevonden. Peter wil zich niet camoufleren met modder. Murdock en Face proberen hem te overtuigen dat wel te doen en trekken hem gewoon omver zodat ie toch onder de modder zit. Ik grinnik om het gedoe, want ik hoef dat lekker niet te doen, ik ben één en al camouflage! Op m'n gouden kettingen na dan.
Zolang het nog een beetje licht was, konden we met de gewone verrekijkers het doen en laten van de bewakers bij de bunker volgen, maar nu begint het donker te worden en zullen we al snel weinig meer kunnen zien.
De dagen in het oerwoud kennen hun eigen geluiden, zo ook de nachten. Er zoemen en tjilpen andere insecten, er roepen andere zoogdieren, het zijn nu geen vogels maar vleermuizen die rondvliegen en er begint een beetje regen te vallen. Het enige dat hetzelfde blijft is de temperatuur.
Ineens zie ik een vlam. Het lijkt erop dat de bewakers toortsen aansteken rondom de bunker. Dat is niet bepaald slim van ze. Zo kan iedereen je toch van een afstand vinden en bekijken? Of zouden ze zich niet zo druk maken om menselijk bezoek?
We liggen al een uur in het donker als er rechts van ons, op de helling van de heuvel, geritsel klinkt. Het gaat steeds verder de vallei in. Dan een zacht gegrom. Of is het gebrul? Iets er tussenin. Wat zal het zijn voor een dier? Bij de bunker klinkt er geschreeuw.
"Hé, jongens! Kom gauw, hij is er weer!"
Er komen een paar mannen naar buiten gelopen.
"Waar zag je 'm?"
De eerste bewaker wijst in een richting waar we alleen een vermoeden van hebben. Er klinkt een schot en meteen een hoop geschreeuw vanuit de bomen boven onze hoofden. Ze hebben blijkbaar in de lucht geschoten om het dier weg te jagen. De bewaker vraagt of er iemand buiten kan blijven. Zo te horen vertrouwt hij het niet zo erg met al die dieren in het oerwoud.
Face ligt naast me. Ik schuif een beetje dichter naar hem toe, zodat ik iets in zijn oor kan fluisteren.
"Als Hannibal in het donker wil aanvallen, kunnen we daar wel eens gebruik van maken."
"Wat bedoel je?" fluistert Face terug.
"Zo te zien zijn ze bang voor één of ander roofdier. Hannibal kan goed dierengeluiden na doen. Weet je nog dat ie een beer speelde in een kinderprogramma?"
"Wat denk je dat er hier rondloopt?"
"Het zou een panter kunnen zijn. In ieder geval een katachtige.”
"Maar geluiden kun je ook overdag gebruiken, hoor!" meent Face.
"Weet jij wanneer Hannibal van plan is om hier naar toe te gaan?"
"Nee. Misschien weet Murdock het. Wacht even.”
NADIA
‘Auwww…’
Kreunend sloeg ik mijn ogen op. Ik staarde naar het plafond. Heel in de verte hoorde ik de anderen.
‘kijk, ze wordt wakker!’
Ineens was er zoveel actie om me heen dat ik het niet meer kon bijbenen. Ik probeerde mijn hoofd rond te draaien, maar was zo zwak dat me dat niet eens lukte. Moedeloos sloot ik mijn ogen.
Achteraf had ik gemerkt dat ze weer last hadden van HET beest. Geen idee wat voor beest. De bewakers staken er al toortsen voor aan, maar het beest bleef terugkomen. Ik hoorde de mannen heen en weer rennen. Af en toe namen ze mijn pols op.
Iemand fluisterde: ‘De drugs doen hun werk te goed, waardoor ze niet lang meer heeft. Haar krachten komen zo terug, maar daarna heeft ze een terugval, gevolgd door een hartstilstand die ze niet te boven gaat komen.’
Ik dacht loom: ‘Maar ze hebben in elk geval geen spuit meer.’
Even later hoorde ik: ‘Die eerste twee komen ook bij en die zien er een stuk fitter uit. Hun dosis is uitgewerkt.’
Ik glimlachte vermoeid. Als ik stil lag, voelde ik inderdaad heel langzaam mijn krachten terugkomen. Alle gevangenen werden naar een kamer gebracht waar een machine stond te ronken. Het meisje van twee huilde. Toen ik kracht genoeg had, trok ik me moeizaam aan de muur omhoog. Overal had ik spierpijn en vooral in mijn voet waar de spuit uitstak. Ik rukte die eruit. Even werd ik misselijk en kreeg kotsneigingen die ik niet kon onderdrukken.
Ineens hoorde ik buiten een beer grommen. Op één of andere manier klonk het ietwat onnatuurlijk, maar dat merkten de bewakers niet. Ik wel, want ik had het oerwoud als tweede woning. Drie bewakers renden naar buiten, terwijl niemand mij in de gaten hield. Waarschijnlijk omdat ze toch niet dachten dat ik mijn krachten zou benutten. Maar als ik toch dood ga, dan maar moedig! Ik grijnsde en bedacht: wat heroïsch van me zeg. Maar ik had dan ook wat goed te maken.
Langzaam liep ik naar de deur. Ik beet op mijn lip om de pijn te verbijten. Alles draaide om me heen en verschoot constant van kleur. Mijn hart sloeg onregelmatig en mijn ledematen gehoorzaamden niet.
Buiten, bij de deur, hoorde ik geschuifel en gefluister. Ik voelde ineens mijn krachten wegvloeien. Ik stortte neer op mijn knieën en leunde tegen de muur. Hijgend probeerde ik op adem te komen, wat niet lukte. Gemorrel aan de deur. In een helder moment zag ik dat die kneuzen de sleutel erin hadden laten zitten. Met mijn laatste krachten draaide ik de sleutel om. Ik viel op de grond en verslapt verloor ik het bewustzijn opnieuw, terwijl de drug, het gif, zijn werk deed.
AUDREY
Het gebeurt me niet elke dag een man zo emotioneel te zien. Ik vermoed dat de geschiedenis achter de ontvoering van zijn ouders nog heftiger is dan hij ons verteld heeft. Ik houd Moody vast tot hij stopt met huilen.
"Gaat het echt goed met ze?" wil hij weten.
"Ritchie zei dat B.A., Chris, Mitch en Marcello hen wel ondervoed en ziek gevonden hebben, maar dat ze in het Indianendorp goed opknappen. Ik weet niet of ze je ouders hebben verteld over jou. Maar nu heb je wel een goede reden om op een verstandige manier beter te worden."
Moody knikt en ik ontdek iets in zijn ogen dat ik nog niet eerder zag. Is het angst of is het schaamte?
"Zie je er soms tegenop om je ouders terug te zien?" vraag ik hem op de man af.
Hij buigt zijn hoofd en zwijgt. Moody heeft zo te zien tijd nodig om daar antwoord op te geven. Dat geef ik hem dan maar. Ik ben ook aan wat rust toe en verlang naar een warme douche.
"Dan ga ik nu maar. Beterschap. Tot morgen."
Ik leg even een hand op zijn schouder en vertrek. Bij de deur kijk ik eventjes om. Moody kijkt me aan.
"Bedankt. Voor alles. Morgen zal ik je alles vertellen," zegt hij met een verontschuldigende blik.
In de hal staat de chauffeur van de ambassadelimousine netjes, met zijn handschoenen in zijn ene hand, te wachten.
"Bent u klaar voor vertrek, mevrouw?"
Ik knik en geef hem nu wel de kans om de deuren voor me open te houden.
Bij de ambassade staan Lydia en Lesley me op te wachten bij de grote voordeur. Lydia loopt me tegemoet en geeft me een knuffel.
"Wat ben ik blij om jou te zien. Alles goed met je?" vraagt ze.
Ze bekijkt me van top tot teen om te controleren of ik nog helemaal heel ben. Ook Lesley begroet me hartelijk en wil natuurlijk weten of ik Face nog heb gesproken of gezien.
"Lieve meiden, ik heb een heftige dag achter de rug; ik voel me vies, ik ben moe en ik heb slaap. Vinden jullie het erg als ik eerst een poosje uitrust en dan al jullie vragen beantwoord?"
Lydia kijkt op haar horloge en ziet dat het al heel laat is.
"Ja, natuurlijk! Kom gauw, dan kun je lekker douchen en gaan slapen."
Voor we de gastvertrekken betreden legt ze haar vinger op haar mond, ten teken dat we langs de slapende kinderen komen.
Een half uurtje later stap ik schoon en moe, maar ook nieuwsgierig naar wat Moody allemaal zal gaan vertellen, in bed en het duurt niet lang of ik ben in dromenland.
B.A.
Ook Murdock weet niet precies het tijdstip waarop Hannibal alle troepen op bunker II af wil sturen.
Ik krabbel voorzichtig op en sluip naar Marcello. Hij is bewaker geweest en weet misschien wel of Troy, en sinds kort Ethan, zijn bewakers in ploegen laat werken. Ik leg Marcello die vraag voor, omdat ik wil weten of we te maken kunnen krijgen met een ploegenwisseling. Als je daarvan niet op de hoogte bent, kun je daar mooi door verrast worden. Weet je het wel, dan kun je er handig gebruik van maken. Marcello vermoed dat er hier wel in ploegen zal worden gewerkt, omdat het vermoeiend is om in die vochtige warmte van de vallei te werken.
"Kun jij de weg terug vinden in het donker?"
"Als het moet wel. Waarom? Wil je terug?"
"Ja. Mocht er een ploegenwisseling komen, hier bij de bunker, dan is het misschien wel handig om daar bij te zijn. Ik vermoed dat ze de ploegen zullen wisselen als de zon op komt. Als we nu teruggaan en iedereen optrommelen, dan kunnen we voor zonsopgang de vallei omsingelen en beide ploegen uitschakelen. Snap je?"
"Ja, helemaal. Goed idee."
We maken ons allemaal klaar voor vertrek en gebruiken een touw om elkaar niet kwijt te raken in het donkere oerwoud. Als we eenmaal achter de heuvel zijn, kan Marcello zijn zaklamp aan doen. Het loopt gemakkelijker als je ziet waar je voeten neerzet, maar wat je onderweg tegenkomt voor enge beesten.... dat wil je dan weer liever niet zien!
SHERIFF
Nadat Hannibal de rest van zijn team met Marcello het oerwoud had ingestuurd, ben ik naar de blokhut gelopen en een praatje gaan maken met de bevrijde gijzelaars. Toen ik ontdekte dat de twee oude mensen Moody's ouders zijn, ben ik naar Ritchie gegaan en heb hem dat door laten geven aan Audrey. Waarom moest Moody nou toch gewond raken? Hij wilde zo graag bij de bevrijding betrokken worden!
Ik denk dat hij op die manier aan zijn ouders had willen laten zien, dat hij zijn leven gebeterd heeft.
FACE
Murdock en ik lachen zodra we Peter onderuit hebben getrokken. Hij vind het zelf maar niets. B.A. heeft het gemakkelijk. Hij heeft namelijk van zichzelf al een goede huidskleur.
“B.A., zou je die kettingen niet af doen?!”
“Echt niet, ze zijn een deel van me,” fluistert hij terug.
“Ja, maar wat nou als ze met een zaklamp of zoiets hierheen schijnen en ze zien jouw goud blinken?! Dan weten ze dat we hier zijn!”
Dan gromt B.A.: “Oké, laat dan maar.”
Na een tijdje besluiten we weg te gaan en lopen voorzichtig met een zaklamp door het oerwoud.
In ieder geval een tip voor iedereen: ga nooit maar dan ook nooit ’s nachts door het oerwoud! B.A. en ik stappen ergens op en voor we het weten hangen we in een net aan een boom.
“Nou, erg leuk!” zeg ik boos.
Murdock en Peter gaan op zoek naar iets om het net mee los te krijgen, want waar het vast zit kunnen ze niet vinden en we hebben ook geen mes bij ons.
PETER
Murdock blijft op een gegeven moment staan waardoor ik tegen hem opbots.
“Wat doe je nou?”
“De indianen hebben toch wel messen of zoiets?” veronderstelt Murdock.
Ik knik en samen rennen we naar het indianendorp.
MIGUEL
Audrey is gearriveerd en Lydia en Lesley gaan meteen naar haar toe. Lesley komt even later met een bedrukt gezicht de woonkamer binnen.
“Wat is er Lesley?”
“Niets, laat maar,” zegt ze.
Ik besluit ook maar naar bed te gaan, want ik heb niets te doen en ben bovendien moe.
LESLEY
“Hoi Audrey, wat fijn dat je nog helemaal heel bent. Heb je Face nog gezien of gesproken?” vraag ik.
"Lieve meiden, ik heb een heftige dag achter de rug, ik voel me vies, ik ben moe en ik heb slaap. Vinden jullie het erg als ik eerst een poosje uitrust en dan al jullie vragen beantwoord?"
Audrey gaat slapen en ook Lydia zoekt haar bed op. Ik niet. Ik wil eerst weten hoe het met Face gaat!
Iedereen ligt al op bed en ik ga in de woonkamer zitten. Zacht stromen er tranen over mijn wangen tot er opeens iemand binnenkomt.
MURDOCK
Ik was samen met Peter op zoek naar iets bruikbaars om Face en BA los te kunnen maken. Als we een scherpe bamboetak hebben gevonden, horen we iemand op zijn vingers fluiten.
"Dat is Hannibal, de kolonel roept ons," zei ik. "Kom, dan maken we snel Face en BA los."
"We moeten weg hier voordat ze erachter komen dat er iemand in deze val zit," antwoordt Peter.
Even later rennen we met ons groepje achter Marcello aan terug naar het Indianendorp .
Hannibal wacht op ons in de ochtendschemering. Hij heeft iedereen die hij nodig heeft voor de bevrijdingsactie klaar staan. Snel brengen we verslag uit over onze missie in het oerwoud, zodat Hannibal die gegevens nog in zijn plan kan verwerken. Dan voegen we ons bij de groepen waar hij ons bij ingedeeld had.
HANNIBAL
Langzaam wordt het een beetje lichter in het oerwoud. We moeten nu snel op pad. Murdock, Face, B.A., Peter en Marcello denken dat er een ploegenwisseling komt en als het even kan, willen we zoveel mogelijk van die lui uitschakelen. Ik heb de indianen en bewakers verdeeld in vier groepen. Wij vorm met Bob de voorhoede om voor afleiding te zorgen. We kunnen allebei aardig brommen, al zeggen we het zelf.
Marcello, onze oerwoudkenner, gaat weer voorop, maar als we de bunker naderen geeft hij het commando over aan mij. Vanaf nu communiceren we met gebaren. Ik stuur Murdock met zijn groep indianen en bewakers naar de achterkant van de bunker, Frank met zijn groep naar de linkerkant, Face met zijn groep naar de rechterkant en B.A. blijft aan de voorkant. Hij heeft de beste schutters bij zich en de sterkste mannen, om ervoor te zorgen dat iedereen die uit de bunker komt opgevangen wordt, of het nu bewakers, laboranten of gijzelaars zijn.
Murdock laat weten dat hij op post is door een uilenschreeuw. Frank seint met een zangvogeltje, hij kan goed fluiten. Face doet een prairiewolf na. Niet zo heel toepasselijk, we zitten hier in een oerwoud, denk ik met een glimlach. Ik tik Bob op zijn schouder ten teken dat wij nu aan de beurt zijn. Hij gaat linksaf, ik neem de rechterzijde en we hebben afgesproken dat ik begin met m'n roofdier. Ik maak het geluid van een panter. De bewakers draaien zich om en kijken om zich heen. Even later klinkt er een schreeuw tussen het gebladerte.
"Haal het van me af!!" roept de man die met een geweer in de richting van het geluid loopt.
Giovanni en een indiaan van Face zijn groep leggen hem snel het zwijgen op en geven hem door aan iemand die hem naar de achterhoede brengt en hem daar zal bewaken.
Nu is Bob aan de beurt. Aan de linkerkant van de bunker laat hij een zwijn rondscharrelen, hij knort er lustig oplos. Voor de bewakers betekent dat een maaltje vlees, dus loopt er iemand de struiken in om het varken neer te schieten. Hij komt echter niet verder dan het richten van zijn wapen, want Frank en zijn mannen schakelen hem uit met een welgemikte knal tegen zijn hoofd. Ook deze bewaker wordt afgevoerd. Ondertussen ben ik naar de achterkant geslopen en laat daar de panter klinken. Hier staan twee bewakers. Deze mannen laten er geen gras over groeien. Meteen schieten ze in de richting waar het pantergeluid vandaan kwam. Maar ik was daar niet blijven staan en Murdock en zijn mannen lagen meteen op de grond toen ze zagen dat die lui hun wapens richtten. Een stukje verder laat ik een gehuil horen van een gewond dier. Meteen rennen de bewakers op me af. Voor ze weten wat hen overkomt worden ze overmeesterd door Murdock en zijn mensen.
De indianen die de bewakers hebben afgevoerd hebben hen hun kleding uitgetrokken. Bob en ik trekken ze aan en lopen dan naar de bunker toe. We doen alsof wij de aflossing zijn en ondertussen hopen we maar dat de echte nog even op zich laat wachten.
Buiten de bunker zien we geen bewakers meer. Ik doe een uil na. Dat is het teken dat Face, B.A., Murdock en Frank naar de ingang moeten komen om ons dekking te geven. Alleen dat plannetje gaat nogal mis. Als we bij de ingang komen, komt er een bewaker naar ons toe en vraagt wat wij komen doen. Blijkbaar weet hij meteen dat wij niet bij de bewakers horen.
"Wat wij doen? Nou, de gijzelaars bevrijden natuurlijk!" zegt Bob kwaad.
Ik kijk verbaasd naar hem als hij de bewaker een knal verkoopt. Daarna komen er nog eens vijf aan.
Ik slik en mompel: "O-oooh!"
Ik fluit op m'n vingers. Bob en ik drukken ons tegen de muur en laten de bewakers eerst naar buiten rennen. Dat is het teken om tot de aanval over te gaan. Voorop mijn team en dan de indianen. We hebben het al snel onder controle. De bewakers worden door de indianen vastgebonden en Bob, Face, B.A., Frank, Murdock en ik houden de boel in de gaten met onze m16. Daarna rennen Bob en ik met ons team naar binnen. Iedereen neemt een deur om naar gijzelaars te zoeken.
Eerst controleren we hun gezondheid. De indianen wachten buiten en zullen de gijzelaars naar het kamp brengen. De meesten zijn er gelukkig redelijk aan toe en kunnen lopen, maar B.A. vindt een vrouw die half dood op de grond ligt.
"Dat is een injectie geweest," zei Bob kwaad.
Face vind een baby van een paar maanden oud die zojuist is bezweken.
Als we druk bezig zijn met het verzorgen van de gijzelaars, komt er achter onze rug een man in een witte jas uit een ruimte aan het eind van de gang geslopen. Hij klimt een ladder op en opent een luik in het dak van de bunker. Dat luik knerpt echter, omdat het een lange tijd niet is opengedaan, en dat verraad zijn aanwezigheid. Ik zie nog net een voet door het luik verdwijnen en hoor voetstappen op het dak. De man springt naar beneden en rent het oerwoud in. De drugsfabriek is dus actief! Ik bedenk me geen moment en zet de achtervolging in.
BOB
Hannibal rent alsmaar dieper het oerwoud in.
"Hannibal, wacht op ons!" roept ons team, maar hij is al weg.
"Ik ga wel," en voeg de daad bij het woord.
"Dat gaat nooit goed!" hoor ik iemand achter me zuchten. Ik zie Marcello opstaan. Hij volgt me.
MURDOCK
Bob rent als een gek achter Hannibal aan het oerwoud in en Marcello volgt. Ik kijk naar de eerste gijzelaars die naar het indianendorp worden gebracht.
"Wat zal ik nou doen? Naar Hannibal of toch die gijzelaars helpen?" vraag ik mezelf.
Ik maak me ontzettend druk en begin te springen.
"Wie gaat er mee?
B.A.
Ik schrok me rot toen ik in ineens ondersteboven in een net hing. Ik wilde brullen van woede, maar als ik dat zou doen zouden we de bewakers op ons dak krijgen. Dus ik wachtte netjes tot Murdock ons bevrijdde.
Terug in het indianendorp vertellen we aan Hannibal wat we op onze missie hebben waargenomen en gaan we meteen over tot de grote operatie: het bevrijden van de laatste gijzelaars. Hannibal had gisteren al de groepen ingedeeld, zodat we op de plaats van bestemming alleen nog horen welke positie we met onze groepen moeten innemen.
Het uitschakelen van de bewakers die buiten lopen verloopt vlot, maar als Face, Murdock, Frank en ik bij Hannibal en Bob voor de bunker staan komen er nog een aantal naar buiten. Ook die worden uitgeschakeld en kunnen we eindelijk naar binnen. Hannibal gaat als eerste, Murdock als tweede, ik als derde, Face als vierde en Bob als vijfde. Systematisch doorzoeken we de hele bunker.
De ruimte naast die van Murdock is helemaal leeg, dus ik loop door naar een deur waar nog niemand naar toe is gegaan. De deur staat op een kier. Langs de wand zoek ik naar een lichtknop, maar die vind ik niet. Dan loop ik naar buiten en pak een brandende toorts om bij te lichten. Het ding stinkt en walmt, maar ik heb licht en dat vind ik nu belangrijker. Als ik de deur helemaal open wil duwen merk ik weerstand. Bij het zachte licht van de toorts zie ik iets op de grond liggen. Ik kniel en ontdek dat het een vrouw is. Ze heeft een hartslag, maar ze voelt aan of ze half dood is. Ik trap de toorts uit, pak de vrouw op en breng haar naar buiten. Bob herkent de symptomen en stelt vast dat ze een injectie heeft gekregen. Als we haar armen nakijken zien we echter geen wondjes die daar op wijzen. Maar als ik haar voeten bekijk, zie ik een naald in haar schoenzool steken. O jee! Volgens mij heeft ze een flinke dosis gif binnengekregen en op een plek waar het veel kwaad kan.
Plotseling ontstaat er chaos en zet Hannibal het op een lopen. Bob zegt dat ie iemand achterna zit en volgt Hannibal het oerwoud in. Marcello voelt zich genoodzaakt met hen mee te gaan, hij als gids kent dit oerwoud.
Murdock vraagt wie er nog meer mee gaan en wacht onrustig op antwoord.
"Ik niet, deze vrouw moet zo snel mogelijk naar de medicijnman."
We verbinden de voet van de vrouw en dan neem ik haar direct mee. Een aantal indianen weet ook aardig de weg en we gaan in colonne achter hen aan: gijzelaars ondersteunend of dragend.
Timo loopt achter me, hij helpt een vrouw met een paar kinderen. De vrouw draagt een baby in haar armen en loopt te huilen. Voor haar kindje kwam de bevrijding te laat. Het stierf vlak voordat wij de bunker omsingelden.
Het wordt steeds lichter, de zonnestralen komen hier en daar al door het bladerdak van het oerwoud. Het laatste stuk naar het indianendorp lopen we onder de blauwe hemel en dan komt Timo naast me lopen. Hij bestudeert het gezicht van de vrouw die ik draag.
"Volgens mij ken ik haar," zegt hij, maar omdat hij haar gezicht op zijn kop ziet weet hij het nog niet zeker.
"Loop maar mee naar de medicijnman, dan kun je haar beter bekijken," antwoord ik.
De medicijnman en de vrouwen van de stam hebben zich goed voorbereid: er liggen een aantal bedden op een rij, verschillende ketels met vreselijk geurende brouwsels staan boven vuurtjes en naast zijn tent staan een vijftal behandeltafels, zodat hij alles bij de hand heeft.
Voorzichtig leg ik de vrouw neer. De medicijnman komt direct aansnellen en gebaart ons opzij te gaan.
Timo blijft naar de vrouw staren. Op een moment haalt hij een kom water en een doek en begint haar gezicht schoon te maken. Vanonder stof en bloed komt een vrouw met een intelligent gezicht tevoorschijn. De kom met water valt uit zijn hand en de doek valt op haar schouder. Timo blijft als versteend staan en mompelt: "Nadia..."
Ik schrik van het gerammel van de kom en kijk op.
"Timo? Wat is er?"
"M'n zus... B.A. Dat is m'n zus."
"Wist je niet dat zij ontvoerd was?" vraag ik verbaasd.
Timo staat nog altijd in dezelfde houding en kijkt me niet aan.
"Nadia... Onze zus..." stamelt hij nog eens en dan komt er eindelijk weer beweging in de man.
HANNIBAL
De man die ik achterna rende had een behoorlijk goede conditie, want ik had moeite om hem bij te houden.
"Blijf staan jij!!" schreeuwde ik, waarna ik een aantal schoten loste.
De man bleef doorrennen, maar draaide zich even later toch om en trok een pistool. Ik dook meteen weg en kon één kogel ontwijken, de tweede raakte mijn schouder. Ook ik trok mijn pistool en raakte hem ook. Als ik opsta springen er twee mannen uit de struiken. Eén hield me onder schot en de ander duwde watten onder mijn neus. Ik bleef me verzetten en slaagde erin me met mijn laatste beetje kracht uit zijn greep los te worstelen. De man met het pistool keek me zeer strak aan. Als hij wil schieten komen Bob en Marcello aangerend. Ze openen het vuur en de mannen maken dat ze wegkomen. Ze laten hun in het wit geklede maat achter.
Ik ren achter de vluchtende mannen aan en snijd ze de pas af.
"Jullie ontsnappen niet nog een keer," zei ik kwaad terwijl ik ze onder schot hield.
Ze waren totaal niet onder de indruk en keken me brutaal aan.
"Blijkbaar moeten we jou doden voor je opgeeft," zei de man die de watten onder mijn neus had gehouden.
"Je komt maar als je er klaar voor bent," daagde ik hem uit.
Hij bleef me aankijken tot hij werd besprongen door Bob. Ik nam de ander voor mijn rekening. Het kostte me veel moeite om hem op de grond te houden omdat het middel in de watten begon te werken. Ik werd er snel slap van en gaf me eraan over. De tweede man bedacht zich geen moment en zette het op een rennen zonder zijn maat te redden. Ik keek hem na en viel toen om.
MURDOCK
Na veel getreuzel besluit ik toch maar de kant op te gaan waar Hannibal, Bob en Marcello heen gingen. Na een kwartier rennen hoorde ik stemmen en sloop via de struiken dichterbij.
Marcello stond bij de gewonde man, maar waar waren Hannibal en Bob? Ik liep naar hem toe en vroeg het.
"Bob is achter Hannibal aangegaan, hij ging die kant op," antwoordde hij naar links wijzend.
"Dank je, hoe is het met onze ontsnapte meneer?"
"Iemand heeft hem in zijn been geraakt, waardoor hij niet meer verder kon en zich overgaf," zei Marcello lachend.
Even later tref ik Bob aan bij een man die hij tegen de grond had gesmeten.
"Wat doe jij nou?" vroeg ik verbaasd.
Bob keek op. "Oh… met Hannibal gepakt. Hij is nog achter die andere aan," zei hij lachend.
"Waar is hij heen gegaan?" vroeg ik.
Bob wees naar rechts. Ik liep door het oerwoud en trof hem een paar honderd meter verderop aan, gewond en ingestort. Hij was nog bij, maar dat kon ieder moment omslaan.
"Wat hebben ze met jou gedaan?" vroeg ik hem.
"Geprobeerd te verdoven," zei hij.
"Kan je lopen?"
"Met de nodige begeleiding wel ja, maar schrik niet als ik neerval."
"Welnee, kom op," zei ik met een lach terwijl ik hem ondersteunde.
We liepen langzaam naar Bob en Marcello terug. Met onze vangst aan elkaar vastgebonden vertrokken we naar de bunker en daarna naar het indianenkamp.
Als we aankomen bij het kamp, pak ik snel wat water voor Hannibal en laat hem drinken. Het toegediende middel maakte hem slap. Ik hielp hem te gaan liggen toen er een indiaan aankwam die verbaasd keek. Hij vroeg wat er aan de hand was en ik vertelde het verhaal. Nu moest ik Hannibal iets geven waardoor hij bij zou komen.
"Ben benieuwd," zei ik terwijl ik het medicijn aannam.
Hannibals schouder zat onder het bloed.
"Kan je deze schotwond ook behandelen?" vroeg ik aan de indiaan.
Hij knikte en ging het beloofde medicijn halen. Toen ik het Hannibal gaf, bleek het nog te werken ook.
"Wauw, die indianen zijn goed," zei ik tegen mezelf.
Hannibal kwam bij en de indiaan behandelde de schotwond.
"Blijf maar liggen," zei ik.
Ik bleef bij hem. Toen Bob onze vangsten in een kooi gevangen had gezet kwam hij bij ons zitten.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.