Hoofdcategorieën
Home » One Direction » All by mind and memories -Larry Stylinson » Home is where your heart is set in stone [1]
All by mind and memories -Larry Stylinson
Home is where your heart is set in stone [1]
Het lente briesje zorgde ervoor dat mijn neus prikkelbaar werd. Ik rook elk klein geurtje in Regents Park. Het vers gemaaide gras was mijn favoriete geur, samen met de geur van regen. De regen die deze ochtend hier had gevallen op de droge warme tegels. Het liet een prettige geur achter gemixt met het gemaaide gras. Af en toe rook ik een vlaag van baby-olie door een peuter die voorbij hobbelde.
Mijn looppas was vlug en energiek. Mijn kop telefoon ruste op mijn nek. De muziek stond niet aan. Het draadje van de koptelefoon was wel al vast gekoppeld aan mijn iPod.
Ik werd vandaag wakker met een goed gevoel. Ik voelde me prettig en opgewonden over de lente. De afgelopen maanden had ik te vaak binnen gezeten door de sneeuw. Eigenlijk kwam ik sowieso niet graag buiten. Alleen in de lente. En dan alleen om op het gras te liggen en te luieren. Kort samengevat ik was verschrikkelijk lui en nu ik mijn baan kwijt was, was er geen reden geweest om mijn bed uit te klimmen.
Ik passeerde verschillende types mensen. Oude verrimpelde mensen die hun laatste jaren verspilde aan de jeugd begluren in het park. Zakenmensen die een uitvlucht van drukte zochten in het park. En tot slot jeugd die hier of een balletje trapte of met een groep rond een bank hing.
Toch leek ik bij geen van alle te horen. Een te oude ziel om een balletje te trappen, niet dom genoeg om mijn dagen te verspillen met aanhangsel zijn, en te laf om mensen te begluren. Ik was meer het observerende type, niet het nieuwsgierige type. Ik observeerde mensen en creëerde een verhaal voor ze in mijn hoofd gebaseerd op één blik. Hoogstwaarschijnlijk niet waar dus. Ik haatte het, maar het ging bijna automatisch.
Stel je voor, je zit in een lunch café. Een chagrijnig serveerster doet vervelend en bot tegen een klant. Het eerste vooroordeel die iedereen maakt is dat ze een ongezellig, irritant persoon zou zijn. Maar misschien heeft ze die ochtend wel haar man betrapt met een ander, of is haar zoon in een auto ongeluk geraakt.
Ik zet automatisch vooroordelen uit en graaf dieper. Vaak onnodig.
Toen ik een bepaalde plek in het park had bereikt sloeg ik van het pad af. Sommige mensen keken me raar aan. Het prikte me even. Ik vond aandacht niet fijn. Het liet me twijfelen aan elke beweging die ik maakte. Toch liep ik door, het was nog vreemder als ik me nu weer terug naar het grintpad begaf. Ik zette mijn koptelefoon op mijn oren, over mijn donkergroene beanie. Vandaag droeg ik een witte tanktop en een grijze skinny jeans. Ik hield van skinny jeans, echt geen flauw idee waarom maar ik voelde me er prettig in.
Ik liep door was bosjes en duwde daarbij een heel aantal takjes weg. Uiteindelijk zag ik het begin van het kleine plasje. Het was niet groter dan een paar vierkante meter maar het was rustgevend.
Mijn benen lieten mijn lichaamsgewicht vallen voor de oever. Ik zocht een comfortabele houding op mijn rug en greep vervolgens naar mijn iPod. Ik zette een willekeurig liedje aan en sloot mijn ogen. Mijn zicht was oranje door de zon. Het voelde fijn, die warme zon prikkelend op de dunne huid van mijn gezicht.
Mijn hersenen leek zichzelf uit te zetten. Ze dachten nergens meer aan. En heel langzaam slipte ik weg in een soort van wereld tussen slapen en wakker zijn in. Ik wist dat ik in het park lag, ik hoorde zelfs nog alle geluiden maar bewegen of echt wakker zijn was ik niet. Ik weet niet hoe lang ik daar lag. Maar ik wist wel dat ik wakker werd geschud door het mos dat overduidelijk inzakte naast me. Als in een reflex opende ik mijn ogen en drukte ik mijn iPod op pauze. Aangezien mijn vingers zich al die tijd al om iPod hadden geklemd ging dat vlug en soepel. Ik spande de spieren in mijn rug en schoot overeind, mijn hand zette ik zijwaarts op mijn voorhoofd als een soort zonneklap zodat mijn zicht duidelijker werd.
Er was een jongen naast me gaan zitten in kleermakerszit. Ik haalde mijn hand weer van mijn voorhoofd en liet mijn bovenlichaam op mijn ellebogen steunen. Ik moest wel mijn wenkbrauwen fronsen voor de zon nu. Maar dat maakte niet uit. De jongen had zijn ogen gesloten. Het was een jong persoon, rond de 20. Hij had een jeugdig gezicht maar toch een strakke kaak waardoor hij meteen ouder leek. Zijn neus leek perfect. Meestal waren de neuzen van mensen net iets te bol, scherp, lang, klein of groot. Deze neus leek precies op zijn gezicht te passen. Hij had smalle maar toch volle lippen en goudbruine haren die in een rommelig model zaten. Over zijn rommelige kapsel had hij een grijze beanie getrokken. Hij droeg integendeel met mij wel een t-shirt. Het logo van de band The Who was erop geplakt. De mouwen waren slordig afgeknipt. Waarschijnlijk was het vroeger een normaal shirt geweest. Hij droeg een zwarte skinny. Ah, net zoals mij een skinny fan. Een jongen die een skinny droeg was zeldzaam. Ten minste, hier in London wel. Zijn gekruiste benen toonde slank af. Als laatste merkte ik op dat hij Toms droeg. Toms waren razendpopulair de laatste tijd. Bij heel veel mensen stonden ze niet, net zoals crocs maar bij deze jongen stonden ze wel leuk.
Helaas begon mijn ongemakkelijkheid omhoog te kruipen, mijn verlegenheid sloeg toe onder de blik van de jongen die mij ook aan het bestuderen was. Vlug keek ik naar zijn boven arm waar tattoo's op te zien waren. Net zoals bij mij.
Reacties:
whaaaaa, ook alweer zo'n mooi hoofdstuk <3
heel snel verder hé?!
haha, greetzz
Wouw, je schrijft veettt mooi!!!!
Melding!! En Gauw verder!
Lot of Love, Amy