Hoofdcategorieën
Home » A-Team » Where are the prisoners? » Where are the prisoners? Deel 27 (1-12)
Where are the prisoners?
Where are the prisoners? Deel 27 (1-12)
SHERIFF
B.A. kukelt bijna de boom uit, maar weet zich nog net vast te grijpen. De camera valt echter wel, met als resultaat dat ie nooit meer iemand kan verraden.
Als hij weer beneden is vraagt ie verontwaardigd: "Er was toch afgesproken dat de camera's met pijl en boog vernietigd zouden worden? Toch niet met kogels? Straks weten ze dat we in aantocht zijn! Dan zijn alle voorbereidingen voor niets geweest!"
B.A. neemt hoofdschuddend zijn plekje aan de oever weer in. Al snel komen we erachter dat het niet Hannibal of zijn groepsleden zijn die schieten, maar mannen die op de uitkijktorens staan. Hannibal is wel degene die het schieten veroorzaakt, hij laat een wild dier brullen en blijkbaar werkt dat op de zenuwen van de bewakers.
“Die uitkijktorens... Dat is een mooi karweitje voor Geronimo,” mompel ik.
NADIA
Ik hield het shirt even van me af en keek ernaar. Het was ongeveer vier maten te groot, maar ik besloot het toch aan te trekken. Het leek wel een jurk! Ik pakte de riem terug en bond die om mijn middel, over het shirt. Dat zat beter. Polsband om en rennen maar. Bob maakte me een complimentje en ik glimlachte beleefd terug. Hannibal keek het schuin aan. Daarna kreeg ik de opdracht nog een aantal camera’s kapot te schieten, dit keer met een M16. Wat een ding zeg! Hannibal doet een leeuw na en ligt helemaal in een deuk als ze op hem schieten. Waar heeft hij last van!?
Bob komt naast me liggen en vraagt fluisterend hoe het met me gaat.
‘Goed,’ antwoord ik ietsje kortaf.
Ik houd Hannibal in de gaten. Even later komt hij terug.
‘Moeilijk, maar niet onmogelijk,’ grijnst hij.
Gespannen houd ik de M16 vast. Hannibal komt aan de andere kant naast me liggen en wijst me af en toe wat aan op de M16. Hij pakt mijn hand en vouwt mijn vingers in de juiste stand. Ik kijk even schuin naar hem. Als hij op dat moment ook naar mij kijkt, glimlach ik even nerveus.
Ik fluister: ‘Dit is heel wat anders dan een pistool.’
Hij knikt grijnzend: ‘Dit gaat je zeker beter bevallen.’
De bewakers zijn tot rust gekomen en praten alleen maar luidruchtig met elkaar. Hannibal wenkt alle mannen bij elkaar. Ik ga op mijn knieën zitten en luister aandachtig naar wat hij te zeggen heeft. Bob kan zijn ogen niet van me af houden. Ik vind dat alleen maar vermakelijk en kijk naar Hannibal die zijn plan ontvouwt.
‘We vallen aan als het donker is. Nu gaat het niet, ze kunnen teveel zien. Eugon, jij gaat naar de andere groepen en zeg ze dat we pas aanvallen als ik vier keer kort fluit. Ga maar.’
Ik wil protesteren omdat hij een kleine jongen dat gevaarlijke werk laat doen, maar Hannibal snoert me de mond met deze verklaring: ‘Zo’n indianenjongen sluipt beter dan ieder ander.’
Ik knik gelaten. We gaan weer op een rijtje liggen, wachtend tot het donker wordt. Ik grijp naar mijn rugtas en open die voorzichtig.
‘Iemand zin in een boterham?’
Iedereen knikt gretig. Snel deel ik ze uit en neem er zelf ook één. Face neemt hem met tegenzin aan. Ik kijk naar de jonge gijzelaar die bij ons is komen zitten. Ik tijger naar hem toe en begin zacht een gesprekje met hem. Ik probeer erachter te komen hoeveel bewakers er zijn en hoeveel gijzelaars. De jongen geeft kort antwoord, hij lijkt apathisch. Ik schuif naar Hannibal toe.
‘Kunnen we die jongen niet beter de weg wijzen naar het dorp?’
Hannibal schudt zijn hoofd.
‘Nee, we hebben iedereen nodig hier.’
Net op dat moment komt Eugon terug. Ik kijk Hannibal vragend aan. Hij knikt. Ik tijger naar Eugon toe en fluister: ‘Jij moet deze jongen naar het dorp brengen. Het is gevaarlijk, dus wees voorzichtig.’ Eugon knikt en ik geef hem de boks die ik hem heb geleerd. Even later verdwijnen de jongen en hij in de steeds donker wordende jungle. Even later is de rust hier weer teruggekeerd. Nu is het wachten op de aanval. Het is drukkend warm in de jungle. In korte tijd rukt een vochtige kou op. Ik ril in mijn shirt. Daarom had ik mijn bloesje meegenomen, helaas zit dat in reepjes om mijn enkel. Ik wrijf mijn armen warm, maar ik kan het niet helpen dat ik een beetje blauw aanloop. Ik verbijt mezelf en hou mijn aandacht bij de omgeving.
FACE
Lang boos blijven kan ik niet. De anderen hadden eigenlijk wel gelijk dat zo’n beest reuzengevaarlijk is. Dat besefte ik gewoon niet op dat moment.
Iedereen van het team sjouwde zijn eigen rugzak en ik nam nog een paar extra jassen mee. Toen Nadia rilde van de kou en sloeg ik één van de jassen om haar heen.
“Het spijt me dat ik zo rot tegen je deed over Wally.”
“Excuses aanvaard,” zei ze meteen.
Zelf trok ik mijn favoriete zwarte leren jack aan. Het hielp goed tegen de kou ook al was het niet zo dik.
Zo te zien zijn de bewakers nog steeds op zoek naar het beest. Waarschijnlijk verwachten ze het ieder moment. Gelukkig kan ik mijn lachen inhouden.
“Dat beest moet hier ergens zitten!” horen we een man zeggen.
De mannen praten luid, maar op een gegeven moment horen we niets meer. In no time voel ik een geweer tegen mijn rug drukken.
“Zo te zien hebben we wat bezoek. Meekomen jullie!”
Zuchtend staan we op. Snel blaas ik op het fluitje maar meteen pakt de bewaker het af. Zouden ze het gehoord hebben, vraag ik me af als we worden meegenomen. Niemand van de andere groepen komt tevoorschijn.
“Zo zijn we natuurlijk wel eerder binnen,” grijnst Murdock.
“Echt niet grappig!” sis ik terug.
We worden naar een soort van laboratorium gebracht. De eerste proefkonijnen zitten er al. Nadia, Murdock, Hannibal en ik worden erbij gezet. Murdock begint kwaad te schreeuwen.
“Hou je even stil! Ik ben aan het nadenken!”
Al snel worden Hannibal en ik uit de groep gehaald en op een stoel vastgebonden.
"Jullie blijven van me af! Als jullie dat maar weten!!" schreeuw ik.
PETER
Ik had al een gevoel dat het wachten tot het donker werd gevaar zou gaan opleveren. Ik hoorde dat er iemand op een fluitje floot. Het was één keer lang! Daarna zie ik dat Hannibals groep wordt meegenomen.
"Geweldig! Wat moeten we nou doen? Vallen we nu gewoon aan?"
"Nee, dan hebben we kans dat er doden vallen," zegt Geronimo.
HANNIBAL
We werden meteen naar binnen gebracht naar een soort van laboratorium waar al andere mensen zaten. Face en ik werden in een stoel gezet en onze handen werden vastgemaakt. Een bewaker kwam met een spuit aan, maar ik draaide weg en liet me op de grond vallen. Ik deed alsof ik erg veel pijn had. De andere bewakers concentreerden zich op Murdock en Nadia. Dit was mijn kans om de touwen los te krijgen en ze hier eens een lesje te leren a la A-Teamstyle. Voor ik zover was, kwam er een wetenschapper aan met een spuit. Als hij die ik mij wil steken, geef ik hem een harde trap en spring overeind. De touwen waren los en ik snelde naar Nadia. Eerst maakte ik haar los, daarna Face en Murdock. Op de tafel lagen onze wapens. Ik pakte mijn pistool en m16 en keek om me heen. Door een ruit springen vond ik altijd al geweldig en dat kon ik nu weer doen.
"Iemand zin om te springen?" vroeg ik met een grijns.
Ze keken me allemaal aan met een blik van: die is gek.
"Kom op, niet zo verlegen, dat raam bijt niet".
We moesten de anderen bevrijden. De kooi stond buiten maar ver in een gecamoufleerd gedeelte wat je niet snel kon zien.
NADIA
Als we ineens overeind gesleurd worden en in een cel worden gedumpt, zakt de moed bij mij tot het nulpunt. Hannibal, Face, Murdock en ik worden apart genomen, neergesmeten op een stoel en vastgebonden. Great. Als de bewakers even later met een spuit komen, voel ik machteloze woede opborrelen. Wederom groen spul. Maar dan gaat het snel. Hannibal springt overeind, slaat de bewakers neer, maakt ons los. Hij staat al met wapens in zijn handen als mijn doorbloeding weer op gang komt. Dan grijnst Hannibal dat we door het raam moeten. Ik zucht. De jas van Face doe ik af, die belemmert me nu alleen maar. Ik knik een beetje met tegenzin, maar dan springt Hannibal als eerste door de ruit. We zitten nogal hoog boven de grond, zie ik als ik vanuit de vensterbank naar beneden kijk. Hannibal steekt zijn handen in de lucht en vangt me op. Daarna staan Face en Murdock naast ons. Hannibal geeft me mijn pistool, de anderen hebben een M16. Al snel lopen we voorzichtig langs de buitenkant van de bunker naar de kooi waar alle anderen zitten. Helaas krijgt Hannibal de slot niet open en schieten zou te riskant zijn. Ik krijg een idee. Ik trek een haarspeld uit mijn haar waardoor het naar beneden valt. Ik buig het speldje om en frunnik zo het slot open. Meteen komen alle mannen naar buiten. Hannibal geeft ze de M16, pistolen en pijl en bogen die verderop tegen een muur stonden. Hannibal wenkt mij dicht bij hem te blijven en wijst dan één voor één de mannen aan en de richting die ze moeten kiezen.
Nu zijn de bewakers geen partij meer voor ons. Eén voor één worden ze uitgeschakeld en steeds verder dringen we de bunker binnen. Ik ren achter Hannibal de gangen door. Iedere keer bij een deur gaan we ernaast staan, Hannibal trapt de deur in en ik kijk of er mensen in zijn. Eventuele bewakers slaat Hannibal knock-out. Na een tijdje zijn Hannibal en ik aan de bovenkant van een trap.
‘Ga jij maar eerst,’ fluistert Hannibal.
Ik knik en loop langzaam naar beneden, pistool op scherp. De houten trap kraakt vervaarlijk. Hannibal sluit het luik waarna het aardedonker is. Mijn ogen wennen erg snel, die van Hannibal langzamer.
Als we eenmaal binnen zijn zegt Hannibal: ‘Nadia, ik zie geen hand voor ogen!’
Ik pak hem bij de hand en leid hem naar een deur in de hoek van de kelder. Dat is nog een hele toer, want overal staan en liggen dozen. Hannibal gedraagt zich als een olifantje in een porseleinkast. Als we eindelijk bij de deur aankomen, zie ik een fakkel hangen. Ik steek hem aan met lucifers die ernaast liggen. Ik kijk Hannibal aan. Hij doet de deur open en laat me voor. De gang is muf, donker en benauwd. Ik kijk over mijn schouder naar Hannibal en trek een wenkbrauw op. Ik haal een hand door mijn haar en druk me dan snel tegen de muur. Aan de andere kant van de gang horen we stemmen. Hannibal pakt mijn pistool tussen mijn broekriem vandaan en zet die op scherp. Ik doof de fakkel en al snel zien we vanuit de donkere verte, na een bocht waarschijnlijk, een andere fakkel opdoemen. Met mijn hand tast ik tegen de muur tot ik Hannibals hand voel. Hij pakt de mijne vast en geeft er een kneepje in.
FACE
Op een gegeven moment waren Murdock en ik Hannibal en Nadia kwijtgeraakt. Waar kunnen die twee toch zitten? We sluipen door de gangen en horen dan opeens een paar stemmen. We blijven staan en spreken af dat we ze knock-out slaan zodra ze de hoek om komen. De stemmen komen steeds dichterbij en als de eerste man de hoek om is sla ik hem neer. Murdock en ik denken de volgende twee ook makkelijk aan te kunnen maar we slikken als we ze zien. Het zijn twee reusachtige gespierde kerels. Een seconde kijken Murdock en ik elkaar aan, knikken en geven dan beide tegelijk een harde stomp in de maag van de ene man. Het maakt geen indruk op hem. De tweede pakt ons in de kraag en tilt ons zo op.
"Ja, sorry we wilden gewoon even de weg naar de wc weten. Verder niet," grijns ik.
"Neem ze maar mee!" zegt de ene reus tegen de ander.
Het is een bekende stem die dat zegt maar ik kan hem echter niet thuisbrengen.
Weer komen we op stoelen te zitten en worden onze handen stevig vastgebonden. De wetenschapper komt aanlopen met spuiten voor ons beide. De plannen zijn zeker gewijzigd want dit keer is het geen groen spul.
"Au!!!"
De wetenschapper prikt de naald in mijn arm en spuit hem helemaal leeg. Nu is ook Murdock aan de beurt. Daarna worden we gewoon vrijgelaten!
"Geniet nog maar even van je laatste minuten vrijheid," lacht de wetenschapper.
Waar heeft hij het over? Murdock en ik bevrijden andere mensen en zorgen ervoor dat ze naar buiten kunnen. Ik voel aan mijn arm, hoofd, voeten en buik waar zich bobbels vormen. Wat zouden ze ons nu weer hebben ingespoten? Na een paar minuten bedenk ik me iets.
"We moeten ervoor zorgen dat de gevangenen niet ontsnappen, Murdock," zeg ik tegen hem.
Murdock knikt en samen rennen we naar buiten. Er is geen mens meer te zien totdat opeens een man met goud opduikt.
"Hé Face! Murdock! Waar zijn Hannibal, Nadia en de rest?"
Meteen geven we hem een stomp in zijn maag, maar om hem knock-out te krijgen heb je zowat een bulldozer nodig. Meteen grijpt hij ons in onze kraag.
"HELP!!!"
Er komen een aantal bewakers naar buitengerend.
"Hahaha, ontsnap nu maar eens," grijns ik.
De man kijkt ons verbaasd aan.
HANNIBAL
Toen Nadia zich tegen de muur drukte volgde ik haar voorbeeld. We hoorden in de verte stemmen.
Ik zette mijn m16 op scherp en zij haar pistool. Ze doofde de fakkel. In de verte zagen we alweer een nieuwe hangen. Ze tastte met haar hand langs de muur tot ze mijn hand voelde. We hielden elkaar even vast tot ik er een kneepje in gaf en ze losliet. Ik gebaarde dat we verder moesten en we slopen samen door de lange donkere gang. De stemmen werden alsmaar luider. Er waren overduidelijk bewakers aanwezig.
"We moeten ze zien af te leiden. Kom op, terug naar die dozen, dan zetten we een val voor ze uit."
Ze ging akkoord. Zo stil als we konden, slopen we terug en maakten een val voor de bewakers.
BOB
Toen we werden betrapt kon ik mijn ogen niet geloven. Hoe kon dat allemaal zo snel gebeuren?
Het verwarde me. Voor ik het wist zaten al opgesloten in een kooi. Hannibal, Face, Murdock en Nadia werden al snel uit de kooi gehaald voor een experiment. Ik zuchtte en begon de hoop te verliezen. Ik keek naar mijn fluitje dat ik om mijn nek had hangen en gaf er het teken mee dat er gevaar dreigde. Er komt een bewaker op me af rennen. Hij wilde het fluitje hebben. Ik deinsde achteruit.
"Als je dit ding zo graag wilt hebben, kom hem dan maar halen," zei ik uitdagend.
Als de bewaker de kooi open wil doen hoor ik glasgerinkel en zie Hannibal en Nadia uit het raam springen. De bewaker was afgeleid. Meteen stak ik mijn armen door de tralies en hield hem met al mijn kracht vast tot Hannibal de bewaker knock-out sloeg en hem de sleutel afpakte. Hannibal rende samen met Nadia naar ons toe, maakte de kooi open en bevrijdde ons. Ik omhelsde hem tot er overal bewakers vandaan kwamen.
"Wat nu Hannibal?"
Hij wees ons één voor één allemaal wegen waar we naartoe moesten.
"Maar die scherpschutters dan?!" vroeg ik nog maar hij was al weg.
Ik rende naar Frank om hem te waarschuwen. Ik had bewakers achter me aan en rende zo hard ik kon weg. Nu gaf ik nog een keer het teken dat er gevaar was.
"FRANK, TEN AANVAL !!!" schreeuwde ik.
GERONIMO (Ritchie, Timo, Benjamin, Arlando, Rio, Peter en indianen)
Het duurt even voor we groen licht krijgen, maar onze groep kan nu ook aan de slag. Via de walkie-talkie liet Frank zojuist weten dat er uitkijktorens staan. Ritchie en ik gaan daar naar toe, wij zijn opgeleid tot scherpschutter. De anderen zorgen voor onze dekking. We maken onze wapens in orde, zetten er geluidsdempers op en dan neem ik nog even contact op met de andere groepen. Frank geeft aanwijzingen om de toren die zij hebben gezien te vinden en van Hannibals groep krijg ik de richting door van de toren waar zij vlakbij zijn geweest. Ze liggen zelf bij een derde, waar ze de bewakers de stuipen op het lijf hebben gejaagd met het nadoen van een hongerige leeuw. Als we dat horen moeten we allemaal lachen. Een leeuw in dit oerwoud? Wie trapt daar nou in? Hier lopen heel andere dieren! Toch bleek het een goede grap.
Vanuit onze startpositie komen we eerst de uitkijktoren aan het moerasgedeelte, tussen de poel en het heldere meer, tegen. De indianen nemen elk iemand van onze collega's mee, omdat zij de gevaren van het moeras kennen. Zodra zij hun dekkingsposities hebben ingenomen, klimmen Ritchie en ik in een boom van waaruit we de plateaus van de uitkijktorens kunnen zien. Ze zijn met zijn tweeën. Komt dat goed uit! Op onze takken overleggen we wie wie te grazen neemt en wat we kiezen: wapens of de mannen zelf. Als we de principes van het A-team volgen, mogen we niet schieten om te doden.
"Dat was bij Troy wel even anders, hè?!" zegt Ritchie tegen me.
"Ja, maar hier krijg je minder gewetensbezwaren van. Jij neemt de linkse, ik de rechter. We schakelen ze wel uit. We sissen als we onze mannen op de korrel hebben."
"Oké. En dan tegelijk?"
"Ja."
De mannen op het plateau staan niet stil en soms staat de één voor de ander. Op een moment klinkt er geroep van beneden en gaan ze naast elkaar staan met hun wapens voor zich. Dat schiet niet op.
Ik breek boven mij een stuk tak uit de boom en gebaar naar Ritchie wat ik daarmee ga doen. Ik gooi het naar de alligator beneden in het water in de hoop dat deze gaat grommen. En dat werkt. De mannen staan nu allebei aan een kant van het plateau. We richten en als we beide sissen, vuren we tegelijk. Bij het eerste schot worden de wapens uit hun handen gerukt, bij het tweede ontploffen ze in de lucht omdat we op de magazijnen schoten en met ons derde schot zorgen we ervoor dat ze voorlopig niets met hun arm kunnen doen. Snel maken we dat we de boom uit komen, want de stembanden van de bewakers doen het jammer genoeg nog wel. Onze mannen beneden schakelen de bewaker die op het geroep af komt uit door hem te bekogelen met flinke stenen. Die indianen zijn niet alleen goed met pijl en boog, maar kunnen met de hand ook goed richten.
Op naar de volgende toren...
SHERIFF
Geronimo en zijn mannen zijn in aantocht. Wij blijven nog even op onze plek tot we hen in de verte zien. Dan trekken wij op naar het noorden en wachten op instructies. Die blijven echter uit en dat vertrouwen we niet.
HANNIBAL
De val was gezet, nu was het nog discussiëren wie er voor lokaas wilde spelen.
"Oh laat mij maar," zei ik met een brede grijns terwijl ik Nadia een knipoog gaf.
Ze sloeg een arm om me heen en we keken elkaar even een tijdje aan.
"Ik ben zo terug met de bewakers," zei ik.
Terwijl ik naar de plek liep waar we de bewakers hoorden, keek ik heel sneaky om het hoekje. Er stonden vijf bewakers waarvan drie met geweren.
"Een eitje," zei ik tegen mezelf.
Ik pakte de fakkel, ging voor ze staan en deed alsof ik heel erg schrok. Ze keken op en haalden hun geweren tevoorschijn. Ik deed mijn handen omhoog, doofde de fakkel en gooide het smeulende ding tegen een bewaker aan. Toen zette ik het op een rennen. De bewakers renden met zaklampen achter me aan en schoten, maar ik was snel genoeg om me te verstoppen. Nu was het mijn beurt om terug te slaan. Ik had me verborgen achter wat dozen.
NADIA
Toen Hannibal voorbij was, duwde ik een paar dozen van de hoge toren af die op twee bewakers terechtkwamen. Aan de andere kant duwde Hannibal dozen naar beneden. Op een gegeven moment hebben we de bewakers ingesloten en kon ik mijn lach niet meer inhouden. Er stond nog maar één bewaker overeind en die keken we samen aan. Ik sloeg me armen over elkaar en Hannibal had zijn m16 op hem gericht.
"Ik denk dat het beter is dat je je overgeeft," zei ik met een glimlach.
De bewaker deed zijn handen omhoog. Ik liep naar hem toe. Plots gaf hij mij een rake klap en viel ik neer. Hannibal trok de bewaker meteen bij me weg en sloeg hem knock-out. Ik werd overeind geholpen en samen renden we verder de gang in. Daar deden we een griezelige ontdekking. We vonden een paar gijzelaars die er zeer slecht uitzagen. We maakten hen los. Ze keken ons bang aan. Het was een afschuwelijk gezicht. Voor het eerst keek Hannibal bezorgd uit zijn ogen en drukte een gijzelaar tegen zich aan. De man werd helemaal emotioneel van deze reactie.
MURDOCK
Eindelijk werden we door Hannibal en Nadia bevrijd en kregen we onze wapens terug.
"Thanks colonel," zei ik dankbaar.
We kregen meteen de instructies. Iedereen moest de gangen van de bunkers veilig maken. Ik rende met Face door de gangen tot we werden gegrepen en meteen een spuit toegediend kregen. Het was groen spul. Daarna lieten ze ons weer los. Ik keek agressief uit mijn ogen. Even later zagen we BA staan en renden op hem af. We dachten overduidelijk hem aan te kunnen. We gaven hem een stomp maar echt neer ging hij niet.
EUGON
Ik wist niet wat ik meemaakte toen Hannibal en Nadia ons kwamen bevrijden. Gered door mijn held. Ik glimlachte en wilde hem een knuffel geven, maar Hannibal gaf meteen instructies om de bunker aan te vallen. Als Face en Murdock even later gepakt worden, schiet ik met mijn pijl en boog de bewakers neer. Helaas hadden ze hun spuiten al leeggespoten. Ik wilde hen redden, maar zag Murdock agressief uit zijn ogen kijken. Ik was bang en rende weg zonder om te kijken. Gelukkig kwamen ze niet achter me aan. Ik was bang en wist niet meer wat ik moest kon doen. Plots hoorde ik een hoop gerinkel vanuit een kelder. Heel stil sloop ik naar beneden, mijn pijl en boog gereed om te schieten. Ik tref een aantal bewakers aan onder een stapel dozen en troep. Ik sloop verder en zag Hannibal en Nadia met wat gijzelaars. Hannibal was neergeknield bij een gijzelaar en drukte hem tegen zich aan. Ik had hem nog nooit zo gezien. Ik rende meteen naar hen toe. Met de medicijnen die ik bij me had, kon ik de gijzelaars helpen.
"Je moet snel komen, Face en Murdock hebben een spuit met dat groene spul gekregen. Doe iets voor ze sterven," zei ik gehaast.
Nadia en Hannibal keken me geschrokken aan en twijfelden wat ze moesten doen.
"Nadia blijf bij de gijzelaars, dan ga ik met Eugon mee," zei Hannibal.
Ze knikte en wij renden zo hard we konden terug naar boven.
BOB
Eindelijk bereikte ik Frank met mijn geschreeuw. Ik was blij en rende meteen met de indiaan terug naar de bunker waar we tegen de bewakers vochten. De keus van Hannibal om tot de aanval over te gaan was verstandig. Helaas werden Face en Murdock gegrepen en kregen ze gif ingespoten. Ik zag Eugon wegrennen, maar ging door met vechten tegen de bewakers.
SHERIFF (Marcello, Fernando, José, Daniel, Monkey, B.A. en indianen)
Als Geronimo en zijn mannen in zicht komen, vertrekken wij naar onze positie voor de aanval: ten noorden van bunker III. Als ik via de walkietalkie wil laten weten dat we stand by zijn, krijg ik echter geen contact meer met Hannibal of iemand anders uit zijn groep. Ik wacht even. Misschien heeft ie 'm afgezet omdat ze zich moeten verschuilen of zo. Na tien minuten probeer ik het nog een keer, maar nog steeds geen teken van leven. Fluisterend overleg ik met B.A. en Marcello, want die liggen direct naast mij onder de varens.
Ineens krijgen we een oproep van Geronimo. Hij heeft gezien dat er bewakers in de richting van Hannibal gingen en dat er hier en daar gevochten werd.
"Zijn jullie al op jullie positie?" vraag ik aan Geronimo.
Hij zegt dat ze onderweg zijn naar een andere uitkijktoren, omdat ze de opdracht kregen om daar de bewakers uit te schakelen. Maar volgens hem is de volgende toren in de buurt van hun richting: het zuiden. Als we horen dat er gevochten werd in het westen, de plek waar Hannibal ging aanvallen, dan krijgt B.A. de kriebels. Hij vindt dat we direct naar de bunker toe moeten.
"Doen we, B.A. Jij gaat voorop. Ik instrueer de anderen en stuur ze achter jou aan."
B.A. wacht tot Marcello zijn instructies heeft en dan vertrekken zij als eerste. Eén van de indianen ziet dat en komt bijna onhoorbaar naar me toe.
"Laat mij voorop gaan. Wij indianen zijn meesters in sluipen. Ik kan de weg vrij maken."
Daar kan ik niets tegenin brengen en wijs de richting waarin B.A. en Marcello zijn vertrokken. Als al m'n mannen tussen het groen zijn verdwenen sluit ik de rij.
Niet veel later zitten we met z'n allen achter een rotsblok naar de bunker te kijken. Op dit moment lopen er weinig bewakers rond. We ontdekken een kooi met mensen erin. We kunnen niet zien of het gijzelaars zijn of Hannibal en zijn groep. In de verte horen we dat Geronimo bij de andere uitkijktoren actief is. Er klinkt gegil, geritsel en een doffe plof. Volgens mij hebben ze de bewakers uit de toren geschoten.
Plotseling horen we een heel ander geluid: glasgerinkel. Het is Hannibal die door een raam de bunker uit springt en Nadia volgt zijn voorbeeld. Ze rennen naar de kooi toe. Even later zien we de hele groep van Hannibal bij elkaar, maar hij stuurt ze allemaal een eigen kant op. Voor ik de walkietalkie kan pakken is hij alweer naar binnen. Even later komt Bob schreeuwend naar buiten rennen.
"FRANK AANVALLEN!!!"
AUDREY
Na het avontuur in de stad met Lydia en Hudson, bleef ik me afvragen wie die mannen eigenlijk bedoelden met "Ze is het!". Hoe langer ik erover na dacht, hoe meer ik ervan overtuigd raakte dat de mannen Lydia bedoelden. Ik vermoed dat die twee betrokken waren bij het ontvoeren van haar.
Ik liep naar Lydia's kamer en nam haar even apart om m'n vermoedens te uiten. Ze luisterde en bleef daarna voor zich uit staren. Ik gaf haar de tijd om er over na te denken.
"Weet je? Je kunt best eens gelijk hebben. Om eerlijk te zijn kwam de stem van één van die mannen me bekend voor."
We omhelzen elkaar even.
"Nou, dan denk ik dat ik maar beter hier kan blijven. Verdorie, is het nou nog niet afgelopen?!"
"Zeg, je laat je toch niet kisten door zo'n stel? Je weet toch hoe goed vermommingen werken? Als ik weer boodschappen ga doen, doen we samen een metamorfose en kunnen we alsnog de stad in."
Lydia kijkt me onderzoekend aan. Ze twijfelt of ze zichzelf wel in gevaar moet brengen omdat de jongens hier zijn en Peter er niets van af weet.
"Met Hudson erbij, kan ons niets gebeuren," probeer ik haar over de streep te trekken.
Lydia gaat koffie zetten en kijkt af en toe met ondeugende ogen achterom. Ook zij is soms in voor een avontuurtje.
Als ik met de walkietalkie contact zoek met de mensen in het oerwoud, wil dat niet meer lukken. Zou dat betekenen dat ze nu met de bevrijdingsactie bezig zijn? Zijn ze nu diep in het oerwoud? En toch wil ik ervoor zorgen dat Moody en zijn ouders elkaar zo snel mogelijk zien.
Ik loop de hal in en klop op de deur van het kantoor van de ambassadeur. De vriendelijke man nodigt me uit om binnen te komen. Hij zit aan de koffie en vraagt of ik ook lust. Na wat koetjes en kalfjes vraagt hij waarom ik aanklopte. Ik leg hem uit wat ik graag wil regelen, maar dat ik vrees dat Murdock niet op tijd hier kan zijn of zelfs misschien niet eens meer een helikopter heeft. Je weet het maar nooit met de mannen van Troy en Ethan. De ambassadeur vraagt hoe het met Moody gaat en wat het verstandigste is: hem naar het oerwoud brengen of zijn ouders naar hier. Het eerste is het leukste, omdat hij dan zijn collega's en vrienden weer ziet, maar als zijn ouders hier onverwacht binnenkomen, is het een verrassing voor hem.
HANNIBAL
We renden samen door een hele lange gang terug naar boven. Het leek wel een eeuwigheid te duren. Als Face en Murdock maar in orde waren, ik moest er niet aan denken als hen iets zou overkomen.
Na een lange sprint kwamen we uiteindelijk boven aan en renden naar buiten waar we BA zagen vechten tegen Face en Murdock. Ik kon mijn ogen niet geloven! Ik keek om me heen. Er was geen bewaking meer te bekennen dus rende ik naar het lab en zocht naar een tegengif.
"Eugon, kom eens hier en zoek mee naar een tegengif" zei ik bezorgd terwijl ik in alle kasten zocht.
Toen ik mijn zin had afgemaakt kwam er een wetenschapper aan met nog twee spuiten in zijn handen. Ik liep naar achter tot ik tegen de muur stond. Hij kwam alsmaar dichterbij. Ik besloot de spuiten kapot te schieten. Eugon dook meteen achter een tafel. Ik drukte de wetenschapper tegen de grond en bond hem vast.
"Zoek verder Eugon, kom op!"
Na een tiental minuten vond Eugon een paar spuiten tegengif en gaf die aan mij.
"Weet je zeker dat dit het tegengif is?" vroeg ik.
Hij knikte overtuigd. We liepen weer naar buiten waar de knokpartij uit de hand aan het lopen was.
"Hey, pak eens iemand van je eigen leeftijd," schreeuwde ik richting Face en Murdock.
Face rende meteen op me af en er ontstond een worsteling. Na wat rake klappen te hebben gekregen slaag ik erin om Face tegen de grond te drukken, maar hij verzette zich hevig. Ik pakte een spuit met tegengif en spoot die leeg in Face zijn arm. Meteen kreeg ik een rake trap in mijn zij van Murdock. Die kwam hard aan en deed veel pijn. Eugon had Murdock onder schot met zijn pijl en boog. Ik probeerde op te staan, maar dat ging niet door de pijn.
NADIA
Ik was bezig met het behandelen van de gijzelaars. Het beeld van Hannibal met een gijzelaar zag ik nog steeds voor me. Hij keek zo bezorgd uit zijn ogen en dat raakte me heel erg. Gelukkig maakten de gijzelaars het al wat beter door de medicijnen die Eugon had meegenomen.
Als ik bij alle gijzelaars de gezondheid heb gecontroleerd wil ik even uitrusten, maar de bewakers die Hannibal en ik hadden neergeslagen stonden plots met hun geweren voor me. Ze pakten me beet en brachten me naar een geheime ruimte die je kon openen met behulp van een verborgen knop in een boekenkast. Ik werd vastgebonden en er werd een tijdbom geïnstalleerd.
"Over tien minuten gaat deze gehele plaats de lucht in," zei een bewaker.
De vijf vertrokken. Ik keek rond en dacht na over waar ik was beland. Na een paar minuten wist ik het en spaarde energie om eens goed hard te schreeuwen.
B.A.
Terwijl Frank naar Bob rent, zie ik Face en Murdock naar buiten komen. Ik ga naar ze toe, maar zie meteen dat ze vreemd doen. Ze lopen anders, kijken anders, praten anders. Ze zullen toch niet...? De gedachte is nog maar half gevormd, als ze met een agressieve blik in hun ogen samen op me af stormen.
"Murdock?!!! Face?!!! Doe normaal!!! Ik ben het!!! B.A. man!!!"
Ik dring niet tot hen door. De een belaagt me aan de linkerkant, de ander aan de rechter en als ze m'n vuisten tegen komen, kiezen ze voor een andere tactiek: Face, die anders nooit zo'n vechtersbaas is, springt in m'n nek en Murdock gebruikt m'n maag als boxbal. In een mum van tijd rollen we worstelend over de grond. Geeft dat gif zoveel kracht? Zo kun je mieren een olifant laten dragen! Het is lang geleden dat ik zo veel slaag heb gehad en dat was in de boxring. Het voordeel daarvan is, dat het gevecht in rondes wordt verdeeld. Het gevecht met Face en Murdock blijft maar duren. Terwijl ik langzaam buiten adem raak bij voortdurende pogingen om m'n maten van m'n lijf te krijgen, lijken zij wel onvermoeibaar te zijn. Van Murdock krijg ik op een moment zo'n harde knal dat ik sterretjes zie.
Dan hoor ik een bekende stem roepen: "Hey, pak eens iemand van je eigen leeftijd!"
Het is Hannibal. Face laat me los, maar Murdock gaat gewoon verder. Hij gaat nota bene bovenop me zitten en blijft maar tegen m'n hoofd slaan. Ik probeer hem bij de keel te pakken, zoals ik vaker doe als ie weer eens maf loopt te doen. Hij weet me echter te pareren en probeert het nu bij mij. Ik zou er een miljoentje voor over hebben als ie nu met een lantaarnpaal zou praten, dus gek zou doen op z'n Murdocks.
"Hé, Hannibal, waar bleef je nou?" roep ik als ik Face niet meer hoor.
"Sorry, B.A."
Ik hoor dat Hannibal vlakbij me staat, maar hij klinkt alsof hij pijn heeft. Eugon is ook in de buurt, hij staat me luidkeels aan te moedigen dat ik het moet volhouden. Dat valt niet mee, m'n krachten raken op en de sterretjes worden heviger. Als ik me realiseer dat het erop lijkt dat ik zo meteen knock-out ga, maak ik me nog één keer ontzettend kwaad. Ik verzamel alle kracht die ik nog in me heb en duw Murdock naar achteren.
"Hou vol, B.A.!!!"
Iemand rent dichterbij en even later voel ik dat m'n belager van me wordt afgesleurd.
MONKEY
Bob legt in het kort uit hoe de zaken ervoor staan bij de bestorming van bunker III. Eerst hebben we niet door dat het gestoei van B.A. met Face en Murdock een echt gevecht is. Hannibal is de eerste die het ziet en daagt Face uit, die B.A. meteen links laat liggen op zijn nieuwe prooi afstormt. Hij krijgt al snel een portie tegengif toegediend en ligt daarna voor pampus. Terwijl ik wacht op het moment dat B.A. Murdock van zich af zal smijten, frons ik m'n wenkbrauwen omdat ik iets verontrustends zie gebeuren. Het gaat niet goed met hem en ik kom meteen in actie.
"Hou vol, B.A.!!!"
Ik trek Fernando aan z'n mouw mee. Ieder pakken we een arm van Murdock en sleuren hem van B.A. af. Zelfs samen hebben we moeite om hem tegen de grond te drukken, maar we houden het vol tot Hannibal met het tegengif komt. Het lukt hem niet om de injectie te geven, omdat zijn handen trillen van de pijn.
"Wie kan het wel?"
Daniel komt er aan lopen en pakt de spuit over. Als het tegengif zijn werk doet ligt Murdock ook binnen een paar tellen stil en slap. De indianen van onze groep ontfermen zich over de gewonde B.A. en de gekneusde Hannibal en brengen hen voor even in veiligheid.
GERONIMO (Ritchie, Timo, Benjamin, Arlando, Rio, Peter en indianen)
Onderweg van de eerste uitkijktoren naar de tweede ontdekken we een grot. Timo is al net zo nieuwsgierig als zijn zus. Als hij ergens een donker gat ziet, moet en zal hij erin kijken. achter één van die donkere gaten blijkt een grot schuil te gaan. Hij komt me halen en samen kijken we binnen om ons heen. Terug bij de groep stel ik voor om alle bewakers die we hebben uitgeschakeld daar te verstoppen en op te bergen, in de hoop dat niemand van die lui van die grot op de hoogte is.
Arlando, Benjamin en Peter brengen de eerste buit de schuilplaats binnen: de vier uitgeschakelde bewakers die zij al een tijdje met zich meevoerden. Met lianen uit het oerwoud binden de indianen hen vast. Tja, je moet iets als je geen touw bij je hebt. Rio biedt zich aan als hun bewaker en blijft achter in de grot.
Onder aan de tweede uitkijktoren vinden we een gewonde, bewusteloze bewaker.
"Volgens mij hebben ze die uit de toren geschoten," zeg ik omhoog kijkend.
De indianen nemen hem mee om hetzelfde lot te ondergaan als zijn collega's.
Plotseling horen we een stem en we verbergen ons in het dichte groen. Het blijkt de kinderstem te zijn van Eugon. Hij heeft een bange, bevuilde knul bij zich die het liefst wil wegrennen als wij tevoorschijn komen. De indianen spreken hem aan in hun eigen taal en Eugon ratelt een verklaring over de knul die bij hem is, want hij wijst telkens naar hem. Het is een jonge gijzelaar die Eugon in opdracht van Hannibal en Nadia naar het dorp moet brengen. We drukken hem op zijn hart dat hij voorzichtig moet zijn en kijken hem na als hij verder loopt langs de poel met de alligators.
We trekken verder op naar bunker III en vinden onderweg nog een knock-out geslagen bewaker. We moeten er met z'n allen om lachen: we lijken wel de opruimdienst van deze missie.
"Hé, iemand moet de buit verzamelen en bewaken!" grapt Timo.
We zorgen er op deze manier in ieder geval voor dat de andere groepen niet in de rug worden aangevallen.
FACE
"Hé, pak eens iemand van je eigen leeftijd!" schreeuwt een man met grijs haar uitdagend naar mij.
Ik laat mijn slachtoffer los en ren op hem af. Hij is zo te zien veel ouder dan ik dus ik verwacht ik minder tegenstand. Dat heb ik flink mis. Ik raak hem een paar keer vol in zijn gezicht maar dan drukt de man me opeens tegen de grond. Nog steeds geef ik niet op en blijf tegenspartelen. Dan voel ik iets in mijn linkerarm prikken. Wat is dat? Een spuit?! Langzaam word ik rustiger. Murdock is nog steeds bezig om ze te verslaan maar dat lukt niet omdat ook hij een spuit krijgt toegediend. Even later liggen we beide op de grond.
MURDOCK
Ik verzette me, maar kreeg een spuit in mijn arm. Het spul maakte me helemaal slap en ik sloot me ogen. Na een tiental minuten opende ik ze en zag Fernando bij me staan.
"Waar is Billy? Is hij in orde?" vroeg ik.
Fernando keek me verbaasd aan en wist niet wat hij moest zeggen. Langzaam ging ik zitten om wakker te worden. Ik zag Face verward om zich heen kijken. BA lag op de grond. Ik rende naar hem toe en gaf hem zachte klapjes tegen zijn gezicht.
"Wakker worden big guy, het is geen tijd om te slapen," zei ik.
Ik pakte een veer uit mijn jaszak en begon BA te kietelen, maar hij reageerde er niet eens op.
"Kom op big guy, zeg eens iets!" zei ik bezorgd.
PETER
Tja, zo kun je ons wel een beetje noemen: de opruimdienst. We doen niets anders dan bewusteloze bewakers vastbinden.
"Jongens, we hebben een probleem," fluister ik wijzend naar mannen die voor ons lopen.
Meteen besluiten we hen aan te pakken. Arlando en ik klimmen in een boom. Onze collega’s op de grond lokken de bewakers terug met gefluister en rare geluiden. We springen boven de bewakers uit de boom, waardoor de groep uiteen spat als een fontein. Iedereen van ons neemt er één voor zijn rekening. De persoon die ik onder handen neem is niet zo makkelijk te verslaan. Van Ritchie krijg ik een stok waarmee ik hem in zijn maag stomp en een harde knal tegen zijn hoofd geef. Eindelijk valt hij knock-out op de grond. We binden iedere bewaker vast en vervolgen onze tocht naar bunker III.
LESLEY
Rafael slaapt weer en nu komt Lydia even bij mij. Ze vraagt of ik even kom koffie drinken. Dat lijkt me wel gezellig dus ik ga met haar mee. Audrey, Lydia en ik kletsen over van alles, Rafael, Sam en Xander, over Moody en natuurlijk over het team.
Dan begint Rafael te huilen. Ik haal hem uit de wieg en houd hem in mijn armen. Audrey en Lydia willen naar de kleine kijken. Ze zijn helemaal weg van hem.
EUGON
Ik zag mijn held Hannibal instorten en B.A. viel op een gegeven moment ook neer. Ik rende naar hem toe. Hij was nog bij bewustzijn, maar zijn energie was helemaal op. De andere indianen ontfermden zich over hem. Ik hielp Hannibal overeind, maar dat kostte veel moeite omdat ik zo klein was. Na een tijdje stond hij eindelijk recht, maar hij greep meteen naar zijn zij.
"Hannibal, ga maar weer zitten, want dit ga je niet redden," zei ik.
Hij trok zich er overduidelijk niets van aan en liep langzaam naar de bunker. Ik liep achter hem aan en ging voor hem staan.
"Luisteren jij en niet zo eigenwijs doen," zei ik nu minder vriendelijk.
Hannibal keek me verbaasd aan en ging toen even zitten.
Dat zitten werd al snel liggen, aangezien hij veel pijn had.
"Zal ik je masseren?" vroeg ik.
Hij keek me verbaasd aan, maar knikte
"Ga dan even op je zij liggen die niet pijn doet," zei ik.
Dat deed hij en ik begon.
NADIA
Er stonden nog steeds tien minuten op de timer van de bom. Ik probeerde de touwen om mijn armen los te krijgen en keek eens goed naar de touwen om mijn voeten. Ik ontdekte dat één poging om die touwen los te krijgen de tijdbom zou inschakelen. Ik slikte en begon de naam van Hannibal te schreeuwen, daarbij mijn voeten angstvallig stilhoudend. De gijzelaars hoorden dat ik in moeilijkheden was, maar er waren nog bewakers bij hen. Ik deed nog een poging om de touwen los te krijgen. Het was lastig, maar ik zette door.
B.A. (Sheriff, Marcello, Fernando, José, Daniel, Monkey en indianen)
Het spul dat de indianen gebruiken om m'n wonden te verzorgen prikt behoorlijk en wat ze op m'n gezicht smeren weet ik niet, maar m'n dikke oogleden slinken langzaam, zodat ik weer een beetje uit m'n ogen kan kijken. Als ik overeind wil komen, drukken ze me terug op de grond.
"Rusten nu. Medicijn moet werken."
Ik sluit m'n ogen weer en vertrouw erop dat de mannen me zullen waarschuwen als er gevaar dreigt.
Opeens voel ik iets kriebelen. Het zal wel één of ander gemeen insect zijn, dus jaag ik het weg.
"Kom op big guy, zeg eens iets!"
Dat klinkt als Murdock. In mijn brein zit nog steeds het beeld van een Murdock die mij aanvalt en toetakelt. Ik veer overeind en graai in de richting van het geluid.
"Nu weet ik het zeker! Je doet niet gek. Je bent gek! Ik zal je krijgen om mij zo toe te takelen!"
De indianen willen me andermaal terugduwen, maar schrikken van me als ik ze met één armbeweging omver gooi en Murdock bij zijn kraag pak.
"Billy, help me!" roept Murdock benauwd.
"Geen Billy, geen Hannibal, niemand die je zal kunnen helpen, vriend. Niet na wat je zojuist gedaan hebt. Je hoort je teamgenoten niet aan te vallen! Daar zul je voor boeten! Hoor je me?!"
Frank en de anderen van onze ploeg komen om ons heen staan. Monkey bevrijdt Murdock door een paar overhemdknopen los te maken en Fernando komt er bij staan om mij te kalmeren.
"B.A., Murdock kon er niets aan doen dat hij je aanviel. Ze hadden Face en hem gif ingespoten en waarschijnlijk opdracht gegeven om jullie aan te vallen."
Nabriesend van woede laat ik Murdock los. Het duurt een poosje voor ik werkelijk tot rust kom.
Een eindje verder zie ik Hannibal liggen. Eugon zit op zijn knieën bij hem en wrijft over Hannibals zij en rug.
"Wat is er met hem aan de hand?" wil ik weten.
Frank zegt dat ook hij door Face en Murdock werd aangevallen. Wie aan Hannibal komt, krijgt er gewoonlijk van langs. Opnieuw bal ik m'n vuisten en opnieuw kijk ik Murdock dreigend aan. Monkey en Frank springen tussen ons in en manen mij tot kalmte. Murdock deinst nog verder achteruit en loopt weg uit de groep, hij gaat bij Face zitten, die nog steeds ligt bij te komen. Hij heeft al een paar keer van dat gif binnengekregen, wie weet wat het bij hem allemaal nog doet.
De rust keert terug en het wordt even stil.
In de verte horen we een stem roepen. Iedereen spitst zijn oren. Het is een vrouwenstem.
"Waar is Nadia eigenlijk?" vraagt Frank om zich heen kijkend.
Hannibal, die zich ontspant door de massage van Eugon, komt kreunend bij uit een doezelslaapje. "Wat?"
"Luister!"
"Hannibal!!!"
We horen nu duidelijk dat zij in nood zit. We staan allemaal op, pakken onze wapens en zijn de verwarring van een half uur geleden vergeten. Nadia is in nood en er wachten gijzelaars op bevrijding. Werk aan de winkel! Maar dan klinkt er een fluitje...
GERONIMO (Ritchie, Timo, Benjamin, Arlando, Rio, Peter en indianen)
Met z'n allen brengen we de acht overmeesterde bewakers naar de grot. Eigenlijk hebben we Rio nu nodig, want we zijn bijna bij de bunker, uit de verte zagen we hem al liggen.
"Hoe houden we al die lui hier in bedwang zonder gewapende bewaker?" verzucht ik in gedachte.
"Mij weten oplossing," zegt één van de indianen bescheiden.
Met een vragende blik wacht ik op zijn voorstel.
"Wij plant zoeken, terug komen en mannen laten slapen," is het eenvoudige antwoord.
"Hoe lang heb je nodig?"
"Voor de wind waait," krijg ik als raadselachtig antwoord.
Mijn wenkbrauwen zijn nog niet gezakt of ze zijn de grot al uit. Timo weet te vertellen wat hij bedoelde met die wind.
"In het oerwoud heeft alles zijn tijd en bij een bepaalde zonnestand komt er een wind opzetten. Dat bedoelt hij."
"Oh..."
Terwijl we wachten op de indianen checken we alle touwen en leggen we onze gevangenen een eindje uit elkaar. Met een tas vol bladeren keren de indianen niet veel later terug. Voor ze de bladeren uitdelen waarschuwen ze ons.
"Jullie niet aan ruiken, anders jullie ook slapen!"
Dan leggen ze uit wat we met de bladeren moeten doen. Als voorzorgsmaatregel binden we allemaal een zakdoek of shirt voor onze neus en mond en gaan vervolgens aan de slag. Je kneust het blad, wrijft het sap onder de neus van de gevangene en wacht tot ze in slaap vallen. Dan pak je een tweede blad, dat kneus je ook en legt dat onder hun hoofd. Na een paar minuten ligt er een groep snurkende gevangenen aan onze voeten en kijken we enigszins verbaasd op hen neer.
"Nooit geweten dat de mannen van Troy en Ethan zulke schatjes kunnen zijn!" grapt Benjamin.
De indianen verzekeren ons dat die schatjes voorlopig wel een paar uren slapen, waarna we vastberaden de grot uitmarcheren. Op naar bunker III.
Volgens mij hebben de groepen van Hannibal en Frank flink huisgehouden onder de bewakers, het is stil en verlaten als we de bunker naderen. Maar we blijven alert, want in het oerwoud er kan zo iemand voor je neus staan. Ik pak m'n fluitje en vraag daarmee of de kust veilig is. Er komt een kort fluitje als antwoord en één voor één, gedekt door de anderen, lopen we het terrein op. Wat we zien is een groep die op het punt staat om naar binnen te gaan. Terwijl Hannibal en zijn groep al naar binnen rennen, praat Frank ons snel bij. Nadia zit binnen in de problemen, Hannibal en B.A. zijn gewond geraakt en de gijzelaars moeten nog worden gevonden.
Frank en ik wijzen mannen aan die buiten voor onze veiligheid zorgen en nemen de rest mee naar binnen. Hannibal deelt fakkels uit en verdeelt taken. We spreken af om stil te zijn en te luisteren als hij fluit. We moeten eerst Nadia zien te vinden, want ze roept steeds wanhopiger.
AUDREY / MOODY
Die dag gaat Audrey nog een praatje maken met de dokter van Moody. Ze vertelt hem wat er zich de laatste maanden heeft afgespeeld in het leven van Moody en welke wending het de laatste weken heeft genomen. De dokter luistert met stijgende verbazing, want ook hij heeft al die gewapende mannen hier zien rondlopen. Hij dacht dat er een belangrijk persoon bewaakt moest worden, maar vond wel dat de bewakers er soms louche uitzagen.
"Nu wil ik graag van u weten wanneer Moody vervoert mag worden, want ik zou hem graag naar zijn ouders willen brengen."
Ik kijk de dokter bijna smekend aan. Hij wil echter weten waarom Moody niet eerst rustig mag herstellen en waarom er zo'n haast bij is.
"Meneer, Moody heeft ons goed geholpen, hij heeft mijn leven gered! Ik wil hem graag bedanken en we willen er graag bij zijn als de laatste gijzelaars worden bevrijd."
"U gaat hem toch niet naar een slagveld brengen?!" roept de dokter verontwaardigd uit.
"Nee, natuurlijk niet!" Ik kijk net zo verontwaardigd terug. "We gaan naar een indianendorp. Daar worden zijn ouders verzorgd."
Er schiet me iets te binnen en ik opper: "Misschien kunt u een verpleegster meesturen met ons."
De dokter wil weten hoe we willen reizen.
"Met een helikopter, van onze ambassade."
Dat laatste zeg ik niet zonder trots. De dokter schudt meewarig zijn hoofd, maar schrijft een rapport met adviezen dat hij me even later overhandigt. Dan pakt hij de telefoon en regelt een verpleegster.
"U mag uw vriend meenemen, maar onder één voorwaarde..." Hij kijkt me daarbij streng aan. "Na het bezoek aan zijn ouders wil ik meneer hier terug zien om verder te herstellen."
Een verpleegster klopt aan en komt binnen. Het is een vrouw van Indiaanse afkomst.
"Zorgen jullie goed voor meneer, hij is nog erg kwetsbaar."
Terwijl de dokter instructies geeft aan de verpleegster loop ik naar de telefooncel in de hal. De ambassadeur gaf me zijn eigen nummer, zodat ik hem direct aan de lijn krijg.
"Het is gelukt! Hij mag mee! De dokter heeft zelfs een verpleegster geregeld voor ons!"
De ambassadeur lacht om mijn enthousiasme en vraagt hoe laat ik wil vertrekken.
"Over een uur of anderhalf. Kan dat?"
De ambassadeur zal de heli laten klaarmaken en verwacht ons.
"Ik stuur Hudson. Hij zou eigenlijk het liefst jouw privéchauffeur worden, zei hij tegen me."
Daar heb ik even geen weerwoord op. Eigenlijk sta ik gewoon te blozen.
Moody zit in een schone pyjama, goed geschoren en met gewassen haren in bed als ik binnenloop. Na een vriendschappelijke omhelzing pak ik een tas en zeg: "Kom, we gaan inpakken."
"Hoe zo? Waar moet ik naar toe dan? Moet ik naar een andere kamer toe?"
"Ja."
Ik maak zijn kastje leeg en prop alles in een grote plastic tas. Ineens pakt Moody m'n arm vast.
"Of mag ik naar huis?"
"Nee en een beetje ja."
"Wat bedoel je daarmee? Ik snap er niets van."
"Ik heb geen tijd om je alles uit te leggen. Kom, help me even mee met inpakken. Dan help ik jou om aan te kleden. Of wil je in je pyjama verhuizen?"
"Mag ik net als Bob naar de ambassade?"
Ik kijk hem aan alsof hij net m'n verrassing heeft ontdekt.
"Hè, jij moet niet zo slim zijn en alles raden. Zo kan ik nooit een verrassing voor je regelen."
Zo, die is even stil en tevreden, denk ik glimlachend.
Een half uurtje later zit Moody in zijn nieuwe kleren, met een grote plastic tas op zijn schoot, in een rolstoel waarmee ik hem naar de hal van het ziekenhuis rijd. Onderweg haal ik de verpleegster bij de dokter op. Als ik Hudson de oprit op zie komen, lopen we naar buiten en stappen we in. M'n hart klopt als een gek, zal m'n plannetje toch gaan lukken?
Op het plein voor de ambassade staat de helikopter al klaar. Als Moody hem ziet staan vraagt hij of er hoog bezoek is voor de ambassadeur.
"Ja!" antwoorden Hudson en ik in koor waarbij we elkaar veelbetekenend aankijken.
De verpleegster en ik helpen Moody uit de limousine in de rolstoel die we hadden meegenomen. Eerst loop ik de helikopter voorbij, maar dan maak ik een bocht en koers op de openstaande deur af.
"Hé, ga jij niet de verkeerde kant op?" vraagt Moody.
"Nee."
Moody pakt m'n arm en trekt me naar zich toe. Als ik voor hem zit, zie ik angst in zijn ogen.
"Waar ga je me naar toe sturen, Audrey? Moet ik naar de gevangenis?"
Dat hij daar aan denkt had ik niet verwacht. Ineens ben ik weer serieus.
"Wat er gebeurt als dit allemaal achter de rug is, weet ik niet, maar ik zal de laatste zijn om jou naar de politie te brengen. Laat staan naar een gevangenis, Moody."
Ik kijk hem lang en diep in zijn ogen, in de hoop dat hij ziet dat ik meen wat ik zeg.
"Ik heb een ritje naar het oerwoud geregeld. Je gaat naar je ouders, Moody."
Eigenlijk wilde ik dat niet verklappen, maar dit is het moment om hem gerust te stellen.
Moody schudt zijn hoofd, hij gelooft me niet. Zolang hij schudt, knik ik ja met m'n hoofd.
Er komt een piloot aanlopen.
"Kunnen we vertrekken, juffrouw Audrey?"
Ik kijk Moody vragend aan.
"Kunnen we? Ben je er klaar voor?"
Moody zwijgt, maar omhelst me en drukt een kus op m’n wang.
FACE
"Wij gaan naar binnen. Face, jij wacht hier," zegt Hannibal tegen me als ik zeg dat het nog niet gaat.
Nog steeds ben ik erg duizelig. Murdock komt bij me zitten.
"Wat hebben we gedaan?"
Murdock wijst naar B.A. die al wat opgeknapt is. Gelukkig mankeert hij niet zoveel, anders zou hij ons wel wat aan kunnen doen. Mijn voorhoofd is helemaal bezweet. Ik hoor nog net een gil en zak dan weg.
PETER
Na het hele gedoe met de indianen zijn we eindelijk bij bunker III aangekomen. Er wacht ons een hele klus want Nadia blijkt in gevaar te zijn en Face ligt bewusteloos op de grond. Er zit een indiaan bij hem die goed op hem let en voor hem zorgt. Ze hebben hem van het veld afgehaald.
"Zorg goed voor Face! Nu mogen wij een keer iets doen!"
Geronimo, Ritchie, Timo, Benjamin, Arlando, Rio en ik stormen naar binnen en beginnen te zoeken naar Nadia. We luisteren naar haar stem en proberen zo de weg te vinden in het gigantische doolhof dat zich in de bunker bevindt.
HANNIBAL
Ik ontspande van de massage die Eugon me gaf. Frank vroeg of ik wist waar Nadia was. Als ik antwoord wil geven, horen we allemaal een schreeuw. Ik pakte Eugon zijn hand en sta op.
"Dank je Eugon, het is wel goed zo," zei ik met een glimlach terwijl ik zijn hand los liet.
Het was duidelijk dat het de stem van Nadia was. Ik slikte en zuchtte.
"Ik had haar niet alleen moeten laten," zei ik kwaad tegen mezelf.
We naderden de bunker en ik deelde wat fakkels uit. De meesten slopen door de bunker, maar ik zette het op een rennen. Ik wist de weg nog en rende naar de plek met de dozen die we als val hadden gebruikt. Als ik denk dat ik alleen ben, word ik naar achter getrokken door Bob, Chris, Mitch en Eugon. Ik schrok me rot en draaide me snel om.
"Jij gaat niet meer alleen weg," zeiden ze in koor.
Ik stond op en liep met mijn m16 de krakende trap af naar de lange gang. Het geroep van Nadia werd luider, maar we zagen haar niet.
"Nadia, waar ben je?" zei ik.
Ik hoopte op een reactie, maar we waren nog te ver weg. Ik zuchtte en begon me zorgen te maken.
Er kwamen een paar bewakers op ons af rennen. Bob, Chris en Mitch sloegen hen neer. Ik verroerde me niet en probeerde het geluid van de schreeuw eens goed in te schatten. Het was nu nog een kwestie van doorlopen en daar moest Nadia zijn. Ik nam de lange gang maar nu nam het geschreeuw van Nadia juist af.
"Nu zijn we te ver weg, hoe kan dat nou?" vroeg ik me af. "Nadia!!"
Ze had me nu wel gehoord en vertelde dat er een tijdbom aan haar voeten was vastgemaakt. Ze kon niets doen.
"Waar zit je in godsnaam?"
Nu hoorden we niets meer van Nadia, maar gebeurde er wel iets heel aparts. Eugon was allemaal boeken uit de boekenkasten aan het gooien.
"Wat doe jij nou?" vroeg ik verbaasd.
"Kijk jij geen films? Achter boekenkasten zit altijd een geheime ingang," zei hij.
Ik moest lachen om zijn opmerking en hielp hem boekenkast leeg te halen.
NADIA
Het was een benauwde ruimte waarin ik zat vastgebonden dus moest ik mijn krachten en energie sparen, maar ik bleef om hulp roepen. Gelukkig had ik nu contact met Hannibal. Hoelang kon ik dit hier nog volhouden? Langzaam begon ik in paniek te raken. Ik klapte geheel dicht toen Hannibal vroeg waar ik zat, terwijl ik het wel zou moeten weten. Niet veel later verloor ik het bewustzijn door zuurstofgebrek in de ruimte.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.