Hoofdcategorieën
Home » One Direction » One Shots • 1D Bromances » Gunshot • Larry
One Shots • 1D Bromances
Gunshot • Larry
Twee maanden. Het zou twee maanden duren voordat hij terug zou zijn. Twee lange, zenuwslopende maanden waar Louis niet zeker zou zijn dat zijn vriend het zou overleven op het slagveld. Eten was lastig, woordenwisselingen waarin de naam van zijn geliefde voorkwam waren vervelend en slapen was nog wel het meest moeilijke. Hij had geen enkele houvast, niks kon met zekerheid bepalen of zijn geliefde krullenbol nog springlevend rondliep.
De brieven die Louis kreeg waren af en toe een geruststelling, maar het kon weken duren voordat de brieven hun eigenlijke bestemming zouden bereiken. In die weken was het heel goed mogelijk dat de krullenbol al lang neergeschoten was. Een enkele kogel kon hem al fataal zijn. Er waren genoeg organen die makkelijk uit schakelen waren door middel van beschadiging.
Louis schudde zijn hoofd en deed zijn uiterste best om de vreselijke gedachten uit zijn hoofd te bannen, maar tevergeefs. Hoe hard de jongen zijn best ook deed, het bleef spoken in zijn hoofd.
Zijn ogen gleden over de handgeschreven letters op het gekreukte papier in zijn handen. Hij had de brief nu al zeker drie keer gelezen, maar nog steeds stelden de woorden hem niet gerust. Er had zich een vreemd, onbekend gevoel in Louis' maag genesteld en het voelde niet bepaald prettig aan. Het maakte hem nerveus, maar hij kon het gevoel niet plaatsen. Het was geen pijn of verliefdheid, maar een vervelend gevoel dat hem enkel zenuwachtig maakte. Hij had het gevoel nog één enkele keer gehad, enkele dagen geleden.
'Nog zeven weken en vijf dagen, dan kom ik terug. Hoewel velen van ons niet eens willen weten hoe lang ze nog zonder hun vrienden en familie zullen zijn, tel ik de dagen vol goede moed af. Ik hoop dat je wel een beetje op jezelf past. Ik mis je.' Louis sprak de woorden uit, precies wetend hoe Harry zich voelde terwijl hij de brief had geschreven. Een gevoel van onmacht. Ze konden elkaar nu niet beschermen, en dat wisten ze beiden maar al te goed.
Louis liet een zachte zucht uit zijn mond ontsnappen terwijl zijn vingers over de inkt gleden, alsof hij Harry zou kunnen aanraken op deze manier. De brieven waren gerustellend, maar ook pijnlijk. Hij kon de krullenbol nu niet omhelzen, een kus op zijn zachte lippen drukken of vertellen hoeveel hij hem wel niet miste met een, enkele blik. Het kon niet. Ze konden zichzelf enkel uitdrukken in geschreven woorden, woorden die je net zo makkelijk weer kon verbranden met de vlam van een aansteker.
Het gerinkel van de deurbel liet Louis opschrikken. Het geluid galmde door de hele benedenverdieping heen, wat nog luider klonkt doordat de stilte bijna ondragelijk was. Het was nooit stil in het huis wat Louis met Harry deelde.
Hij kwam overeind, legde de brief op de salontafel voor zijn neus en liep met kleine, langzame pasjes richting de voordeur. Zijn vrienden, Zayn, Liam en Niall, hadden een eigen huissleutel en klopten enkel op het raam om aan te geven dat ze naar binnen zouden komen. Dit was een vreemdeling en het beviel de jongen absoluut niet. Het gevoel in zijn maag begon op te wellen en misselijkheid voegde zich erbij. De combinatie maakte Louis licht in zijn hoofd en hij was opgelucht toen hij de deur opende en tegen de deurpost kon leunen.
'Bent u Meneer Tomlinson?'
Het kostte Louis enkele seconden om te beseffen wie er voor zijn neus stond. Het uniform dat de jongeman droeg, de houding die hij aannam en de middelgrote, kartonnen doos die hij in zijn handen had. Het was een van de sergeanten. 'J-Ja?'
Het leek wel alsof de jongeman niet goed wist wat hij moest zeggen, alsof dit de eerste keer was dat hij nieuws moest overbrengen. Hij schuifelde onzeker met zijn voeten, schraapte een enkele keer zijn keel en hief uiteindelijk zijn hoofd op, waardoor hij Louis op een normale manier kon aankijken. 'Ik ben sergeant Whitely. Uw vriend, soldaat Styles, had uw naam bovenaan de lijst gezet van mensen die we moesten inlichten als er iets met hem zou gebeuren.'
Louis kon enkel knikken en staarde de sergeant aan terwijl hij sprak. Er was iets gebeurd met Harry, zijn Harry. Misschien was hij wel doodziek geworden door een of andere ziekte, of lag hij in het ziekenhuis te vechten tegen een wond die veel te langzaam aan het genezen was. Misschien was Harry wel vermist!
'Het spijt me om u dit nieuws te moeten brengen, maar soldaat Styles is omgekomen tijdens een onverwachte binnenval van de vijand. Hij stierf door een kogel die zijn hart trof, terwijl hij een van de andere soldaten beschermde die ongewapend was.'
De sergeant slikte toen hij de blik in Louis' ogen zag. De zeeblauwe ogen die altijd zo vrolijk stonden leken nu wel donker en grijs. Het leek wel alsof de bedroefdheid als eerste in zijn irissen was gekropen, voordat deze zijn reis zou vervolgen naar zijn hart. 'Mijn oprechte condolances, meneer Tomlinson.'
Louis gaf geen antwoord, maar knikte enkel. Hij wist niets meer uit te brengen. Harry was dood. Hij was gewoon gestorven voor een ander. Dit had nooit mogen gebeuren, Harry had die andere soldaat nooit mogen beschermen! Hoe egoïstisch dit ook klonk, Louis vervloekte de soldaat die Harry had beschermd met heel zijn hart.
'We hebben de spullen die van soldaat Styles waren in deze doos opgeborgen,' zei de sergeant terwijl hij naar de kartonnen doos keek in zijn handen, voordat hij hem aan Louis overhandigde. 'Het spijt me verschrikkelijk, meneer Tomlinson. Soldaat Styles was een geweldige jongeman.'
De handen van Louis grepen naar de doos alsof het -het enige was dat hem nog zou kunnen redden. En zo voelde hij zich ook, verloren en machteloos. Het duurde eventjes, maar uiteindelijk wist hij toch iets uit te brengen. 'B-Bedankt.'
'Geen probleem, meneer. Veel sterkte met uw verlies.'
De sergeant kuchte zachtjes, voordat hij zich op zijn hakken omdraaide en richting de zwarte auto liep die aan de andere kant van de straat geparkeerd was. Louis daarentegen sloot de voordeur terwijl hij zich ervan wegdraaide, om even later neer te storten op de houten vloer. Zijn ogen vulden zich als automatisch met tranen en het duurde niet lang voordat deze over zijn wangen begonnen te stromen.
Met trillende vingers slaagde Louis erin om de deksel van de kartonnen doos te halen, voordat zijn handen zochten naar de spullen van Harry. Hij haalde zijn witte shirt eruit dat vuil was geworden van de modder, maar nog steeds naar de krullenbol rook. Er lag ook nog een foto van Louis zelf in, het oude knuffeltje dat hij ooit van Gemma had gekregen en de armband die zijn moeder hem had gegeven voordat hij vertrok. Het enige wat miste, was de ketting met Louis' geboortesteen eraan. Harry had hem zelf gekocht en hij had hem altijd aan, want zo was Louis altijd bij hem, volgens Harry zelf.
Louis duwde de doos van hem af en liet gesmoorde snikken uit zijn mond ontsnappen terwijl hij zijn gezicht in het vuile shirt van Harry begroef. Harry had die ketting nooit afgedaan, hij wist het zeker. Harry was gestorven toen Louis erbij was, onbewust misschien, maar hij was erbij geweest. Misschien, heel misschien, verklaarde dat wel het vreemde gevoel dat zich in zijn maag had genesteld. Hoe erg Louis het ook vond, hij was blij dat Harry hem een teken had gegeven. Harry had toch afscheid van hem genomen, ook al had Louis dat nooit door gehad.
Reacties:
wow dit is zo mooi en zo emotioneel ik mort huilen geef me maar een melding
Dit. Is. Zo. Zielig.
Amen to that.