Hoofdcategorieën
Home » Criminal Minds » Inside my mind || Criminal minds » 01.5
Inside my mind || Criminal minds
01.5
Handen grepen me vast, terwijl ik Spencers naam gilde, gilde en gilde, tot ik niet meer kon. Iemand greep mijn handen stevig vast, iemand, ik wist niet wie, maar ik was hem dankbaar. Zo verschrikkelijk dankbaar. Rainey, wel, niet meteen. Ik hoorde haar in mijn gedachten vloeken, zeggend dat ze me veel liever zag vallen na de UnSub, dan omhoog getrokken worden, maar ik negeerde haar, nu ik het kon. Ze hielp me in ieder geval niet met overleven.
"Olivia!" zei Spencer luid, nu met zijn gezicht ook over de rand gaan hangend. "Waarom moet jij in godsnaam altijd de held spelen?" Hij klonk niet meteen boos, hoewel ik wist dat het eigenlijk zijn bedoeling geweest was.
“Spencer,” fluisterde ik zachtjes met tranen in mijn ogen. “Het spijt me, oké? Ik weet niet waar ik me allemaal moet voor excuseren, maar ik doe het toch. Sorry, sorry, sorry.”
“Ik wil het niet horen, Olivia, je neemt geen afscheid. Helemaal geen. Ik hou van je en ik ga je niet laten vallen. Je gaat hier naast me staan, veilig en wel,” zei hij vastberaden. “Ik ga je omhoogtrekken, goed?” Een traan rolde over mijn wang naar beneden, naar de grond, waar hij uit elkaar spatte. Ik wist, dat als Spencer me nu zou laten vallen, ik de traan zou volgen en ook uit elkaar zou spatten als de traan, of tenminste iets minder theatraal mijn rug en/of nek zou breken en sterven. Zachtjes knikte ik, probeerde me zo stevig mogelijk aan zijn armen vast te klampen en vooral niet naar beneden te storten terwijl hij me over de rand trok en zijn armen rond me heel sloeg.
“Zie je wel dat het allemaal goed komt?” vroeg hij met een flauwe glimlach en drukte een kus op mijn lippen nadat hij gekeken had of Emily nog niet boven was, wat ze gelukkig nog niet was. Ik haakte me los uit onze omhelzing, en liet me tegen de rand van het dak vallen.
“Laat me nooit meer zo schrikken, oké? Nooit meer!” Deze keer klonk hij wel boos. "Waarom deed je het eigenlijk?"
“Ik beloof het,” fluisterde ik zachtjes. “Ik beloof het en ik weet het niet. Hij was de dader, ik denk dat het daarom was.” Ik liet mijn blik naar mijn vingers glijden, die volledig onder het bloed zaten. Mijn been deed enorm veel pijn zodra ik erop steunde, maar verder ging het wel, ongeveer dan toch. Ik probeerde de pijn zo lang mogelijk te negeren, of tenminste, tot ik niet anders kon. Beneden stond de ambulance al klaar voor het slachtoffer en Spencer kennende, zou hij hen dwingen om mij ook eventjes te onderzoeken en misschien zelfs wel mee te nemen.
Emily gooide de deur naar boven op en liep naar ons toe, "Ben je oké?" Ik knikte, een flauwe glimlach op mijn lippen.
"Ja, het gaat best."
“We kunnen maar beter naar beneden gaan, dan kunnen de ze je eventjes onderzoeken.” Ik knikte en volgde hen, hinkend naar beneden. Het waren te veel trappen dan goed zouden kunnen zijn voor iemand met last van zijn been, maar ik had – na een tijdje toch, wanneer Spencer opmerkte dat ik enorm hinkte – iemand om op te steunen.
Ze onderzochten me en besloten dat ik naar het ziekenhuis moest om mijn been te laten controleren. Samen met het laatste slachtoffer van onze UnSub reed ik mee in de ambulance, wat ik haatte. Ik had Spencer gevraagd niet mee te komen, maar me later in het ziekenhuis op te zoeken. Ik had eventjes tijd voor mezelf nodig, om de gedachten echt op een rijtje te kunnen zetten. Terwijl ik daar hing, gewoon te hangen had ik voor eventjes gedacht, dat ik echt dood wilde. Dat het eigenlijk niet zo erg zou zijn om nu naar beneden te vallen en dood te gaan. Mijn leven zou toch niet echt beteren in de komende jaren en Rainey dimmen zou me ook niet lukken. De pijnstillers zouden enkel dominanter worden in mijn leven en binnenkort zou ik er afhankelijk van worden. Nu al lagen er tien lege doosjes los in mijn auto, klaar om weggegooid te worden. Altijd zat er een doosje in mijn zak, zodat ik Rainey elk moment van de dag de mond kon snoeren. Het enige nadeel was dat wel dat ik bijna immuun was geworden voor pijnstillers wanneer ik echt pijn had, zoals nu. Als ik echt resultaten wilde, moest ik de driedubbele dosis nemen en hopen dat het niet te veel was en ik geen overdosis nam.
In het ziekenhuis was het ijzig stil. Ik werd onderzocht en er werden foto’s van mijn been genomen, waarna mijn handen verbonden werden. Op de foto’s zouden we normaal niet lang moeten wachten, waardoor ik misschien al buiten zou zijn en in de auto zitten voor Spencer hier zou zijn en zich verschrikkelijk veel zorgen zou maken. Het was misschien normaal, maar het hele team zou meteen kunnen afleiden uit zijn bezorgdheid en zijn ‘liefde’ dat hij iets met me had en hoewel ze het waarschijnlijk totaal niet erg vonden, had ik daar niet zo heel veel zin in.
Ik moest in de wachtkamer wachten tot ik werd afgeroepen, ze de foto’s met me gesproken en me voor een goede maand opzadelden met een wit gips rond mijn been en krukken. Spencer kwam pas aan toen de dokter me mijn krukken al gegeven had, en kon me dus de komende weken ook niet aan het bevel van de dokter houden. Het enige wat hij nog zei in bijzijn van Spencer, was dat ik de komende weken veel moest rusten, omdat ik mezelf anders zou overbelasten en de vermoeidheid me dan parten zou spelen en ik na een tijd niet meer mee zou kunnen gaan.
“Ik ga je de komende maand verwennen.” Er lag een plagerig glimlachje op zijn lippen. Het soort glimlachje dat ik zo graag zag, maar zo weinig te zien kreeg.
“Oh ja?” Ook op mijn lippen lag een warme glimlach. “Wacht dan maar eens af, want af en toe kan ik heel erg lastig zijn.”
Spencer is zo'n schatje hier. Echt waar.<3
Snel verder oké? (: