Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Zijn Stem » Ben
Zijn Stem
Ben
Voorzichtig stond Harry op. Eigenlijk wilde hij de jongen niet aanraken, maar hij had geen keuze. Zijn glazige ogen leken hem verwijtend aan te staren, maar hij negeerde ze. Hij moest door, anders zou alles verpest zijn. Alles voor niets zijn.
Zwijgend maakte hij de overal los. Hij trok het kledingsstuk met moeite van de jongen af, echt meewerken deed hij nu niet meer. Gelukkig maar ook niet gelukkig. Hij wist het niet, maar tijd voor in de war raken was er niet. Hij had een missie, een klus en daarmee uit.
Snel hees Harry zichzelf in de overal. Het ding pastte hem precies, het enige wat hij nog moest doen was de bloedvlek eruit zien te krijgen. Snel liep hij naar de aanrechtkastjes en trok hij deze één voor één open, op zoek naar iets in de trant van wasmiddel.
Hij vond handzeep. Dat was goeg genoeg, vond hij, en als een gek begon hij te boenen. Bloedvlekken waren link, maar deze was nog vers. Zonder enige moeite kreeg de jongen het eruit gewassen, met behulp van de handzeep en wat warm water uit de kraan. De zeep legde hij terug en de natte vlek liet hij voor wat het was. Zo erg was dat niet.
Harry draaide zich om. De bewegingsloze jongen was halfnaakt, het bloed sijpelde nog langzaam uit zijn wond. De schroevendraaier lag naast zijn lichaam, half bebloed. Dat moest geregeld worden.
Harry pakte een handdoek. Het ding hing er waarschijnlijk al tijden, want het was helemaal stijf geworden. Niet dat het uitmaakte, zo kon hij in ieder geval de schroevendraaier schoonmaken. Snel liep hij naar het ding toe, pakte het op en maakte de metalen punt ervan schoon. De afdrukken op de doek liet hij voor wat ze waren – ze kwamen hem toch wel zoeken. Snel gooide hij de handdoek aan de kant, pakte hij de gereedschapskist weer in en haalde even diep adem.
Missie één was voltooid. Onverwacht, maar voltooid.
Hij snelde de kamer uit, deed de deur voorzichtig dicht en keek om zich heen. Niemand leek hem meer op te merken en zelfs Liam en Niall zagen hem niet. Hij keek over de mensenmassa heen, liet zijn oog vallen op de lange man naast de personeelslift en begon naar hem toe te lopen. Hij maakte een kleine omweg, zodat het leek alsof hij bij de ingang vandaan kwam. Zodra de man hem zag, glimlachte hij en stak hij zijn hand uit.
“Ik heb me nog helemaal niet voorgesteld, mijn excuses. Mijn naam is Ben Macenzie.” Harry schudde glimlachend de uitgestoken hand.
“Aangenaam,” zei hij alleen, omdat hij het risico niet wilde lopen een verkeerde naam te zeggen. Ben keek hem even vreemd aan, liet het toen voor wat het was en drukte op de liftknop. Nerveus wachtte de jongen tot dat de lift beneden was, de deuren open gingen en hij alleen met Ben was.
Hij zou het niet in de lift doen. Dat was veel te link. Zo zou hij veel te snel ondekt worden en hadden de jongens geen tijd meer om weg te komen. Helemaal niet als het hier dan al zou wemelen van de politie. Met zoveel verdachten kon het wel even duren voordat ze weg zouden mogen.
Zodra het lampje op groen sprong en de liftdeuren open gingen, stapten ze samen in. Harry begon na te denken over de man. Zou hij kinderen hebben? Een vrouw? Misschien was hij wel alleenstaand, maar aangezien de man aardig knap was en misschien zelfs succesvol, leek die kans heel klein.
Toch hoopte hij het.
“Waar zit precies het probleem?” probeerde Harry de onaangename stilte te verbreken. Ben keek om, staarde even naar de jongen alsof hij iets anders wilde zeggen en beantwoordde toen diens vraag.
“De meterkast. Het ding is enorm, vandaar dat je vader hulp wilde.” Harry knikte en opnieuw vroeg hij zich iets af. Hoe kon het zo zijn dat Ben hem niet herkende? Natuurlijk luisterde hij niet naar boybands – hoogstwaarschijnlijk – maar zijn gezicht was recent minstens drie keer op het nieuws verschenen. Wat maakte het ook uit, bedacht hij zich zodra de lift tot stilstand kwam en de deuren geopend werden. Ze stapten uit en Ben liep naar links, maar Harry bleef stilstaan. Halverwege draaide de man zich om en keek hij hem vragend aan.
“De meterkast is deze kant op.” Nu moest hij snel iets bedenken. Als de andere monteur hem zou zien, was alles verpest. Alweer.
Toen kreeg hij een idee.
“Ik – ja. Maar ik wil graag even tegen de bezoekers zeggen dat het veiliger is om, eh, een andere etage te bezoeken. Want we willen geen paniek veroorzaken door flikkerende lichten of zoiets.” Ben leek even te twijfelen, stemde toen in met Harry’s idee en kwam terug lopen.
“Wilt u iedereen aanspreken?” vroeg hij. Harry schudde onmiddelijk zijn hoofd.
“Nee. U heeft toch zeker wel een intercom?” Ben knikte en opgelucht haalde Harry diep adem.
“Deze kant op. Die kamer zit ook op deze verdieping.” Harry volgde Ben de andere kant op, hopend dat in de desbetreffende kamer niemand was.
Alsjeblieft laat die kamer leeg zijn.
Algauw waren ze er. De deur was, zoals vele deuren, gemaakt uit simpel hout en was ook voorzien van een bordje waarop stond Alleen voor Personeel. Ben maakte de deur open met behulp van een sleutel, vastgeketend aan een enorme sleutelbos, en liet Harry binnen.
Het was een kleine kamer. Witte muren, één bureau en een intercom. Bijna net zoals op een school, alleen dan wat geavanceerder. Tot zijn grote opluchting en tevens ongeloof, was de kamer leeg. Er was niemand te bekennen. Omdat hij niet wist hoe lang zijn geluk zou duren, begon hij meteen met handelen zodra Ben de deur sloot.
“U moet me even helpen voordat we de boel omroepen,” sprak Harry langzaam en zo rustig mogelijk. Ben knikte ongeduldig, ook hij moest weer terug naar zijn post. Harry zette de gereedschapskist op het houten bureau, opende deze en pakte één van de grootste schroevendraaiers die hij kon vinden. Hij liep terug naar Ben, die hem vreemd aan zat te staren. Alsof hij één of andere bezienswaardigheid was.
“Wat is er met-“ Zijn zin werd afgebroken door Harry, die uithaalde met zijn vuist. Hij raakte Ben vol op zijn kaak en de man sloeg vloekend tegen de muur. Voordat hij ook maar iets naar Harry kon schreeuwen, stak deze met de schroevendraaier. Doordat Ben net op dat moment omhoog kwam, raakte Harry hem verkeerd.
De punt schoot recht in de man zijn hals. Met grote ogen greep Ben naar het object, terwijl hij Harry doodsbang aankeek. Zijn mond ging open, hij wilde wat zeggen, maar bloed nam zijn woorden weg. Het liep uit zijn mond, uit zijn hals en langzaam zakte hij op de grond. Harry stond daar maar, aan de grond genageld, kijkend hoe de man langzaam zijn laatste adem uitblies. Hij kreunde, murmelde nog wat, maar het was al te laat. Na enkele seconden bewoog hij niet meer.
Harry begon te huilen. Heel hard te huilen en zijn knieën begaven het. Hij zakte neer op de grond, naast het lichaam van Ben. Ben, die misschien wel een vrouw had. Die misschien wel kinderen had. Ben, met een baan. Een gelukkig mens. Onschuldig. Waarom moest hij dood? Waarom?
Tijd om erover na te denken had de jongen niet, want zijn telefoon ging af. Eerst langzaam, maar zijn ringtoon ging steeds sneller en uiteindelijk pakte hij het ding op.
“Maak dat je weg komt! Ze hebben de jongen gevonden.”
Liam had geen slechter nieuws kunnen brengen.
Reacties:
Owwhh shitt
Misschien had Ben hem wel iets moeten vertellen ofzo
Oeps
Nooooo!
Veder!
Smakkertjes.x