Hoofdcategorieën
Home » One Direction » hotel of darkness » hoofdstuk 2 agnes
hotel of darkness
hoofdstuk 2 agnes
Er kwam een jong meisje aanlopen, ze noemde al onze namen. Dat moest dus Dafne zijn, als eerste noemde ik mijn naam. Ik mocht haar nu al niet zo. Die riem mag niet. In de brief staat dat ze gestraft zou worden. Ik geloof niet zo in dreigbrieven maar ik neem toch liever geen risico’s. Ik heb zelfs zwart ondergoed gekocht. Ik wed dat zij en Leyla beste vriendinnen worden, ik daarin tegen houd het bij mezelf. In de trein liep Julya vooraan naar een lege coupé. Er was plaats voor 10 personen dus ik hoefde niet persé naast iemand te gaan zitten. Ik ging zitten in de hoek het verste weg van de deur. Tegenover mij zaten: Dafne, Leyla en Kathy. Rechts naast mij zat Elyn, daarnaast Saborah met haar knalrode haar. Dat hoort volgens mij niet. Als we zwarte kleren mee moeten, een wapen en een schrift en potlood. Dan hoor je niet op te vallen met rood haar. Maargoed, dat merkt ze vast nog wel. Naast haar zat Julya zij is echt een leider figuur. Een soort moeder die ons allemaal wil beschermen tegen alles. En dat terwijl ze maar twee jaar ouder is dan mij. Ach het is wel lief bedoeld. Niet dat ik haar hulp nodig heb, ik kan prima voor mezelf zorgen dat doe ik al een jaar of twee. Maar Kathy is wel iemand die zich graag laat leiden. Ik krijg een beetje medelijden met haar. Leyla en Dafne zitten gezellig te kletsen over een of andere boyband waar ze allebei fan van zijn en zij zit er maar een beetje bij. Naast mij proberen Elyn en Saborah elkaar beter te leren kennen door vragen aan elkaar te stellen. Ik vang iets op over cupcakes en broodroosters dus de rest van de vragen zullen ook wel nergens op slaan. Ik probeer te zien waar Julya aan denkt want er staan fronsrimpels op haar voorhoofd. Ik gok dat ze bedenkt wat voor opdrachten we zouden moeten doen. Eens testen. “Weet iemand meer over de opdrachten?” vroeg ik in het algemeen. Julya kijkt vragend om zicht heen, ik had dus gelijk. Als er uiteindelijk niemand antwoord vraag ik: “Wat moesten jullie mee?” Kathy’s opgeluchte blik ontging me niet. Ze vindt de opdrachten dus een moeilijk gespreksonderwerp en weet veel beter te antwoorden op deze vraag. Toch begint ze niet te praten, in plaats daarvan hoor ik de hoge stem van Dafne. “Zwarte kleren, een mes, een schrift en potlood.” Saborah kijkt haar recht aan en zegt: “Ik moest hetzelfde mee maar dan in plaats van een mes een bijl. Het was erg moeilijk om die te krijgen aangezien je die niet zomaar in huis haalt.” Oké, iedereen moet dus andere wapens mee want ik heb een pijl en boog mee moeten nemen, voor de zekerheid heb ik er maar mee geoefend want als ik hem mee moet nemen moet ik er ook wat mee doen. “Ik moest een zwaard mee,” zegt Julya. “Wat zouden we met die wapens moeten doen?” vroeg ik me hardop af. “Iets of iemand kapot maken.” Zei Elyn. Iedereen huiverde even bij het idee elkaar iets aan te moeten doen. “Laten we ons geen zorgen maken en wachten op de opdrachten,” zei Julya nuchter. Iedereen knikte. Een stem riep om bij welk station we waren. Nog twee stops en dan zijn we bij het goede station, via daar is het niet zo moeilijk meer om het hotel te vinden het is maar een paar straten verderop en ik heb de hele route uit mijn hoofd geprint. De laatste minuten verliepen wat gespannen, iedereen had zo zijn eigen gedachten. Toen die zelfde stem weer omriep dat we bij het goede station waren stapte Julya als eerste op. De rest volgde haar. We liepen in een groep in plaats van in kleine groepjes zoals in de trein. Ook nu liep ik een beetje bij de rest weg. Niet te veel anders valt het ze op en denken ze dat ik verlegen ben. En dat wil ik niet want dan laten ze me niet meer alleen. We kwamen bij het hotel aan en Kathy vroeg: “Wie heeft de sleutel?” “Ik,” zei Julya en ze hield een groot zilveren voorwerp omhoog. “Deze zat bij mijn brief.” Ze stak de sleutel in het slot en draaide hem om.
Meldingg!