Hoofdcategorieën
Home » All Time Low » It was like a timebomb set in a motion » Return the favour'
It was like a timebomb set in a motion
Return the favour'
Na het ontbijt loop ik naar de wastafel achterin de bus. Ik was mijn gezicht en herinner me dat ik makeup in m’n tas heb zitten. Ik doe snel wat eyeliner en mascara op en loop weer terug naar het ‘woongedeelte’ van de bus waar de jongens en de crew zitten. Ik hoor mijn naam vallen en ik sta stil. Dit hoort niet, maar ik luister toch. ‘We moeten haar helpen.’ Hoor ik Alex zeggen. ‘Ze kan het niet alleen.’ Is wat ik een gast van de crew hoor zeggen. Ik zie Jack knikken en ze hebben het dan over een nieuw nummer. Ik denk dat het veilig is om naar binnen te lopen. ‘Hoi’ zeg ik voorzichtig. ‘Eef! We gaan je paspoort halen!’ ik knik en ik weet dat dit waarschijnlijk toch de laatste anderhalf uur die ik met All Time Low ga doorbrengen. Ik pak mijn tas en we lopen met z’n vijven naar een zwarte Volvo. ‘Stap in m’lady.’ Zegt jack en hij opent de deur van de achterbank. Aan de andere kant stapt Alex naar binnen, en Jack komt ook naast me zitten. Rian en Zack zitten voorin en vragen naar mijn adres. Ik spel het voor ze en dan beginnen ze te rijden. Na vijf minuten vind Alex de stilte wel goed. ‘Ik wil je helpen Eva.’ En hij kijkt snel naar Jack, ik ook, en ik zie dat Jack knikt, zijn skunk haar beweegt heftig op en neer. Dit word serieus, hij heeft me nog nooit bij mijn echt naam genoemd. ‘Kan je ergens heen?’ vraagt Alex. Ik denk diep na. Mijn ouders dus niet, mijn opa dan ook niet, ik heb geen vrienden.. ‘Nee..’ antwoord ik twijfelend. Het word stil in de auto. ‘Weet je het zeker? Geen vrienden? Geen andere familie?’ Ik kijk eerst naar Jack en Alex en dan staar ik voor me, ik wil niet dat zijn mijn gezicht zo zien. ‘Ik heb geen vrienden, en ik heb alleen een opa, maar die wil niks met me te maken hebben.’ Ik voel Jack, Alex en Zack naar me staren. Rian concentreert zich op de weg dus ik kijk naar zijn rug. ‘Je hebt niemand?’ stamelt Alex. Zonder oogcontact te maken zeg ik ja.
We rijden mijn straat in. Alles ziet er rustig en vredig uit. De bomen langs beide kanten, het grasveldje waar kinderen op voetballen tegenover mijn huis. ‘Stop hier maar’ zeg ik tegen Rian. Hij parkeert de auto langs de kant van de weg en we stappen uit. Alex klemt me tegen zich aan alsof hij me wil beschermen tegen wat we tegen gaan komen in mijn huis. Er is alleen niemand thuis. ‘Ik weet niet hoe lang ze weg zijn.’ Zeg ik tegen de jongens. Ik ren naar boven en pak mijn paspoort en een foto van mij oma, ik was heel close met haar. Als ik naar beneden loop zie ik de jongens gefascineerd naar alle kaarsen, kruizen en schilderijen met Jezus kijken. ‘Je ouders zijn denk ik erg gelovig..’ zegt Jack. Ik knik. Ik wil hier weg en open de deur en gebaar dat we weg moeten gaan. Eenmaal in de auto verzin ik dat ik toch iets van een dag wil schrijven. Ik pak een papiertje en begin te schrijven.
-Dag papa en mama, ik hoop dat jullie je kunnen vinden in het geloof, dat is bij mij niet gelukt. Ik ben blij dat ik weg kan.-
Ik open de autodeur, klim over Jack z’n benen en schijf het briefje door de brievenbus. ‘Dag..’ fluister ik als we de straat uitrijden. Alex kijkt me aan en Jack slaat een arm om me heen. ‘We gaan je helpen, maak je geen zorgen.’ Zegt Zack. En met die gedachten doe ik mijn ogen dicht en val tegen Jack zijn schouder weer in slaap, ik word moe van dit alles.
;o echt zielig, gelukkig zijn de jongens er voor haar