Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » One Direction » Ogen » Oscar

Ogen

23 aug 2013 - 12:44

1547

4

366



Oscar

Eleanor reed. Naast haar, in de passagiersstoel, zat Perrie. Op de achterbank zaten Louis, Harry en Zayn. Perrie wierp steeds halve blikken naar achteren, probeerde Zayns blik te vangen, maar het was haar nog steeds niet gelukt. De jongen ontweek haar simpelweg, staarde naar zijn handen, die in zijn schoot lagen. Hij omklemde Harry’s rechterhand, Louis omklemde het linker exemplaar. Zo zaten ze al een poosje, inmiddels waarschijnlijk bijna een uur.
Voor hen reed Sharon, die had uitgezocht hoe ze op het adres moesten komen. Handmatig, met een hele zooi kaarten die ze om wat voor reden dan ook in haar dashboardkastje had liggen. Door de voorruit kon Harry nog een hoek zien van de kaart die Chris, naast Sharon gezeten, uitgevouwen op zijn schoot hield. Af en toe draaide hij het exemplaar een stukje, maar verder gebeurde er vrij weinig.
Toch was Harry al minutenlang bezig de auto voor hen te observeren. Hij weigerde om zich heen te kijken. Ze bevonden zich in een bos, aan beide kanten was niets te zien dan eindeloze vegetatie en de weg was onverhard. Hij werd er lichtelijk claustrofobisch van, wat had geresulteerd in zijn vrienden die zijn handen omklemden. Om hem gerust te stellen. Het was hun manier van zeggen dat ze er nog waren, dat alles goed ging, dat er niets aan de hand was.
Niet dat ze dat zelf zo zeker wisten, maar ze speelden het spelletje allemaal mee. Zelfs Harry deed zijn best.
In de auto voor hen boog Jade, achter Sharon gezeten, zich naar voren en met haar vinger wees ze een plek aan op de kaart. Chris wees vervolgens naar een andere plek en hun lippen bewogen in een verwoede discussie. Harry kneep hard en zowel Louis’ als Zayns hand en fluisterde: ‘Volgens mij gaan we verkeerd.’
‘We hadden ook gewoon de navigatie in moeten schakelen. Het is zo achterhaald om met kaarten te werken,’ wierp Perrie bij, waarop Eleanor zuchtte. Niemand zei echter iets. Ze hadden de Perrie de halve rit al genegeerd, omdat ze simpelweg weigerde te begrijpen wat er speelde. Op zich konden ze het haar niet kwalijk nemen. Het meisje kon zich natuurlijk geen voorstelling maken van wat zich allemaal afgespeeld had en dat begrepen ze op zich wel – het zou alleen makkelijker zijn geweest als zij het ook had begrepen, of op zijn minst haar mond had gehouden. Er kwam toch weinig zinnigs uit.
‘Ik heb navigatie op mijn telefoon,’ opperde het meisje toen. ‘Dat kan ik wel aanzetten, dan kunnen wij voorgaan en dan vinden we de weg wel.’
Eleanors knokkels kleurden wit doordat ze het stuur zo stevig omklemde. ‘Heb je een doodswens?’ vroeg ze, met opeengeklemde kaken.
‘Ik?’ stootte Perrie uit. ‘Ik? Jullie zijn hier degenen die zonder navigatie één of ander afgelegen bos inrijden. Ik niet.’
‘Luister, Perrie. Hoe vaak moeten we je nog uitleggen dat we in de gaten worden gehouden? Als we navigatie gebruiken, kunnen ze die hacken en dan weten ze waar we heen gaan.’
‘Als we onze telefoons bij ons houden, kunnen ze die ook hacken. Ik bedoel, er zijn toch manieren om die dingen te traceren? Dan kunnen ze dus sowieso achterhalen waar we heen gaan. Daar hebben jullie niet over nagedacht, zeker?’
‘Jawel,’ grijnsde Eleanor, zelfingenomen waardoor Perries gezicht vertrok. ‘We hebben geen telefoons bij ons. Nou ja – die hebben we wel, maar het zijn allemaal prepaid simkaartjes in Nokia’s. Zolang ze niet weten welke simkaart ze moeten hebben, kunnen ze vrij weinig traceren.’
‘Ik heb mijn telefoon bij me,’ wierp Perrie tegen, waarbij ze naar haar broekzak greep. Harry grinnikte in zichzelf toen hij haar gezicht zag vertrekken. Hij wist niet wie het gedaan had – gokte op Zayn, Sharon of Eleanor – maar hij wist wel wat er gebeurd was: ze hadden haar telefoon gejat. Net als die van Chris. Hij nam zich voor extra goed op te letten, want ze werden er blijkbaar steeds beter in.
‘Waar is mijn telefoon?’ vroeg Perrie drukkend, terwijl ze Eleanor venijnig aanstaarde.
‘In Chesire.’
‘Nee!’
‘Toch wel.’
‘Ik vermoord je,’ siste Perrie, haar ogen inmiddels tot spleetjes geknepen.
‘Moet je proberen,’ sprak Harry. ‘Maar mocht je het zo klaar weten te spelen dat de auto niet verongelukt en je het in de eerste instantie overleeft – weet dan dat ik geen haar van je heel zal laten.’
Perrie lachte, honend. ‘Is het de bedoeling dat ik bang word?’
‘Nee,’ zei Harry, schouderophalend. ‘Het is alleen niet de bedoeling dat je Eleanor wat aandoet.’
Perrie wierp een giftige blik op Harry’s rechterhand, richtte haar blik toen op het bos naast haar. ‘Het bevalt me voor geen meter dat jullie me hierbij hebben betrokken,’ zei ze.
‘Dat is toch prettig!’ riep Eleanor uit, waarvan Harry enigszins schrok. ‘Wij vinden het namelijk ook vreselijk irritant dat je binnen bent komen vallen, dus als je nou gewoon je mond houdt en je erbij neerlegt dat wij beter weten waar we mee bezig zijn dan jij, kunnen we de vrede misschien bewaren.’
Perrie bleef naar het bos staren, wat betekende dat Harry haar gezicht niet kon zien. Slechts haar haren, een mengeling tussen blond en roze. Hij vond het lelijk, maar hij zei het niet. Dat zou pas echt een irrelevante opmerking zijn, en het zo nog ruzie ontketenen ook.
Gelukkig reed de auto enkele minuten later een open plek op, aan de rand waarvan een huis zichtbaar was. Het was niet bepaald een villa, maar het was ook zeker geen boshutje. En modern was het ook niet. Het was gebouwd uit bakstenen en op de tweede verdieping stak er, aan de zijkant, een balkonnetje uit. De witte verf op de voordeur bladerde enigszins en de houten veranda was nogal verweerd door de Britse neerslag, maar alles bij elkaar was het een gezellig aanzicht. Het wekte bijna de illusie dat ze op vakantie gingen.
Er stond zelfs een man voor de deur, de begeleider van de trip, die hun de accommodatie zou laten zien alvorens hun een fijne vakantie toe te wensen. Ja, zo zou het gaan, vertelde Harry zichzelf, hoewel hij twee tellen later al wist dat het niet zo zou zijn.
Eleanor parkeerde de auto naast het huis en stapte uit. De passagiers deden hetzelfde en toen ze richting de vakantiebegeleider liepen, stonden Sharon en haar gezelschap al te wachten. Die lieten er geen gras over groeien.
‘Mijn naam is Oscar,’ stelde de man zich voor, waarbij hij hun handen schudden. Harry herkende hem onmiddellijk: hij was degene die hen opgewacht had toen ze het huis uit waren getild. ‘Ik ben het hoofd van de bewaking. De rest van de mankracht is door het bos verspreid. Voor het geval ze jullie, op wat voor manier dan ook, met satellietbeelden of iets dergelijks, gevolgd hebben en hierheen komen. Ik neem aan dat verder absoluut niemand weet waar jullie zijn? Geen ouders, geen vriendjes of vriendinnetjes, helemaal niemand?’
Toen het stil bleef, ging Oscar weer verder: ‘Mooi, dan zou ik zeggen: ga lekker uitpakken en zo. Ik zit ook in het bos, maar dichtbij genoeg om jullie te horen. Als jullie me nodig hebben, hoeven jullie dus maar mijn naam te roepen en ik zal eraan komen. Maar het moet dan dus wel serieus zijn. Zie ‘Oscar’ maar als het nieuwe alarmnummer.’ Onwillekeurig vroeg Harry zich af of Oscar zijn echte naam was of niet, besloot toen dat het niet uitmaakte en begaf zich terug richting de uitlaatklep. Vanuit zijn ooghoeken zag hij dat zowel Louis’ als Zayns ogen hem volgden en hij glimlachte.
Terwijl hij de achterklep van de auto opende, zag hij een gestalte naast hem verschijnen. In de eerste instantie deed hij alsof hij het niet merkte – de persoon was te klein om Zayn of Louis te zijn en Eleanor had een andere manier van mensen benaderen, dus hoe belangrijk kon het zijn? – en trok hij een tas uit de auto, begon richting de voordeur te lopen. Toen hij zich omdraaide, zag hij pas dat het Jade was. ‘Hi,’ glimlachte ze zwakjes, toen ze zijn blik ving.
‘Hé,’ antwoordde Harry.
‘Hoe gaat het?’ vroeg Jade, terwijl ze ook een tas uit de auto tilde en achter hem aan liep. Dat was hetgeen Harry deed besluiten dat Jade aan zijn kant stond – het kleine stukje herkenning. Het feit dat ze eerst een tas pakte, zodat ze ook iets nuttigs deed. Omdat Jade altijd snapte waar ze mee bezig was, of in elk geval probeerde zo weinig mogelijk tijd te verspillen aan aarzelen. Zo was ze onder de grond ook geweest, en daar had ze ook aan zijn kant gestaan – dus nu ook. Over Floor was hij nog niet uit, maar Jade, besloot hij, daar, op dat moment, stond aan zijn kant.
‘Het gaat de goede kant op,’ glimlachte hij dus, waarheidsgetrouw, waarop hij haar vanuit zijn ooghoeken lichtjes zag glimlachen. ‘Met jou?’
‘Naar omstandigheden goed,’ antwoordde het meisje, en Harry dacht een vlaag van vermoeidheid in haar stem te horen. De manier waarop ze moeiteloos meehielp de bagage naar de voordeur te dragen, wierp alle bezorgdheid echter al van tevoren weg. Hij hoefde zich niet over nog meer mensen zorgen te maken, maar het was op de één of andere manier toch fijn om Jade weer aan zijn zijde te hebben.

Ik heb Ruïne ook zo goed als postklaar liggen. Willen jullie dat ik die parallel ga posten, of willen jullie dat ik wacht tot Schaakspel afgelopen is?


Reacties:


Azula
Azula zei op 24 aug 2013 - 23:24:
Wat mij betreft kan je gaan posten. (;
En wat dit verha betreft - keep up this work cuz you rawwwwk.


tamarastyles
tamarastyles zei op 23 aug 2013 - 23:31:
Leuk hoofdstuk. Ik heb niet zo'n zin in een lange reactie geven dus dit hoofdstuk is gewoon goed en daarmee uit.

<3


Chayenne
Chayenne zei op 23 aug 2013 - 13:19:
Perrie toch, niet zo eigenwijs doen, je vermoord jezelf nog eens.
Jeej ze hebben het huisje berijkt^^
EN NU KOMEN JADE EN FLOOR OOK WEER IN HET VERHAAL.
Of tenminste meer, neem ik aan
Wat betreft die ruine, (kan geen puntjes op de i doen) ik denk dat je beter kan wachten tot ogen afgelopen is.
I want Next!


1Dzayn
1Dzayn zei op 23 aug 2013 - 12:51:
ehm voor mij persoonlijk kan je beter wachten omdat ik echt ongeloofelijk veel verhalen volg en schrijf, maar aan de andere kant ben ik ontzettend benieuwd. Hmm.

Oscar, het nieuwe alarmnummer. Kan ik ook zo'n makkelijk alarmnummer krijgen?