Hoofdcategorieën
Home » Percy Jackson » Nieuw verhaal zonder titel... » Hoofdstuk 1, Ik speel een vurig potje slagbal
Nieuw verhaal zonder titel...
Hoofdstuk 1, Ik speel een vurig potje slagbal
Ik opende mijn ogen.
Ik dacht dat het niet erger kon dan dat niemand mij meer herinnerde, maar ik had het fout. Ik was namelijk op de ergste plek van de aarde: een Nederlands lokaal.
Het was een klein lokaal, met een stuk of twaalf andere leerlingen. Het was duidelijk een klas voor probleemkinderen en geloof me, daar hoor ik thuis. Voor de klas stond een streng uitziende vrouw. Ze was van middelbare leeftijd en ze keek me erg streng aan.
‘Bent u eindelijk wakker geworden mevrouw Brown?’ zei ze sarcastisch. ‘Want dan kan je nu eindelijk de les volgen’
Kwaad keek ik haar aan. Ik had wel iets beters om me zorgen over te maken dan de Nederlandse les, maar ik besloot dat het wijs was om mijn mond te houden.
‘Goed, als je dan nu tijd hebt om de les te volgen mag je me wel vertellen wat er niet klopt aan de zin die op het bord staat’
Ik zuchtte en ik besloot dat ik maar beter deze schooldag kon uitzitten en dat ik daarna wel uitzocht waar ik was en hoe ik zo snel mogelijk naar het kamp terug kon.
Ik probeerde te lezen wat er op het bord stond, ik probeerde het echt. Maar de letters leken gewoon een spelletje met me te spelen, ze sprongen vrolijk op het bord heen en weer.
‘Nee, het spijt me ik weet het niet…’ antwoordde ik toen. Stilletjes vloekte ik, die verdomde dyslexie ook!
Misschien is het een goed idee als ik wat algemene informatie geef, gewoon zodat het wat duidelijker is. Ik ben Selena Brown, ik ben een halfgod, het wordt ook wel een halfbloed genoemd, dit betekend half god, half mens. Eén van de ouders van een halfgod is een god of godin. In mijn geval is het mijn vader, mijn vader is namelijk Poseidon, de god van de zee.
Mensen zoals ik, halfbloeden, hebben een neus voor problemen. Ze lijken ongelukken aan te trekken, net zoals dat ze monsters aantrekken.
Het is dus niet zo makkelijk om een halfgod te zijn. Meestal kennen we onze goddelijke ouder niet persoonlijk, dit komt omdat goden nogal druk bezet zijn, met de wereld helpen, of verwoesten.
Wij halfgoden komen niet zo makkelijk mee met de gewone mensen. We hebben vaak een zware vorm van dyslexie, dit komt omdat onze hersenen zijn ingesteld om Grieks te lezen. Ook hebben we vaak ADHD, waardoor we nogal eens concentratieproblemen hebben.
Door deze rede en door het feit dat we monsters aantrekken gaan we naar een speciale plek, waar we worden opgeleid tot helden. We leren vechten tegen monsters en we zijn daar veilig, het is de perfecte plek voor een halfgod.
Je snapt het al, het is niet makkelijk om een halfgod te zijn. Maar geloof me, ik heb het zwaarder dan de gemiddelde halfgod. Het is namelijk zo dat Artemis me hier heeft gestuurd, de plek die ik het meest haat, school. Dit heeft ze gedaan omdat ze me ergens moest dumpen nadat ze iedereen liet denken dat ik nooit bestaan had.
De rede hiervoor is… Nogal ingewikkeld, laat ik het erop houden dat ze me niet echt mag door iets wat ik gedaan heb…
Het was uitgerekend mijn favoriete vak waar ik problemen veroorzaakte. We hadden gym, en deze keer gingen we slagballen. Ik had er best zin in en ik was al eerder tot de conclusie gekomen dat Artemis me niet helemaal zonder spullen had laten zitten. Ik had een gymtas bij me en een tas met de boeken van die dag, zodat er geen rede was voor de docenten om kwaad te zijn op me, als je mijn gedrag even vergeet.
We werden verdeeld in twee teams. Ik kon niet beoordelen of ik in een goed team zat, gezien het feit dat ik niemand van de kinderen hier kende. Wij waren het rode team, wat betekende dat we mochten beginnen met slaan. Je zou misschien denken dat er dan problemen gebeurde omdat ik de bal tegen de leraar sloeg of wat dan ook, maar dat was niet het probleem. Het was eigenlijk niet eens echt mijn fout, niet helemaal tenminste.
Toen ik voor de tweede keer moest gaan slaan kwam er een merkwaardig meisje op het honk staan vanwaar de bal gegooid werd. Ze leek op een soort vrouwelijke Dracula, maar dan met een bronzen been, vlammen als haar en pantoffels aan. Het was overduidelijk een empousa.
Je zou misschien verwachten dat ik verbaasd was om een empousa te zien in de gymzaal, maar als halfgod ben je wel wat gewend.
Ik maakte me klaar voor haar aanval. Helaas was mijn knuppel mijn enige wapen, aangezien ik mijn andere wapens in de kleedkamer had laten liggen (maak je geen zorgen, ze waren onzichtbaar).
Maar de empousa deed iets wat ik niet had verwacht. Ze pakte de bal en stak deze aan. Het leer sprong meteen in de fik en ze gooide de bal met een rot vaart naar me toe. In een reflex deed ik de knuppel naar achter, zwaaide en sloeg de bal weg.
Ik had geen ongelukkigere plek kunnen kiezen om de bal naartoe te slaan.
Met een boog vloog de bal richting de electriciteitskast. Ik hoorde mijn teamleden vloeken en roepen dat ik moest lopen, maar ik luisterde niet. Als stervelingen zagen ze niet wat er echt gebeurde en zagen ze de empousa waarschijnlijk als een meisje met knalrood haar, een kunstbeen en pantoffels aan. Wat ze als de vlammende bal zagen wist ik niet, maar het was vast beter dan dit.
Tot mijn ergernis kwam de vlammende bal vol in de electriciteitskast en het vloog meteen in de fik. Je zou misschien denken dat ik het wel zou kunnen blussen, als dochter van Poseidon, maar ik kon geen water uit de lucht toveren (iets wat ik m’n vader best kwalijk neem).
Eindelijk had iedereen door wat er gebeurde. Maar het was eigenlijk te laat. Het vuur had zich snel verspreid door de elektriciteitskabels en dat had als gevolg dat en het licht uit viel en het houten dak van de gymzaal in de fik stond.
‘Ah-oh’ zei ik en ik keek rond. Mijn hersenen werkte op topsnelheid. Wat moest ik doen?
De empousa zat geamuseerd te kijken vanaf de zijlijn. Kwaad keek ik haar aan, maar ik wist dat ik er niks aan had als zij dood zou gaan, aangezien de brand er dan gewoon bleef en we allemaal bedolven werden onder het dak, wat elk moment in kon storten.
Er loeide alarmsirenes. Iemand had op het alarm gedrukt. Maar ik wist dat de brandweer te laat zou komen. Vuur van een empousa had de vervelende gewoonte om warmer te zijn dan ander vuur, waardoor alles uiteraard ook sneller kapot ging, of ze een sterveling of halfgod sneller konden braden.
Mijn blik vloog door de hele gymzaal. Mijn blik bleef rusten op de brandslang. Ik rende erheen en ik concentreerde me. Ik voelde het water achter de brandslang en ik gebood het de druk iets op te voeren. Als snel vloog de brandslag ervan af en het brak af.
Er spoot een hele straal water uit en ik stuurde het richting het dak. Het water begon langzaam het vuur te doven maar ik wist dat het te laat was. Tegen alle mensen die nog in de gymzaal waren riep ik: ‘rennen, of wil je levend verpletterd worden?’
De mensen keken me verbaasd aan maar toen ze de ernst in mijn gezicht zagen rende ze weg. Ik vroeg me af waarom ze niet waren weggerend net als de rest van de mensen, want iemand met een beetje verstand begrijpt dat het niet goed is als het dak in de fik staat.
Ik rende achter ze aan toen ik zeker wist dat er niemand anders meer was dan de empousa.
Toen ik de kleedkamer in kwam zag ik dat er enkel een klein meisje zat. Ze keek me met grote groenen ogen aan en haar handen trilden van angst. Ik schatte haar rond de 14, hoewel ze best klein was.
‘Wat was dat voor ding?’ vroeg ze. Even was ik verbaasd, had ze de empousa gezien?
‘Welk ding bedoel je?’ vroeg ik voorzichtig. ‘DAT!’ gilde ze opeens geschrokken en ze wees naar de deur. De empousa stond in de deuropening.
Precies op het moment dat ik me omdraaide en de empousa zag klonk er een hoop kabaal en stortte het dak in. Heel even keek ik verbaasd naar de puinzooi die ooit de gymzaal was, maar toen ik me besefte dat de empousa er nog steeds was en ik schrok op.
Snel rende ik naar mijn tas, omdat ik wist dat daar ook mijn wapens lagen. Ik pakte ze op en ik dacht: anaduontai, wat in het Grieks kom tevoorschijn betekend
Plotseling had ik een grote sierlijke boog in mijn hand. Mijn hand schoot naar mijn rug, waar plotseling een pijlenkoker was verschenen. ‘Achteruit!’ zei ik tegen het meisje en ik begon pijlen op de empousa af te vuren.
Helaas had het weinig zin. Ondanks het feit dat ik een prima schutter ben sloeg de empousa elke pijl simpelweg weg, terwijl ze in beide handen vuur had. Ze gooide een vuurbal naar me, waardoor ik snel moest bukken en mijn boog moest laten vallen.
Ik trok mijn jachtmes uit de schede en liep langzaam op de empousa af. Ik verloor haar geen moment uit het oog, omdat elke seconde dat ik niet waakzaam was mijn laatste zal kunnen zijn.
De empousa gooide opnieuw een vuurbal. Deze keer weerde ik de vuurbal makkelijk af met mijn jachtmes. Plotseling schoot ik naar voren en ik stak mijn jachtmes in de buik van de empousa. De empousa keek me verbaasd aan, waarna ze met een knal verdween.
Ik zuchtte opgelucht, hoewel dit niet het eerste monster was waar ik tegen vocht, was het toch al een poosje geleden.
Ik draaide me om en keek naar het meisje. ‘Gaat het?’ vroeg ik bezorgd. Ze zag er lijkbleek uit en zei: ‘je… je… Dat ding verdween… En jij… Wat gebeurde er?’
‘Dat is een beetje lastig uit te leggen… Weet je wat dat ding was wat ontplofte?’ vroeg ik. ‘Was het soms een empousa?’ Het meisje klonk nog steeds bang, maar het leek steeds minder te worden nu ze door had dat het gevaar echt geweken was.
‘Bronzen been, check, vlammend haar, check en pantoffels, check, ja, dat was overduidelijk een empousa‘ antwoordde ik. ‘Die pantoffels, die horen echt bij de mythes?’ vroeg het meisje. Haar stem was overgeslagen van bang naar sceptisch en ze keek me met een opgetrokken wenkbrauw aan.
‘Om eerlijk te zijn wel ja, hoe gek het ook klinkt. Uiteraard zijn het niet altijd pantoffels geweest die ze droegen, maar wel altijd dat soort dingen’ zei ik toen, met een glimlach.
‘Maar jij kon die empousa dus zien?’ vroeg ik haar en ze knikte. ‘Oke…’ Ik dacht diep na, het kon bijna niet anders dan dat zij een halfbloed was. Ik besloot haar mee te nemen naar de speciale plek waar ik het al eerder over heb gehad, als ze wou uiteraard. Dat leek mij de beste oplossing. ‘Goed, wat is je naam?’ vroeg ik toen. ‘Alyca,we zitten al een half jaar bij elkaar in de klas…’ antwoordde het meisje, duidelijk benieuwd waar het gesprek heen ging, maar ook een beetje beledigd dat ik haar naam nog niet wist.
‘Emh… Het is een beetje lastig uit te leggen maar vandaag was de eerste dag dat ik hier was… Ik leg nog wel uit wat er precies aan die hand is, maar eerst had ik een andere vraag. Die empousa, is een monster, ik weet een plek waar het veilig is tegen dat soort monsters, zou je mee willen daarnaar toe?’ vroeg ik toen.
‘Waar is dat?’ vroeg ze. ‘Het ligt ergens in Nederland, maar emh, waar zijn we nu?’
Alyca begon me duidelijk raarder en raarder te vinden. Iets wat me niet echt verbaasde. Het was natuurlijk niet erg normaal als je niet wist in welke stad je op school zit, of hoe je klasgenoot heet waarbij je al een halfjaar in de klas zit.
‘We zijn in Nederland, in Breda’ antwoordde ze en ik knikte opgelucht, ‘dat is al een zorg minder’
Plots gaat er een lampje bij me branden. Breda, is dat niet de stad waar mijn moeder woont?
 
Reacties:
HOLY @#%$!!! Merel!
Dit is echt... Geweldig!
Net alsof ik het perfecte vervolg op Percy zit te lezen. Net zo spannend, met toch je eigen dingetjes er in, een goede verhaallijn (voor zo ver ik dat bij 1 hoofdstuk al kan beoordelen)... En ontzettend realistisch! Met je kennis van Grieks, en het idee dat je vervloekt bent door Artemis... Supercool! Omdat je meestal niet echt uitgeweid krijgt over bepaalde dingen. Dit is een zeer verhelderend hoofdstuk, niet zo vaag als het begin van Percy Echt fantastisch! Ga je alsjeblieft snel verder? En mag ik een melding? Echt waar... Hoe de hell doe jij dat? Super!
~XxX~
PS. Heb je de tweede film al gezien? Ik vond hem ge-wel-dig! (Ook met Annabeth blond enzo :p).
Whoooow!
this is coooooool!
Echt top!