Hoofdcategorieën
Home » Percy Jackson » Nieuw verhaal zonder titel... » Hoofdstuk 2, Ik breng een bezoek aan mijn ouderlijk huis
Nieuw verhaal zonder titel...
Hoofdstuk 2, Ik breng een bezoek aan mijn ouderlijk huis
Ik had in het kort Alyca uitgelegd hoe het zat met de goden. Zoals ik al had verwacht was ze best verbaasd, maar ze leek het goed op te vatten. Op dit moment liep ze naast me, zonder een woord te zeggen. Ze leek diep in gedachten verzonken en ik gaf haar de tijd, de eerste keer dat ik het hoorde kon ik het ook amper geloven.
We liepen door een drukke winkelstraat in Breda. Ik was benieuwd of mijn moeder nog steeds woonde waar ik dacht. Ik weet uiteraard niet zeker of ze me überhaupt nog herinnerd, maar het is het proberen waard. Artemis kan toch niet zo hard zijn dat ze zelfs mijn moeder doet geloven dat haar enige kind niet bestaat!?
We steken een drukke straat over en lopen richting de rand van de stad. Daar staat een groot landhuis, de plek waar mijn moeder woont, of eigenlijk werkt.
Ik zuchtte, ik sta voor het huis waar mijn moeder al werkt sinds ik klein ben. Ik heb er eigenlijk nooit gewoond, omdat ik bijna het hele jaar door op één of andere stomme kostschool verbleef. (niet dat ik lang op één school bleef)
Ondanks het feit dat ik hier bijna nooit was is het toch een opluchting om weer iets bekends te zien. Het enige wat ik heb gezien sinds Artemis me dit aandeed was een schoolgebouw.
‘Je mag mee als je wilt…’ zei ik tegen Alyca. Alyca knikte, ‘is goed, geen idee waar ik anders heen zou moeten. Mijn moeder hoeft me voorlopig niet te zien’ ze zei het met een glimlach, maar ik wist dat het meer pijn deed dan ze liet zien.
‘Goed, volg mij ik weet de weg’ Ik probeerde net als Alyca een glimlach op mijn gezicht te toveren, maar het lukte me niet.
Ik liep door het hekje. Het hekje piepte, net als het had gedaan voordat ik hier alles verlaten had om naar de speciale plek voor halfgoden te gaan. Alyca volgde me en sloot het hek achter me. Ik keek op naar het grote huis, ik wist zeker dat mijn moeder er zou zijn, tenzij ze ontslagen was uiteraard.
Toen we bij de deur aan kwamen begon ik te twijfelen. Wat als ze me echt niet herinnerd? Dan staan we hier, bij mijn moeder die me niet herinnerde. Ik weet zeker dat het er niet beter op maakt…
Ik belde toch aan, ik weet niet waarom, maar ik kan je nu vertellen dat mijn bezoek me meer twijfels dan antwoorden heeft gegeven, al liep het anders dan ik had verwacht.
*
Een man in een net pak deed open, hij deed me denken aan een gespierde pinguïn, iets waar ik altijd aan moet denken als ik mannen in een net pak zie. Het was hoogstwaarschijnlijk de nieuwe butler van de rijke vrouw waar mijn moeder voor werkte. De vorige was al oud en hij was nu waarschijnlijk met pensioen.
‘Hallo, ik ben opzoek naar mevrouw Brown’ zei ik tegen de butler. ‘Wie kan ik zeggen dat komt?’ vroeg de Butler. ‘Selena, zeg maar dat Selena Brown op haar wacht’
De butler leek even verbouwereerd. ‘Dus jij bent haar dochter’ vroeg hij. ‘Dat klopt, ik neem aan dat we hier even moeten wachten?’ De butler knikte en verdween. Ik bedacht me dat het weleens niet alleen de butler maar ook de bodyguard kan zijn. Gezien zijn bouw is het niet een man waar je graag ruzie mee maakt…
‘Uw moeder is op haar kamer, als u mij wilt volgen breng ik u naar haar toe’ zei de butler zodra hij weer in de deuropening verscheen. Ik knikte en wenkte Alyca, die me gedwee volgde, terwijl ze het grote huis bestudeerde. Ik was wel gewend aan alle grootsheid en pracht en praal, maar zij duidelijk niet….
We liepen door een doolhof van gangen, maar het meeste herinnerde ik me. Sommige schilderijen waren nieuw en er waren een aantal oude beelden weg, iets wat ik een hele verbetering vond, maar voor de rest was het net zoals de laatste keer dat ik er was.
Uiteindelijk kwamen we aan bij mijn moeders kamer. Ondertussen had ik het gevoel dat mijn hoofd ging ontploffen, zoveel gedachten schoten er door me heen. Toen we uiteindelijk naar binnen liepen voelde ik mijn handen trillen van de zenuwen, wat als ze me niet meer herinnert, wat doe ik dan? Ik kon moeilijk vertellen wat er allemaal is gebeurt, dat klinkt te absurd om waar te zijn.
Mijn moeder zat voor haar raam. In tegenstelling tot mij heeft ze lange blonde haren. Ze zei altijd al dat ik de kleur haar en ogen van mijn vader had. Toen de butler kuchte keek ze om. Er volgde een lange stilte waarin de butler stilletjes naar buiten ging. Alyca en ik gingen op een stoel zitten en ik vroeg me af of ze me zou herkennen. Ze keek me vaak bestuderend aan, alsof ze niet zeker wist of ik het nou echt was. Ze leek niet bang, maar vooral verbaasd. Uiteindelijk nam ze het woord.
‘Ik had niet verwacht dat je hier langs zou komen’ zei ze.
‘Dus… Je kent me nog?’ Mijn moeder zuchtte, haar handen streken door haar haar en ik had het gevoel dat ze een stuk ouder leek dan ze in werkelijkheid is.
‘Ik kan me niks van je herinneren, maar ik weet van je bestaan…’ antwoordde ze en ze keek me schuldig aan.
‘Hoe… hoe kan dat?’ mijn stem trilde nog steeds, ik begreep het niet.
‘Je vader… Hij dook een gisteravond opeens op. Eerst herkende ik hem niet maar uiteindelijk wist ik het, dit was de man waar ik ooit verliefd op was. Je vader vertelde me dat er iets vreselijks is gebeurt. Hij zei dat ik een dochter had, die ik me niet meer kon herinneren door een andere godin-‘ ik reageerde verbaasd, ik had niet verwacht dat mijn vader langs zou komen bij mijn moeder om dit te vertellen, maar ik vond het nog raarder dat ze niet verbaasd was over het feit dat er goden en godinnen waren, voor zover ik weet heb ik haar daar nooit over verteld.
‘- eerst geloofde ik hem niet, maar ergens had ik het gevoel dat hij de waarheid sprak. Hij vertelde me alles over jou, wie je was, hoe je eruit zag, waar je op school zat, van hoeveel scholen je bent getrapt-’ ze keek me scherp aan. Het deed me goed om te zien dat ze niet was veranderd
‘-En langzaam kwamen er herinneringen terug, geen grote of belangrijke, maar ze kwamen terug. Ik herinnerde me de eerste keer dat je hier was, ik verbaasd rende ik naar het raam. Ik tuurde door het raam en vloekte. Dat moest ik weer hebben…
Er stonden drie furiën voor het hek. Op het eerste gezicht leken het lieve oude vrouwtjes, met opgestoken haar en allemaal dezelfde gestippelde jurk aan, maar dan in andere kleuren, maar als je goed keek zag je dat ze in plaats van handen klauwen hadden en dat ze vleugels hadden.
‘Ma, jij blijft hier, er is buiten een klein… Probleempje’ zei ik tegen mijn moeder en toen keerde ik me tot Alyca. ‘Ooit tegen monsters gevochten?’ Ze schudde van nee, ‘goed, dan wordt dit de eerste keer, hier’ ik duw haar één van mijn twee jachtmessen in handen en ik trok haar mee naar buiten.
We rende door de gangen, langs een verbaasde butler. We struikelde bijna over een zwarte kat, die ik herinnerde als de kat van de bazin van mijn moeder.
Zodra we buiten kwamen zagen we de furies die ons naderde. Ik gebaarde Alyca dat ze me moest volgen naar de achterkant van het huis, daar was een groot bos en daar waar wij in het voordeel. Alyca was klein en snel, dus die kon zich goed verstoppen en er waren verschillende beekjes, die ik kon gebruiken tegen de furies.
We renden het bos in, beide kozen we een andere weg, zodat de furiën zich moesten opsplitsen. Ik hoopte dat er twee furiën achter mij aan zouden komen want ik wist niet hoe goed Alyca zich kan verweren tegen een kwade furie.
Ik rende snel door, tot aan een klein beekje. Ik voelde het water stromen en langzaam voerde ik de druk op. ‘Wachten… wachten…’
Ik hoorde een geluidje van rechts en daarna hoorde ik een furie zeggen: ‘kom hier halfgod, we zullen je niks doen…’ Hoewel ze zei dat ze me niks zou doen klonk ze alles behalve lief en onschuldig.
‘Kom maar naar me toe, ik zal jullie ook niks doen’ zei ik, terwijl ik me concentreerde. Het water schreeuwde om vrij gelaten te worden, maar ik moest het goed timen.
Er verschenen twee furiën vanuit het struikgewas. ‘NU!’ schreeuwde ik en het water schoot in de richting van de furies. Door de kracht van het water werden ze naar achter geslingerd. Ik pakte mijn boog, die op magische wijzen op mijn schouder was verschenen en pakte een pijl.
Zodra één van de furiën opstond en naar me toe vloog schoot ik een pijl in haar vleugel. De furie slaakte een soort gil en mijn nekharen gingen rechtovereind staan. Ik wist dat ze gilde van pijn, maar de woede in haar gil had me doen schrikken.
Zonder er bij na te denken pakte ik een tweede pijl en schoot de andere furie ook in haar vleugel. Opnieuw die gil…
Ik rilde en trok mijn jachtmes. Ik liep langzaam en dreigend op de twee furiën af.
Eén van de twee stond snel op, sneller dan ik had verwacht en ze rende op me af. Voor een oude oma kon ze behoorlijk hard rennen…
De furie haalde uit, ik kon nog net wegspringen maar de klauw van de furie haalde toch mijn hand open. Ik schreeuwde het nog net niet uit van de pijn en toen ik van de pijn was bekomen sprong ik opeens naar voren, dat was eigenlijk altijd mijn tactiek, plotseling aanvallen, en ik stak mijn mes in de buik van de furie. Met een luide knal verdween ze.
Ondertussen was haar zuster ook opgestaan. Kwaad vanwege het feit dat ik zojuist haar zusje had doen verdwijnen viel ze aan, maar nu was ik voorbereid, ik sprong op tijd weg en voor de furie zich kon omdraaien stak ik haar, waardoor ook zij met een luide knal verdween.
Ik zuchtte opgelucht, maar bedacht me daarna dat Alyca misschien nog steeds tegen de laatste furie vocht en ik rende naar het begin van het bos, net toen ik de kant op wou gaan waar zij een tien minuten geleden is was gegaan hoorde ik geluiden buiten het bos.
Ik rende naar buiten en wat ik daar zag was het coolste wat ik óóit gezien heb.
 
Reacties:
Ooeeeeeh!
Er is niks mis met dit hoofdstuk hoor! Misschien op jouw meervoudsvorm van "furie" na dan Officieel is het furiën.
En je maakt me ontzettend nieuwsgierig naar het volgende hoofdstuk!
Oei!