Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Tears on my guitar » Deel 3: Allerlaatste dag

Tears on my guitar

29 april 2009 - 20:30

1564

0

315



Deel 3: Allerlaatste dag

Vanaf hier zal alles door de ogen van Fi geschreven zijn.

De zon schijnt boven aan de hemel terwijl we hier allemaal op onze stoel zitten te wachten. Het is de allerlaatste schooldag. Niet zomaar de laatste schooldag van het jaar, maar van altijd. Dit is de dag dat ik afstudeer. Dat heel mijn graad afstudeert. De school waar ik naar ga is redelijk groot dus zitten we hier ook met een heleboel te wachten tot we eindelijk ons diploma krijgen.
We hebben geluk dat het zo’n 25°C is en dat heel dit spektakel dus buiten kan doorgaan. Ik heb zo lang op dit moment gewacht. Ik ging altijd graag naar school, maar de laatste tijd was ik echt aan het aftellen. Ik was alles moe. En hoewel ik blij ben dat het eindelijk over is ga ik dit alles ook missen. Ik ga het missen om elke morgen dezelfde weg naar deze plek te fietsen, ik ga het missen om samen met Max in de klas te zitten, ik ga het missen om op de speelplaats te staan babbelen met de mensen van mijn klas, ik ga zelfs de lessen die we overhoop haalden missen. Maar de leerkrachten, de meisjes (‘trutjes’ eigenlijk) die me minachtend bekeken, de toetsen en de stres voor een examen ga ik niet missen. Aan alles komt een einde. Elk hoofdstuk heeft een laatste bladzijde en dit is mijn laatste bladzijde. De laatste keer dat ik hier op de speelplaats zal zitten in de bakkende zomerzon.
De directeur staat vooraan op een soort podium een uitleg te geven. Ik probeer te volgen, maar kan me niet concentreren. Naast mij zit Max ongeduldig met zijn hand op zijn been te tikken. Ik duw zijn handpalm tegen zijn knie.
‘Je maakt me zenuwachtig,’ fluister ik.
‘Ik kalmeer mezelf,’ fluistert hij terug. Ik lach en los mijn hand, waarna hij gewoon verder gaat met het irriterende getik.
Aan mijn andere kant zit Kya. Een meisje waar ik ook al 3 jaar mee in de klas zit. We zijn goede vriendinnen en gaan samen shoppen en doen typische meisjesdingen, maar zo close als ik met Max ben zijn we niet. Zo close zal ik nooit met iemand anders zijn.
Achter de rijen leerlingen zitten alle ouders, broers, zussen en andere familieleden. Voor mij zit alleen mijn papa daar, maar hij is even trots op mij als een gezin van twaalf mensen zou kunnen zijn en daar ben ik blij om. Hij zit naast de moeder van Max en op de rij achter hen zitten Felix, Seppe, Thomas en Lisa, zijn vrouw. Omdat Max en ik elkaar al zo lang kennen, kunnen onze ouders het ook goed met elkaar vinden.
Ik heb Karel ook zien staan, ergens achteraan uit het zicht. Max weet dat hij er is, maar is er niet echt blij om, of laat het toch niet zien dan. Ik vraag me af of hij zijn vader ooit zal vergeven. Ze hadden vroeger altijd een goede band gehad. Een vaderzoon-band die Karel met elk van zijn zoons had, maar nu duidelijk niet meer met Max.
De directeur begint met het afroepen van de namen. Één voor één stappen leerlingen het podium op om hun diploma in ontvangst te nemen. Iedereen lacht, iedereen is gelukkig.
Max’ naam wordt afgeroepen. Hij staat op en loopt naar de directeur die hem zijn diploma overhandigt. We dragen geen één van allemaal een gewaad zoals je in Amerikaanse films ziet, maar hebben wel allemaal voor een hoedje gezorgd. Max neemt lachend het papier aan en verlegt zijn flosh naar de andere kant van het hoedje. Er wordt (zoals bij iedereen) geklapt en Max stapt het podium weer af en komt naar mij. Ik zie verschillende meisjes naar hem kijken.
Ja, Max was vroeger misschien niet de knapste maar dat kan je nu niet meer zeggen. Zijn bril is al lang vervangen door lenzen en de blokjes hebben ervoor gezorgd dat hij nu een rij rechte tanden heeft die bovendien ook nog eens mooi wit zijn. Zijn haar dat nonchalant in de war ligt maakt hem voor de meisjes nog onweerstaanbaarder en in zijn ogen kan je verdrinken. Ze zijn warm en geven je een welkom, rustgevend gevoel.
Maar ik bekijk Max helemaal niet zo als al die meisjes. Max is voor mij mijn beste vriend die per toeval nog eens knap is, maar ik voel me totaal niet aangetrokken tot al die dingen dat ik net opnoemde. Het positieve is eerder dat de meeste van Max’ vrienden ook mooi zijn en dat vind ik dan interessanter, maar dan nog. Niemand van hen kan mijn hart sneller doen slaan, ze zijn gewoon ‘mooi om naar te kijken’ als ik het zo moet zeggen.
Een vriendje heb ik al een tijdje niet meer gehad, maar daar lig ik niet van wakker. Ook single ben ik gelukkig en wanneer ik de jongen tegenkom die mijn hart sneller doet slaan en blosjes op mijn wangen kan laten komen, dan zal ik het wel weten. Ik wordt opgeschrokken uit mijn gedachten door Kya die op mijn been klopt.
‘Het is aan jou,’ ik zat zo ver met mijn gedachten dat ik de directeur mijn naam zelfs niet had horen roepen. Snel sta ik op en loop naar voren.
‘Alsjeblief Fiona, je hebt het prachtig gedaan,’ zegt de man wanneer ik bij hem kom en mijn diploma aanneem. Mijn tanden lach ik automatisch bloot wanneer ik me naar het publiek draai en de flosh op mijn hoofd verander van kant.
Ik kijk naar alle gezichten, ga alle rijen af. Ik zie hoe de mensen van mijn klas naar me lachen, hoe Max lacht en een paar rijen achter hem hoe mijn vader me apetrots aankijkt. Het is moeilijk om te zien, maar ik denk dat ik net een traantje over zijn wang zag rollen. Papa is meestal niet emotioneel, maar nu zijn ‘kleine meid’- zoals hij me altijd noemt- afstudeert begrijp ik dat het even moeilijk kan zijn.
Ik laat mijn ogen verder over de rijen stoelen glijden. Ik zie de mama van Max, ik zie ouders, papa’s én mama’s. Een krop vormt zich in mijn keel. Ik heb er alles voorover om mijn mama daar ook naast mijn papa te zien zitten. Om te zien dat ze ook trots op me is, maar diep van binnen weet ik dat dat niet kan. Ik slik de krop weg. Even kijk ik naar boven, naar de blauwe lucht waar geen wolkje in te bespeuren is en ik wéét dat mama trots op mij is.
De directeur kijkt me vreemd aan, zich afvragend waarom ik hier nog steeds sta. Ik lach even naar hem en ga langs het trapje weer naar mijn plaats. Wanneer ik zit komt Max met zijn mond naar mijn oor.
‘Ze is hier ook, geloof me maar,’ fluistert hij. Ik kijk hem aan. Hij is de enige die begrijpt waarom ik even bleef treuzelen, de enige die begrijpt waarom ik even gefascineerd was door de helderblauwe lucht. Ik geloof hem.
Nadat iedereen zijn diploma eindelijk heeft staan we met zen allen op. De directeur neemt voor de laatste keer zijn micro vast.
‘Jullie zijn afgestudeerd!’ roept hij. Iedereen springt op en honderden hoedjes vliegen de lucht in.
Naast me knuffel ik eerst Kya die daarna dolblij naar haar ouders rent en dan krijg ik van Max een knuffel.
‘We zijn afgestudeerd meid,’ lacht hij. Ik knik.
‘Eindelijk weg hier,’ antwoord ik. Ik weet wel dat ik nog lang niet klaar ben met studeren en nu nog verder moet beslissen wat ik wil gaan doen, maar vandaag wil ik daar niet over piekeren.
Samen met Max lopen we naar achteren waar onze families zitten. Eigenlijk is Max’ familie ook een beetje de mijne. Ik ken hen zo goed, en ik ben altijd welkom, wanneer dan ook. En Max is bij ons ook steeds welkom. Ik loop naar papa en vlieg rond zijn nek. Hij geeft me een kus op mijn wang.
‘Proficiat, schat! Ik ben trots op je.’
‘Dank je pap,’ zeg ik.
Ik laat hem weer los en loop naar de mama van Max. Ze geeft me ook een knuffel en vertelt hoe trots ze is op mij.
Terwijl Max nu met mijn papa staat te praten begin ik en gesprekje met zijn broers.
‘Wie zou dat denken. Kleine Fi wordt groot,’ lacht Felix.
Ze hebben mij altijd kleine Fi genoemd, gewoon omdat ik kleiner was (en nog steeds ben) als hen, maar ik vind het ergens wel lief. Ik klop Felix speels op zijn arm.
‘Word je dat mopje nooit beu?’
‘Oooh,’ zeggen Seppe en Thomas in koor lachend om mijn steek.
‘Die krijg je zo hard terug,’ probeert Felix mysterieus te zeggen. Zijn gezichtsuitdrukking en de manier waarop hij zijn ogen half toeknijpt doet me lachen, maar ik hou me nog even in. Even later kan ik me niet langer inhouden en barst in lachen uit. Die jongen is hilarisch!
Max komt weer naar me toe gestapt.
‘Gaan we terug naar de klas?’ vraagt hij. Ik knik.
We hebben met heel de klas afgesproken om samen nog iets te gaan drinken. Om oude herinneringen op te halen. Om, voor waarschijnlijk de laatste keer, allemaal samen plezier te maken, te lachen, te genieten van onze vrijheid die we nu hebben en niet te denken aan de onoverkomelijke keuze die we binnenkort zouden moeten gaan maken voor onze toekomst.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.