Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Percy Jackson » Nieuw verhaal zonder titel... » Hoofdstuk 3, Alyca gebruikt een furie als pingpong bal

Nieuw verhaal zonder titel...

31 aug 2013 - 16:52

2463

2

382



Hoofdstuk 3, Alyca gebruikt een furie als pingpong bal

Mijn leven was al erg genoeg voordat Artemis, de godin van de jacht en de leidster van de Jageressen, ervoor zorgde dat niemand mij meer herinnerde…

Alyca stond aan de rand van het bos, helemaal geconcentreerd te kijken naar het bos. De bomen sloegen wild om zich heen en af en toe zag ik een furie boven het bos uitkomen vliegen, maar dan greep een boom haar en trok haar terug, het dodelijke bos in.
Met een grijns liep ik naar haar toe. Mijn zorgen waren voor niks geweest, Alyca kon zich uitstekend verdedigen.
Het leek net alsof ze pingpong speelde, waarbij de furie de pingpong bal was. Soms kwam ze net boven het bos uitgevlogen en dan werd ze weer een andere kant op geslagen door de takken van een boom.
Uiteindelijk verdween de furie met een luide knal. Alyca maande het bos tot rust en zakte toen uitgeput in elkaar.
‘Dat was gaaf’ zei ik tegen haar en ze glimlachte. ‘Bedankt’ zei ze buiten adem, het had haar duidelijk veel energie gekost.
Op het moment dat ik Alyca wilde helpen opstaan kwamen er verschillende dieren uit het bos. Ik zag een aantal herten, twee egels, een hele boel konijnen en nog veel meer dieren. Op het einde kwam er een schitterend edelhert het bos uit, zijn gewei was enorm en op zijn rug zat een jonge sater (een sater is een half mens, half geit) Ondanks het feit dat het een jonge sater was had hij enorme horens.
Alyca en ik gaapte alle dieren aan. De sater mekkerde en de dieren weken voor hem. Hij stapte van zijn edelhert af en liep naar voren naar Alyca, met een brede glimlach op zijn gezicht.
‘De dochter van Pan is ontwaakt’ zei hij, met een onverwacht lage stem. ‘Mijn dochter is ontwaakt’
Dat was een onverwachte wending. Ik kende genoeg mensen die kind waren van Ares, van Athena, van Apollo, van Afrodite en ga zo maar door, zelfs een enkel kind van Hades. Maar een kind van Pan, dat was uitzonderlijk, zéér uitzonderlijk.
Wat nog bijzonderder was (is bijzonderder wel een woord…?) was het feit dat Pan hoogstpersoonlijk zijn kind kwam erkennen. De goden hadden daar haast nooit tijd voor.
Alyca keek me verbaasd aan. Haar gezicht lijkt ze zeggen: ‘wat bazelt die vent’ maar ik zag ook herkenning in haar ogen.
‘Dus… mijn vader is een halve geit?’
Ik kon er niks aan doen maar ik schoot in de lach. Ik weet niet wat mijn reactie zou zijn als ik erachter kwam dat mijn vader de god Pan was. Wat inhield dat ik de natuur zou kunnen beheersen maar natuurlijk ook dat mijn vader half geit was en ik in theorie dus een kwart geit.
Pan keek ons enkel aan. Er was geen spoor van woede, hoewel ik niet echt blij zou zijn als het eerste wat mijn dochter tegen me zou zeggen was: “mijn vader is een halve geit” maar Pan leek er geen problemen mee te hebben.
Uiteindelijk onderbrak Pan de stilte. ‘Ik ben trots op je, je hebt je gaven gevonden op het moment dat je ze het meest nodig had. Ik zou me geen betere dochter kunnen voorstellen’
Oké, toen was ik echt uit het veld geslagen. Een god verteld nooit hoe trots hij is op zijn kinderen, hij praat vaak niet eens tegen ze. Er moet wel een speciale reden voor zijn…
‘Maar er is een probleem’ Daar komt het al, dacht ik.
Pan keek me aan en zei: ‘jij bent al bekend met alle goden hé?’ Ik knikte. ‘Zoals je weet is er nog nooit eerder een sterfelijke dochter van mij, Pan, geboren. Dit heeft natuurlijk ook een reden, ten eerste omdat die persoon de hele kracht van de natuur in zijn of haar handen heeft liggen en dat is een grote verantwoording, maar de belangrijkste reden is het feit dat de monsters kinderen van mij op een onmetelijke afstand kunnen ruiken. Zelfs vanuit de onderwereld kunnen ze hun locatie bepalen, dit betekend dat ze niet veilig zijn in de gewone wereld. Ik heb je zo lang mogelijk proberen te beschermen, maar nu je 14 bent geworden mag ik dat niet langer van Zeus, de koning der goden’
Alyca slikte en ze keek bang om zich heen. ‘Dus ik ben hier niet veilig?’ Pan zuchtte, ‘het spijt me dat ik je deze zware last moet laten dragen… Ik kan weinig doen om je te beschermen, dat heeft Zeus me verboden, maar ik kan je wel naar het kamp brengen’
*
Het was een bijzondere ervaring om met de natuurgod Pan in de trein te zitten. Ten eerste door het feit dat hij eigenlijk altijd in de wildernis is, dus hij heeft nog nooit een trein gezien. Hij keek dan ook met grote ogen naar alle treinen die langskwamen in het station en hij begon nerveus te blaten toen hij de roltrap op moest.
Toen we in de trein zaten ontspande Pan een beetje. Hij klaagde wel telkens over de uitstoot van de trein en de vernieling van natuur om het treinspoor aan te leggen, maar hij bedoelde het goed.
Toen we eindelijk in Appeldoorn aan waren gekomen was het weer omgeslagen. Donkere wolken verschenen en ik wist dat het niet lang duurde voor het zou gaan regenen.
We namen de bus naar de Veluwe. Opnieuw klaagde Pan over alle uitstoot, maar hij moest toegeven dat het een handige manier van reizen was. Ik vroeg me af hoe hij anders ergens kwam en mijn nieuwsgierigheid en de verveling leidde ertoe dat ik het hem vroeg.
‘Hoe reist u normaal gesprokken heer Pan?’ vroeg ik aan hem. Pan glimlachte. ‘Dat ligt eraan waar ik ben, op de polen reis ik vaak met een ijsbeer, door woestijnen met een kameel of olifant en in door de Westerse naturen met een mega eekhoorn’
Hij zei het zo droog dat hij net zo goed een paard had kunnen zeggen. Om die reden kwam het nogal laat binnen en ik keek hem pas na een paar seconden verbaasd aan.
‘Een reuzen eekhoorn?’ Pan knikte, ‘dat klopt helemaal’
Alyca was de hele reis stil geweest. Ik begreep dat ze het moeilijk te bevatten vond. De eerste keer dat ik hoorde dat Poseidon, de god van de zee, mijn vader was dacht ik ook dat degene die het me had verteld in een gekkenhuis thuis hoorde.
Ik besloot met haar te praten zodra we in het kamp waren, omdat het nogal gênant is als je vader al je vertrouwelijke gesprekken hoort.
De bus zette ons af bij de rand van de Veluwe. We moesten zelf verder, maar dat vond ik niet erg. Mijn benen waren stijf van het zitten en ik had het gevoel dat als ik nog langer stil zou moeten zitten ik gek werd.
Pan liep vooraan, hij wist de weg op zijn duimpje, al twijfelde ik of hij ooit eerder hier was geweest. Vaak leek het alsof vogels of konijnen hem toefluisterde waar we heen moesten.
Uiteindelijk kwamen we bij het kamp aan. De ingang bestond uit twee grote bomen, de taken van de rechtse boom boog naar links en de takken van de linker boom naar rechts, waardoor een poort ontstond. Ik wist dat het de enige plek was waar je erin kon en dan moest je ook nog een halfgod of god zijn, anders kwam je er nog niet binnen. Het was dan ook onmogelijk voor normale mensen of monsters om het binnen te komen.
Het zat namelijk zo, je ging door de poort heen en enkel als je een halfgod of god bent kom je op de goede plek terecht. Het is eigenlijk een poort naar een andere dimensie, soort van dan. Een dimensie waar geen monsters of mensen kunnen komen.
‘Goed, we gaan tegelijkertijd door de poort’ zei ik en ik begon af te tellen. ‘1… 2… 3… NU’ Net toen ik de poort in wou stappen hield Pan me tegen. ‘Ik ga niet verder, ik neem hier afscheid van jullie’
‘Succes allebei en gezegend zij jullie lot…’
Na deze mysterieuze woorden knipte hij met zijn vingers. Met een luide knal kwam er een reusachtige eekhoorn tevoorschijn. Hij sprong op de rug van het dier en de eekhoorn begon te rennen. Toen de eekhoorn eenmaal vaart had klonk er een luide knal en Pan en de eekhoorn verdwenen…
‘Dus dat was mijn vader… Pan, de god van de natuur’ zei Alyca alsof ze het nog steeds niet kon geloven. ‘Je went er wel aan’ zei ik haar.
Ik voelde een druppel water op mijn neus, ik zuchtte, het begon echt te regenen.
‘Kom, ik tel wel opnieuw af, je zal het geweldig vinden!’ zei ik toen en ik begon opnieuw met aftellen. ‘1… 2… 3… NU!’ We stapte tegelijkertijd in de poort. De wereld begon te draaien en voor ik het wist keken we uit op een grote vallei.
‘Wow…’ zei Alyca, terwijl ze haar ogen opengesperd hield. ‘Dit is te gek!’
Ik kon het allemaal met haar eens zijn. Het voelde geweldig om eindelijk thuis te zijn, maar tegelijkertijd werd ik verscheurd door het gevoel dat niemand mij meer kende. Ik voelde mijn verdriet over de daad van Artemis zwaarder op me drukken en zelfs het prachtige weer in de vallei kon me niet opbeuren.
Het was duidelijk dat we niet meer in Nederland waren. De zon brandde fel en de warmte overrompelde me een beetje.
We liepen verder de vallei in. Op iets minder dan een halve kilometer afstand zag ik een stadje liggen. Dat was de plek waar de meeste oudere halfgoden of afstammelingen van halfgoden woonde. Links van de stad stond een grote arena. Daar werden wedstrijden en gevechten gehouden. Achter de stad lagen een aantal kleine boerderijtjes waar er allerlei dingen werden verbouwd en vee werd gehouden.
Ik wist dat er overal in de vallei kleine kampjes waren opgeslagen door een aantal groepen. In die groepen zaten ongeveer 10 kinderen met verschillende goddelijke ouders. Het kwam nauwelijks voor dat een groep alleen bestond uit halfbroers en halfzussen, want geen enkele god of godin had zoveel kinderen.
Er kwam een groepje centauren naar ons toe gegaloppeerd. Centauren zijn half mens, half paard. Ze hebben het onderlijf van een paard en het bovenlijf van een mens.
Een jonge centaur met lang bruin haar komt naar voren. Ik herinner me dat het Chiron is, althans, niet dé Chiron, die Herakles en al die helden had opgeleid maar een verre afstammeling van hem.
‘Welkom, ik ben Chiron, wie zijn jullie?’ zei de centaur. Alyca’s ogen werden groot. ‘Dé Chiron?’ vroeg ze vol ongeloof. ‘Nee nee’ zei Chiron, duidelijk vermoeid door die vraag. Alyca was overduidelijk niet de eerste die het vroeg. ‘Oh… In ieder geval ik ben Alyca en dat is Selena’ stelde Alyca ons voor.
‘Zullen we jullie een lift geven naar de stad, dan leiden we jullie rond’ stelde Chiron voor. Bijna wou ik zeggen dat ik alles al kende maar ik besefte dat ze dat niet zouden geloven.
‘Ik neem haar wel mee’ zei een andere centaur met blond haar en hij wees naar mij. Chiron wierp een waarschuwende blik op hem maar ik zag het niet en ik liep gewoon naar hem toe en ik ging op zijn rug zitten. Alyca ging achterop bij een andere centaur met blond haar en nadat Chiron weg was gegaloppeerd volgde de centauren hem.
Hoewel ik niet lang met de jageressen hier was verbleven voelde alles bekend. Het warme weer, de bergen, het naderende stadje, alles voelde gewoon bekend.
Zodra de centauren vaart hadden begonnen ze steeds harder te galopperen. ‘Hou je vast schoonheid’ zei de blonde centaur. Mijn wenkbrauw schoot omhoog en ik schopte de centaur in zijn dij.
‘Rustig maar’ zei de centaur beledigd en ik herinnerde me wat Artemis ooit had gezegd over de centauren. ‘irritante beesten, ze flirten met alles en iedereen, als het even zou kunnen zouden ze zelfs een boom versieren’
Ik zuchtte en probeerde van het uitzicht te genieten maar de gedachten aan Artemis vertroebelde alles.
Na ongeveer tien minuten rijden kwamen we aan bij de arena. Het was een het schemeren en ik herinnerde me dat er schuin achter de arena een eetpaviljoen was, waarschijnlijk reden we daar naartoe om te eten.
En inderdaad, we stapte af bij een groot gebouw, waar met grote Griekse letters op staat: estiatorio. Het betekend letterlijk restaurant of eethuis.
Alyca en ik stappen af en de blonde centaur knipoogde naar me voor hij weg reed. Ik wierp hem een kwade blik toe en aan het gezicht van Alyca te zien was het bij haar niet veel anders geweest.
De ironie was dat de blonde centaur best knap had kunnen zijn, als hij niet het achterwerk van een paard had gehad.
Net als Alyca en ik een beetje zenuwachtig het eetpaviljoen in willen lopen komen er een aantal saters aan gelopen.
Opgewonden staarde ze naar ons en ik vroeg me af of ze dat altijd deden als er nieuwe halfgoden aankwamen. Een beetje ongemakkelijk bleven we naar ze staan kijken, tot Chiron gebaarde dat we naar binnen moesten gaan.
Terwijl we wegliepen hoorde ik flarden van wat de saters zeiden. ‘Het kind van de wildernis…’ ‘De voorspelling!’ Ik werd er niet bepaald wijs uit, al begreep ik wel dat ze door hadden dat Alyca de dochter van Pan was. Ook Chiron leek zenuwachtig geworden van de saters. Hij gebaarde ons haastig dat we aan een klein tafeltje in de hoek konden gaan zitten en hij galoppeerde naar een ronde tafel, waar de leiding zat.
Alyca en ik worpen zenuwachtige blikken op elkaar en we gingen zitten. ‘Wat zeiden die saters nou?’ vroeg Alyca angstig. Ik haalde mijn schouders op. ‘Iets over een kind van de wildernis ofzo…’ antwoorde ik.
‘Dus ze hadden het over mij, wat zouden ze zeggen…?’ vroeg Alyca zich af. Net als ik wil antwoorden dat saters veel ontzag hebben voor Pan en dus waarschijnlijk ook voor haar staat Chiron op en maande iedereen tot stilte.
Het geroezemoes in de zaal verstomde en Chiron zei: ‘welkom bij weer een voortreffelijk diner. Vandaag hebben we speciaal bezoek. Janus, de god van de in en uitgangen is bij ons vandaag. Hij doet een ronde om te checken of alle poorten nog goed werken’
Naast Chiron stond een lange man, hij keek vrolijk en hij had een jong gezicht met bruin krullend haar tot zijn schouders. ‘Het is mij een plezier te melden dat de doorgang nog prima intact is’
Hoewel niemand anders had verwacht, juichte ze toch. Niemand wou Janus tegen de haren strijken, al leek hij god van zoiets onbelangrijks als de in- en uitgangen.
‘Laat na deze woorden het diner beginnen’ zei Chiron en hij klapte in zijn handen. Vanuit een deur kwamen een aantal saters aangelopen. Ze waren gekleed als nette obers en ik kon een grijns niet onderdrukken. Het zag er onwijs grappig uit.
De saters namen bij iedereen de bestelling op en ik bestelde een bord vol met friet. Ik vond dat ik dat wel had verdiend. Tijdens het wachten keek ik steeds rond en dacht bij mezelf: waar zou hij zitten?

 


Reacties:


Rebella
Rebella zei op 14 april 2014 - 16:55:
TOOOFFFFF


WTlover
WTlover zei op 31 aug 2013 - 17:22:
Nou, het grootste deel van de dingen heb je al via hyves gehoord...
Dus ik kan alleen maar hehalen hoe geweldig en origineel ik dit vind!
Helemaal je eigen manier etc.
SUPERCOOL!
~XxX~